Toelichting bij COM(2021)67 - Uitvoering van Verordening 295/2008 betreffende structurele bedrijfsstatistieken

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

4.

Brussel, 18.2.2021


COM(2021) 67 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 295/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende structurele bedrijfsstatistieken


5.

Inhoud


1.

Inleiding



6.

1.1.Verordening betreffende structurele bedrijfsstatistieken


7.

1.2.Inhoud van de belangrijkste gegevensreeksen


8.

1.3.Toegankelijkheid en publicatie van structurele bedrijfsstatistieken


2.

Doel


MATIGHEID VAN VERORDENING (EG) NR. 251/2009 EN RELEVANTIE VAN GEGEVENSREEKSEN

9.

2.1.Beschikbaarheid en volledigheid van gegevens


10.

2.2.Vertrouwelijkheidsregels en de toepassing ervan


11.

3. COHERENTIE EN VERGELIJKBAARHEID


12.

3.1.Coherentie


13.

3.2.Vergelijkbaarheid


14.

4. TERMIJNEN VOOR HET VERSCHAFFEN VAN GEGEVENS


15.

5. TOEGANKELIJKHEID EN DUIDELIJKHEID


16.

6. NALEVING VAN DE SBS-VERORDENING


17.

7. BELASTING VOOR DE ONDERNEMINGEN


18.

8. INGEVOERDE EN VOORGENOMEN WIJZIGINGEN VAN DE STATISTISCHE BEDRIJFSSTATISTIEKEN


19.

8.1.INTEGRATIE VAN DE PRODUCTIE VAN STRUCTURELE BEDRIJFSSTATISTIEKEN MET DE ANDERE DOMEINEN VAN BEDRIJFSSTATISTIEKEN


20.

8.2.DE TOEPASSING VAN DE ONDERNEMING ALS STATISTISCHE EENHEID IN DE STRUCTURELE BEDRIJFSSTATISTIEKEN



1.INLEIDING

1.1.Verordening betreffende structurele bedrijfsstatistieken

Uit hoofde van artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 295/2008 betreffende structurele bedrijfsstatistieken 1 (hierna “de SBS-verordening” genoemd) dient de Commissie “voor 29 april 2011 en vervolgens eens in de drie jaar, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de krachtens deze verordening opgestelde statistieken en in het bijzonder over de kwaliteit van die statistieken en over de lasten voor het bedrijfsleven”. Dit verslag is een vervolg op het verslag van april 2017 2 .

Dit verslag bevat een overzicht van de voortgang bij de uitvoering van de SBS-verordening betreffende structurele bedrijfsstatistieken voor:

·diensten,

·industrie,

·handel,

·bouwnijverheid,

·zakelijke dienstverlening, en

·bedrijvendemografie.


Het verslag verschaft informatie over de maatregelen die de Commissie heeft genomen om te waarborgen dat structurele bedrijfsstatistieken van goede kwaliteit beschikbaar worden gesteld en over de uitvoering van de SBS-verordening door de lidstaten. Het verschaft ook informatie over de maatregelen die Eurostat heeft genomen om structurele bedrijfsstatistieken relevanter te maken en de lasten voor bedrijven te verminderen. Het verslag bevat structurele bedrijfsstatistieken die door de lidstaten zijn ingediend voor het referentiejaar 2016; daarom is het Verenigd Koninkrijk er ook in meegenomen.

1.2.Inhoud van de belangrijkste gegevensreeksen

Structurele bedrijfsstatistieken geven een uitgebreid beeld van de structuur, de ontwikkeling en de kenmerken van het Europese bedrijfsleven als geheel en verschillende sectoren ervan en leveren een belangrijke bijdrage op verscheidene andere gebieden, zoals nationale rekeningen, kortetermijnstatistieken en ondernemingsregisters.

In het algemeen omvatten deze gegevens alle marktsectoren, met uitzondering van de landbouwsector en persoonlijke diensten. Er worden gegevens verzameld over de volgende variabelen:

·outputgerelateerde variabelen (zoals omzet en toegevoegde waarde);

·inputgerelateerde variabelen met betrekking tot input van arbeid (bv. aantal werkzame personen en aantal gewerkte uren), input van goederen en diensten (zoals de totale inkoop) en kapitaalinput (zoals investeringen in materiële goederen), en

·variabelen met betrekking tot de bedrijvendemografie (bv. aantal actieve bedrijven, aantal nieuw opgerichte bedrijven, aantal gesloten bedrijven).

