Toelichting bij COM(2021)722 - Wijziging van Verordening (EU) 2015/760 wat betreft het toepassingsgebied van in aanmerking komende activa en beleggingen, de portefeuillesamenstelling en de diversificatievereisten, het lenen van contanten en andere fondsregels en wat betreft de vereisten in verband met de vergunning, het beleggingsbeleid en de voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening van Europese langetermijnbeleggingsinstellingen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (“de Eltif-verordening”) is een Europees kader voor alternatieve beleggingsinstellingen (abi’s) die beleggen in langetermijnbeleggingen zoals sociale infrastructuur en vervoersinfrastructuur, vastgoed en kmo’s. De Eltif-verordening stelt uniforme regels vast voor de vergunningverlening, het beleggingsbeleid en de bedrijfsuitoefeningsvoorwaarden en de verhandeling van Eltif’s.

Het Eltif-regelgevingskader is bedoeld om langetermijnbeleggingen in dit soort activa door institutionele en niet-professionele beleggers te vergemakkelijken en een alternatieve, niet-bancaire financieringsbron voor de reële economie te bieden. Dergelijke langetermijnfinanciering kan de ontwikkeling van de economie van de Europese Unie ondersteunen op de weg naar slimme, duurzame en inclusieve groei.

Sinds de publicatie van het eerste actieplan voor de kapitaalmarktenunie (KMU) in 2015 is een aantal maatregelen genomen om in de EU meer langetermijnfinancieringsbronnen te ontwikkelen 1 . Het is echter duidelijk geworden dat verdere beleidsmaatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat meer investeringen worden gekanaliseerd naar ondernemingen die kapitaal nodig hebben en naar langetermijninvesteringsprojecten, met name tijdens het herstel van de COVID-19-pandemie.

Deze herziening heeft tot doel het gebruik van Eltif’s in de hele EU te vergroten ten behoeve van de Europese economie en beleggers. Dit zou op zijn beurt de verdere ontwikkeling van de kapitaalmarktenunie (KMU) ondersteunen, die ook tot doel heeft de toegang van EU-ondernemingen tot stabielere, duurzamere en gevarieerdere langetermijnfinanciering te vergemakkelijken.

Europa moet slimme, duurzame en inclusieve groei bevorderen die banen creëert en zijn mondiale concurrentievermogen versterkt. Deze prioriteit werd verder ondersteund door de tussentijdse evaluatie door de Commissie van het actieplan kapitaalmarktenunie 2 , waarin werd vastgesteld dat de EU in vergelijking met andere grote economieën te kampen heeft met een chronisch gebrek aan langetermijnfinanciering voor kmo’s. Voorts werd in het herziene KMU-actieplan van de Commissie 3 expliciet erkend dat verdere steun nodig is voor investeringsinstrumenten die financiering naar langetermijninvesteringsprojecten kanaliseren 4 . In het actieplan heeft de Commissie toegezegd het wetgevingskader voor Eltif’s te zullen herzien 5 .


Deze actie voor de ontwikkeling van Eltif’s is ook in overeenstemming met de ambitie die is uiteengezet in de Europese Green Deal, en meer in het bijzonder in de strategie voor duurzame financiering 6 , om duurzaamheidsdoelstellingen en doelstellingen inzake klimaatneutraliteit aan te pakken via de bijdrage van alle economische belanghebbenden, met name die welke een rol spelen in de financieringsstrategieën voor de lange termijn. Dit initiatief is ook een kans om ervoor te zorgen dat de beleggingsstrategieën en rapportageactiviteiten van Eltif’s worden afgestemd op de klimaat- en milieudoelstellingen van de EU 7 .


Sinds de vaststelling van het oorspronkelijke Eltif-rechtskader in april 2015 zijn (stand van oktober 2021) slechts 57 Eltif’s van start gegaan met een relatief klein bedrag aan beheerde nettoactiva (de totale beheerde activa worden geraamd op ongeveer 2,4 miljard EUR in 2021). Slechts in vier lidstaten (Luxemburg, Frankrijk, Italië en Spanje) zijn er dergelijke Eltif’s met een vergunning gevestigd; de andere lidstaten hadden geen binnenlandse Eltif’s.

Hoewel het Eltif-kader nog steeds een relatief nieuw kader is, wijzen de beschikbare marktgegevens erop dat de marktontwikkeling niet is toegenomen zoals verwacht, met name gezien de doelstelling van de Commissie om langetermijnfinanciering in de Unie te bevorderen.

Bepaalde kenmerken van de bovenstaande beschrijving van de Eltif-markt (d.w.z. een klein aantal fondsen, kleine nettoactiva, weinig rechtsgebieden waar Eltif’s gevestigd zijn, portefeuillesamenstelling die grotendeels naar een bepaalde in aanmerking komende beleggingscategorie neigt) tonen aan dat de markt zowel geografisch als wat het type belegging betreft geconcentreerd is.

In vergelijking met alternatieve beleggingsinstellingen (abi’s) heeft het Eltif-kader bepaalde voordelen. Ten eerste is het een volledig geharmoniseerd Europees label voor financiële producten, dat een EU-brede, op paspoorten gebaseerde distributie onder zowel professionele als niet-professionele beleggers mogelijk maakt. Ter vergelijking: abi’s in de zin van Richtlijn 2011/61/EU inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (de AIFMD of abi-beheerdersrichtlijn) kunnen alleen aan professionele beleggers worden verhandeld, terwijl de verhandeling van abi’s aan niet-professionele beleggers aan nationale voorschriften is onderworpen. De Eltif-regels kunnen in sommige gevallen ook voorzien in de capaciteit om de marktvolatiliteit te weerstaan als gevolg van hun gesloten karakter en langetermijnoriëntatie, en kunnen in bepaalde gevallen preferentiële nationale fiscale behandelingen voor Eltif-beleggers inhouden, afhankelijk van de toepasselijke nationale belastingwetgeving. Eltif’s kunnen ook een veiliger traject bieden voor beleggers die geïnteresseerd zijn in private-equitybeleggingen, maar hebben een lager risicoprofiel dan zuivere private-equityfondsen.

