Toelichting bij COM(2021)594 - Standpunt EU betreffende wijziging van de lijst van personen die als leden van een uit hoofde van het Brexit-Akkoord ingesteld arbitragepanel willen en kunnen optreden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

De Commissie stelt voor dat de Raad het standpunt vaststelt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité dat is opgericht bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna “het terugtrekkingsakkoord” genoemd) over een besluit van het Gemengd Comité tot wijziging van Besluit nr. 7/2020 van dat akkoord tot vaststelling van een lijst van 25 personen die bereid en in staat zijn om als leden van een uit hoofde van het Akkoord ingesteld arbitragepanel op te treden.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.Het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

In het terugtrekkingsakkoord zijn de voorwaarden bepaald voor de ordelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie en Euratom. Het terugtrekkingsakkoord is op 1 februari 2020 in werking getreden.

2.2.Gemengd Comité

Het bij artikel 164, lid 1, van het terugtrekkingsakkoord ingestelde Gemengd Comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk. Het wordt gezamenlijk voorgezeten door de Unie en het Verenigd Koninkrijk. Het reglement van orde van het Gemengd Comité is vastgesteld in bijlage VIII bij het terugtrekkingsakkoord. Het Gemengd Comité komt ten minste eenmaal per jaar bijeen op verzoek van de Unie of het Verenigd Koninkrijk en stelt zijn vergaderrooster en -agenda vast in onderlinge overeenstemming.

De taken van het Gemengd Comité zijn vastgesteld in artikel 164 van het terugtrekkingsakkoord en omvatten hoofdzakelijk:

·toezicht houden op de uitvoering en toepassing van het terugtrekkingsakkoord, rechtstreeks of via de werkzaamheden van de gespecialiseerde comités die aan het Gemengd Comité rapporteren;

·besluiten nemen en aanbevelingen doen, met inbegrip van het vaststellen van wijzigingen van het terugtrekkingsakkoord in de gevallen waarin dit akkoord daarin voorziet;

·problemen voorkomen en geschillen oplossen die zich kunnen voordoen in verband met de uitlegging en toepassing van het terugtrekkingsakkoord.

2.3.De beoogde handeling van de Gemengde Commissie 

Overeenkomstig artikel 171, lid 1, van het terugtrekkingsakkoord heeft het Gemengd Comité aan het eind van de overgangsperiode een lijst vastgesteld van 25 personen die bereid en in staat waren om als lid van een arbitragepanel op te treden. Overeenkomstig de laatste zin van artikel 171, lid 1, waarborgt het Gemengd Comité dat deze lijst te allen tijde aan de bij het terugtrekkingsakkoord vastgestelde vereisten voldoet.

Het beoogde besluit heeft tot doel om de lijst te actualiseren, aangezien een van de arbiters op de lijst, vanwege een benoeming als lid van een instelling van de Unie, niet meer aan de vereisten voldoet die vastgesteld zijn bij artikel 171, lid 2, van het terugtrekkingsakkoord.

Het beoogde besluit zal overeenkomstig artikel 166, lid 2, van het terugtrekkingsakkoord voor de partijen bindend zijn. Overeenkomstig regel 9 van het reglement van orde vermelden besluiten van het Gemengd Comité de datum waarop zij van kracht worden.

3. Namens de Unie in te nemen standpunt

Het Gemengd Comité heeft, in overeenstemming met het terugtrekkingsakkoord, een lijst van arbiters vastgesteld voor het geval zich een geschil voordoet betreffende de interpretatie van het terugtrekkingsakkoord, dat per 1 januari in werking is getreden.

Deze lijst bevat vijf personen waarover de Unie en het Verenigd Koninkrijk het samen eens zijn geworden dat zij het voorzitterschap van het arbitragepanel kunnen bekleden. De lijst bevat verder 20 personen voor de functie van gewoon lid van het arbitragepanel, waarvan er tien zijn aangewezen door de Unie en tien door het Verenigd Koninkrijk.

Een van de personen op de lijst van de Unie van 10 leden van het arbitragepanel is met ingang van 7 oktober 2021 benoemd als advocaat-generaal bij het Hof van Justitie. Overeenkomstig artikel 171, lid 2, van het terugtrekkingsakkoord, kan de lijst geen leden, ambtenaren of andere personeelsleden omvatten van de instellingen van de Unie en zodat deze moet worden gewijzigd.

In bijlage II bij Besluit (EU) 2020/2232 van de Raad van 22 december 2020 is een reservelijst vastgesteld van kandidaten die bereid en in staat zijn om als leden voor de Unie van een uit hoofde van het terugtrekkingsakkoord ingesteld arbitragepanel op te treden en waarmee de Unie indien nodig contact kan opnemen wanneer het Gemengd Comité de lijst van 25 personen overeenkomstig de laatste zin van artikel 171, lid 1, moet actualiseren.

Bijgevolg dient de Unie het standpunt in te nemen dat zij instemt met de vaststelling van een besluit van het Gemengd Comité tot wijziging van zijn besluit tot vaststelling van een lijst van 25 personen die bereid en in staat zijn om als leden van een uit hoofde van het akkoord ingesteld arbitragepanel op te treden, door de persoon die niet langer aan de vereisten voldoet door een benoeming als arbiter te vervangen door een kandidaat van de reservelijst.

4. Rechtsgrondslag

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.”

Het door het Gemengd Comité vast te stellen besluit vormt een door de Unie in te nemen standpunt in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam een handeling met rechtsgevolgen vaststelt. De beoogde handeling zal overeenkomstig artikel 166, lid 2, van het akkoord voor de partijen bindend zijn.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van het akkoord.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling bestaan erin het standpunt van de Unie vast te stellen met betrekking tot de lijst van personen die bereid en in staat zijn om als leden van uit hoofde van het terugtrekkingsakkoord ingestelde arbitragepanels op te treden. Het akkoord is gesloten op grond van artikel 50, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

De rechtsgrondslag van het voorgestelde besluit dient bijgevolg artikel 50, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie te zijn, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. Bekendmaking van de beoogde handeling

Aangezien het besluit van het Gemengd Comité tot doel heeft de lijst te wijzigen van personen die bereid en in staat zijn als leden van uit hoofde van het terugtrekkingsakkoord ingestelde arbitragepanels op te treden, moet het besluit van het Gemengd Comité na de vaststelling ervan bekend worden gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.