Toelichting bij COM(2021)732 - Wijze van uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij Europese verkiezingen voor burgers die verblijven in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn (herschikking)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het is belangrijk ervoor te zorgen dat mobiele EU-burgers bij de volgende verkiezingen voor het Europees Parlement hun EU-burgerschapsrechten volledig kunnen uitoefenen.

Democratie is een van de waarden waarop de Europese Unie is gegrondvest. Iedere burger heeft het recht deel te nemen aan het democratisch bestel van de EU en besluiten moeten zo transparant mogelijk en zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen. EU-burgers zijn rechtstreeks vertegenwoordigd in het Europees Parlement.

Het EU-burgerschap brengt specifieke democratische rechten met zich mee. EU-burgers die gebruik hebben gemaakt van hun recht om te wonen, te werken of te studeren in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn (“mobiele EU-burgers”), hebben in hun lidstaat van verblijf het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement.

In Richtlijn 93/109/EG van de Raad is de wijze van uitoefening van hun kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in de lidstaat van verblijf vastgesteld.

In het verslag over het EU-burgerschap 2020 1 heeft de Commissie haar voornemen kenbaar gemaakt om een actualisering voor te stellen van Richtlijn 93/109/EG van de Raad betreffende het actief en passief kiesrecht van mobiele EU-burgers bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. Doel is de informatieverstrekking aan burgers te vergemakkelijken en de uitwisseling van relevante informatie tussen de lidstaten te verbeteren, onder meer om meervoudig stemmen te voorkomen. In het werkprogramma van de Commissie voor 2021 is een wetgevingsinitiatief aangekondigd om het kiesrecht van mobiele EU-burgers te verbeteren.

Ondanks de huidige maatregelen ondervinden mobiele EU-burgers nog steeds moeilijkheden bij de uitoefening van hun kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. Het gaat daarbij onder meer om problemen bij het verkrijgen van correcte informatie over het actief en passief kiesrecht, omslachtige registratieprocedures en het effect van de schrapping voor de verkiezingen in de lidstaat van herkomst. Meer bepaald wordt de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie over geregistreerde kiezers en kandidaten om te voorkomen dat er bij de verkiezingen voor het Europees Parlement meervoudig wordt gestemd, belemmerd door inconsistente werkingssferen en termijnen met betrekking tot de uitwisseling en verzameling van gegevens.

Dit initiatief actualiseert, verduidelijkt en versterkt de bestaande regels teneinde de problemen aan te pakken waarmee mobiele EU-burgers worden geconfronteerd, met als doel te zorgen voor een brede en inclusieve deelname aan de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2024, mobiele EU-burgers te ondersteunen bij de uitoefening van hun rechten en de integriteit van de verkiezingen te beschermen.

Dit voorstel bouwt voort op reeds lang bestaande en regelmatige gedachtewisselingen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten via de specifieke groep van de Commissie voor de uitvoering van richtlijnen, de deskundigengroep inzake electorale aangelegenheden en twee andere specifieke gezamenlijke bijeenkomsten van het multidisciplinaire Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen en de deskundigengroep inzake electorale aangelegenheden.

Dit is een initiatief in het kader van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Refit).

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Een nieuwe impuls voor de Europese democratie is een prioriteit van de Commissie, zoals aangekondigd door voorzitter Von der Leyen in de politieke beleidslijnen van de Commissie 2019-2024 2 .

In het door de Commissie op 3 december 2020 gepresenteerde actieplan voor Europese democratie 3 kondigde de Commissie aan, dat zij voornemens is om de bescherming van verkiezingsprocessen te versterken en een nieuw operationeel EU-mechanisme voor te stellen om de samenwerking tussen de lidstaten en de regelgevende instanties te intensiveren. Alle voorgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met de doelstellingen die ten grondslag liggen aan Besluit (EU, Euratom) 2018/994 van de Raad betreffende de herziening van het EU-kiesrecht.

