Toelichting bij COM(2021)126 - Kortetermijnstatistieken zoals voorgeschreven door artikel 14, lid 2, van Verordening 1165/98

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 18.3.2021


2.

COM(2021) 126 final


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende kortetermijnstatistieken zoals voorgeschreven door artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende kortetermijnstatistieken zoals voorgeschreven door artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad

1.Inleiding

Europese kortetermijnstatistieken (KTS) bieden een uitgebreide verzameling indicatoren, die onder meer betrekking hebben op productie, omzet, outputprijzen (dit worden ook vaak producentenprijzen genoemd), aantal werkzame personen, gewerkte uren en brutolonen. Deze KTS-indicatoren vallen binnen vier belangrijke economische gebieden: industrie, bouwnijverheid, detailhandel en diensten (uitgezonderd financiële diensten en overheidsdiensten). Tabel 1 biedt een overzicht hiervan.

Tabel 1: Indicatoren voor kortetermijnstatistieken

[zie origineel document voor tabel]

Industrie BouwnijverheidDetailhandelAndere diensten
Industriële productieProductie bouwnijverheid

3.

- Productie van gebouwen


4.

- Weg- en waterbouw

--
Omzet industrie, binnen- en buitenland (eurozone en buiten eurozone)-Omzet van de detailhandelOmzet van (overige) diensten
-Bouwvergunningen

5.

- aantal woningen


6.

- m2 nuttige vloeroppervlakte

--
Aantal werkzame personenAantal werkzame personenAantal werkzame personenAantal werkzame personen
Gewerkte urenGewerkte urenGewerkte urenGewerkte uren
BrutolonenBrutolonenBrutolonenBrutolonen
Industriële outputprijzen, binnen- en buitenland (eurozone en buiten eurozone)Outputprijzen in de bouwnijverheid / bouwkostenVolume van de detailhandelOutputprijzen — (overige) diensten
Industriële invoerprijzen (eurozone en buiten eurozone)---


De wettelijke basis voor kortetermijnstatistieken is Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad 1 (“KTS-verordening”). Overeenkomstig artikel 14, lid 2, van die verordening moet de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag indienen over de krachtens deze verordening opgestelde statistieken, en in het bijzonder over het belang en de kwaliteit daarvan en over de herziening van de indicatoren. Het verslag gaat ook in op de kosten van het statistisch systeem en op de lasten voor het bedrijfsleven die uit de KTS-verordening voortvloeien, afgezet tegen de voordelen.

Het onderhavige verslag is een vervolg op de verslagen die overeenkomstig het bovenstaande artikel in januari 2003, juni 2008, juni 2011, juni 2014 en augustus 2017 zijn ingediend 2 .

Het tweede deel van dit verslag betreft het gebruik van kortetermijnstatistieken en het belang ervan voor de belangrijkste Europese beleidsgebieden en voor de aansturing van het Europees monetair beleid. Ook komen de belangrijkste ontwikkelingen in de kortetermijnstatistieken sinds het vorige verslag uit augustus 2017 aan de orde.

In deel 3 worden de verschillende kwaliteitsaspecten van de kortetermijnstatistieken uitgebreider beschreven.

Deel 4 presenteert enkele feiten in verband met de kosten en lasten die zijn verbonden met de verzameling en verwerking van gegevens voor kortetermijnstatistieken.

In het laatste deel wordt een overzicht gegeven van de toekomstige ontwikkelingen op het gebied van kortetermijnstatistieken, met name met betrekking tot Verordening (EU) 2019/2152 betreffende Europese bedrijfsstatistieken (EBS) 3 .

2.Overzicht van de kortetermijnstatistieken en de belangrijkste ontwikkelingen

Kortetermijnstatistieken verschaffen een groot aantal van de voornaamste Europese economische indicatoren (VEEI’s) 4 die zijn uitgewerkt om de economische ontwikkeling (conjunctuurcyclus) van de Europese Unie en de lidstaten te volgen en vooral om het monetair beleid in de eurozone te sturen. Deze indicatoren zijn: industriële productie, prijzen van de industriële output op de binnenlandse markt, prijzen van invoer door de industrie, productie van de bouwnijverheid, omvang van de detailhandel, omzet van diensten (met uitzondering van detailhandel), bouwvergunningen en producentenprijsindexen voor diensten.

