Toelichting bij COM(2022)296 - Wijziging van Verordening wat betreft de omzetting van het informatienet inzake landbouwbedrijfs­boekhoudingen in een informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB) (Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad) moet worden gewijzigd overeenkomstig de mededeling van de Commissie van 20 mei 2020 getiteld “Een “van boer tot bord”-strategie voor een eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem” en het bijbehorende actieplan. De Commissie heeft haar voornemen aangekondigd om het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB) om te zetten in een informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven (IDL).

Het ILB is een unieke bron van micro-economische en boekhoudkundige gegevens die elk jaar van meer dan tachtigduizend landbouwbedrijven in de EU worden verkregen. Het heeft het mogelijk gemaakt de economische en financiële situatie van landbouwbedrijven sinds 1965 te beoordelen. De Commissie verstrekt de geharmoniseerde methodologie en de gemeenschappelijke vragenlijst, terwijl de lidstaten de gegevens verzamelen, verifiëren en indienen. Het IDL zal daar een milieu- en sociale dimensie aan toevoegen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Gegevens en informatie op landbouwbedrijfsniveau moeten betrouwbaar en van hoge kwaliteit zijn om beleidsmakers, landbouwers en andere relevante belanghebbenden in staat te stellen passende, empirisch onderbouwde beslissingen te nemen.

Het ILB wordt beschouwd als een efficiënt en adequaat instrument voor het verzamelen van aanvullende miliue- en sociale variabelen op landbouwbedrijfsniveau, in aanvulling op de economische en inkomensgerelateerde variabelen die nu worden verzameld.

1.

Op EU-niveau worden bepaalde gegevens op landbouwbedrijfsniveau verzameld met betrekking tot de GLB-beleidsbehoeften, bijvoorbeeld:


De geïntegreerde landbouwstatistieken (IFS) 1 hebben tot doel vergelijkbare gegevens te verstrekken over de landbouwbedrijven in de EU. De gegevens van alle landbouwbedrijven worden om de tien jaar verzameld (tellingen) en om de drie of vier jaar via tussentijdse steekproefenquêtes. De lidstaten verzamelen informatie van individuele landbouwbedrijven en de gegevens worden aan Eurostat toegezonden. De verzamelde informatie heeft betrekking op: grondgebruik, veestapel, plattelandsontwikkeling, beheer en input van arbeid in het landbouwbedrijf (met inbegrip van leeftijd, geslacht en relatie tot het hoofd van het landbouwbedrijf). De geaggregeerde resultaten worden openbaar gepresenteerd. De toegang tot de gegevens over afzonderlijke landbouwbedrijven is beperkt. De IFS bieden een basis voor extrapolatie van ILB-gegevens.


Het geïntegreerd beheers- en controlesysteem (GBCS) 2 van het GLB is opgezet voor het beheer en de controle van betalingen aan landbouwers. Dit systeem is van toepassing op alle (al dan niet verplichte) inkomenssteunregelingen alsook op bepaalde steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling die worden verleend op basis van het aantal hectare of het aantal dieren van de landbouwer. De GBCS-databank bestaat onder meer uit de volgende informatie: een identificatie van alle landbouwpercelen in de EU (landbouwpercelenidentificatiesysteem – LPIS), een geautomatiseerde databank voor dieren in EU-landen waar diergebonden steunregelingen van toepassing zijn 3 .

In de komende uitvoeringsverordening van de Commissie 4 zal worden bepaald dat op EU-niveau bepaalde gegevens op het niveau van de landbouwbedrijven worden verzameld met het oog op de monitoring en evaluatie van het GLB, naast de gegevens van het monitoring- en evaluatiekader van het GLB (GTEK) die op nationaal en soms regionaal niveau worden verzameld. De lidstaten zullen de Commissie op geharmoniseerde wijze bepaalde gegevens over GLB-begunstigden verstrekken.