Aanvullend worden van voornoemde variabelen verscheidene andere belangrijke indicatoren afgeleid in de vorm van ratio’s van bepaalde monetaire variabelen of per capita waarden.

Alle lidstaten dienen overeenkomstig de vereisten van Verordening (EG) nr. 251/2009 van de Commissie verscheidene gegevensreeksen in 3 . De belangrijkste gegevensreeksen zijn:

·jaarlijkse bedrijfsstatistieken (alle kenmerken worden ingediend per land en uitgesplitst op NACE Rev. 2 4 -klasseniveau (vier cijfers));

·jaarlijkse bedrijfsstatistieken naar grootteklasse (alle kenmerken naar land en uitgesplitst op NACE Rev. 2-grootteniveau (drie cijfers), waarbij de grootteklasse wordt bepaald door het aantal werkzame personen);

·jaarlijkse regionale statistieken (vier kenmerken naar NUTS-2-regio en uitgesplitst op NACE Rev. 2-afdelingsniveau (twee cijfers)); en

·demografische statistieken naar rechtsvorm of naar aantal werknemers (de kenmerken naar land en uitgesplitst op NACE Rev. 2-klasseniveau (vier cijfers)).

De meeste gegevens worden door nationale bureaus voor de statistiek verzameld door middel van statistische enquêtes, op basis van ondernemingsregisters, dan wel uit administratieve bronnen. De lidstaten passen, afhankelijk van de gegevensbron, verschillende statistische methoden toe, zoals berekening van de brutowaarde, schatting op basis van modellen of diverse vormen van toerekening, om de kwaliteit van de geproduceerde structurele bedrijfsstatistieken te waarborgen.

Alle van de lidstaten ontvangen gegevens worden gecontroleerd op kwaliteit voordat ze worden bekendgemaakt op de website van Eurostat.

1.3.Toegankelijkheid en publicatie van structurele bedrijfsstatistieken

Alle door de lidstaten verschafte gegevens voor het referentiejaar 2016, samen met de EU-aggregaten, zijn sinds december 2018 vrij beschikbaar op de website van Eurostat. De structurele bedrijfsstatistieken voor het referentiejaar 2017 zijn sinds december 2019 beschikbaar. De gegevens kunnen in de databank worden geraadpleegd onder “Structural business statistics (SBS)” 5 . Het gedeelte met statistische bedrijfsstatistieken is op de website van Eurostat eenvoudig te vinden onder de kop “Industry, trade and services” of via de zoekfunctie 6 .

Structurele bedrijfsstatistieken worden ook in veel andere publicaties gebruikt, bijvoorbeeld in de cohesieverslagen 7 en in het regionale jaarboek van Eurostat 8 .

<

3.

Doel


MATIGHEID VAN VERORDENING (EG) NR. 251/2009 EN RELEVANTIE VAN GEGEVENSREEKSEN

2.1.Beschikbaarheid en volledigheid van gegevens

Uit de tabellen 1 en 2 hieronder blijkt dat de lidstaten over het algemeen volledige gegevensreeksen leveren voor alle SBS-modulen. Landen worden aangemerkt als “groot”, “middelgroot” of “klein” op basis van hun aandeel in de totale toegevoegde waarde in de economie van bedrijfsactiviteiten in de EU 9 .

Rekening houdend met alle gegevens die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 295/2008 bij Eurostat moeten worden ingediend, is 98,5 % van de structurele bedrijfsstatistieken (beschikbaarheidspercentage) voor diensten, industrie, handel, bouwnijverheid en zakelijke dienstverlening geproduceerd voor het referentiejaar 2016, terwijl het beschikbaarheidspercentage 99,1 % voor bedrijvendemografie bedroeg. De percentages zijn een verbetering ten opzichte van de situatie die werd beschreven in het vorige verslag aan het Europees Parlement en de Raad. De toename van het aantal verzonden cellen kan worden verklaard door het feit dat landen voortdurend inspanningen leveren om de levering van alle vereiste gegevens te verbeteren.

De beschikbaarheidspercentages zijn berekend op basis van de eerste ontvangen versie van de gegevens. Aangezien een deel van de ontbrekende gegevens in een latere versie werd verzonden, geven ze voor sommige landen niet de definitieve cijfers weer. Naast vertragingen kan er bij sommige landen ook sprake zijn van ontbrekende gegevens vanwege redenen zoals een gebrek aan gegevensbronnen die kunnen voorzien in de vereiste gegevens voor sommige variabelen.