De voornaamste gebruikers van kortetermijnstatistieken zijn de Europese Centrale Bank en nationale centrale banken, maar de gegevens zijn evenzeer van uitermate groot belang voor de Europese Commissie, nationale overheden, onderzoeksinstituten, het bedrijfsleven en bedrijfsorganisaties. Bovendien verschaffen kortetermijnstatistieken belangrijke informatie voor andere statistische gebieden zoals nationale rekeningen.

Kortetermijnstatistieken worden het meest gebruikt voor de analyse van economische trends, prognoses en modellering. Zij zijn ook nodig voor de voorbereiding van beleidsbeslissingen, onderzoeksdoeleinden, het controleren en valideren van gegevens uit andere bronnen en als basis voor zakelijke beslissingen. In sommige gevallen worden de resultaten van kortetermijnstatistieken ook op verschillende andere manieren door bedrijven gebruikt (bv. prijsindexcijfers worden gebruikt voor de output om contracten te indexeren).

Om er zeker van te zijn dat kortetermijnstatistieken voor de gebruikers ervan relevant zijn en om de kwaliteit van de gegevens verder te verbeteren, is Eurostat – sinds het vorige verslag over kortetermijnstatistieken in augustus 2017 werd goedgekeurd – van start gegaan met een aantal initiatieven.

Herstructureringen en veranderingen in bedrijfsmodellen in sommige multinationale ondernemingen leiden tot forse onverwachte herzieningen van sommige indicatoren voor kortetermijnstatistieken en van de gegevens van de nationale rekeningen. In samenwerking met de nationale bureaus voor de statistiek heeft Eurostat een “systeem voor vroegtijdige waarschuwing” opgezet. Dit mechanisme moet ervoor zorgen dat Eurostat tijdig op de hoogte wordt gebracht van verwachte veranderingen in bedrijfsstatistieken en nationale rekeningen die het gevolg zijn van dergelijke gebeurtenissen in verband met de globalisering in multinationale ondernemingen, en dat de aanpassing van de statistieken op coherente en gecoördineerde wijze door de betrokken nationale statistische instanties geschiedt. De statistische instanties nemen deel aan het systeem voor vroegtijdige waarschuwing op vrijwillige basis, en de vertrouwelijkheid van bedrijfsgegevens wordt gewaarborgd 5 .

Om de kwaliteit van de indicatoren voor productie van de bouwnijverheid en van bouwvergunningen te verbeteren, heeft Eurostat een e-task force opgericht, die regelmatig bijeenkwam om goede praktijken uit te wisselen en de beschikbare methodologische richtsnoeren voor deze indicatoren te verbeteren. Bovendien heeft Eurostat voor de verbeteringen van de bouwnijverheidsgegevens subsidies aan nationale statistische instanties verstrekt.

In reactie op de wereldwijde financiële crisis is in 2010 het Europees Comité voor systeemrisico’s (ESRB) opgericht om toezicht te houden op het financiële stelsel van de EU en om systeemrisico’s te voorkomen 6 . In het kader van zijn mandaat geeft het ESRB waarschuwingen en aanbevelingen. Op basis van de aanbevelingen ESRB/2016/14 en ESRB/2019/3 heeft Eurostat gewerkt aan de ontwikkeling van indicatoren voor zakelijk onroerend goed (CREI); in dit verband waren kortetermijnstatistieken gericht op indicatoren voor de start van de bouw, de voltooiing van de werkzaamheden en de vacaturepercentages. Voor de ontwikkeling van deze nieuwe statistische indicatoren wordt gebruikgemaakt van taskforces met deskundigen uit de lidstaten en subsidies ter ondersteuning van de methodologische werkzaamheden.

Overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad hebben Eurostat en de nationale statistische instanties nieuwe gewichten ingevoerd voor de aggregatie van kortetermijnstatistieken in 2018 met het referentiejaar 2015.

3.Werkingssfeer en naleving van de KTS-verordening

Eurostat houdt toezicht op de naleving door lidstaten van hetgeen in de KTS-verordening is bepaald ten aanzien van tijdigheid en volledigheid. Tweemaal per jaar wordt voor elk land een uitgebreide nalevingsscore voor alle indicatoren berekend 7 . In het algemeen blijkt uit de resultaten van het toezicht dat er in grote mate aan de verordening wordt voldaan. Op 1 april 2020 bedroeg de gemiddelde score voor de EU-27 9,7 (op 10), waarbij de meeste lidstaten volledig aan de verordening voldeden. De kwaliteit van de KTS-gegevens wordt ontwikkeld op basis van de verschillende kwaliteitsaspecten die in de Praktijkcode Europese statistieken worden beschreven. 8

3.1.Nauwkeurigheid, betrouwbaarheid, coherentie en vergelijkbaarheid

Bij Verordening (EG) nr. 1503/2006 van de Commissie 9 zijn gemeenschappelijke definities voor kortetermijnstatistieken ingevoerd teneinde de coherentie en vergelijkbaarheid van gegevens te waarborgen. Eurostat en de nationale bureaus voor de statistiek werken nauw samen om de grote nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en coherentie van de indicatoren voor kortetermijnstatistieken te handhaven en nog verder te verbeteren. Het door de KTS-verordening geschapen methodologische kader wordt voortdurend verbeterd door middel van overleg met technische deskundigen en speciale thematische taskforces.

Ondanks de uniforme definities hoeven de lidstaten niet exact dezelfde benadering te kiezen voor het samenstellen van statistische gegevens. Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel en teneinde rekening te houden met nationale verschillen zoals grootte, economische structuur en de beschikbaarheid van administratieve gegevens, zijn de lidstaten op grond van de KTS-verordening vrij in hun keuze van de efficiëntste en doeltreffendste manier om gegevens te verzamelen en te verwerken.

Eurostat werkt ook samen met andere internationale organisaties om de vergelijkbaarheid van de gegevens en methodiek buiten de Europese Unie te verbeteren.

3.2.Tijdigheid en punctualiteit

Kortetermijnstatistieken behoren tot de officiële gegevens die als eerste een indicatie van de laatste economische ontwikkelingen geven. De KTS-verordening stelt zeer korte termijnen voor de indiening van nationale gegevens bij Eurostat vast 10 . Tabel 2 geeft een overzicht van de termijnen voor de indiening van gegevens bij Eurostat (derde kolom) en van de streefdatums die zijn vastgesteld door het Economisch en Financieel Comité (EFC) in zijn recentste verslag over informatieverplichtingen in de Europese Monetaire Unie. In de laatste kolom zijn de huidige termijnen voor verspreiding weergegeven (bv. via thematische persberichten en databasepublicaties op internet).

In het algemeen kan de tijdigheid van de kortetermijnstatistieken zeer goed worden genoemd. Vertragingen treden doorgaans alleen op indien de indieningstermijn in een weekend of op een officiële vrije dag valt.

De gebruikers worden door middel van het tijdschema op de Eurostat-website 11 ruim van tevoren geïnformeerd over de datums waarop de persberichten worden bekendgemaakt. In de afgelopen jaren werden alle in het tijdschema vermelde termijnen nagekomen.

