Toelichting bij COM(2023)644 - Standpunt EU in het Wereldforum voor de harmonisatie van reglementen voor voertuigen van de VN/ECE over voorstellen tot wijziging van VN-Reglementen, voor nieuwe VN-reglementen en tot wijziging van Gemeenschappelijke Resolutie nr. 1 van de VN

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ONDERWERP VAN HET VOORSTEL

Dit voorstel betreft een besluit tot vaststelling van het namens de EU in het Wereldforum voor de harmonisatie van reglementen voor voertuigen van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (WP.29) in te nemen standpunt inzake de vaststelling van wijzigingen van bestaande VN-reglementen en een gemeenschappelijke resolutie, en inzake de vaststelling van twee nieuwe VN-reglementen.

2. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

2.1. De herziene overeenkomst van 1958 en de parallelle overeenkomst

Om geharmoniseerde voorschriften te ontwikkelen om technische belemmeringen voor de handel in motorvoertuigen tussen de overeenkomstsluitende partijen van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) op te heffen en ervoor te zorgen dat motorvoertuigen een hoog niveau van veiligheids- en milieubescherming bieden, zijn twee belangrijke overeenkomsten gesloten. Dit zijn:

- de VN/ECE-overeenkomst betreffende het aannemen van eenvormige technische eisen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van goedkeuringen verleend op basis van deze eisen (de “herziene overeenkomst van 1958”); en

- de overeenkomst betreffende de vaststelling van mondiale technische reglementen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen (de “parallelle overeenkomst”).

De overeenkomsten zijn voor de EU op respectievelijk 24 maart 1998 en 15 februari 2000 in werking getreden. Werkzaamheden in verband met deze overeenkomsten staan onder toezicht van WP.29.

2.2. Het Wereldforum voor de harmonisatie van reglementen voor voertuigen van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties

WP.29 biedt een uniek kader voor wereldwijd geharmoniseerde voorschriften voor voertuigen. WP.29 is een permanente werkgroep in het institutionele kader van de Verenigde Naties met een specifiek mandaat en een specifiek reglement. Deze werkgroep functioneert als een mondiaal forum voor open discussies over regels voor motorvoertuigen en over de uitvoering van de herziene overeenkomst van 1958 en de parallelle overeenkomst. Elke lidstaat van de Verenigde Naties en elke door VN‑lidstaten opgerichte regionale organisatie voor economische integratie kan volledig deelnemen aan de werkzaamheden van WP.29 en partij worden bij de overeenkomsten betreffende voertuigen waarop door WP.29 toezicht wordt gehouden. De EU is partij bij deze overeenkomsten1.

2.

WP.29 vergadert driemaal per jaar, in maart, juni en november. In het licht van de technische vooruitgang kan WP.29 tijdens elke vergadering de volgende zaken aannemen:


nieuwe VN‑reglementen;

nieuwe VN‑resoluties;

nieuwe mondiale technische reglementen van de VN;

wijzigingen van VN-reglementen en ‑resoluties in het kader van de herziene overeenkomst van 1958; en

wijzigingen van mondiale technische reglementen van de VN en van VN-resoluties in het kader van de parallelle overeenkomst.

Vóór elke vergadering van WP.29 bespreken specifieke ondergeschikte organen van WP.29 deze wijzigingen op technisch niveau.

3.

Vervolgens kan WP.29 voorstellen aannemen:


1.

met gekwalificeerde meerderheid van de aanwezige overeenkomstsluitende partijen die stemmen voor voorstellen in het kader van de herziene overeenkomst van 1958; of


bij consensus van de aanwezige overeenkomstsluitende partijen die stemmen voor voorstellen in het kader van de parallelle overeenkomst.

Vóór elke zitting van WP.29 wordt bij een besluit van de Raad overeenkomstig artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) het standpunt vastgesteld dat namens de EU moet worden ingenomen over:

4.

nieuwe VN-reglementen, mondiale technische reglementen van de VN en VN-resoluties; en


wijzigingen, aanvullingen en rectificaties van VN-reglementen, mondiale technische reglementen van de VN en VN-resoluties.

2.3. De beoogde handeling van WP.29

5.