Dit initiatief hangt ook nauw samen met het voorstel tot herschikking van Richtlijn 94/80/EG van de Raad van 19 december 1994 4 en met de werkzaamheden in verband met de andere initiatieven van het pakket transparantie en democratie van het werkprogramma van de Commissie voor 2021. Dit initiatief zal ook vergezeld gaan van een mededeling die onder meer tot doel heeft de deelname van mobiele EU-burgers aan verkiezingen te ondersteunen.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel zorgt voor samenhang met de verordening inzake één digitale toegangspoort van de EU 5 wat betreft de toegang tot informatie van goede kwaliteit met betrekking tot regels van de Unie en van de lidstaten die van toepassing zijn op burgers die hun op de rechtsorde van de Unie gebaseerde rechten op het gebied van de interne markt uitoefenen of wensen uit te oefenen en met de “Unie van gelijkheid: Strategie inzake de rechten van personen met een handicap 2021-2030” 6 , waarmee wordt beoogd de politieke rechten van personen met een handicap op voet van gelijkheid met anderen te waarborgen 7 . Het voorstel vormt ook een aanvulling op ander EU-beleid op het gebied van democratie en de digitale wereld 8 . Door voor mobiele EU-burgers te streven naar gelijke toegang tot toepassingen voor elektronisch stemmen of stemmen via het internet, wordt met het voorstel beoogd hun grondrechten beter te beschermen en de democratische participatie in het algemeen te vergroten.

Het initiatief is in overeenstemming met de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Bij artikel 20 VWEU wordt het burgerschap van de Unie ingesteld. In artikel 20, lid 2, punt b), en artikel 22, lid 2, VWEU en in artikel 39 van het Handvest van de grondrechten van de EU wordt bepaald dat Unieburgers in hun lidstaat van verblijf het actief en passief kiesrecht hebben bij de verkiezingen voor het Europees Parlement, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die staat. In artikel 22 VWEU wordt bepaald dat de uitoefening van dit recht onderworpen is aan de nadere regelingen die door de Raad met eenparigheid van stemmen volgens een bijzondere wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Europees Parlement worden vastgesteld.

In Richtlijn 93/109/EG van de Raad zijn de nadere regelingen voor de uitoefening van het kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement vastgesteld.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het recht van mobiele EU-burgers om deel te nemen aan de verkiezingen voor het Europees Parlement is neergelegd in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie als onderdeel van hun rechten als Unieburgers. Het rechtskader voor de uitoefening van het kiesrecht door mobiele EU-burgers behelst een interactie tussen EU-regels en nationale regels. De Unie treedt op om het Verdragsbeginsel inzake de vaststelling van het kiesrecht van mobiele EU-burgers ten uitvoer te leggen, met name door middel van Richtlijn 93/109/EG van de Raad.

Aangezien grensoverschrijdende aangelegenheden buiten het bereik van de afzonderlijke lidstaten liggen, kunnen de vastgestelde problemen niet door de lidstaten afzonderlijk worden aangepakt. De vaststelling van gemeenschappelijke normen en procedures voor het actief en passief kiesrecht van mobiele EU-burgers bij de verkiezingen voor het Europees Parlement en voor de uitwisseling van informatie over de relevante kiezers en kandidaten teneinde meervoudig stemmen te voorkomen, kan alleen op EU-niveau naar behoren worden verwezenlijkt.

Evenredigheid

De voorgestelde gerichte maatregelen gaan niet verder dan wat nodig is om de langetermijndoelstelling van ontwikkeling en versterking van de democratie in de EU te realiseren. Zij verbeteren en verfijnen het kader voor de uitoefening door mobiele EU‑burgers van het kiesrecht dat hun krachtens de Verdragen is verleend en bieden een betere oplossing voor meervoudig stemmen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement door het huidige systeem voor de uitwisseling van informatie te verbeteren. Het voorstel is bijgevolg in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Keuze van het instrument