Uit de evaluatie van de werking van het rechtskader van de Eltif en feedback van belanghebbenden bijkt dat de voordelen van Eltif’s worden beperkt door de restrictieve fondsreglementen en de toegangsbelemmeringen voor niet-professionele beleggers, waarvan het gecombineerde effect het nut, de doeltreffendheid en de aantrekkelijkheid van het rechtskader van de Eltif voor beheerders en beleggers vermindert. Deze beperkingen zijn de belangrijkste oorzaken van het feit dat de Eltif’s er niet in slagen aanzienlijk op te schalen en hun volledige potentieel te benutten om beleggingen naar de reële economie te kanaliseren.

In dit verband wordt met de herziening van het Eltif-regelgevingskader beoogd de aanvaarding en de aantrekkelijkheid van Eltif’s als fondsstructuur om op terug te vallen voor langetermijnbeleggingen te versnellen en te verbeteren. Om dit kader aantrekkelijker te maken, zal het komende voorstel gerichte wijzigingen in het fondsreglement aanbrengen. Dit houdt met name in dat meer activa en beleggingen in aanmerking moeten komen, dat flexibelere fondsreglementen mogelijk moeten worden gemaakt, onder meer door het faciliteren van dakfondsstrategieën, en dat de ongerechtvaardigde belemmeringen voor de toegang van niet-professionele beleggers tot Eltif's moeten worden weggenomen, met name het initiële beleggingsvereiste van 10 000 EUR en de maximale drempel van 10 % voor niet-professionele beleggers met een financiële portefeuille van minder dan 500 000 EUR.

Voorts beoogt het voorstel de Eltif-structuur aantrekkelijker te maken door geselecteerde fondsregels te versoepelen voor Eltif’s die uitsluitend aan professionele beleggers worden verhandeld. Bij de herziening van het rechtskader van de Eltif wordt ook een facultatief mechanisme voor een liquiditeitsvenster ingevoerd om extra liquiditeit te verschaffen aan beleggers in Eltif en nieuwe beleggers die inschrijven, zonder dat een opneming uit het kapitaal van Eltif’s vereist is. Het voorstel beoogt ook te zorgen voor passende waarborgen voor de bescherming van beleggers.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

In het herziene KMU-actieplan van de Commissie werd expliciet erkend dat steun nodig is voor investeringsinstrumenten die financiering naar langetermijninvesteringsprojecten kanaliseren. In het actieplan heeft de Commissie toegezegd het rechtskader voor Eltif’s te zullen herzien.

Het Eltif-rechtskader hangt nauw met de abi-beheerdersrichtlijn samen omdat die richtlijn het rechtskader vormt dat geldt voor het beheer en de verhandeling van alternatieve beleggingsinstellingen (abi's) in de Unie. Per definitie zijn Eltif's EU-abi's die beheerd worden door beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (abi-beheerders) welke een vergunning hebben overeenkomstig de abi-beheerdersrichtlijn. Bijgevolg zijn de regels die van toepassing zijn op Eltif-beheerders vastgelegd in en geregeld door de abi-beheerdersrichtlijn. Gezien de onderlinge verbanden tussen de Eltif-verordening en het kader van de abi-beheerdersrichtlijn, is het ook belangrijk op te merken dat de Commissie niet alleen de Eltif-verordening maar ook de abi-beheerdersrichtlijn evalueert. Beide voorstellen zijn op dezelfde datum goedgekeurd.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De herziening van het Eltif-kader houdt nauw verband met de kapitaalmarktenunie, de Europese Green Deal, de Europese energie-unie, de digitale eengemaakte markt en andere beleidsinitiatieven van de Unie.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 114, lid 1, VWEU dient als rechtsgrondslag voor een verordening tot vaststelling van uniforme bepalingen ten behoeve van de werking van de interne markt. Op basis van prudentiële productvoorschriften worden de grenzen vastgesteld van de risico’s die verbonden zijn aan beleggingsinstellingen die zich richten op langetermijnactiva. Deze voorschriften regelen als dusdanig niet de toegang tot activiteiten op het gebied van vermogensbeheer maar regelen de manier waarop deze activiteiten worden uitgeoefend met het oog op bescherming van de beleggers en financiële stabiliteit. Deze regels ondersteunen een correcte en veilige werking van de interne markt.

Met het oog op de integriteit van de interne markt zal met de voorgestelde wetgevingsmaatregel een regelgevingskader voor Eltif’s tot stand worden gebracht om ervoor te zorgen dat dergelijke fondsen in de hele EU aan consistente regels onderworpen zijn en als zodanig identificeerbaar zijn voor beleggers in de hele EU. De voorgestelde verordening heeft tot doel een robuuste, maar flexibele reeks regels te creëren die specifiek zijn afgestemd op het langetermijnkarakter van de investeringen in kwestie. De voorgestelde regels moeten ook zorgen voor een gelijk speelveld tussen verschillende beheerders van langetermijnbeleggingsinstellingen. Met dit wetgevingsvoorstel worden derhalve de bedrijfsuitoefeningsvoorwaarden voor de desbetreffende spelers op de markt voor investeringsfondsen geharmoniseerd. Dit is in het belang van alle beleggers en van een soepele werking van de eengemaakte markt voor financiële diensten.

De rechtsgrondslag voor de herziening van Verordening (EU) 2015/760 is neergelegd in artikel 37. Daarin wordt bepaald dat de Commissie, zodra de in artikel 37, lid 1, bedoelde toetsing van de werking van het Eltif-regelgevingskader is afgerond en de ESMA is geraadpleegd, het Europees Parlement en de Raad een verslag moet doen toekomen met een beoordeling van de bijdrage die deze verordening en Eltif's leveren aan de voltooiing van de kapitaalmarktunie en aan de verwezenlijking van de doelstellingen vermeld in de Eltif-verordening. Dit verslag wordt, indien nodig, samen met een wetgevingsvoorstel ingediend.