Tijdens zijn 191e zitting van 14 tot en met 16 november 2023 kan WP.29 het volgende aannemen:


voorstellen tot wijziging van de VN-Reglementen nrs. 0, 14, 16, 17, 24, 43, 48, 53, 74, 86, 90, 94, 95, 100, 122, 129, 134, 135, 137, 145, 149, 153, 154, 157, 160, 161 en 162;

voorstellen voor een nieuw VN-reglement inzake gegevensrecorders voor incidenten voor zware bedrijfsvoertuigen en een nieuw VN-reglement inzake kinderbeveiligingssystemen voor veiliger vervoer van kinderen in bussen; en

een voorstel tot wijziging van Gemeenschappelijke Resolutie nr. 1 van de VN.

3. NAMENS DE UNIE IN TE NEMEN STANDPUNT

Het WP.29-systeem versterkt de internationale harmonisatie van voertuignormen. De herziene overeenkomst van 1958 speelt een sleutelrol bij de verwezenlijking van deze doelstelling. EU-fabrikanten kunnen gebruikmaken van een gemeenschappelijke reeks typegoedkeuringsreglementen in de wetenschap dat de overeenkomstsluitende partijen hun producten zullen erkennen als zijnde in overeenstemming met hun nationale wetgeving.

Dit heeft mogelijk gemaakt dat bij Verordening (EG) nr. 661/2009 betreffende de algemene veiligheid van motorvoertuigen meer dan vijftig EU-richtlijnen zijn ingetrokken en vervangen door de overeenkomstige reglementen die in het kader van de herziene overeenkomst van 1958 zijn opgesteld.

Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad1 volgt een soortgelijke benadering. Deze verordening bevat administratieve bepalingen en technische voorschriften voor typegoedkeuring en het in de handel brengen van alle nieuwe voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden. Met de verordening zijn de in het kader van de herziene overeenkomst van 1958 vastgestelde reglementen als voorschriften voor typegoedkeuring of als alternatieven voor de wetgeving van de Unie in het EU-typegoedkeuringssysteem opgenomen.

Zodra WP.29 een voorstel voor een nieuw VN-reglement of voor wijzigingen van een bestaand VN-reglement heeft aangenomen, stelt de uitvoerend secretaris van de VN/ECE de overeenkomstsluitende partijen in kennis van de desbetreffende handeling. Tenzij een blokkerende minderheid van verdragsluitende partijen binnen zes maanden bezwaar maakt, treedt de handeling in werking. Vervolgens kan elke verdragsluitende partij de handeling omzetten in haar toepasselijke nationale regels. In de EU vormt de bekendmaking van de handeling in het Publicatieblad van de Europese Unie de voltooiing van het omzettingsproces.

6.

Het standpunt van de EU moet worden bepaald met betrekking tot de volgende handelingen:


- de voorstellen tot wijziging van de VN-Reglementen nrs. 0, 14, 16, 17, 24, 43, 48, 53, 74, 86, 90, 94, 95, 100, 122, 129, 134, 135, 137, 145, 149, 153, 154, 157, 160, 161 en 162 met het oog op het bijwerken van bepalingen inzake:
- internationale typegoedkeuring van gehele voertuigen — bijwerkingen van overgangsbepalingen die van toepassing zijn op nieuwe wijzigingenreeksen van reglementen die van toepassing zijn in het kader van de internationale typegoedkeuring van gehele voertuigen;
- verankeringen van veiligheidsgordels — een bijwerking voor voertuigen van de categorieën M2 en M3, met een naar voren gerichte stoel die gericht is op een ingebouwd kinderbeveiligingssysteem, om een botsing tussen de volwassene en het kind te voorkomen;
- veiligheidsgordels — bijwerkingen voor voertuigen van de categorieën M2 en M3, met een naar voren gerichte stoel die gericht is op een ingebouwd kinderbeveiligingssysteem, om een botsing tussen de volwassene en het kind te voorkomen;
- sterkte van stoelen — een bijwerking om ervoor te zorgen dat op stoelen van alle zitplaatsen en alle voertuigcategorieën alleen veilige hoofdsteunen mogen worden gemonteerd;
- zichtbare verontreinigende stoffen, meting van het vermogen van motoren met compressieontsteking (dieselroet) — een verduidelijking van de formulering met betrekking tot het gebruik van de referentiebrandstof die nodig is voor emissietests;
- veiligheidsbeglazing — een bijwerking waarbij een vrijstelling wordt ingevoerd voor een eventueel ondoorzichtig verduisteringsgebied op de voorruit van voertuigen van categorie M2 die de plaatsing van achteruitkijkspiegels in het voertuig en diverse veiligheids- en comfortkenmerken van vrachtwagens met laadbakken van het open type vergemakkelijken;

7.