De richtlijn van de Raad bevat reeds een robuuste reeks normen inzake de standaarden en procedures voor de uitoefening van het kiesrecht door mobiele EU-burgers. Dit voorstel heeft tot doel gerichte wijzigingen in die richtlijn van de Raad aan te brengen teneinde bepaalde vastgestelde tekortkomingen en belemmeringen waarmee lidstaten en burgers te maken krijgen, aan te pakken. Aangezien het taalgebruik en de verouderde verwijzingen en bepalingen moeten worden geactualiseerd, moet de richtlijn van de Raad worden herschikt. Aangezien dit voorstel een herschikking van de richtlijn van de Raad betreft, is eenzelfde soort rechtsinstrument het meest geschikt.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Gelet op het bestaan van recente verslagen van de Commissie, is er afgeweken van het beginsel “eerst evalueren”. Uit de beschikbare gegevens blijkt duidelijk dat Richtlijn 93/109/EG 9 moet worden geactualiseerd, en dit wordt voldoende geacht voor de evaluatiefase. Tot slot bevat de externe studie die ter ondersteuning van de effectbeoordeling is uitgevoerd ook elementen ter evaluatie van het bestaande rechtskader 10 .

Raadpleging van belanghebbenden

Bij de voorbereiding van dit voorstel heeft de Commissie nauw overleg gepleegd met de relevante belanghebbenden.

Het voorstel is onder meer gebaseerd op een openbare raadpleging 11 van burgers, niet‑gouvernementele organisaties en lokale en regionale overheden, relevante studies, waaronder een studie van het academisch netwerk inzake EU-burgerschapsrechten 12 , en de conclusies van een externe studie die is opgesteld ter ondersteuning van een effectbeoordeling en die voorafgaand aan het voorstel is uitgevoerd 13 . Daarnaast is rekening gehouden met de feedback die is ontvangen in het kader van specifieke raadplegingen van belanghebbenden, waaronder mobiele EU-burgers 14 , het Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen 15 en de deskundigengroep inzake electorale aangelegenheden 16 . Dit werd aangevuld met de resultaten van relevante projecten die werden gefinancierd in het kader van de programma’s Rechten, gelijkheid en burgerschap 17 en Europa voor de burger 18 , en met rechtstreekse feedback van EU-burgers die door de Commissie en het Europees Parlement werd ontvangen.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Voor het voorstel werd gebruikgemaakt van bronnen van deskundigheid. Het ging daarbij om overleg met de deskundigengroep van de Commissie inzake electorale aangelegenheden en het Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen.

Op 28 januari 2021 en 10 juni 2021 werden er twee gezamenlijke bijeenkomsten van het Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen en de deskundigengroep inzake electorale aangelegenheden gehouden. De tijdens deze twee gezamenlijke bijeenkomsten besproken punten waren reeds grotendeels aan bod gekomen tijdens eerdere bijeenkomsten en zijn uitgebreid geanalyseerd in het verslag van de Commissie over de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2019 19 .

Effectbeoordeling

Het voorstel wordt ondersteund door een effectbeoordeling (SWD(2021) 357). Gezien de gelijkenissen tussen Richtlijn 93/109/EG van de Raad en Richtlijn 94/80/EG van de Raad, zowel wat betreft de belangrijkste begunstigden (mobiele EU-burgers) als wat betreft de toegekende rechten en de daarmee samenhangende verplichtingen voor de lidstaten, werden de mogelijkheden tot verbetering ervan alsook de werking ervan in één document beoordeeld. De Raad voor regelgevingstoetsing bracht een positief advies uit over de effectbeoordeling (SEC(2021) 576).

In de effectbeoordeling werden er twee alternatieve beleidsopties voor de aanpak van de vastgestelde problemen onderzocht. De beleidsopties omvatten een reeks mogelijke maatregelen om de uitoefening van het kiesrecht te verbeteren en een eerlijk verkiezingsproces te ondersteunen door het probleem van het meervoudig stemmen aan te pakken. Meer bepaald variëren deze beleidsopties van zachte, niet-wetgevende maatregelen ter ondersteuning van bewustmaking en versterkte administratieve samenwerking, tot het vaststellen van gemeenschappelijke normen voor procedures om mobiele EU-burgers te registreren en voor de uitwisseling van gegevens om meervoudig stemmen te voorkomen. Optie 1 voorziet in gerichte wetswijzigingen en zachte maatregelen. Het doel is de bestaande bepalingen van de richtlijn van de Raad te consolideren en te verduidelijken.