Subsidiariteit

Overeenkomstig de Eltif-verordening worden Eltif’s expliciet erkend als kanaal voor de ondersteuning en voltooiing van de kapitaalmarktenunie door een bron van langetermijnfinanciering voor de reële economie te bieden die toegankelijk is voor niet-professionele beleggers. De doelstellingen van de Eltif-verordening, namelijk te zorgen voor uniforme vereisten inzake de beleggingen en de bedrijfsuitoefeningsvoorwaarden voor Eltif’s, waarbij ten volle rekening wordt gehouden met de veiligheid en betrouwbaarheid van Eltif’s voor Eltif-beheerders, beleggers en diverse belanghebbenden, kunnen niet voldoende door de lidstaten alleen worden verwezenlijkt.

Als gevolg daarvan kunnen de doelstellingen van de Eltif-verordening beter op het niveau van de Unie worden verwezenlijkt vanwege de omvang en de effecten ervan. De Unie heeft daarom overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel het recht maatregelen nemen. Overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat de Eltif-verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

Evenredigheid

Wat de evenredigheid betreft, streeft het voorstel naar een passend evenwicht tussen de in het geding zijnde openbare belangen en de kostenefficiëntie van de maatregel. Met de voorgestelde regels wordt beoogd een gemeenschappelijk productlabel te creëren waarvoor grote publieke belangstelling bestaat en dat de basis zou leggen voor een gemeenschappelijke, concurrerende en kostenefficiënte markt voor Eltif’s in de hele Unie. De eisen die aan de verschillende betrokken partijen worden gesteld, zijn nauwkeurig afgestemd. Waar mogelijk zijn voorschriften opgesteld als minimumnormen en zijn de regelgevingseisen zodanig aangepast dat bestaande bedrijfsmodellen niet onnodig worden verstoord. De voorgestelde verordening bevat met name parameters die geschikt zijn voor langetermijnbeleggingen en specifieke beleggersgroepen, waarbij ten volle rekening wordt gehouden met veiligheids- en vertrouwensoverwegingen in verband met de aanwijzing van Eltif’s.

Het voorstel gaat derhalve niet verder dan wat nodig is om een gemeenschappelijk rechtskader voor Eltif’s tot stand te brengen. Tegelijkertijd worden de regelgevingskwesties behandeld die de betrouwbaarheid van het label in het gedrang zouden brengen.

Keuze van het instrument

Het huidige voorstel is een wijziging van de bestaande EU-verordening. Een verordening wordt beschouwd als het meest geschikte rechtsinstrument om uniforme vereisten in te voeren die onder meer betrekking hebben op het toepassingsgebied van de in aanmerking komende activa, de portefeuillesamenstelling, diversificatieregels, terugbetalingsbeleid en regels voor het verlenen van vergunningen aan fondsen die langetermijnbeleggingen willen doen. Deze productregels moeten ervoor zorgen dat de Eltif’s efficiënter kunnen werken.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

In oktober 2021 was slechts aan 57 Eltif’s een vergunning verleend. Daarom is het belangrijk dat bij de herziening van het Eltif-kader aandacht wordt besteed aan de door belanghebbenden vastgestelde problemen om een grotere marktpenetratie van deze fondsen aan te moedigen.

De momenteel ondermaatse Eltif-markt beschikt ook over een aanzienlijk onaangeboord potentieel in het rechtskader om effectief bij te dragen aan de reële economie en de ontwikkeling van de KMU.

Meer informatie over de in het voorstel vastgestelde problemen is te vinden in de effectbeoordeling van de werking van het Eltif-kader, die als bijlage bij dit voorstel is gevoegd.

Raadpleging van belanghebbenden

In juni 2020 publiceerde het Forum op hoog niveau over de kapitaalmarktenunie (KMU) zijn eindverslag 8 met 17 aanbevelingen over het wegnemen van belemmeringen op de kapitaalmarkten van de EU, met inbegrip van een aanbeveling over de herziening van de Eltif-verordening. Volgens het verslag zou een herziening van het regelgevingskader van de Eltif met gerichte wijzigingen de acceptatie door beleggers met een investeringshorizon op lange termijn kunnen versnellen en de stroom van langetermijnfinanciering naar de reële economie kunnen vergroten 9 .

Om inzicht te krijgen in de belangrijkste redenen voor de trage acceptatie van Eltif’s in de hele Unie en om suggesties van belanghebbenden voor een betere werking van het Eltif-regelgevingskader te verzamelen, heeft de Commissie beschikbare informatie uit een openbare raadpleging en bilaterale contacten met een breed scala van belanghebbenden verzameld en geanalyseerd en heeft zij feedback en een evaluatie van onderzoeksdocumenten uit de sector verkregen. In totaal heeft de openbare raadpleging over de Eltif 54 formele antwoorden opgeleverd.

Daarnaast is in de effectbeoordeling rekening gehouden met de feedback van verschillende groepen belanghebbenden, waaronder fondsbeheerders, vertegenwoordigers van beleggers, nationale bevoegde autoriteiten en het bredere publiek (met inbegrip van burgers).

Op basis van overleg met de sector lijken fondsbeheerders het in grote lijnen eens te zijn dat de belangrijkste tekortkomingen van Eltif’s gelegen zijn in het beperkte toepassingsgebied van in aanmerking komende activa en beleggingen, alsook in de concrete belemmeringen waarmee beleggers worden geconfronteerd bij de toegang tot Eltif’s (er zijn kleine verschillen afhankelijk van de specialisatie, de jurisdictie van de vestigingsplaats en de specifieke beleggingsstrategie die wordt nagestreefd).

Er bestaat brede consensus onder de nationale bevoegde autoriteiten over de belangrijkste onderwerpen die moeten worden herzien (d.w.z. in aanmerking komende activa, numerieke drempels, bepalingen inzake belangenconflicten enz.). Deze consensus komt tot uiting in het technisch advies van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA), dat zeer nauw samenvalt met de beleidsvoorstellen in de effectbeoordeling. De nationale bevoegde autoriteiten hebben tot dusver brede steun verleend aan de doelstelling om te zorgen voor consistentie tussen de kaders door hiaten, overlappingen en inconsistenties weg te werken.