- installatie van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen voor


- motorvoertuigen — correcties van eisen inzake de zichtbaarheid van rood licht naar de voorkant en/of wit licht naar de achterkant van het voertuig, en bijwerkingen van eisen inzake lichtprojecties ter ondersteuning van de bestuurder;

- voertuigen van categorie L3 — een bijwerking die de geleidelijke afschaffing van de installatie van oudere lampen/voorzieningen mogelijk maakt;

- bromfietsen — een bijwerking die de geleidelijke afschaffing van de installatie van oudere lampen/voorzieningen mogelijk maakt; en

- landbouwvoertuigen — een bijwerking die de geleidelijke afschaffing van de installatie van oudere lampen/voorzieningen mogelijk maakt;

- vervangingsonderdelen voor remsystemen — een verduidelijking van de eisen inzake verpakking en etikettering voor sommige typen remvoeringsets;
- frontale botsingen — een bijwerking met eisen voor de veiligheid na een botsing van voertuigen op waterstof;
- zijdelingse botsingen — een bijwerking met eisen voor de veiligheid na een botsing van voertuigen op waterstof, en diverse verduidelijkingen;
- elektrisch aangedreven voertuigen — diverse verduidelijkingen, waaronder verduidelijkingen met betrekking tot de richting van de botsing bij de test van de mechanische integriteit;
- verwarmingssystemen — een bijwerking die de invoering vergemakkelijkt van de nieuwe “stralingsverwarmer”-technologie, die op elektrische voertuigen kan worden toegepast;
- betere kinderbeveiligingssystemen — verduidelijkingen met betrekking tot het beginsel van één gordeltraject, en bijwerkingen met eisen en een testprocedure voor lowertetherverankeringen;
- waterstof- en brandstofcelvoertuigen — omzetting van Mondiaal Technisch Reglement nr. 13 van de VN, tekst van fase 2;
- zijdelingse botsingen met palen — bijwerkingen met eisen voor de veiligheid na een botsing van voertuigen op waterstof;
- frontale botsingen met bijzondere aandacht voor beveiligingssystemen — een bijwerking met eisen voor de veiligheid na een botsing van voertuigen op waterstof;
- Isofix-verankeringssystemen, Isofix-toptetherverankeringen en i‑Size-zitplaatsen — een bijwerking met eisen en een testprocedure voor lowertetherverankeringen en een verduidelijking van het aantal Isofix-posities;
- voorzieningen voor wegverlichting — een bijwerking van de eisen inzake lichtprojecties ter ondersteuning van de bestuurder;
- integriteit van het brandstofsysteem en veiligheid van de elektrische aandrijflijn bij een kop-staartbotsing — een bijwerking met eisen voor de veiligheid na een botsing van voertuigen op waterstof;
- WLTP — bijwerkingen waarbij de nieuwe benadering van de gebruiksfactor voor plug-in hybride elektrische voertuigen wordt ingevoerd, in overeenstemming met de bepalingen die onlangs in Euro 6e zijn ingevoerd;
- geautomatiseerde systemen voor rijstrookassistentie — bijwerkingen in verband met de eisen inzake elektromagnetische compatibiliteit;
- gegevensrecorders voor incidenten — verduidelijkingen met betrekking tot de nauwkeurigheid van de versnellingsgegevens voor het gegevenselement voor zijdelingse en langsversnelling;
- voorzieningen tegen gebruik door onbevoegden — een bijwerking van de eisen inzake elektromagnetische compatibiliteit; en
- immobilisatiesystemen — een bijwerking van de eisen inzake elektromagnetische compatibiliteit;
- voorstellen voor een nieuw VN-reglement inzake gegevensrecorders voor incidenten voor zware bedrijfsvoertuigen en een nieuw VN-reglement inzake kinderbeveiligingssystemen voor veiliger vervoer van kinderen in bussen; en

- een voorstel tot wijziging van Gemeenschappelijke Resolutie nr. 1 van de VN — een bijwerking met specificaties voor de “volwassen mannelijke WorldSID-dummy van het 50e percentiel” die moet worden gebruikt bij de tests van wegvoertuigen met het oog op de bescherming van de inzittenden bij zijdelingse botsingen.