Tabel 2: Tijdigheid — dagen tussen het einde van de referentieperiode a) en de indieningstermijn, KTS-verordening, doelstellingen van het Economisch en Financieel Comité (EFC) en daadwerkelijke verspreiding van de eurozone-aggregaten (2020)

IndicatorFrequentieIndieningstermijnen KTS-verordening b)EFC-doelstellingen voor 2020c)Verspreiding van EU-totalen d)
Industriële productieMaandelijks404047
Prijzen van de industriële output, binnenlandse marktenMaandelijks353533
Prijzen van invoer door de industrieMaandelijks454537
Productie bouwnijverheidMaandelijks454550
BouwvergunningenPer kwartaal909092
Omzet van de detailhandelMaandelijks303034
Omzet van (overige) dienstenPer kwartaal606064
Prijzen van verrichte dienstenPer kwartaal909092

a) De referentieperiode is de periode waarvoor statistische resultaten worden verzameld of berekend en waarop deze waarden bijgevolg betrekking hebben. Voor de KTS is dit de maand of het kwartaal.

b) Termijnen voor de indiening van gegevens bij Eurostat overeenkomstig de KTS-verordening; voor kleinere landen gelden mogelijk langere termijnen.

c) Doelstellingen vastgesteld in het voortgangsverslag van 2020 over de uitvoering van de informatieverplichtingen in de EMU van het Economisch en Financieel Comité (EFC).

d) Dagen tussen het einde van de referentieperiode en de verspreiding (bv. persbericht, bekendmaking van gegevens).

3.3.Herzieningen van de indicatoren voor kortetermijnstatistieken

Om aan de korte bekendmakingstermijnen te voldoen, moeten de eerste resultaten van kortetermijnindicatoren gebaseerd zijn op voorlopige, geraamde en onvolledige gegevens. Na de eerste bekendmaking van gegevens worden de enquêteresultaten herzien na toevoeging van de gegevens van respondenten die te laat waren met de aanlevering ervan. Gegevens kunnen echter ook worden herzien om een groot aantal andere redenen, waaronder seizoenscorrecties, benchmarking, nieuwe en/of verbeterde gegevensbronnen en de correctie van fouten of wijzigingen in de gehanteerde methodiek. De omvang van de herzieningen blijft echter doorgaans tamelijk beperkt, vooral op het geaggregeerde EU-niveau en voor de eurozone.

Om de kwaliteit van de eerste resultaten van de vier maandelijks in een persbericht bekendgemaakte indicatoren voor kortetermijnstatistieken te beoordelen, zijn de wijzigingen tussen de eerste en de tweede bekendmaking van maandelijkse groeicijfers geanalyseerd voor 2017, 2018 en 2019.

Voor de eurozone-aggregaten van de vier KTS-indicatoren waarover een persbericht wordt uitgegeven, toont tabel 3 de gemiddelde omvang van herzieningen van groeicijfers tussen de eerste en de tweede bekendmaking een maand later (tweede kolom). Deze is nul of vrijwel nul, hetgeen betekent dat de opwaartse en neerwaartse herzieningen van de groeicijfers elkaar opheffen, d.w.z. dat er geen significante systematische onder- of overschatting van resultaten is.

In absolute termen (derde kolom) variëren de gemiddelde herzieningen van 0,1 voor de prijzen van de industriële output tot 0,4 procentpunten voor de productie in de bouwnijverheid. De verschillen tussen de indicatoren kunnen worden verklaard uit verschillen in de gehanteerde samenstellings- en herzieningsmethoden. De prijzen van de industriële output worden vaak geheel niet herzien, maar productie-indicatoren kunnen nog verschillende jaren na de eerste bekendmaking worden herzien.

Gemiddelde groeicijfers (in absolute cijfers bij de tweede bekendmaking) zijn vermeld in kolom 4. De laatste kolom toont de relatie tussen de herziening van het groeicijfer en het groeicijfer zelf (op het moment van de tweede bekendmaking). Dit cijfer is een nauwkeuriger weergave van de omvang van de herzieningen, aangezien het uitmaakt of een herziening van x procentpunten wordt toegepast op relatief hoge of op relatief lage groeicijfers.

