Toelichting bij COM(2021)593 - EU-standpunt over een besluit tot wijziging van het Akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU en Euratom

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

De Commissie stelt voor dat de Raad het standpunt bepaalt dat namens de Unie in het Gemengd Comité dat is ingesteld bij het Akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna “het terugtrekkingsakkoord” genoemd) moet worden ingenomen over een besluit van het Gemengd Comité tot wijziging van dat akkoord.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

In het terugtrekkingsakkoord zijn de voorwaarden bepaald voor de ordelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie en Euratom. Het terugtrekkingsakkoord is op 1 februari 2020 in werking getreden.

2.2.Gemengd Comité

Het bij artikel 164, lid 1, van het terugtrekkingsakkoord ingestelde Gemengd Comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk. Het wordt gezamenlijk voorgezeten door de Unie en het Verenigd Koninkrijk. Het reglement van orde van het Gemengd Comité is vastgesteld in bijlage VIII bij het terugtrekkingsakkoord. Het Gemengd Comité komt ten minste eenmaal per jaar bijeen op verzoek van de Unie of het Verenigd Koninkrijk en stelt zijn vergaderrooster en -agenda vast in onderlinge overeenstemming.

De taken van het Gemengd Comité zijn vastgesteld in artikel 164 van het terugtrekkingsakkoord en omvatten hoofdzakelijk:

·toezicht houden op de uitvoering en toepassing van het akkoord, rechtstreeks of via de werkzaamheden van de gespecialiseerde comités die aan het Gemengd Comité rapporteren;

·besluiten en aanbevelingen vaststellen, met inbegrip van wijzigingen van de overeenkomst in de gevallen waarin daarin is voorzien;

·problemen voorkomen en geschillen oplossen die zich kunnen voordoen in verband met de uitlegging en toepassing van het akkoord.

2.3.Het beoogde besluit van het Gemengd Comité

Overeenkomstig artikel 164, lid 5, punt d), van het akkoord kan het Gemengd Comité besluiten vaststellen tot wijziging van het terugtrekkingsakkoord om fouten te corrigeren, omissies of andere tekortkomingen te verhelpen, of op te treden in verband met situaties die niet waren voorzien toen het terugtrekkingsakkoord werd ondertekend, en mits dergelijke besluiten geen wijzigingen inhouden van de essentiële elementen van het akkoord.

Het doel van het beoogde besluit is omissies en tekortkomingen te verhelpen die geen wijziging inhouden van de essentiële elementen van het terugtrekkingsakkoord.

Het beoogde besluit zal overeenkomstig artikel 166, lid 2, van het terugtrekkingsakkoord voor de partijen bindend zijn. Overeenkomstig regel 9 van het reglement van orde moet in besluiten van het Gemengd Comité de datum worden vermeld waarop zij van kracht worden.

3. Standpunt dat namens de EU moet worden ingenomen

3.1.Deel I van bijlage I bij het terugtrekkingsakkoord inzake de coördinatie van de sociale zekerheid

In deel I van bijlage I bij het terugtrekkingsakkoord zijn de besluiten en aanbevelingen van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels opgenomen waarmee de Unie en het Verenigd Koninkrijk naar behoren rekening moeten houden bij de toepassing van de regels inzake de coördinatie van socialezekerheidsstelsels (artikel 31 van het terugtrekkingsakkoord).

Op 18 oktober 2017 heeft de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels Aanbeveling A1 inzake de afgifte van de in artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad genoemde verklaring goedgekeurd. Deze aanbeveling is echter niet in bijlage I bij het terugtrekkingsakkoord opgenomen en moet eraan worden toegevoegd.

Op 19 oktober 2017 heeft de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels haar goedkeuring gehecht aan Besluit nr. E6 betreffende de bepaling van het tijdstip waarop een elektronisch bericht wordt geacht wettelijk te zijn afgeleverd in het systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens betreffende sociale zekerheid (EESSI). Dit besluit is echter niet in bijlage I bij het terugtrekkingsakkoord opgenomen en moet eraan worden toegevoegd.

Op 17 juni 2020 heeft de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels haar goedkeuring gehecht aan Besluit nr. H9 betreffende het uitstel van de in de artikelen 67 en 70 van Verordening (EG) nr. 987/2009 evenals van de in Besluit nr. S9 genoemde termijnen vanwege de COVID‐19-pandemie. Dit besluit is echter niet in bijlage I bij het terugtrekkingsakkoord opgenomen en moet eraan worden toegevoegd.

 Op 21 oktober 2020 heeft de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels haar goedkeuring gehecht aan Besluit nr. H10 betreffende de werkmethoden en de samenstelling van de Technische Commissie voor de gegevensverwerking van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. Dit besluit is echter niet in bijlage I bij het terugtrekkingsakkoord opgenomen en moet eraan worden toegevoegd. Dit besluit vervangt Besluit nr. H8 betreffende de werkmethoden en de samenstelling van de Technische Commissie voor de gegevensverwerking van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. Besluit nr. H8 wordt derhalve geschrapt uit deel I van bijlage I bij het terugtrekkingsakkoord. 

Op 9 december 2020 heeft de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels haar goedkeuring gehecht aan Besluit nr. H11 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels betreffende het uitstel van de in de artikelen 67 en 70 van Verordening (EG) nr. 987/2009 en in Besluit nr. S9 genoemde termijnen vanwege de COVID-19-pandemie. Dit besluit is echter niet in bijlage I bij het terugtrekkingsakkoord opgenomen en moet eraan worden toegevoegd.

Op 10 oktober 2018 heeft de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels haar goedkeuring gehecht aan Aanbeveling nr. H2 betreffende het opnemen van authenticatiemaatregelen voor door het orgaan van een lidstaat afgegeven draagbare documenten inzake de positie van een persoon voor de toepassing van de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad. Deze aanbeveling is echter niet in bijlage I bij het terugtrekkingsakkoord opgenomen en moet eraan worden toegevoegd.

Op 9 december 2020 heeft de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels haar goedkeuring gehecht aan Besluit nr. S11 betreffende vergoedingsprocedures voor de toepassing van de artikelen 35 en 41 van Verordening (EG) nr. 883/2004. Dit besluit vervangt Besluit nr. S9 betreffende vergoedingsprocedures voor de toepassing van de artikelen 35 en 41 van Verordening (EG) nr. 883/2004. Besluit nr. S9 wordt derhalve geschrapt uit deel I van bijlage I bij het terugtrekkingsakkoord. 

4. Rechtsgrondslag

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het door het Gemengd Comité vast te stellen besluit is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig artikel 166, lid 2, van de overeenkomst voor de partijen bindend zijn.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is daarom artikel 218, lid 9, VWEU.

De beoogde handeling strekt er uitsluitend toe, enerzijds, het akkoord te wijzigen om een aantal fouten, omissies en tekortkomingen te verhelpen zonder essentiële elementen ervan te veranderen en, anderzijds, het akkoord te wijzigen in een geval waarin specifiek is voorzien.

Het akkoord is gesloten op grond van artikel 50, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Bijgevolg, overeenkomstig het basisbeginsel dat een handeling enkel kan worden gewijzigd bij een handeling van dezelfde aard, is artikel 50, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie de materiële rechtsgrondslag van het voorgestelde besluit.

4.1.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 50, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. Bekendmaking van de beoogde handeling

Aangezien dit besluit het terugtrekkingsakkoord zal wijzigen, is het passend dat besluit na de vaststelling ervan bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.