Uit de tabellen 1 en 2 blijkt bovendien dat de beschikbaarheid van structurele bedrijfsstatistieken op de website van Eurostat echter afhankelijk was van het feit dat sommige gegevens, met name van kleine landen, vertrouwelijk zijn.

Tabel 1: Beschikbaarheid en vertrouwelijkheid van definitieve gegevens voor diensten, industrie, handel, bouwnijverheid en zakelijke diensten, NACE Rev. 2, 2016

[zie origineel document voor tabel]

LandenTotaal ingediende cellen in % van het aantal krachtens de SBS-verordening vereiste cellen (beschikbaarheidspercentage)Niet-gepubliceerde vertrouwelijke cellen in % van het totale aantal toegezonden cellen (beschikbaarheidspercentage)
Grote landen96,710,1
Middelgrote landen98,216,0
Kleine landen99,520,4
ALLE98,516,8


Tabel 2: Beschikbaarheid en vertrouwelijkheid van definitieve gegevens voor bedrijvendemografie, NACE Rev. 2, 2016

[zie origineel document voor tabel]

LandenTotaal toegezonden cellen in % van het aantal krachtens de SBS-verordening vereiste cellen (beschikbaarheidspercentage)Niet-gepubliceerde vertrouwelijke cellen in % van toegezonden cellen (beschikbaarheidspercentage)
Grote landen100,04,2
Middelgrote landen97,914,1
Kleine landen100,013,6
ALLE99,112,5


2.2.Vertrouwelijkheidsregels en de toepassing ervan

Aangezien structurele bedrijfsstatistieken worden uitgesplitst naar een relatief gedetailleerd activiteitenniveau, moeten veel cellen op landenniveau worden beschermd om geen vertrouwelijke informatie vrij te geven. De lidstaten hebben verschillende vertrouwelijkheidsregels ingevoerd om te voorkomen dat er gegevens worden vrijgegeven die betrekking hebben op een enkele onderneming. De lidstaten beschermen doorgaans gegevens die betrekking hebben op een klein aantal ondernemingen en cijfers en die worden gedomineerd door een of twee reagerende ondernemingen. De vertrouwelijkheidsregels op nationaal niveau zijn nog niet volledig geharmoniseerd. De tabellen 1 en 2 laten zien in hoeverre vertrouwelijkheidsregels van invloed zijn op de beschikbaarheid van gegevens op het niveau van de lidstaten. De percentages gegevens die werden aangemerkt als vertrouwelijk liepen uiteen van 4,2 % tot 14,1 %, waarbij in het algemeen hogere percentages werden geconstateerd bij de middelgrote en kleine landen als gevolg van voornoemde regels.

Naast de vertrouwelijkheidsregels die op nationaal niveau worden toegepast, zijn sommige gegevens op geaggregeerd EU-niveau niet openbaar gemaakt om de vertrouwelijke gegevens van landen te beschermen. Uit tabel 3 blijkt dat dit 9,7 % van de EU-aggregaten voor structurele bedrijfsstatistieken voor referentiejaar 2016 betrof en 12,5 % voor bedrijvendemografie.

Tabel 3: Vertrouwelijkheid van de belangrijkste variabelen in de jaarlijkse bedrijfsstatistieken waarvoor EU-aggregaten zijn bekendgemaakt op alle NACE Rev. 2-niveaus, 2016

[zie origineel document voor tabel]

SBS-gebiedTotaal aantal gegevenscellenAantal vertrouwelijke gegevenscellenVertrouwelijke gegevens (%)
Diensten5 35362011,6
Industrie8 2188129,9
Handel2 1041044,9
Bouwnijverheid718496,8
Totaal (diensten, industrie, handel en bouwnijverheid)16 3931 5859,7
Bedrijvendemografie26 1113 26812,5


3.COHERENTIE EN VERGELIJKBAARHEID

Afstemming en integratie van gegevens ondersteunen de harmonisatie van economische en aanverwante statistieken, vergemakkelijken de aggregatie en vergelijking tussen ongelijksoortige gegevensreeksen en bevorderen de opstelling van samenhangende macro-economische statistieken zoals nationale rekeningen. In dit verband worden de lidstaten verzocht om te rapporteren in hoeverre de verschillende gegevensverzamelingen vergelijkbaar en samenhangend zijn en in verhouding tot elkaar kunnen worden bekeken.