Alle bovengenoemde databanken zijn opgezet voor verschillende doeleinden en verzamelen niet precies dezelfde gegevens en informatie. Er is echter een mogelijkheid om deze (en andere) databanken te koppelen aan de IDL-gegevens. Het GBCS en de komende monitoring- en evaluatiedatabank voor het GLB met gegevens op het niveau van individuele landbouwbedrijven omvatten een reeds goed ingeburgerde ID voor GLB-begunstigden. In de secundaire wetgeving van het IDL zal worden onderzocht of het mogelijk is de gegevens van landbouwbedrijven te koppelen aan de ID van de GLB-begunstigde teneinde de uitwisseling van informatie tussen deze databanken mogelijk te maken — deze koppeling kan in de praktijk complex zijn om op te zetten, aangezien een begunstigde-ID niet altijd overeenkomt met een (enkel) landbouwbedrijf. Daarom bestaat het voornemen om in het kader van het IDL een unieke landbouwbedrijfs-ID te introduceren, die bijvoorbeeld in het kader van het IFS zou kunnen worden ingevoerd en die kan helpen om de IFS- en IDL-gegevens te koppelen. Voor elke databank moeten aanpassingen (in de rechtshandeling, het systeem of de verzamelmethoden) worden aangebracht met het oog op de koppeling van databanken. Ook al voorziet het IDL in de mogelijkheid tot interoperabiliteit, dan nog moeten andere databanken en systemen er dus op worden afgestemd.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het proces tot wijziging van Richtlijn 2009/128/EG (richtlijn duurzaam gebruik van pesticiden) 5 is lopende. Het voorstel van de Commissie heeft onder meer tot doel een elektronische registratie in te voeren van bepaalde informatie over zowel het gebruik van pesticiden als niet-chemische gewasbeschermingsmaatregelen door professionele gebruikers (onder wie landbouwers). Indien de wetgeving wordt aangenomen, kunnen deze gegevens in de toekomst een basis vormen voor de extrapolatie van IDL-pesticidengegevens. De datagovernanceverordening ( COM/2020/767 ) en de voorgestelde datawet (waarvoor momenteel een juridische procedure loopt) zouden mogelijkheden kunnen openen die in de voorgestelde rechtshandeling moeten worden onderzocht, met name met betrekking tot nieuwe methoden voor gegevensverzameling en nieuwe gegevensbronnen, in overeenstemming met het doel om de kosten voor landbouwers en de lidstaten te verlagen.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 43, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vormt de rechtsgrondslag voor de bepalingen die nodig zijn om de doelstellingen van het GLB na te streven.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing aangezien het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen.

Op basis van het gevestigde ILB-informatienet zal het IDL een nuttig en efficiënt instrument zijn dat de EU in staat stelt bij te dragen aan de GLB-doelstellingen en economische, milieu- en sociale gegevens en informatie op landbouwbedrijfsniveau ter beschikking te stellen van zowel de lidstaten als de EU. Net als het ILB zal het IDL zorgen voor een gemeenschappelijke en geharmoniseerde enquête om gegevens op landbouwbedrijfsniveau te verzamelen en gegevens op EU-niveau vergelijkbaar te maken.

Het voorstel voor deze verordening is opgesteld om de lasten voor zowel de lidstaten als de landbouwers te helpen dragen en te verlichten en tegelijk de kwaliteit en vergelijkbaarheid van de IDL-gegevens op landbouwbedrijfsniveau beter te waarborgen.

De belangrijkste criteria voor de IDL-gegevens (met inbegrip van economische, milieu- en sociale gegevens) zijn onder meer consistentie en vergelijkbaarheid. De lidstaten kunnen de nodige consistentie en vergelijkbaarheid niet in voldoende mate garanderen zonder een duidelijk Europees kader, d.w.z. EU-wetgeving waarin gemeenschappelijke definities, rapportageformaten en kwaliteitsvoorschriften worden vastgelegd.

Deze doelstellingen kunnen niet volledig door de lidstaten afzonderlijk worden verwezenlijkt. Maatregelen zouden doeltreffender zijn als ze op EU-niveau worden genomen, op basis van een EU-rechtshandeling die de vergelijkbaarheid van informatie en gegevens op de onder de voorgestelde handeling vallende GLB-gebieden waarborgt. In de tussentijd wordt de gegevensverzameling zelf het best door de lidstaten uitgevoerd.

Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel, aangezien het de kwaliteit en vergelijkbaarheid van de economische, milieu- en sociale gegevens op landbouwbedrijfsniveau van het IDL waarborgt door geharmoniseerde benaderingen in alle lidstaten toe te passen. Het zal er ook voor zorgen dat het netwerk relevant blijft en aan de behoeften van het GLB blijft beantwoorden. Samen met de interoperabiliteit zal de verordening het verzamelen en gebruiken van gegevens op landbouwbedrijfsniveau kosteneffectiever maken en tegelijk de specifieke eigenschappen van de systemen van de lidstaten eerbiedigen

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel beperkt de voorgestelde verordening zich tot de minimumvereisten die nodig zijn om haar doel te verwezenlijken en gaat ze niet verder dan hetgeen daarvoor nodig is.