Tabel 3: Omvang van de herziening voor de vier belangrijkste indicatoren voor kortetermijnstatistieken, 2017-19 a)

[zie origineel document voor tabel]

12345
Gemiddelde herziening b)Gemiddelde absolute herziening c)Gemiddelde absolute groeicijfersRelatieve gemiddelde herziening d)
Industriële productie0,00,20,70,2
Industriële outputprijzen, (binnenlandse markten)0,00,10,30,2
Productie bouwnijverheid0,20,40,90,4
Volume van de detailhandel0,10,20,60,4

a) Voor seizoensinvloeden gecorrigeerde groeicijfers van indicatoren voor de eurozone.

b) Verschillen tussen de groeicijfers in de tweede en de eerste bekendmaking, gemiddelde 2017-2019.

c) Verschillen in absolute termen tussen de groeicijfers in de tweede en de eerste bekendmaking, gemiddelde 2017-2019.

d) Verhouding tussen herzieningen (derde kolom) en groeicijfers bij de tweede bekendmaking (vierde kolom) (beide in absolute termen), gemiddelde 2017-2019. Verschillen zijn het gevolg van afrondingsfouten.

In de eerste helft van 2020 leidde de COVID-19-pandemie tot grote uitdagingen voor kortetermijnstatistieken. Als gevolg van de lockdown en andere maatregelen waren bedrijven vaak niet bereikbaar voor het verzamelen van gegevens. De ongekende dalingen en stijgingen van de economische bedrijvigheid maakten ramingen moeilijker. Door de verlenging van de belastingrapportagetermijnen en soortgelijke maatregelen om de lasten voor bedrijven te verlichten, zijn er minder administratieve gegevens voor statistieken beschikbaar. Om de nationale statistische instanties te ondersteunen, organiseerde Eurostat een onlinevergadering om problemen en oplossingen te bespreken en methodologische richtsnoeren te verstrekken over kwesties zoals ramingen en het omgaan met ontbrekende gegevens. Ondanks de moeilijkheden werd de bekendmaking van kortetermijngegevens niet significant verstoord en werden alle bekendmakingstermijnen in acht genomen.

Tabel 4 geeft een overzicht van de herzieningen van de gegevens tussen maart 2020 en juni 2020. Zoals te zien is, zijn de herzieningen in absolute termen gestegen, en is er sprake van een algemene vertekening — die wijst op voorzichtige eerste schattingen toen de KTS-indicatoren tijdens de COVID-19-pandemie sterk daalden — in de eerste bekendmaking, in vergelijking met de tweede. Ten opzichte van het toegenomen absolute mutatietempo van de indicatoren zijn de resultaten van de herzieningen in deze periode zelfs verbeterd.

Tabel 4: Omvang van de herziening voor de vier belangrijkste indicatoren voor kortetermijnstatistieken, maart 2020 – juni 2020 a)

12345
Gemiddelde herziening b)Gemiddelde absolute herziening c)Gemiddelde absolute groeicijfersRelatieve gemiddelde herziening d)
Industriële productie-0,40,410,60,0
Industriële outputprijzen, (binnenlandse markten)-0,20,21,20,1
Productie bouwnijverheid-1,42,416,00,1
Volume van de detailhandel-0,81,811,00,2

a) Voor seizoensinvloeden gecorrigeerde groeicijfers van indicatoren voor de eurozone.

b) Verschillen tussen de groeicijfers in de tweede en de eerste bekendmaking, gemiddelde maart 2020 – juni 2020.

c) Verschillen in absolute termen tussen de groeicijfers in de tweede en de eerste bekendmaking, gemiddelde maart 2020 – juni 2020.

d) Verhouding tussen herzieningen (derde kolom) en groeicijfers bij de tweede bekendmaking (vierde kolom) (beide in absolute termen), gemiddelde maart 2020 – juni 2020. Verschillen zijn het gevolg van afrondingsfouten.

3.4.Toegankelijkheid, duidelijkheid en beschikbaarheid van metagegevens

In het geval van de kortetermijnstatistieken publiceert Eurostat 48 persberichten per jaar, namelijk maandelijkse edities voor vier belangrijke indicatoren (industriële productie, prijzen van de industriële output, productie van de bouwnijverheid en omzet van de detailhandel). In de afgelopen jaren zijn alle persberichten volgens het tijdschema gepubliceerd.