Geselecteerde vertegenwoordigers van beleggers (bv. vertegenwoordigers van niet-professionele beleggers, vertegenwoordigers van institutionele beleggers die actief zijn in reële activa en vertegenwoordigers van verzekerings- en pensioenfondsverenigingen) hebben gepleit voor soortgelijke gerichte verbeteringen van het Eltif-kader.

Verschillende reacties op de openbare raadpleging werden buiten de formele indieningskanalen gegeven en sommige reacties werden na de uiterste datum ingediend. Verscheidene van deze reacties (of raadplegingen achteraf) waren afkomstig van vertegenwoordigers van Eltif-beheerders.

Meer informatie over de raadpleging van belanghebbenden is te vinden in bijlage 2 bij de effectbeoordeling van de werking van het Eltif-kader, die als bijlage bij dit voorstel is gevoegd.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De openbare raadpleging over de herziening van het Eltif-kader bood alle belanghebbenden (het grote publiek, de lidstaten, ESMA, nationale bevoegde autoriteiten, financiële instellingen, vermogensbeheerders, beleggers enz.) de gelegenheid hun mening te geven over de risico’s en kansen in verband met de herziening van het Eltif-kader en de noodzaak van maatregelen. In de raadpleging werd ook een reeks mogelijke oplossingen voorgesteld om de door de belanghebbenden aan de orde gestelde kwesties aan te pakken.

Deze effectbeoordeling is in de eerste plaats gebaseerd op raadplegingen van belanghebbenden en aanvullende deskresearch door de Commissie. In overeenstemming met de algemene beginselen van de richtsnoeren voor betere regelgeving inzake de noodzaak van empirisch onderbouwde effectbeoordelingen heeft de Commissie bewijsmateriaal verzameld uit verschillende bronnen.

Naast de bovengenoemde bronnen heeft de Commissie een reeks raadplegingen gehouden met: i) de deskundigengroep van het Europees Comité voor het effectenbedrijf (EGESC) op 27 november 2020 en 19 juli 2021; ii) het Investment Management Standing Committee (Permanent Comité voor vermogensbeheer) van de ESMA, samen met de voortdurende contacten met de nationale bevoegde autoriteiten; iii) het colloquium van belanghebbenden over Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (Eltif's) getiteld “Eltif – Challenges and Opportunities in 2020”, gehouden op 4 februari 2020; iv) een Eltif-workshop, georganiseerd door de Franse vereniging voor activabeheer op 7 december 2020; v) een Eltif-workshop, georganiseerd door de Alternative Investment Management Association op 2 februari 2021, over de regelgevingservaring met de werking van Amerikaanse ondernemingen voor bedrijfsontwikkeling (BDC’s) en de overeenkomsten daarvan met Eltif's; en vi) een Eltif-workshop, georganiseerd door EuropeInvest met vertegenwoordigers van de private-equitysector op 27 mei 2021.

Effectbeoordeling

Het ontwerp-effectbeoordelingsverslag werd op 11 juni 2021 voorgelegd aan de Raad voor regelgevingstoetsing (RSB). De RSB-hoorzitting vond plaats op 7 juli 2021. Op basis van de aanvullende informatie die voorafgaand aan de hoorzitting is verstrekt, heeft de RSB een positief advies uitgebracht, onder voorbehoud van aanbevelingen voor een betere omschrijving en analyse van de opties en voor het uitvoeren van aanvullende analyses van de gegevens en een nauwlettender monitoring. Om tegemoet te komen aan de opmerkingen van de RSB heeft de Commissie in de effectbeoordeling aanvullende informatie en analyse opgenomen, onder meer over de recente acceptatie van Eltif's.

De samenvatting van de effectbeoordeling en het positieve advies van de RSB zijn bij dit voorstel gevoegd.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Het initiatief heeft ten dele tot doel de regelgevingskosten voor Eltif-beheerders en Eltif's in verband met restrictieve fondsreglementen te verminderen en de hindernissen weg te nemen waarmee beleggers bij de toegang tot Eltif's worden geconfronteerd.

In het algemeen wordt verwacht dat de voorgestelde wijzigingen van de Eltif-verordening extra flexibiliteit zullen introduceren en de lasten zullen verlichten voor fondsbeheerders die producten aanbieden die zijn toegesneden op de behoeften van professionele cliënten. Tegelijkertijd zal het wegnemen van de obstakels waarmee beleggers worden geconfronteerd bij de toegang tot Eltif’s (met behoud van de huidige bescherming van beleggers) de administratieve lasten verminderen en Eltif's aantrekkelijker maken voor vermogensbeheerders en beleggers.

Het zou echter om verschillende redenen moeilijk zijn om precies te kwantificeren hoeveel de voorkeursopties de regelgevingskosten zouden doen dalen. Gezien de beperkte omvang van het Eltif-universum en het vertrouwelijke karakter van gegevens over fondsgerelateerde kosten, zou de Commissie een reeks aannames moeten maken en de mogelijke effecten van de voorgestelde maatregelen op kostenbesparingen moeten extrapoleren door zich te baseren op een reeks kwantitatieve en kwalitatieve beoordelingen van de voorgestelde maatregelen.

Bovendien is het Eltif-kader een vrijwillig kader. Vermogensbeheerders zijn niet verplicht de Eltif als fondsstructuur te kiezen. In plaats daarvan beschikken vermogensbeheerders over een “opt-in” wat betreft de oprichting van een Eltif. Het staat hun vrij om het fonds in het kader van de abi-beheerdersrichtlijn of een andere nationale fondsstructuur als standaard-abi op te richten, of zij kunnen hun langetermijnbeleggingen met andere middelen structureren (zoals private equity-beleggingen). Gezien deze substitutie- en verdelingseffecten zou het moeilijk zijn om alle potentiële of impliciete kostenbesparingen van geprefereerde beleidsopties met voldoende robuustheid te onderbouwen.