Keuze van het instrument

Voorgesteld instrument: verordening.

Gezien de doelstellingen en de inhoud van het voorstel is een wijziging van de bestaande verordening het meest geschikte instrument.

Belangrijke beleidsmaatregelen van de EU, zoals het GLB, zijn afhankelijk van vergelijkbare, geharmoniseerde en hoogwaardige gegevens op landbouwbedrijfsniveau die op Europees niveau beschikbaar zijn. Dit kan het best worden gewaarborgd door verordeningen, die rechtstreeks toepasselijk zijn in de lidstaten en die niet eerst in nationaal recht moeten worden omgezet.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Vanwege de zeer technische aard van het initiatief is er geen volledige evaluatie van het ILB-systeem verricht. Er zijn echter wetenschappelijke studies en onderzoeksprojecten 6 die beoordelingen geven met betrekking tot de kosten van de ILB-gegevensverzameling, waarbij goede praktijken in de lidstaten worden aangewezen, alsook beoordelingen van de kosten van het uitbreiden van het toepassingsgebied van het ILB tot de milieu- en sociale dimensies.

Raadpleging van belanghebbenden

De omzetting in het IDL gaf aanleiding tot verschillende raadplegingsactiviteiten 7 die gericht waren op alle drie de belangrijkste geïdentificeerde groepen belanghebbenden: (1) gegevensverstrekkers, (2) gegevensverzamelaars en (3) gegevensgebruikers 8 .

Na diverse raadplegingen van relevante belanghebbenden lijken alle groepen belanghebbenden over het algemeen voorstander te zijn van het IDL-initiatief en van de toevoeging van sociale en milieuaspecten aan de in het ILB verzamelde economische gegevens. Hoewel er krachtige steun werd uitgesproken voor het verzamelen van gegevens op het niveau van landbouwbedrijven in het IDL voor de beoordeling van de economische duurzaamheid van de landbouw naast de milieu- en sociale duurzaamheid, waren sommige respondenten van mening dat de inspanningen op het gebied van gegevensverzameling moeten worden gedeeld tussen de verschillende gebruikers en dat de administratieve lasten voor gegevensverstrekkers en gegevensverzamelaars moeten worden beperkt. Om de administratieve lasten voor landbouwers en gegevensverzamelaars te beperken, heeft de Commissie het begrip “gegevens eenmaal verzamelen en meermaals gebruiken” ingevoerd met het oog op een betere gegevensdeling tussen overheidsdiensten, statistische autoriteiten en particuliere lichamen. De Commissie streeft er ook naar bij te dragen in de initiële kosten van aanpassingen door de lidstaten in het IDL-omzettingsproces.

Gegevensverstrekkers en gegevensverzamelaars hebben hun bezorgdheid geuit over de privacy van de verstrekte gegevens en de mogelijke terughoudendheid van landbouwers om dergelijke informatie te delen. Daarom heeft de Commissie in het wetgevingsvoorstel de individuele gegevensbeschermingsregels aangescherpt.

Gegevensverzamelaars deelden hun bezorgdheid over het gebrek aan bereidheid bij landbouwers om mee te werken aan de gegevensverzamelingexercities, problemen met het rekruteren van nieuwe landbouwbedrijven en het verlies van deelnemende landbouwbedrijven. In haar IDL-initiatief wordt door de Commissie voorgesteld en aangemoedigd feedback aan landbouwers te verstrekken en te voorzien in een verplichting voor landbouwers om de IDL-enquête te beantwoorden, zoals het geval is voor statistische enquêtes.

De meeste gegevensverstrekkers waren van mening dat het ontvangen van een financiële vergoeding voor deelname aan de IDL-gegevensverzameling voor hen relevant zou zijn. In het initiatief stelt de Commissie de mogelijkheid voor de lidstaten voor om verschillende stimulansen vast te stellen voor de deelname van landbouwers aan het informatienet, met inbegrip van financiële premies.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Ter voorbereiding van het IDL-voorstel zijn de leden van het ILB-comité en de specifieke werkgroepen geraadpleegd.