Alle Europese kortetermijnstatistieken zijn beschikbaar op de Eurostat-website; zij kunnen kosteloos worden geraadpleegd. Het gedeelte dat specifiek betrekking heeft op kortetermijnstatistieken 12 biedt toegang tot de volledige database voor kortetermijnstatistieken en tot een aantal vooraf gedefinieerde statistische tabellen. Dit specifieke gedeelte verschaft bovendien informatie over de wettelijke grondslag voor de kortetermijnstatistieken en bevat tal van bekendmakingen over methodieken. Via dit gedeelte kunnen ook metagegevens voor de eurozone-aggregaten en nationale metagegevens in verband met de diverse indicatoren voor kortetermijnstatistieken worden geraadpleegd.

Statistics Explained, een onlineplatform in de wikistijl 13 , geeft toegang tot korte publicaties over alle indicatoren voor kortetermijnstatistieken en vele achtergrondartikelen over methodieken.

4.Huidige kosten voor het statistisch systeem en lasten voor de bedrijven

Het vaststellen van de kosten (voor statistische systemen, om gegevens te verzamelen, te verwerken en te verspreiden) en de lasten (voor ondernemingen om gegevens te verschaffen) met betrekking tot kortetermijnstatistieken is uitzonderlijk lastig gebleken. In overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel hanteren bureaus voor de statistiek verschillende methoden voor het verzamelen en produceren van gegevens. Zo worden bijvoorbeeld verschillende gegevensbronnen gebruikt: sommige landen maken gebruik van gegevens uit enquêtes, andere baseren zich op secundaire administratieve bronnen terwijl weer andere een combinatie van beide hanteren. Ook de enquêtemethoden en de instrumenten voor gegevensverzameling verschillen. Bijgevolg vraagt elke vergelijking tussen lidstaten van geraamde kosten en lasten om de grootst mogelijke voorzichtigheid. Bovendien moete bij het beoordelen van de kosten en lasten voor kortetermijnstatistieken ook de voordelen worden meegewogen, aangezien deze gegevens een belangrijke rol spelen bij andere statistieken (met name nationale rekeningen).

Uit de gegevens uit de lidstaten over de lasten van het verzamelen van deze gegevens blijkt dat een gemiddeld bedrijf ongeveer twintig minuten per maand kwijt is aan de wettelijk verplichte verzameling van productiegegevens (industrie en bouwnijverheid) voor statistische doeleinden, terwijl het verstrekken van omzetgegevens minder moeite kost (vijf tot tien minuten per maand) en het aanleveren van prijsgegevens ongeveer vijftien minuten per maand in beslag neemt. Deze cijfers zijn echter slechts ruwe indicaties aangezien de verschillen tussen de lidstaten sterk uiteenlopen.

5.Toekomstige ontwikkelingen in de kortetermijnstatistieken

In de afgelopen twintig jaar is het aandeel van de dienstensector (met uitzondering van bank- en verzekeringsdiensten) toegenomen van 43,0 % tot 47,6 % 14 . Om dit toegenomen belang van de dienstensector op adequate wijze weer te geven in de kortetermijnstatistieken heeft Eurostat, in samenwerking met de lidstaten en na intensief overleg met belangrijke gebruikers, een voorstel gedaan voor een aanzienlijke uitbreiding en verbetering van de wetgevingsgrondslag voor kortetermijnstatistieken, zodat de dienstensectoren beter worden bestreken.

De nieuwe vereisten voor kortetermijnbedrijfsstatistieken maken deel uit van Verordening (EU) 2019/2152 en Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1197 van de Commissie 15 .