3.1.Coherentie

Coherentie is de mate waarin gegevens uit verschillende bronnen kunnen worden gecombineerd. Gegevens over structurele bedrijfsstatistieken zijn te vinden in de volgende aanverwante domeinen: ondernemingsregisters, industriële productie van goederen, nationale rekeningen en kortetermijnstatistieken.

In deze gegevensverzamelingen zijn tegenstrijdigheden met betrekking tot structurele bedrijfsstatistieken onderzocht. Hoewel sommige variabelen uniek zijn voor het domein van structurele bedrijfsstatistieken, kunnen andere vergelijkbaar zijn met de resultaten van deze statistische bronnen. Er kan om een aantal redenen sprake zijn van kleine verschillen, zoals verschillen in onderzoeksstrategie, toegepaste drempelmethodologie en omvang van de steekproef, maar de kwaliteit van de structurele bedrijfsstatistieken is erg goed, waardoor ze ook in combinatie met andere gegevensbronnen kunnen worden gebruikt. De uniformiteit tussen landen en van belangrijke maatregelen of variabelen wordt bevestigd door het gebruik van gemeenschappelijke definities, normen en classificaties.

De samenhang tussen structurele bedrijfsstatistieken en andere domeinen van bedrijfsstatistieken zal verder worden verbeterd door de invoering van het Europese kader voor bedrijfsstatistieken. Een geïntegreerd statistisch productiesysteem voor bedrijfsstatistieken zal ook bijdragen tot de algehele samenhang van economische statistieken.

3.2.Vergelijkbaarheid

Structurele bedrijfsstatistieken zijn over een zeker tijdsverloop en tussen landen vergelijkbaar. Met de invoering van NACE Rev. 2 is voor referentiejaar 2008 een wijziging in de NACE-classificatie tot stand gebracht. De gegevens voor structurele bedrijfsstatistieken vanaf 2008 zijn dan ook vergelijkbaar voor alle referentiejaren.

Eurostat controleert regelmatig de toepassing van concepten, definities en de rapportagevereisten in Verordening (EG) nr. 295/2008 om ervoor te zorgen dat de gegevens vergelijkbaar zijn tussen de landen. De harmonisatie en vergelijkbaarheid van structurele bedrijfsstatistieken in het Europese statistische systeem worden ook gecoördineerd via de werkgroepen structurele bedrijfsstatistieken en bedrijvendemografie en via vergaderingen van de groep directeuren bedrijfsstatistiek. Deze groepen bespraken en verstrekten veel richtlijnen over een breed scala aan kwesties met betrekking tot de uitvoering van de SBS-verordening om ervoor te zorgen dat de door de lidstaten verstrekte gegevens van goede kwaliteit en vergelijkbaar zijn.

4.TERMIJNEN VOOR HET VERSCHAFFEN VAN GEGEVENS

In de SBS-verordening zijn de volgende termijnen vastgesteld waarbinnen de lidstaten gegevens voor het referentiejaar moeten verschaffen:

·10 maanden na afloop van het jaar voor voorlopige statistieken over diensten, industrie, handel en bouwnijverheid; en

·18 maanden na afloop van het jaar voor definitieve gegevens over alle sectoren.


Voor de referentiejaren 2016 en 2017 verschaften de meeste landen hun gegevens voor alle SBS-gebieden op tijd.

5.TOEGANKELIJKHEID EN DUIDELIJKHEID

Alle structurele bedrijfsstatistieken zijn gratis beschikbaar op de website van Eurostat, onder “Industry, trade and services”, samen met een gedetailleerde uitleg van methodologische kwesties die voor de gebruikers van belang kunnen zijn 10 . Nationale metadata zijn beschikbaar in de bijlagen van de metadata van Eurostat 11 .

6.NALEVING VAN DE SBS-VERORDENING

De naleving van de SBS-verordening in 2016 door de lidstaten wordt beoordeeld op basis van de volledigheid van de ingediende gegevens, het aantal ontvangen versies vóór de bekendmaking van de definitieve gegevens en de vraag of de gegevens binnen de gestelde termijnen zijn ingediend.

Wat de naleving betreft, zijn de landen (EU-28, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen) in vier categorieën onderverdeeld:

·ZG = Zeer goede naleving: met kleine uitzonderingen werden alle vereiste gegevens tijdig ingediend (scores van 90 % of hoger).