WP.29 is voornemens over deze voorstellen te stemmen tijdens zijn vergadering van 14 tot en met 16 november 2023.

8.

Daarnaast moet het standpunt van de EU worden bepaald inzake:


- een voorstel voor een herziene machtiging voor het opstellen van een mondiaal technisch reglement van de VN inzake globale emissies onder reële rijomstandigheden, dat verdere werkzaamheden in het kader van het mondiaal technisch reglement van de VN toestaat op basis van een methode voor het bepalen van de emissies onder reële rijomstandigheden van lichte voertuigen, die op passende wijze is aangepast aan bredere werkterreinen van voertuigen en bijkomende verontreinigende stoffen;
- een voorstel voor een verzoek om machtiging voor het opstellen van een nieuw mondiaal technisch reglement betreffende de duurzaamheid van accu’s aan boord van geëlektrificeerde zware bedrijfsvoertuigen;
- een voorstel tot wijziging van het richtsnoer inzake prestatie-elementen van gegevensrecorders voor incidenten dat geschikt is voor aanneming in de resoluties of reglementen van de overeenkomsten van 1958 en 1998, waarbij verduidelijkingen worden ingevoerd met betrekking tot de nauwkeurigheid van de versnellingsgegevens voor het gegevenselement voor zijdelingse en langsversnelling; en
- een voorstel tot bijwerking van de aanbevelingen voor cyberbeveiliging en software-updates in de automobielsector door te verwijzen naar alle relevante en huidige normen, met inbegrip van die van de ISO.

De EU moet de bovengenoemde handelingen ondersteunen, aangezien zij in overeenstemming zijn met het internemarktbeleid van de Unie voor de automobielindustrie op het gebied van veiligheid, automatisering en emissies, alsook met het vervoers-, klimaat- en energiebeleid van de Unie.

Al deze handelingen hebben een zeer positief effect op het concurrentievermogen van de automobielindustrie in de EU en op de internationale handel. Door voor deze handelingen te stemmen, zal technologische vooruitgang worden bevorderd, zullen schaalvoordelen worden geboden, zal versnippering van de interne markt worden voorkomen en zullen gelijke normen voor auto’s in de hele EU worden gewaarborgd.

Het voorstel voor supplement 1 op wijzigingenreeks 10 van VN-Reglement nr. 172 is daarentegen niet gereed voor een stemming tijdens de in november 2023 geplande vergadering van WP.29 en moet verder worden besproken in een specifiek ondergeschikt orgaan van WP.29.

Externe expertise is voor dit voorstel niet relevant. Het Technisch Comité motorvoertuigen heeft dit voorstel echter geëvalueerd.

4. RECHTSGRONDSLAG

4.1. Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1. Beginselen

Artikel 218, lid 9, VWEU voorziet in de vaststelling door de Raad van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” vallen ook instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die een “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt”1.

4.1.2. Toepassing op het onderhavige geval

WP.29 is een orgaan waarin de overeenkomstsluitende partijen van de VN/ECE de uitvoering van de herziene overeenkomst van 1958 en de parallelle overeenkomst bespreken.

De door WP.29 vast te stellen handelingen zijn handelingen met rechtsgevolgen.

De VN-reglementen in de beoogde handeling zullen voor de EU bindend zijn. Samen met de VN-resolutie zullen zij een beslissende invloed kunnen uitoefenen op de inhoud van de EU-wetgeving op het gebied van typegoedkeuring van voertuigen.

De beoogde handelingen strekken niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2. Materiële rechtsgrondslag

4.2.1. Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen.

Een beoogde handeling kan twee doelstellingen of twee componenten hebben, waarvan de ene als hoofddoelstelling en de andere als slechts bijkomstig kan worden aangemerkt. In dit geval moet het op grond van artikel 218, lid 9, VWEU genomen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk op die grondslag die het hoofddoel of de overwegende doelstelling of component betreft.

4.2.2. Toepassing op het onderhavige geval

De doelstelling en inhoud van de beoogde handeling bestaan in de eerste plaats in de onderlinge aanpassing van wettelijke bepalingen. De materiële rechtsgrondslag van het voorgestelde besluit is derhalve artikel 114, VWEU.

4.3. Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 114, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.