Tot slot heeft de Commissie in de openbare raadpleging de belanghebbenden uitdrukkelijk gevraagd naar de kosten en lasten van bepaalde bepalingen en vereisten van het Eltif-rechtskader. Ondanks diverse pogingen om cijfermateriaal te verzamelen over de kosten en kostenbesparingen van bepaalde beleidskeuzes, werd weinig informatie verstrekt. Dit kan gedeeltelijk worden verklaard door de inherente beperkingen van het hierboven genoemde Eltif-rechtskader (beperkte fondssteekproef, ondoorzichtigheid van de sector, vertrouwelijkheidsbeperkingen en het vrijwillige karakter van het Eltif-kader). Dit wijst er echter impliciet op dat de nalevingskosten van de Eltif-regels voor de betrokken belanghebbenden niet zo problematisch zijn als het restrictieve karakter ervan.

Grondrechten

De Eltif-verordening respecteert de grondrechten en is in overeenstemming met de beginselen van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het Eltif-kader zou worden toegepast in overeenstemming met die rechten en beginselen en de gerichte wijzigingen van de Eltif-verordening zouden geen gevolgen of ongunstige effecten hebben voor de uitoefening van de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen budgettaire gevolgen voor de Commissie.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Artikelsgewijze toelichting

In artikel 1, lid 2, wordt de doelstelling van het Eltif-kader bevestigd: kapitaal aantrekken en kanaliseren naar langetermijnprojecten. Dit kader blijft aansluiten op de doelstelling van de Unie van slimme, duurzame en inclusieve groei. De voorgestelde nieuwe formulering van artikel 1, lid 2, bevat echter niet langer de verwijzing naar Europese langetermijnprojecten om het bredere toepassingsgebied te versterken van in aanmerking komende activa, die zich niet noodzakelijkerwijs in de Unie hoeven te bevinden. Gezien het feit dat het Eltif-kader uitdrukkelijk toestaat dat de in aanmerking komende activa en beleggingen zich in derde landen bevinden, onder de voorwaarden van de Eltif-verordening, is het belangrijk ervoor te zorgen dat Eltif’s een mondiale beleggingsstrategie kunnen ontplooien. Deze verduidelijking zou ook zorgen voor meer duidelijkheid en rechtszekerheid met betrekking tot de flexibiliteit van Eltif's bij de geografische toewijzing van beleggingen. Dergelijke “thematische” toewijzingsstrategieën kunnen beleggingen in milieubeschermings- of duurzaamheidsprojecten in derde landen, onderzoeks- en ontwikkelingsfaciliteiten of energie-infrastructuur omvatten die ten goede kunnen komen aan Eltif-beleggers en EU-langetermijngroei en die bijdragen tot de doelstellingen van Eltif’s.

Artikel 2, punt 6, bevat een definitie van “reële activa” die is herzien om alle activa te omvatten die vanwege hun aard en eigenschappen intrinsieke waarde hebben. Het doel van deze herziening is de reikwijdte van de strategieën voor beleggingen in reële activa van Eltif-beheerders uit te breiden. Zulke reële activa, zoals sociale infrastructuur, communicatie-, milieu- energie- of vervoersinfrastructuur, onderwijs-, gezondheids-, welzijns- of industrievoorzieningen of -installaties, kunnen kasstromen of rendementen genereren, maar dat is niet altijd het geval. Deze vereenvoudigde definitie van “reële activa” zorgt er ook voor dat de ruimere reikwijdte van activa ook activa kan omvatten die niet gemakkelijk kunnen worden gekwantificeerd, bijvoorbeeld activa die gebaseerd zijn op een verdisconteerde kasstroom of een vergelijkende waarderingsmethode. Bovendien houdt de verruimde definitie van “reële activa” in dat dergelijke activa infrastructuur, intellectuele eigendom, vaartuigen, uitrusting, machines, luchtvaartuigen of rollend materieel, en onroerend goed omvatten, met inbegrip van rechten die verbonden zijn aan of geassocieerd worden met reële activa, zoals water-, bos- en mineraalrechten. Het verruimde toepassingsgebied van de definitie van “reële activa” omvat ook beleggingen in commercieel onroerend goed, onderwijs-, advies-, onderzoeks-, sport- of ontwikkelingsfaciliteiten of huisvesting, zoals seniorenflats of sociale woningen. De schaal van infrastructuurprojecten kan vereisen dat veel kapitaal lange tijd geïnvesteerd moet blijven. Dergelijke infrastructuurprojecten kunnen publieke gebouwen omvatten zoals scholen, ziekenhuizen of gevangenissen, sociale infrastructuur zoals sociale woningen, vervoersinfrastructuur zoals wegen, massatransitosystemen of luchthavens, energie-infrastructuur zoals energienetten, klimaatveranderingsaanpassings- en beperkingsprojecten, elektriciteitscentrales of pijpleidingen, waterbeheerinfrastructuur zoals watervoorzieningssystemen, riolerings- of irrigatiesystemen, communicatie-infrastructuur zoals netwerken en afvalbeheerinfrastrucuur zoals recyclage- of inzamelingssystemen.

Artikel 2, punt 14 bis, bevat een definitie van eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie door verwijzing naar artikel 2, punt 1, van Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot vaststelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie.

Artikel 3, lid 3, van de ELTIF-verordening wordt herzien om ervoor te zorgen dat de informatie over verleende of ingetrokken vergunningen en eventuele wijzigingen in de informatie over de ELTIF’s door de bevoegde autoriteiten maandelijks en niet op kwartaalbasis aan de ESMA wordt meegedeeld. Daarnaast wordt in artikel 3, lid 3, tweede alinea, een gedetailleerdere samenstelling van het openbaar Eltif-register gespecificeerd, en moeten er behalve de namen van vergunninghoudende Eltif’s, de Eltif-beheerders en de bevoegde autoriteiten van de Eltif’s aanvullende gegevensvelden worden opgenomen. Het doel van dit elektronisch centraal Eltif-register is te zorgen voor een betere zichtbaarheid van het gehele Eltif-beleggingsuniversum en beleggers, met name niet-professionele beleggers, in staat te stellen relevante informatie over de in de lidstaat van die beleggers beschikbare beleggingsmogelijkheden te verkrijgen en te beoordelen.