·G = Goede naleving: er ontbraken enkele elementen of er zijn kleine vertragingen bij de indiening van de gegevens (scores van 70 tot en met 89 %).

·M = Matig: de gegevens waren gedeeltelijk beschikbaar, maar belangrijke onderdelen van de vereiste informatie ontbraken of termijnen werden overschreden (scores van 10 tot en met 69 %).

·N = Niet nageleefd: een groot deel van de gegevens ontbrak of er was veel vertraging bij de indiening van de gegevens (scores van minder dan 10 %).


Over het algemeen zijn de nalevingsniveaus in de meeste lidstaten “goed” tot “zeer goed”. Vijfentwintig landen hebben een zeer goed nalevingsniveau. Vijf andere landen hebben een goed nalevingsniveau en één land voldoet gedeeltelijk. In vergelijking met het referentiejaar 2015 hebben twaalf landen hun algehele nalevingsscore verbeterd; elf landen hadden dezelfde nalevingsscore.

Eurostat dient regelmatig een nalevingsverslag in bij de werkgroep structurele bedrijfsstatistieken, met als doel kwaliteitsaspecten vast te stellen waarop een potentiële lidstaat vooruitgang moet boeken om een ​​maximale naleving van de SBS-verordening te bereiken en om de samenhang, relevantie, tijdigheid, toegankelijkheid en vergelijkbaarheid van de gegevens te garanderen.

Bovendien heeft Eurostat een hulpmiddel voor gegevensvalidatie ontwikkeld waarmee de lidstaten vóór verzending naar Eurostat de nauwkeurigheid en vertrouwelijkheid van hun gegevens kunnen controleren. De overgrote meerderheid van de lidstaten maakt gebruik van dit instrument voor validatie. Het instrument heeft bijgedragen tot een vermindering van het aantal versies en tot een verbetering van de kwaliteit van de door de lidstaten verstrekte gegevens.

7.BELASTING VOOR DE ONDERNEMINGEN

De lidstaten hebben hun gegevensverzamelingsprocessen voortdurend verbeterd om de lasten voor ondernemingen te verminderen. Reeds in 2016 maakten 26 van de 31 landen gebruik van steekproefenquêtes in combinatie met administratieve gegevens bij het verzamelen van gegevens. Zo werden in de meeste landen alle grotere ondernemingen — boven een branchespecifieke werkgelegenheidsdrempel — in de enquête opgenomen, terwijl kleinere ondernemingen werden geselecteerd als onderdeel van een steekproef.

In veel lidstaten is er een sterke en toenemende focus op het ontwikkelen van samenhangende en goed onderbouwde strategieën, zodat administratieve gegevensbronnen ten volle kunnen worden benut in de statistische processen. De nationale bureaus voor de statistiek zijn vaak betrokken bij het ontwerp van administratieve gegevens om administratieve gegevens beter geschikt te maken voor statistische doeleinden. In een aanzienlijk aantal gevallen hebben landen schattingen gebruikt of enquêtegegevens aangevuld met administratieve gegevens om de relevante indicatoren voor structurele bedrijfsstatistieken vast te stellen.

8.INGEVOERDE EN VOORGENOMEN WIJZIGINGEN VAN DE STATISTISCHE BEDRIJFSSTATISTIEKEN

8.1.INTEGRATIE VAN DE PRODUCTIE VAN STRUCTURELE BEDRIJFSSTATISTIEKEN MET DE ANDERE DOMEINEN VAN BEDRIJFSSTATISTIEKEN

Bij Verordening (EU) 2019/2152 is een transversaal rechtskader voor Europese bedrijfsstatistieken ontwikkeld 12 voor de ontwikkeling, productie en verspreiding ervan en zijn tien bestaande rechtshandelingen op het gebied van handels- en bedrijfsstatistieken vervangen, waaronder Verordening (EG) nr. 295/2008, met ingang van 1 januari 2021.

Het omvat statistische vereisten zoals de structuur, economische activiteiten en prestaties van Europese bedrijven, hun onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatieactiviteiten en hun ICT-gebruik, hun aanwezigheid op het gebied van elektronische handel (e-handel) en wereldwijde waardeketens.

De goedkeuring van Verordening (EU) 2019/2152 in 2019 was een belangrijke stap richting een meer geïntegreerd systeem van Europese bedrijfsstatistieken. Het wetgevende werk wordt nog steeds voortgezet met de voorbereiding van de nodige technische uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen.