Effectbeoordeling

9 Gezien de zeer technische aard van het initiatief en de beperkte beleidskeuze voor de Commissie werd een effectbeoordeling niet nodig geacht. Uit de effectbeoordeling bij de wetgevingsvoorstellen van 2018 voor het GLB na 2020 is gebleken dat de bestaande gegevensbronnen moeten worden aangepast en versterkt om ze beter af te stemmen op het nieuwe beleid, en dat de kwaliteit van de gegevens moet worden verbeterd, met name met betrekking tot indicatoren die verband houden met agromilieu, biodiversiteit en klimaat. In de effectbeoordeling werd ook voorgesteld de ILB-dekking uit te breiden om tot een zo goed mogelijke vertegenwoordiging van marktgeoriënteerde landbouwbedrijven te komen. Voorts werd gespecificeerd dat een herziening nodig kan zijn voor variabelen in het bedrijfsformulier (waarbij ook rekening wordt gehouden met de aanbevelingen van het Flint-project) en voor de wijze waarop participatie van GLB-begunstigden aan de ILB-gegevensverzameling wordt georganiseerd.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Voor de omzetting van het ILB in het IDL werden vereenvoudiging en lastenverlichting als een centraal onderdeel van het initiatief beschouwd, naast duurzaamheid. Het doel was vast te stellen op welke gebieden de methoden voor gegevensverzameling kunnen worden vereenvoudigd en de kosten dienovereenkomstig kunnen worden verlaagd.

Ten eerste moet worden erkend dat de methoden voor gegevensverzameling sterk verschillen van lidstaat tot lidstaat, aangezien zij de voor hen meest geschikte methode voor het verzamelen van ILB-gegevens op landbouwbedrijfsniveau kunnen kiezen. Bovendien is er geen gedetailleerd overzicht van de gegevensverzamelingsmethode(n) van elke lidstaat, samen met een gedetailleerd overzicht van de kosten en lasten. Daarom is bij deze vereenvoudigings- en lastenverlichtingsexercitie rekening gehouden met de meest recente studies en projecten (zie hieronder) en met de relevante resultaten van de raadplegingsactiviteiten. Op basis daarvan worden hieronder bepaalde vereenvoudigings- en lastenverlichtingstrajecten voorgesteld. Uiteindelijk is het echter aan de lidstaten om het meest geschikte traject of de meest geschikte trajecten te kiezen, samen met de IDL-gegevensverzamelingsmethode(n) voor het verzamelen van aanvullende milieu- en sociale variabelen.

1. De studie “Cost of and good practices for FADN data collection” is in 2015 uitgevoerd en gepubliceerd 10 . Het hoofddoel van deze studie was het onderzoeken van de methoden en kosten in de lidstaten voor het verzamelen van ILB-gegevens, rekening houdend met het gebruik van gegevens ten behoeve van deelnemende landbouwers en met het oog op een betere beleidsvorming. De resultaten van deze studie bevestigen dat er geen uniforme methode bestaat voor het verzamelen van ILB-gegevens; de lidstaten kiezen hun eigen manier om de gegevens te verzamelen. Als gevolg daarvan verschillen de kosten voor het verzamelen van ILB-gegevens sterk van lidstaat tot lidstaat 11 . De studie noemt drie belangrijke factoren voor de uiteenlopende kosten:

1) de reikwijdte en de omvang van de ILB-steekproef (Malta verzamelt bijvoorbeeld gegevens van 536 landbouwbedrijven, tegenover Polen van 12 100 landbouwbedrijven);

2) de verschillende methoden die worden toegepast voor het verzamelen van ILB-gegevens (bijvoorbeeld gegevens die rechtstreeks door het ILB-verbindingsorgaan of via ingehuurde particuliere boekhoudbedrijven worden verzameld); en

3) externe factoren zoals verschillende salarisniveaus tussen de lidstaten en verschillen in gemiddelde landbouwbedrijfsgrootte binnen het ILB-waarnemingsgebied.