In artikel 5, leden 1 en 3, van de Eltif-verordening zijn enkele wijzigingen opgenomen die de vergunningverlening aan de Eltif vergemakkelijken en de scheiding stroomlijnen van de bepalingen die betrekking hebben op de vergunning van de Eltif en die van de abi-beheerder. Met name artikel 5, lid 3, van de Eltif-verordening wordt gewijzigd om te verduidelijken dat de nationale bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de vergunningverlening aan de Eltif uitsluitend verantwoordelijk is voor de vergunning van een Eltif en niet betrokken is bij de aanvullende vergunning of “goedkeuring” van de EU-abi-beheerder. Bovendien is verduidelijkt dat voor de vergunning van een Eltif niet is vereist dat deze Eltif wordt beheerd door een abi-beheerder met statutaire zetel in de lidstaat van herkomst van de Eltif of dat de EU-abi-beheerder in de lidstaat van herkomst van de Eltif activiteiten uitoefent of delegeert.

Artikel 10, lid 1, van de Eltif-verordening wordt op verschillende vlakken gewijzigd: Ten eerste wordt artikel 10, lid 1, punt a), iii), gewijzigd om ervoor te zorgen dat Eltif’s als minderheidsaandeelhouder mogen meebeleggen in beleggingsmogelijkheden die bescheidener ontwikkelaars van investeringsprojecten zouden kunnen aantrekken, in plaats van te worden verplicht te beleggen via of in “meerderheidsdochterondernemingen”. Punt d) wordt gewijzigd om het voor Eltif's gemakkelijker te maken dakfondsbeleggingsstrategieën uit te voeren en te beleggen in EU-abi’s – naast Eltif's, EuVECA’s en EuSEF’s – die worden beheerd door EU-abi-beheerders, op voorwaarde dat die Eltif's, EuVECA’s, EuSEF’s, icbe’s en EU-abi’s beleggen in in aanmerking komende beleggingen. Deze doorkijkbenadering moet zorgen voor voorzichtigheid bij dakfondsstrategieën terwijl de activa van de respectieve Eltif en andere instellingen voor collectieve belegging moeten worden gecombineerd om na te gaan of de in artikel 13 en artikel 16, lid 1 neergelegde limieten zijn nageleefd.

Artikel 10, lid 1, punt e), van de Eltif-verordening staat beleggingen in reële activa toe en zorgt ervoor dat de beleggingen van dergelijke Eltif's niet beperkt blijven tot vormen van eigendom via directe bezittingen of indirecte bezittingen via kwalificerende portefeuillemaatschappijen van afzonderlijke reële activa. Volgens de herziene bepalingen kunnen Eltif's in reële activa beleggen als de minimale beleggingswaarde van dergelijke activa ten minste 1 000 000 EUR bedraagt en is het niet langer vereist dat reële activa rechtstreeks of via “indirecte bezittingen via kwalificerende portefeuillemaatschappijen” in bezit zijn. Door deze wijziging zou een breed scala van potentiële beleggingsstrategieën voor reële activa kunnen worden gevat. Een verlaging van de drempel zou ook bijdragen tot de flexibiliteit van Eltif-beheerders, aangezien het een gangbare marktpraktijk is dat afzonderlijke reële activa van een grote portefeuille een waarde hebben van veel minder dan 10 000 000 EUR. Portefeuilles die al enige tijd operationeel zijn, zouden anders bijzonder worden getroffen, aangezien de waarde van bepaalde activa op het gebied van hernieuwbare energie (zoals zonnepanelen of windturbinebladen) normaal gesproken afneemt gedurende de levensduur ervan. De verlaging van de minimumwaarde van afzonderlijke reële activa moet er ook voor zorgen dat vermogensbeheerders toegang krijgen tot grote portefeuilles, ongeacht de waarde van de afzonderlijke reële activa waaruit deze grote portefeuilles bestaan, en dat een portefeuille meer gediversifieerd is en bijgevolg minder risico’s inhoudt.

Artikel 10, lid 1, punt f), wordt gewijzigd om het toepassingsgebied van in aanmerking komende securitisaties te specificeren, die securitisaties van vier categorieën omvatten: woningkredieten die worden gedekt door een of meer hypotheken op voor bewoning bestemde onroerende goederen (d.w.z. een door woninghypotheken gedekt effect); commerciële leningen die gedekt zijn door een of meer hypotheken op commercieel onroerend goed; bedrijfsleningen (met inbegrip van leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen); en handelsvorderingen of andere onderliggende blootstellingen die de initiator als een afzonderlijk type activa beschouwt, mits de opbrengsten van de securitisatie van deze handelsvorderingen of andere onderliggende blootstellingen worden gebruikt voor de financiering of de herfinanciering van langetermijnbeleggingen. Deze bepalingen zouden het mogelijk maken de omvang en reikwijdte van in aanmerking komende activa voor Eltif’s uit te breiden en zo het Eltif-regelgevingskader aantrekkelijker te maken voor vermogensbeheerders en beleggers.

Artikel 11, lid 1, wordt gewijzigd om het begrip “kwalificerende portefeuillemaatschappij” te stroomlijnen. Artikel 11, lid 1, punt b), wordt eveneens gewijzigd om de marktkapitalisatiedrempel voor beursgenoteerde kwalificerende portefeuillemaatschappijen te verhogen van 500 miljoen EUR naar 1 miljard EUR en ervoor te zorgen dat de marktkapitalisatiedrempel uitsluitend wordt toegepast op het tijdstip van de initiële belegging.

Artikel 12 wordt op twee vlakken gewijzigd: Ten eerste omvat het toepassingsgebied van de bepalingen inzake belangenconflicten in lid 1 verwijzingen naar EU-abi’s die door de Eltif-beheerder mogen worden beheerd. Lid 2 beoogt op zijn beurt uitdrukkelijk te waarborgen dat de Eltif-beheerders en hun verbonden entiteiten die tot dezelfde groep behoren, alsmede hun personeel in die Eltif en in hetzelfde actief mogen beleggen. Dergelijke medebeleggingen kunnen een noodzakelijk onderdeel vormen van de medebeleggingsstrategieën van abi-beheerders en kunnen in sommige gevallen een in de sector gangbare praktijk vormen. Artikel 12, lid 2, laat toe dat de beheerder en zijn verbonden entiteiten die tot dezelfde groep behoren, alsmede het personeel daarvan met die Eltif-beheerder meebeleggen, mits de Eltif-beheerder organisatorische en administratieve regelingen heeft getroffen om belangenconflicten te identificeren, te voorkomen, te beheersen en te monitoren en mits dergelijke belangenconflicten op passende wijze openbaar worden gemaakt. Deze aanvullende vereisten moeten zorgen voor de noodzakelijke beleggersbescherming en waarborgen voor de marktintegriteit.