Optie 2 voorziet in uitgebreide wetgevende maatregelen. Met inachtneming van het non‑discriminatiebeginsel als basis van de richtlijn, wordt met de tweede beleidsoptie een ingrijpende hervorming van de richtlijn beoogd door bijvoorbeeld wettelijke vereisten vast te stellen voor de termijnen voor registratie. De opties zijn getoetst op hun doeltreffendheid, efficiëntie, samenhang met ander EU-beleid, subsidiariteit en evenredigheid. Optie 2 wordt beschouwd als de meest doeltreffende optie om alle beoogde doelstellingen te verwezenlijken. Optie 1 is echter de voorkeursoptie om redenen van efficiëntie, coherentie, subsidiariteit en evenredigheid.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Het voorstel brengt voor de overheidsdiensten van de lidstaten en de EU bepaalde kosten met zich mee die voortvloeien uit de intensievere samenwerking, maar zou voor de autoriteiten ook efficiëntiewinst moeten opleveren als gevolg van de harmonisatie van procedures. Bovendien beschikken sommige lidstaten reeds over systemen die de beoogde verplichtingen bestrijken en zouden zij dus niet met aanzienlijke extra kosten worden geconfronteerd.

Het voorstel vereenvoudigt voor mobiele EU-burgers de procedure voor de registratie van hun actief en passief kiesrecht bij de Europese verkiezingen. Het zou ook hun kosten verlagen in vergelijking met de status quo, waarbij de huidige bepalingen niet worden gewijzigd.

In het kader van het voorstel zijn er geen negatieve economische effecten vastgesteld die zouden voortvloeien uit een betere integratie en democratische participatie van mobiele EU‑burgers in hun gastlidstaat. Het vereenvoudigen van de registratievereisten en het verbeteren van de informatieverstrekking en de bewustmaking over het kiesrecht ten behoeve van mobiele EU‑burgers zullen naar verwachting slechts indirecte bredere economische gevolgen hebben voor zover zij het vrije verkeer ondersteunen.

Het voorstel houdt in dat mobiele EU-burgers onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van de betrokken lidstaat toegang krijgen tot de mogelijkheden om op afstand en elektronisch te stemmen. De mogelijkheid om op afstand te stemmen, maakt het voor mobiele EU-burgers gemakkelijker om aan verkiezingen deel te nemen.

Het voorstel ondersteunt de optimalisering van het technische instrument voor de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens over geregistreerde kiezers. Dit zou in de eerste plaats een geformaliseerde aanpak inhouden van het systeem ter ondersteuning van de uitwisseling van gegevens, dat via het door de Commissie ter beschikking gestelde encryptie-instrument in werking is gesteld, door er uitdrukkelijk naar te verwijzen in Richtlijn 93/109/EG van de Raad. Het gehele transmissieproces dat door het encryptie-instrument wordt gefaciliteerd, zou verder worden versterkt door de beveiligde overdracht van gegevens tussen de lidstaten, onder meer in het geval van twijfel over individuele gevallen. Aldus vereenvoudigt het voorstel de administratieve taken en ICT-gerelateerde procedures voor de nationale overheidsdiensten, die de voornaamste belanghebbenden zijn.

De digitale aspecten van het voorstel zijn derhalve in overeenstemming met de “Digitale check” 20 .

Grondrechten

In artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) wordt het volgende bepaald: “(d)e waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non‑discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen.”

In artikel 10, leden 1 en 2, VEU wordt het volgende bepaald: “(d)e werking van de Unie is gegrond op de representatieve democratie” en “(d)e burgers worden op het niveau van de Unie rechtstreeks vertegenwoordigd in het Europees Parlement.”

Volgens artikel 26 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkent en eerbiedigt de Unie het recht van personen met een handicap op maatregelen die beogen hun zelfstandigheid, hun maatschappelijke en beroepsintegratie en hun deelname aan het gemeenschapsleven te bewerkstelligen.