De keuze van de methode voor het verzamelen van gegevens kan, althans tot op zekere hoogte, de hogere kosten compenseren die het gevolg zijn van hogere loonniveaus en een grotere landbouwbedrijfsschaal. De meest efficiënte manier om gegevens te verzamelen in termen van publieke kosten is door gebruik te maken van bestaande rekeningen (die tegen particuliere kosten zijn geproduceerd). Tegelijkertijd lijkt deze methode het minst flexibel te zijn. Wanneer in het kader van bestaande rekeningen geen milieu- en sociale gegevens beschikbaar zijn, kan het nodig zijn de gegevensverzamelingsmethode voor het IDL aan te passen of te wijzigen. Ten slotte wordt in de studie gespecificeerd dat het toevoegen of schrappen van een extra variabele geen enorme impact heeft op de verhouding van de totale gegevensverzamelingskosten per variabele. Na de invoering van het systeemkader, zijn de jaarlijkse kosten meestal vaste kosten (in verband met het opzetten en uitvoeren van enquêtes, met inbegrip van personeel, opleiding, IT-systeem) en zijn specifieke variabele kosten (bv. het bijwerken van instructies, het toevoegen van specifieke softwarecode) gering.

2. In het kader van het Flint 12 -onderzoeksproject zijn indicatoren op landbouwbedrijfsniveau vastgesteld om de beleidsevaluatie van (onder meer) randvoorwaarden, duurzaamheid en innovatie in het GLB te verbeteren. De verzameling van gegevens over deze indicatoren werd gekoppeld aan het ILB in een proefnetwerk in verschillende Europese landen. De resultaten van dit project 1) bevestigen dat het op het ILB gebaseerde systeem een efficiënt en geschikt instrument is voor het verzamelen van aanvullende milieu- en sociale gegevens op landbouwbedrijfsniveau; 2) bieden een solide wetenschappelijke basis, samen met lijsten van mogelijke nieuwe variabelen, voorbeelden van manieren om gegevens voor deze nieuwe variabelen te verzamelen, en brengen knelpunten bij de uitvoering 13 en analytische voordelen 14 in kaart.

3. De studie over de kosten van de uitbreiding van het ILB tot het IDL 15 is een actualisering van twee eerder beschreven studies. Ze bevat een extra kostenanalyse met betrekking tot het toevoegen van “Flint-gegevens” 16 aan de huidige ILB-dataset. In de studie wordt geraamd dat de gemiddelde kosten van de verzameling van ILB-gegevens in de EU 750 EUR per bedrijfsformulier bedragen, terwijl de kosten voor uitbreiding tot IDL (door alle Flint-gegevens toe te voegen) de kosten zouden doen stijgen tot 1 040 EUR per bedrijfsformulier, wat neerkomt op een stijging van ongeveer 40 %. Deze studie bevestigde de resultaten van de studie van 2015 waaruit blijkt dat er grote verschillen bestaan tussen de landen wat betreft de huidige ILB-kosten voor gegevensverzameling en de verwachte extra kosten in verband met de omzetting naar het IDL. De studie bevestigde ook dat sommige lidstaten reeds bepaalde variabelen inzake duurzaamheid hebben verzameld die voor het IDL zijn gepland, terwijl andere lidstaten dit niet hebben gedaan en dus met hogere initiële kosten kunnen worden geconfronteerd. De totale uitgaven voor gegevensverzameling zijn dus niet rechtstreeks vergelijkbaar tussen de lidstaten. Uiteindelijk lopen de geraamde kostenveranderingen sterk uiteen, gaande van landen als Ierland (+ 10 %) en Nederland (+ 11 %) tot Frankrijk (+ 124 %) en Malta (+ 225 %) 17 . Hieraan moet echter worden toegevoegd dat deze kostenberekening de toevoeging van alle zeventig variabelen omvat, zoals vastgesteld in het Flint-project, terwijl de voorgestelde omzetting naar het IDL niet tot doel heeft maar liefst zeventig variabelen toe te voegen en de toevoeging van variabelen in de tijd zal worden gespreid. Ten eerste zal de uitbreiding tot het IDL geleidelijk verlopen. Ten tweede zou volgens de oorspronkelijke raming bij de uitbreiding met 5 tot 25 nieuwe variabelen moeten worden gerekend, die verder moeten worden beoordeeld in het kader van de lopende analyse voor het in punt 4 beschreven proefproject, waarbij ook rekening zou worden gehouden met de ontwikkeling van het rechtskader na de “van boer tot bord”-strategie en de biodiversiteitsstrategie. Voorts wordt in de studie geen rekening gehouden met de voordelen die voortvloeien uit het vereenvoudigingsproces en evenmin met de koppelingen en de uitwisseling van gegevens met andere databanken. Als gevolg daarvan kunnen de kosten voor de uitbreiding van het IDL veel lager worden geraamd dan in de genoemde studie.