Momenteel is in artikel 13 bepaald dat de minimumdrempel voor in aanmerking komende activa en beleggingen 70 % bedraagt. Voorts worden in artikel 13 de regels inzake samenstelling en diversificatie van de portefeuille uiteengezet. De diversificatievereisten van de Eltif zijn zeer gedetailleerd en voor beleggingen in leningen, afzonderlijke reële activa, en andere beleggingsinstellingen geldt een standaardlimiet van 10 %. Om Eltif’s voor vermogensbeheerders aantrekkelijker te maken, wordt door de wijziging van artikel 13, lid 1, de drempel voor in aanmerking komende beleggingsacitva van Eltif’s verlaagd tot 60 %. Een verlaging van deze drempel zou het liquiditeitsprofiel van de onderliggende portefeuilles van Eltif’s verbeteren en de flexibiliteit van vermogensbeheerders bij de uitvoering van hun beleggingsstrategieën bevorderen.

In artikel 13, lid 2, punten a) tot en met c), worden de maximale blootstellingen van een Eltif voor niet-professionele beleggers aan instrumenten die zijn uitgegeven door of leningen die zijn toegekend aan één kwalificeerde portefeuillemaatschappij verhoogd tot 20 %. Bovendien wordt de drempel van 20 % ook ingevoerd voor beleggingen in één enkele overeenkomstig artikel 10, lid 1, punt d), van de Eltif-verordening in aanmerking komende Eltif, EuVECA, EuSEF of door een EU-abi-beheerder beheerde EU-abi die aan niet-professionele beleggers mogen worden verhandeld. Voor de in artikel 9, lid 1, punt b), bedoelde activa die door één instelling zijn uitgegeven, is de drempel verdubbeld tot 10 %.

Om de blootstellingen van Eltif's voor niet-professionele beleggers te kunnen afstemmen op eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisaties, wordt in een nieuw lid 3 bis bepaald dat de totale waarde van eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisaties niet groter mag zijn dan 20 % van de waarde van het kapitaal van de Eltif. De totale risicoblootstelling aan een tegenpartij van de Eltif die voortkomt uit over the counter (otc)-derivatentransacties, retrocessieovereenkomsten of omgekeerde retrocessieovereenkomsten mag niet groter zijn dan 10 % van de waarde van het kapitaal van de Eltif. Artikel 13, lid 5, wordt geschrapt, gezien de verhoogde blootstellingslimieten van Eltif's voor niet-professionele beleggers. Belangrijk is dat in een nieuw lid 8 in artikel 13 wordt gespecificeerd dat de in de leden 2 tot en met 4 neergelegde beleggingsdrempels niet van toepassing zijn indien de Eltif's enkel aan professionele beleggers worden verhandeld.

In artikel 15, lid 1, wordt gespecificeerd dat een Eltif niet meer dan 30 % van de rechten van deelneming of aandelen van één enkele overeenkomstig artikel 10, lid 1, punt d), in aanmerking komende Eltif, EuVECA, EuSEF of door een EU-abi-beheerder beheerde EU-abi mag verwerven. In lid 2 wordt gespecificeerd dat deze concentratielimieten niet van toepassing zijn indien de Eltif's enkel aan professionele beleggers worden verhandeld.

Artikel 16 beoogt de Eltif's die aan niet-professionele beleggers kunnen worden verhandeld, in staat te stellen het lenen van contanten te verhogen tot maximaal 50 % van de Eltif-drempel. Voor Eltif's die enkel aan professionele beleggers worden verhandeld daarentegen zou een hefboom van maximaal 100 % van de waarde van het kapitaal van de Eltif worden toegestaan. Met het voorstel wordt tevens getracht extra flexibiliteit te verschaffen bij de valutagerelateerde regels en wordt de mogelijkheid van Eltif's verruimd om contracten aan te gaan in een andere valuta dan de basisvaluta, indien de risico’s van dergelijke valutablootstellingen zijn afgedekt of indien anders kan worden aangetoond dat de Eltif door de lening in een andere valuta niet aan materiële valutarisico's wordt blootgesteld. Het vereiste van 30 % bezwaring in artikel 16, lid 1, punt e), wordt geschrapt en er wordt verduidelijkt dat het bezwaren van activa is toegestaan om de leningsstrategie uit te voeren. Met een nieuw lid 1 bis van artikel 16 wordt verduidelijkt dat de leningsovereenkomsten die volledig onder de kapitaalverplichtingen van beleggers vallen, niet als leningen worden beschouwd. Deze bepaling zou vermogensbeheerders meer flexibiliteit bieden bij het gebruik van hefboomfinanciering. Om te voorzien in sterkere waarborgen ter bescherming van de belegger verplicht het herziene lid 2 van artikel 16 Eltif-beheerders om een gedetailleerde presentatie te verstrekken van de leenstrategie en -limieten van de Eltif. Met dit vereiste moeten de Eltif-beheerders worden verplicht aan te geven hoe lenen bijdraagt tot de uitvoering van de Eltif-strategie en het leen-, het valuta- en het durationrisico beperkt.

De regels in artikel 18, lid 7, in verband met terugbetalingen worden gewijzigd om ESMA in staat te stellen ontwerpen van technische reguleringsnormen op te stellen waarin de omstandigheden voor terugbetalingen onder beperkte voorwaarden nader zouden worden gespecificeerd in lid 2. Dergelijke terugbetalingen zouden gevallen kunnen omvatten waarin de Eltif's door de minimuminformatie die aan de bevoegde autoriteiten dient te worden verstrekt en de terubetalingscriteria en het terugbetalingspercentage, beperkte terugbetalingen zouden kunnen voorzien op basis van de verwachte kasstromen en verplichtingen van de Eltif. Daarnaast zou ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen moeten ontwikkelen waarin de informatie wordt gespecificeerd die Eltif’s aan beleggers moeten verstrekken.