Dit voorstel streeft de doelstellingen van deze bepalingen na en is derhalve verenigbaar met en geeft uitvoering aan de grondrechten die worden gewaarborgd door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Dit voorstel versterkt het vrije verkeer van EU-burgers (artikel 45 van het Handvest). Het ondersteunt ook de gelijke behandeling en de mogelijkheden om te stemmen in vergelijking met onderdanen in de lidstaat van verblijf. Bovendien versterkt het voorstel het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement (artikel 39 van het Handvest) alsook het recht op behoorlijk bestuur (artikel 41).

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit voorstel leidt niet tot financiële of administratieve lasten voor de EU. Het heeft dan ook geen gevolgen voor de EU-begroting.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De lidstaten stellen uiterlijk op 31 mei 2023 de bepalingen vast die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen en maken deze bekend. Zes maanden na elke verkiezing voor het Europees Parlement zenden de lidstaten de Commissie een verslag over de toepassing van deze richtlijn toe. Binnen een jaar na elke verkiezing voor het Europees Parlement dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van deze richtlijn. De Commissie kan alle wijzigingen voorstellen die zij noodzakelijk acht. Binnen twee jaar na de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2029 evalueert de Commissie ook zelf de werking van de richtlijn, teneinde de informatie uit de verslagen van de lidstaten en uit de bijeenkomsten van het Europees samenwerkingsnetwerk voor verkiezingen te bundelen.

Toelichtende stukken

In zijn arrest van 8 juli 2019 21 en in zijn verdere jurisprudentie 22 heeft het Hof van Justitie verduidelijkt dat de lidstaten bij de mededeling van nationale omzettingsmaatregelen aan de Commissie voldoende duidelijke en nauwkeurige inlichtingen moeten verstrekken en moeten uiteenzetten met welke nationale bepaling of bepalingen elk van de bepalingen van een richtlijn wordt omgezet.

Artikelsgewijze toelichting

Alleen de bepalingen van de richtlijn van de Raad die door dit voorstel zouden moeten worden gewijzigd, worden toegelicht.

1. Om de toegang van mobiele EU-burgers tot informatie over verkiezingen te vergemakkelijken, worden in artikel 12 strengere normen vastgesteld voor het verstrekken van dergelijke informatie aan mobiele EU-burgers. Krachtens het voorstel moeten de lidstaten autoriteiten aanwijzen die mobiele EU-burgers die op hun grondgebied verblijven proactief informeren over de voorwaarden en nadere regels voor de registratie als kiezer of als kandidaat bij de verkiezingen voor het Europees Parlement (vóór en na hun registratie), hetzij voor verkiezingsdoeleinden, hetzij voor het in Richtlijn 2004/38/EG vermelde doel. Dit kan ook inhouden dat er informatie wordt verstrekt en dat er gebruik wordt gemaakt van communicatiemiddelen die zijn toegesneden op specifieke groepen kiezers, zoals jonge kiezers.

Teneinde mobiele EU-burgers meer bewust te maken van en meer inzicht te verschaffen in de procedures en praktijken om zich te registreren voor en deel te nemen aan de verkiezingen voor het Europees Parlement, voorziet hetzelfde artikel in de verplichting voor de door de lidstaten aangewezen autoriteiten om mobiele EU-burgers die als kiezer of als kandidaat zijn geregistreerd, specifieke en op maat gesneden informatie te verstrekken over het volgende:

a) de status van hun registratie;

b) de datum van de verkiezingen en hoe en waar er kan worden gestemd;

c) de relevante regels inzake de rechten en plichten van kiezers en kandidaten, met inbegrip van verboden en onverenigbaarheden en toepasselijke sancties bij schending van de verkiezingsregels;

d) de wijze waarop nadere informatie kan worden verkregen over de organisatie van de verkiezingen, met inbegrip van de lijst van kandidaten.