4. In het kader van een lopend proefproject 18 zal voor elke lidstaat een analyse worden uitgevoerd en gedetailleerde informatie worden verstrekt over duurzaamheidsvariabelen en de bijbehorende gegevensbronnen. Zoals reeds is vermeld, zijn de methoden voor het verzamelen van gegevens afhankelijk van de keuze van de lidstaat. Daarom zal dit proefproject een beoordeling opleveren van de gegevensverzamelingsmethode(n) die wordt (worden) toegepast voor het verzamelen van duurzaamheidsgegevens voor elke lidstaat en zal het laten zien hoe deze zijn (of kunnen worden) gekoppeld aan het ILB-gegevensverzamelingssysteem. De resultaten zullen de situatie in elke lidstaat beschrijven en een redelijke raming geven van de administratieve lasten en kosten in verband met hun gegevensverzameling 19 . Deze resultaten zullen rechtstreeks worden meegenomen in de werkzaamheden met betrekking tot de secundaire wetgeving inzake het IDL.

Het IDL-voorstel is erop gericht de kosten en administratieve lasten voor de landbouwers en de lidstaten op lange termijn te verminderen. Op basis van bevindingen en analysen worden in het voorstel de volgende elementen in aanmerking genomen:

Voortbouwen op goede fundamenten. Het verzamelen van duurzaamheidsgegevens, ongeacht of dat binnen of buiten het ILB gebeurt, zal kosten met zich meebrengen. Het gebruik van het reeds gevestigde ILB-systeem en zijn netwerk is een kostenefficiëntere keuze voor het verzamelen van aanvullende milieu- en sociale gegevens op landbouwbedrijfsniveau om het EU-beleid te beoordelen dan het opzetten van een nieuwe afzonderlijke en aanvullende databank. De economische gegevens van het ILB zijn een vereiste in het kader van het EU-beleid. Daarom zullen de kosten en lasten in verband met het onderhouden en verbeteren van het ILB blijven bestaan. Bovendien bestaat het risico dat de relevantie van een zuiver economisch ILB afneemt.

Veranderingen in de loop der tijd. De omzetting in het IDL is een proces dat tijd zal vergen. Hoewel 2025 naar verwachting het eerste jaar is waarin nieuwe gegevens worden verzameld, zal het aantal nieuwe variabelen aanvankelijk beperkt zijn. Volgens de eerste raming zou het aantal nieuwe variabelen tussen 5 en 25 liggen.

Interoperabiliteit helpt. Het IDL zal het hergebruik van reeds beschikbare gegevens in andere databanken en bronnen aanmoedigen (bijvoorbeeld koppelingen met het GBCS, andere relevante databanken van de nationale bureaus voor de statistiek). Op langere termijn zal dit de kosten voor het verzamelen van gegevens voor de lidstaten verlagen en tegelijkertijd de lasten voor de landbouwers verminderen (d.w.z. gegevens over landbouwbedrijven eenmaal verzamelen, meermaals gebruiken).

Gebruik van moderne en digitale gegevensverzamelingsmethoden. Het IDL zal het gebruik van alternatieve, moderne en digitale instrumenten voor het verzamelen van gegevens bevorderen. Uit de doorlichting in het kader van de vereenvoudiging en modernisering van het ILB is gebleken dat de kosten en lasten op bepaalde gebieden kunnen worden verminderd door gebruik te maken van moderne instrumenten (bijvoorbeeld in verband met geolocatie). Bovendien kan het op afstand verzamelen van gegevens (bijvoorbeeld gebruik van satellieten, meetsensoren) en het koppelen ervan aan andere beschikbare administratieve gegevens de kosten en lasten voor zowel de lidstaten als de landbouwers verder verminderen (bijvoorbeeld kosten besparen omdat minder contact met landbouwers nodig is, hergebruik van reeds beschikbare informatie). Bij de toetsing van de secundaire wetgeving zullen verdere gedetailleerde werkzaamheden worden verricht.

Keuze om jaarlijks of periodiek gegevens te verzamelen. Het IDL-initiatief zal een onderscheid maken tussen jaarlijkse en periodieke gegevensverzameling (om de paar jaar), aangezien sommige variabelen misschien niet elk jaar hoeven te worden verzameld. Daarom zullen met die aanpak bepaalde kosten worden bespaard en verwacht wordt dat een langere periode voor de periodieke verzamelingen zal helpen om deze gegevensverzamelingen beter te plannen.