Artikel 19 zou voor de Eltif-beheerders de mogelijkheid bieden, maar hen niet verplichten, om in het reglement of de statuten van de Eltif de mogelijkheid op te nemen van een facultatief mechanisme voor een liquiditeitsvenster. Dit liquiditeitsmechanisme op de secundaire markt is erop gericht voor het eind van de duur van de Eltif verzoeken tot overdracht van rechten van deelneming of aandelen van de Eltif van uitstappende Eltif-beleggers volledig of gedeeltelijk te matchen met verzoeken tot inschrijving van nieuwe beleggers. Overboekings- en inschrijvingsverzoeken kunnen worden gematcht, mits aan verschillende cumulatieve voorwaarden is voldaan. De beheerder van de Eltif zou met name een afgebakend beleid voor een dergelijk facultatief liquiditeitsmechanisme moeten hebben vastgesteld waarin de volgende elementen worden vermeld: de overdrachtsprocedure voor zowel bestaande als instappende beleggers, de rol van de fondsbeheerder of de administrateur van het fonds, het toepasselijke tijdvenster, de uitvoeringsprijs, de voorwaarden voor proratisering, de openbaarmakingsvereisten en de toepasselijke vergoedingen, kosten en heffingen. Het is van cruciaal belang dat een dergelijk facultatief liquiditeitsmechanisme een eerlijke behandeling van beleggers waarborgt en de Eltif-beheerder voldoende gelegenheid biedt om het liquiditeitsrisico van de Eltif’s te monitoren.

Artikel 21, lid 1, wijzigt de bepalingen inzake de vervreemding van Eltif-activa door de Eltif-beheerder te verplichten de bevoegde nationale autoriteit in kennis te stellen van de ordelijke vervreemding van de activa met het oog op de terugbetaling van beleggers. Een afzonderlijk verzoek van de bevoegde autoriteit van de Eltif zou voor de Eltif een verplichting in werking stellen om bij de bevoegde autoriteit een gespecificeerd schema voor de ordelijke vervreemding van de activa in te dienen.

Overeenkomstig artikel 26 moet de beheerder van een Eltif waarvan de rechten van deelneming of aandelen aan niet-professionele beleggers zullen worden verhandeld, in elke lidstaat waar Eltif's worden verhandeld, voorzieningen opzetten voor inschrijvingen, betalingen aan houders van rechten van deelneming of aandelen, terugkopen of terugbetalingen van rechten van deelneming of aandelen en voor het beschikbaar stellen van de informatie die de Eltif en haar beheerder dienen te verstrekken. Deze bepalingen inzake beleggersfaciliteiten worden geschrapt om het op de markt brengen van Eltif’s, met name grensoverschrijdend, te vergemakkelijken op een wijze die in overeenstemming is met het EU-acquis. De schrapping van artikel 26 heeft ook tot doel ervoor te zorgen dat Eltif’s op de markt kunnen worden gebracht zonder Eltif-beheerders te onderwerpen aan de verplichting om “faciliteiten” op te zetten, die soms worden opgevat als fysieke faciliteiten of afzonderlijke IT-, personeels- of administratieve regelingen of vereisten.

Artikel 28, lid 1, beoogt een einde te maken aan de gedeeltelijke duplicatie van de geschiktheidsbeoordeling als bedoeld in de Eltif-verordening en in de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten (MiFID II). Daartoe verwijzen artikel 28, lid 1, en artikel 30, lid 1, naar de verplichting van Eltif-beheerders en -distributeurs om, wanneer zij Eltif’s rechtstreeks aanbieden of plaatsen, de geschiktheidsbeoordeling uit te voeren overeenkomstig de MiFID II-bepalingen. Deze afstemming van de Eltif-geschiktheidstest op die van MiFID II is belangrijk in het kader van de voorgestelde schrapping van de eerste alinea van artikel 30, lid 3, waarin het initiële minimale beleggingsvereiste van 10 000 EUR en de geaggregeerde drempel van 10 % voor de financiële portefeuilles van niet-professionele beleggers zijn opgenomen. Met het voorstel wordt beoogd deze vereisten te schrappen, namelijk de minimale belegging van 10 000 EUR (het “toegangsbewijs”) en de blootstellingsdrempel van 10 % voor niet-professionele beleggers met een financiële portefeuille van minder dan 500 000 EUR. Dit is te wijten aan het feit dat dergelijke vereisten ongerechtvaardigde belemmeringen vormen die niet-professionele beleggers toegang beletten tot Eltif's en dat dergelijke drempels in de meeste gevallen belastend, ontradend en ondoeltreffend zijn gebleken.

Artikel 30, lid 4, dient ter verduidelijking van de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling, zoals toegepast binnen de desbetreffende klasse of klassen van Eltif’s. Artikel 30, lid 6, heeft tot doel ervoor te zorgen dat de herroepingstermijn van twee weken uitsluitend van toepassing is op niet-professionele beleggers en alleen kan ingaan gedurende de twee weken nadat hun toezegging of inschrijvingsovereenkomst in werking is getreden.

Artikel 37, lid 1, wordt gewijzigd om de voorwaarden van de nieuwe herziening van het Eltif-kader te verruimen. Een dergelijke herziening kan binnen 5 jaar na de inwerkingtreding van de Eltif-verordening van start gaan en moet betrekking hebben op een uitgebreider geheel van fondsregels dan die welke aanvankelijk in artikel 37 waren vastgelegd. De werking van deze verordening zal 5 jaar na de inwerkingtreding ervan grondig worden geëvalueerd. Het toepassingsgebied van de aangepaste herzieningsclausule wordt uitgebreid tot de werking en toepassing van de belangrijkste fondsregels en de gevolgen van deze regels voor Eltif-beheerders en beleggers. Voor de herziening van het Eltif-rechtskader zou ESMA moeten worden geraadpleegd.