Krachtens Verordening (EU) 2018/1724 moeten de lidstaten ervoor zorgen dat gebruikers op hun nationale webpagina’s gemakkelijk toegang hebben tot gebruiksvriendelijke, nauwkeurige, actuele en voldoende uitvoerige informatie over de deelname aan de verkiezingen voor het Europees Parlement. De lidstaten maken gebruik van verschillende communicatiemiddelen en -kanalen. Om redenen van consistentie heeft het initiatief bijgevolg tot doel de in Verordening (EU) 2018/1724 vastgestelde kwaliteitseisen dienovereenkomstig uit te breiden tot de gevallen waarin de lidstaten rechtstreeks en individueel officiële informatie over de verkiezingen verstrekken aan mobiele EU-burgers.

Om de toegankelijkheid te vergroten en het informatieniveau te verhogen, zullen de lidstaten de officiële taal van de lidstaat van verblijf moeten gebruiken, alsook een officiële EU-taal die in grote lijnen wordt begrepen door zoveel mogelijk Unieburgers die op het grondgebied van die lidstaat verblijven. De lidstaten zullen ook gebruik kunnen maken van de portaalsite “Uw Europa”. Samen met de contactgegevens, die worden ingevoerd door de wijzigingen in de gegevens die mobiele EU-burgers moeten verstrekken om zich als kiezer of als kandidaat te registreren, zullen de lidstaten hierdoor elektronische kanalen kunnen gebruiken voor de rechtstreekse overdracht van informatie. Om te zorgen voor een inclusieve deelname aan de verkiezingen worden in het initiatief ook toegankelijkheidseisen vastgesteld voor de informatie die wordt verstrekt aan personen met een handicap en aan ouderen, waarbij de algemene opmerkingen van het Comité van de Verenigde Naties voor de rechten van personen met een handicap betreffende artikel 21 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap als inspiratiebron zijn gebruikt.

2. Om de administratieve belemmeringen voor mobiele EU-burgers te reduceren, voorziet het voorstel (de artikelen 9 en 10) in gestandaardiseerde modellen voor de formele verklaringen in de bijlagen I en II, die door mobiele EU-burgers moeten worden ingediend om zich als kiezer of als kandidaat te registreren. Om de identificatie van mobiele EU-burgers te vergemakkelijken, worden, overeenkomstig het in artikel 5, lid 1, punt d), van de algemene verordening gegevensbescherming vastgestelde beginsel van juistheid van gegevens, de huidige gegevens aangevuld met het door de lidstaat van herkomst toegekende persoonlijke identificatienummer (indien van toepassing) of anders met het type identiteits- of reisdocument dat door de lidstaat van herkomst is afgegeven en het serienummer daarvan. De formulieren zullen ook contactgegevens bevatten, zodat de lidstaten aan hun informatieplicht kunnen voldoen. Aangezien de bijlagen bij de richtlijnen in het Publicatieblad van de Europese Unie zullen worden bekendgemaakt, zullen zij zowel voor de burgers als voor de nationale autoriteiten in alle officiële talen van de EU beschikbaar zijn.

3. Met de wijzigingen in artikel 13 wordt beoogd het huidige systeem voor de uitwisseling van informatie over het kiesrecht van mobiele EU-burgers te stroomlijnen. De daartoe genomen maatregelen behelzen de vaststelling van een in bijlage III opgenomen unieke reeks gegevens, die, naast de gegevens die momenteel worden uitgewisseld, ook het door de lidstaat van herkomst toegekende persoonlijke identificatienummer (indien van toepassing) of het type identiteits- of reisdocument en de registratiedatum omvat. Bovendien wordt in de wijzigingen uitdrukkelijk verwezen naar de elektronische middelen die door de Commissie aan de lidstaten ter beschikking wordt gesteld om de beveiliging van de gegevensuitwisseling te ondersteunen. Hetzelfde artikel beperkt de inschrijving van mobiele EU-burgers op de kiezerslijsten en op de kandidatenlijst van de gastlidstaat tot uitsluitend de verkiezingen voor het Europees Parlement, en verhindert aldus dat deze burgers worden geschrapt voor andere verkiezingen. De Commissie wordt gemachtigd om volgens de in artikel 19 bedoelde onderzoeksprocedure uitvoeringshandelingen vast te stellen met het oog op de bepaling van de verantwoordelijkheden en verplichtingen voor de werking van het beveiligde instrument.