De eerste voorlopige structurele bedrijfsstatistieken zullen volgens de nieuwe gegevensvereisten worden verzonden in oktober 2022. Voor het domein structurele bedrijfsstatistieken zal Verordening (EU) 2019/2152 belangrijke wijzigingen 13 teweegbrengen, zoals een bredere meting van de economische sectoren, een betere dekking van de dienstensector, een beter geïntegreerde gegevensverzameling en gegevensverwerking tussen sectoren en domeinen, verschillende vereenvoudigende maatregelen voor gegevensvereisten om onnodige statistische lasten voor respondenten te verminderen en tot veel beter vergelijkbare, relevante, uniforme en samenhangende gegevens te komen.

8.2.DE TOEPASSING VAN DE ONDERNEMING ALS STATISTISCHE EENHEID IN DE STRUCTURELE BEDRIJFSSTATISTIEKEN

Met betrekking tot structurele bedrijfsstatistieken is de statistische eenheid de “onderneming” zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 696/93. Voor referentiejaar 2016 verschilde de uitvoering ervan echter nog tussen de landen.

Een onnauwkeurige identificatie van de statistische eenheid kan leiden tot een afwijking van de doelstelling om vergelijkbare en relevante statistische cijfers te produceren. Wat de samenhang en uniformiteit van het Europees statistisch systeem betreft, zijn statistische gegevens niet vergelijkbaar in een statistisch domein wanneer in verschillende EU-landen verschillende statistische eenheden worden gebruikt. Alle lidstaten zijn zich bewust van deze beperking en hebben zich ertoe verbonden om tegen referentiejaar 2018 nationale actieplannen op te stellen om de definitie van onderneming voor structurele bedrijfsstatistieken in te voeren. Ondertussen sponsorde Eurostat een meerjarenproject dat leidde tot een reeks aanbevelingen over hoe deze taak moest worden uitgevoerd.


(1) Verordening (EG) nr. 295/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 betreffende structurele bedrijfsstatistieken (herschikking) (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 13).
(2) COM(2014) 243 final.
(3)

Verordening (EG) nr. 251/2009 van de Commissie van 11 maart 2009 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 295/2008 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft reeksen gegevens die moeten worden geproduceerd voor de structurele bedrijfsstatistieken en de aanpassingen die nodig zijn na de herziening van de statistische classificatie van producten, gekoppeld aan de economische activiteiten (CPA), PB L 86 van 31.3.2009, blz. 170.

(4) Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden, (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).
(5) ec.europa.eu/eurostat/web (uitsluitend beschikbaar in het Engels, Frans en Duits).
(6) ec.europa.eu/eurostat (uitsluitend beschikbaar in het Engels, Frans en Duits).
(7) https://ec.europa.eu/regional_policy/sources/docoffic/official/reports/cohesion7/7cr.pdf
(8) https://ec.europa.eu/eurostat/documents/3217494/11348978/KS-HA-20-001-EN-N.pdf/f1ac43ea-cb38-3ffb-ce1f-f0255876b670 en online op
https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/Eurostat_regional_yearbook
(9) Om de lasten voor het bedrijfsleven en de kosten voor de nationale bureaus voor de statistiek te minimaliseren, kunnen de lidstaten gegevens die alleen worden gebruikt als bijdrage aan Europese totalen (CETO) van een CETO-markeringsteken voorzien. Eurostat maakt dergelijke gegevens niet bekend en ze worden niet gemarkeerd als CETO wanneer de lidstaten ze als nationale gegevens publiceren. Het gebruik van de aanduiding CETO is als volgt afhankelijk van het aandeel van de lidstaat in de totale toegevoegde waarde in de economie van bedrijfsactiviteiten:grote landen: DE, FR, IT, UK;middelgrote landen: BE, DK, ES, GR, IE, NL, AT, PL, PT, FI, SE, NO; enkleine landen: BG, CZ, EE, HR, CY, LV, LT, LU, HU, MT, RO, SI, SK.
(10) https://ec.europa.eu/eurostat/web/structural-business-statistics/overview
(11) https://ec.europa.eu/eurostat/cache/metadata/en/sbs_esms.htm
(12) Europese bedrijfsstatistieken, tot intrekking van 10 rechtshandelingen op het gebied van bedrijfsstatistieken (

21.

PB L 327 van 17.12.2019, blz. 1). Verordening (EU) nr. 2019/2152 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende

(13) https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php?title=European_business_statistics_manual_-_data_requirements#cite_note-1