In het verlengde van Verordening (EU) 2019/2152 omvat de verzameling indicatoren voor kortetermijnstatistieken met name ook een productie-indicator (volume-indicator) voor de dienstensector (met uitsluiting van financiële diensten en overheidsdiensten), met ingang van januari 2021. Bovendien zal het toepassingsgebied binnen de dienstensector waarop de verschillende indicatoren voor kortetermijnstatistieken van toepassing zijn, worden uitgebreid. Voor de nieuwe indicator “productie dienstensector” zal een maandelijkse referentieperiode gelden en deze indicator moet zestig dagen na de referentieperiode beschikbaar zijn. Behalve dat de dienstensector beter wordt vertegenwoordigd in de kortetermijnstatistieken, zullen de kortetermijnstatistieken ook in een aantal andere opzichten gestroomlijnd en meer geharmoniseerd worden, bv. ten aanzien van de indieningstermijnen, het gebruik van statistische eenheden en de definitie van de grootteklassen van landen. Alle wijzigingen zullen van toepassing zijn vanaf de referentieperiode januari 2021 of het eerste kwartaal van 2021.

De wijzigingen zullen waarborgen dat trends op het gebied van conjunctuurcycli aan de hand van kortetermijnstatistieken correct en adequaat kunnen worden gemeten in een snel veranderend economisch landschap.

Overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EU) 2019/2152 wordt de KTS-verordening met ingang van 1 januari 2024 ingetrokken.


(1) PB L 162 van 5.6.1998, blz. 1.
(2) COM(2003) 36 definitief van 29.1.2003; COM(2008) 340 definitief van 9.6.2008; COM(2011) 329 definitief van 8.6.2011; COM(2014) 381 final van 26.6.2014; en COM(2017) 411 final van 2.8.2017.
(3)

Verordening (EU) 2019/2152 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende Europese bedrijfsstatistieken en tot intrekking van tien rechtshandelingen op het gebied van bedrijfsstatistieken (PB L 327 van 17.12.2019, blz. 1).

(4) De oorspronkelijke lijst van VEEI’s is opgesteld in 2002 (Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over statistieken betreffende de eurozone, COM(2002) 661 definitief van 27.11.2002).
(5) https://ec.europa.eu/eurostat/web/economic-globalisation/early-warning-system (beschikbaar in het Engels, Frans en Duits).
(6) www.esrb.europa.eu/home/html/index.nl">https://www.esrb.europa.eu/home/html/index.nl
(7) De nalevingsbeoordeling is gericht op de volledigheid en tijdigheid van de nationale gegevensleveringen. Er wordt een score berekend afhankelijk van de vraag of de gegevens volledig conform zijn, vrijwel volledig overeenstemmen met ontbrekende kleine elementen, gedeeltelijk conform zijn of grotendeels onvolledig zijn.
(8) De praktijkcode Europese statistieken is beschikbaar op: ec.europa.eu/eurostat/web/quality (beschikbaar in het Engels, Frans en Duits).
(9) Verordening (EG) nr. 1503/2006 van de Commissie van 28 september 2006 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad inzake kortetermijnstatistieken, wat de definitie van variabelen, de lijst van variabelen en de frequentie van de samenstelling van de gegevens betreft (PB L 281 van 12.10.2006, blz. 15).
(10)

De oorspronkelijke termijnen van Verordening (EG) nr. 1165/98 zijn verder verkort bij Verordening (EG) nr. 1158/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad wat kortetermijnstatistieken betreft (PB L 191 van 22.7.2005, blz. 1).

(11) Het tijdschema is te vinden op: ec.europa.eu/eurostat/web (uitsluitend beschikbaar in het Engels, Frans en Duits).
(12) ec.europa.eu/eurostat/web (uitsluitend beschikbaar in het Engels, Frans en Duits).
(13) ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained (uitsluitend beschikbaar in het Engels).
(14) Kettingindexgegevens volume bruto toegevoegde waarde van de EU-27, Eurostat, nationale rekeningen, eigen berekeningen.
(15) Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1197 van de Commissie van 30 juli 2020 tot vaststelling van technische specificaties en regelingen overeenkomstig Verordening (EU) 2019/2152 van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese bedrijfsstatistieken en tot intrekking van tien rechtshandelingen op het gebied van bedrijfsstatistieken (PB L 271 van 18.8.2020).