Financiële steun aan lidstaten en landbouwers. De EU-begroting draagt reeds bij aan de verzameling van ILB-gegevens via de standaardvergoeding van de EU. Wat het IDL betreft, is het de bedoeling dat, om de lidstaten te helpen de initiële kosten van de omschakeling te dekken, de EU-begroting financieel zal bijdragen aan het opzetten en moderniseren van de systemen van de lidstaten. Om landbouwers te stimuleren om deel te nemen aan het informatienet, mogen de lidstaten bovendien landbouwers betalen voor het verstrekken van gegevens. Tegelijkertijd zal het IDL de statistische regels overnemen volgens welke landbouwers verplicht zijn een enquête te beantwoorden.

Samenvattend blijkt uit bovengenoemde beoordeling dat de omzetting naar het IDL op korte termijn extra kosten en enige lasten met zich mee zal brengen 20 , vooral voor de lidstaten. Deze houden voornamelijk verband met de beginfase van het omschakelingsproces, gedurende welke in sommige lidstaten bepaalde wijzigingen in de methoden voor gegevensverzameling en/of IT-aanpassing nodig kunnen zijn. Er wordt echter van uitgegaan dat de kosten en lasten op langere termijn zullen dalen voor zowel de lidstaten als de landbouwers.

Grondrechten

Het voorstel versterkt de bescherming van de grondrechten in verband met de aanscherping van de regels inzake individuele gegevensbescherming en door de naleving van artikel 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie te verbeteren.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1217/2009 bepaalt dat de EU-begroting de IT-kosten van de Commissie dekt, alsook de jaarlijkse bijdrage (de forfaitaire vergoeding van de EU) die een deel van de kosten van de gegevensverzameling door de lidstaten dekt. Er zij op gewezen dat de forfaitaire vergoeding van de EU de afgelopen twaalf jaar licht is gestegen 21 . Deze stijging dekte de inflatie in die periode echter niet volledig. Bovendien werd geoordeeld dat de EU-bijdrage slechts 30 % van de kosten voor gegevensverzameling van de lidstaten dekt 22 .

2.

Wat de EU-begroting betreft, beoogt het IDL-voorstel het huidige toepassingsgebied uit te breiden en te wijzigen door:


differentiëring van de budgetten voor regelmatige en speciale enquêtes;

het mogelijk te maken de opzet en modernisering van de IDL-gegevensverzamelingssystemen van de lidstaten en hun IT-aanpassingen te financieren;

de deelname van landbouwbedrijven te stimuleren door de lidstaten een andere toewijzing van vergoedingen toe te staan in verhouding tot de standaardopbrengstwaarde van het bedrijf;

de lidstaten de mogelijkheid te bieden om landbouwers te stimuleren om deel te nemen aan het informatienet door landbouwers bijvoorbeeld een financiële premie te verlenen.

De EU-begroting van het ILB voor 2022 bedraagt in totaal 16,7 miljoen EUR. Het IDL-budget zal naar verwachting worden verhoogd om de bovengenoemde uitbreidingen van het toepassingsgebied te dekken. Aangezien het uiteindelijke bedrag echter sterk afhangt van de vorm en de details van de secundaire wetgeving, kan het bedrag in dit stadium niet volledig worden beoordeeld.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De voorgestelde verordening zal naar verwachting zo spoedig mogelijk door het Europees Parlement en de Raad worden aangenomen en de Commissie zal de uitvoeringsmaatregelen naar verwachting kort daarna aannemen. De verordening zal rechtstreeks toepasselijk zijn in alle lidstaten, zonder dat daarvoor een uitvoeringsplan nodig is.

De lidstaten moeten de Commissie vanaf 2026 (voor het boekjaar 2025) gegevens verstrekken.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

De voorgestelde wijziging is van toepassing op de artikelen 1, 2, 3, 4, 5, 5 bis, 5 ter, 6, 7, 8, 16, 17, 19 en 19 bis van Verordening (EU) nr. 1217/2009, teneinde het ILB om te zetten in het IDL door de reikwijdte van de gegevensverzameling uit te breiden tot de ecologische en sociale dimensie, naast de economische dimensie; door de huidige gegevensreeks te vereenvoudigen en te moderniseren; door landbouwers te motiveren om deel te nemen aan het informatienet; en door de lidstaten te helpen bij het verzamelen van gegevens (bv. koppelingen met andere relevante databanken, een bijdrage leveren aan het omzettingsproces).