4. Artikel 17 voorziet in regelmatige monitoring van en verslaglegging over de uitvoering door de lidstaten. Verslagen moeten relevante statistische gegevens bevatten over de deelname, als kiezer of als kandidaat, van mobiele EU-burgers aan de verkiezingen voor het Europees Parlement. Om de uitvoering van de door de richtlijn beoogde maatregelen beter te kunnen beoordelen, wordt van de lidstaten verwacht dat zij zorgen voor een betere verzameling van gegevens over het aantal mobiele EU-burgers dat, in voorkomend geval, als kiezer of als kandidaat is geregistreerd, en over het aantal mobiele EU-burgers dat heeft gestemd. Artikel 18 voorziet in de evaluatie van de toepassing van de richtlijn binnen twee jaar na de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2029.

5. In de artikelen 9, 10 en 13 wordt aan de Commissie de bevoegdheid verleend gedelegeerde handelingen vast te stellen om ervoor te zorgen dat de modellen van formele verklaringen die mobiele EU-burgers bij hun registratie als kiezer of als kandidaat moeten indienen en de reeks gegevens die tussen de lidstaten zullen worden uitgewisseld, relevante informatie blijven bevatten. In artikel 20 zijn de voorwaarden vastgesteld voor de bevoegdheidsdelegatie overeenkomstig artikel 290 VWEU.

6. Conform het non-discriminatiebeginsel moeten de lidstaten er krachtens artikel 14 voor zorgen dat mobiele EU-burgers bij de verkiezingen voor het Europees Parlement toegang hebben tot dezelfde middelen om vervroegd te stemmen, per post te stemmen, elektronisch te stemmen en via het internet te stemmen, als die welke voor hun eigen onderdanen beschikbaar zijn.

7. In het voorstel wordt de term “ambtshalve” geschrapt uit artikel 9, lid 4, conform de bepalingen van de algemene verordening gegevensbescherming betreffende de beperkingen op geautomatiseerde besluitvorming. Om ervoor te zorgen dat de toegang tot informatie onder dezelfde voorwaarden als voor de eigen onderdanen geldt, moeten de lidstaten mobiele EU‑burgers bovendien in kennis stellen van hun schrapping van de kiezerslijst, mits er ten aanzien van de eigen onderdanen ook een dergelijke verplichting bestaat.

8. Met hetzelfde doel, namelijk mobiele EU-burgers beter bekend maken met hun kiesrecht en de toegang daartoe vergemakkelijken, moeten de lidstaten als gevolg van de wijzigingen in artikel 11 mobiele EU-burgers duidelijk en tijdig inlichten over hun registratie en over de beroepsprocedures indien hun verzoek wordt afgewezen. Ook wordt de reikwijdte van de verplichting van de lidstaten verduidelijkt door de term “gevolg” te vervangen door “besluit”. In een nieuw lid van artikel 11 wordt bepaald dat kiezers en kandidaten die onder het toepassingsgebied van artikel 3 van de richtlijn vallen, het recht hebben eventuele inconsistenties of fouten in de gegevens van de kiezers- of kandidatenlijsten te corrigeren onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor onderdanen van de gastlidstaat.

9. Het voorstel voorziet ook in de aanpassing van gedateerd taalgebruik en verouderde verwijzingen (artikel 2, leden 5 en 6, artikel 3, punt a), artikel 4, lid 1, en de artikelen 5, 8, 9, 10, 11 en 16) door de verwijzingen naar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap te vervangen door verwijzingen naar het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en door genderneutrale taal te gebruiken.

10. Een andere wijziging betreft de schrapping van artikel 15 omdat deze bepaling betrekking heeft op de verkiezingen voor het Europees Parlement van 1994.

11. Artikel 21 voorziet in de omzetting van de richtlijn tegen 31 mei 2023, overeenkomstig de richtsnoeren van de Commissie van Venetië van de Raad van Europa.


93/109/EG (aangepast)