Toelichting bij COM(2020)962 - Gewijzigde begroting nr. 10 bij de begroting 2020 Verhoging van betalingskredieten overeenkomstig de geactualiseerde ramingen van de uitgaven en andere aanpassingen van de uitgaven en ontvangsten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.Inleiding

Het doel van het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 10 voor het jaar 2020 is drieledig:

§verhogen van het niveau van de betalingskredieten in overeenstemming met de geactualiseerde raming, rekening houdend met de herschikkingen die zijn voorgesteld in het kader van de “algemene overschrijving” (DEC 16/2020, begin oktober voorgelegd aan het Parlement en de Raad);

§aanpassen van de ontvangstenzijde om rekening te houden met de gevolgen van wisselkoersverschillen en extra geïnde boetes; en

§in de begroting opnemen van verdere, beperktere aanpassingen van de uitgaven. Deze hebben betrekking op het niveau van de kredieten van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en een aantal gedecentraliseerde agentschappen (ESMA, EIOPA, EBA en ELA).

De totale gevraagde verhoging van de betalingskredieten (1 569,3 miljoen EUR) betreft de rubrieken 1a “Concurrentievermogen voor groei en banen”, 1b “Economische, sociale en territoriale samenhang”, 2 “Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen” en 4 “Europa als wereldspeler”.

De verhoging van de vastleggingskredieten in rubriek 2 wordt enigszins gecompenseerd door besparingen in de agentschappen van rubriek 1a, hetgeen resulteert in een totale verhoging van de vastleggingen met 36,4 miljoen EUR.

Het algemene effect aan de ontvangstenzijde is een daling van de overige ontvangsten met 588 miljoen EUR, gecompenseerd door een overeenkomstige verhoging van de bni-bijdragen.

2.Extra behoeften aan betalingskredieten

De “algemene overschrijving” is een jaarlijkse procedure die op Commissieniveau wordt georganiseerd: alle directoraten-generaal en diensten worden verzocht begin september hun respectieve uitvoering van de lopende begroting tot het einde van het betrokken jaar te evalueren. Doel ervan is ervoor te zorgen dat de begroting wat betreft betalingskredieten aan het eind van het jaar zo veel mogelijk wordt uitgevoerd door extra behoeften in evenwicht te brengen met de verwachte onderbesteding. Daartoe wordt jaarlijks begin oktober een ad-hocverzoek om overschrijving (overeenkomstig artikel 31 van het Financieel Reglement) ingediend bij het Parlement en de Raad.

OGB nr. 8 voor het jaar 2020 dat eind augustus door de Commissie werd ingediend, werd losgekoppeld van de “algemene-overschrijvingsprocedure” en omvatte alleen verzoeken die dringende maatregelen van de Unie behoefden. OGB nr. 8, waarin een aanzienlijk verzoek om extra betalingskredieten (d.w.z. 6 190 miljoen EUR) werd gedaan, was derhalve uitsluitend gericht op twee specifieke elementen: voorzien in aanvullende betalingskredieten (i) voor het instrument voor noodhulp (ESI) ter financiering van de COVID-19-vaccinatiestrategie en (ii) voor cohesie na de goedkeuring van het corona-investeringsinitiatief plus (CRII+) 11 .

Naast de in OGB nr. 8 opgenomen verzoeken resulteerde de algemene overschrijving 2020 in extra brutobetalingsbehoeften van 2 125,2 miljoen EUR, die slechts gedeeltelijk werden gecompenseerd door een verwachte onderbesteding van 595,4 miljoen EUR. De in dit OGB nr. 10 gevraagde extra betalingen zijn bedoeld om het verschil van 1 529,8 miljoen EUR weg te werken, zoals beschreven in de secties 2.1 tot en met 2.4.

2.1.Concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

Als gevolg van de COVID-19-crisis ondervonden veel kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) in de Unie een plotseling gebrek aan liquiditeit. Zoals aangekondigd in de mededeling 12 van 13 maart 2020 over de gecoördineerde economische respons op de COVID-19-crisis, heeft de Commissie besloten 1 miljard EUR van het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) over te hevelen naar bestaande garantiefaciliteiten. In het kader van dit initiatief werd de leninggarantiefaciliteit van Cosme versterkt met 714 miljoen EUR om banken te stimuleren liquiditeitsfinanciering te verstrekken aan bedrijven met als doel ten minste 100 000 Europese bedrijven te helpen toegang te krijgen tot ongeveer 8 miljard EUR aan financiering.

De uitvoerende partner, het Europees Investeringsfonds (EIF), publiceerde een herziene oproep tot het indienen van blijken van belangstelling voor financiële intermediairs om een aanvraag in te dienen voor de specifieke COVID-maatregel, die eind mei van dit jaar met succes werd afgesloten. Deze verhoging leidt tot een grotere behoefte aan betalingskredieten, aangezien liquiditeitsbehoeften van het EIF eerst moeten worden betaald via de leninggarantiefaciliteit van Cosme (de eersteverliestranche) voordat in het kader van het EFSI cash-calls plaatsvinden (de tweedeverliestranche).

Deze onvoorziene behoeften worden gedeeltelijk gedekt door interne herschikkingen, maar er zijn aanvullende betalingskredieten ten belope van 93,8 miljoen EUR nodig om de Europese Commissie in staat te stellen haar contractuele verplichtingen jegens het EIF na te komen.

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
02 02 02Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld-93 800 000
Totaal 093 800 000

2.2.Connecting Europe Facility (CEF) — CF bijdrage

De uitvoering van het onderdeel cohesie van de Connecting Europe facility – vervoer (CEF-CF) verloopt sneller dan verwacht en de betalingsbehoeften voor de rest van het jaar overschrijden de momenteel beschikbare middelen.

De begunstigden zijn verplicht om elke twee jaar een aanvraag voor tussentijdse betaling in te dienen en hebben de mogelijkheid om elk jaar een “vrijwillige” tussentijdse betalingsaanvraag in te dienen. In 2020 maakten verschillende grote begunstigden gebruik van deze flexibiliteit en dienden zij meer tussentijdse betalingsaanvragen in dan de voorgaande jaren gemiddeld werd waargenomen. Dit hoge uitvoeringstempo was aanvankelijk niet voorzien in de begroting 2020 en is de belangrijkste reden voor de toegenomen betalingsbehoeften.

De Commissie heeft per actie een diepgaande analyse uitgevoerd van de betalingsbehoeften en de momenteel beschikbare begrotingsmiddelen, rekening houdend met een herschikking van de beschikbare betalingskredieten binnen het hoofdstuk CEF-Vervoer, en is van mening dat een verhoging van de betalingskredieten met 100 miljoen EUR nodig is om de betalingstermijnen na te leven en aan alle wettelijke verplichtingen te voldoen.

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
06 02 01 04Connecting Europe Facility (CEF) — Toewijzing in het kader van het Cohesiefonds-100 000 000
Totaal 0100 000 000

2.3.Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (Elfpo)

De COVID-19-crisis heeft de financiële uitvoering van de door het Elfpo gefinancierde programma’s niet vertraagd.

De Commissie heeft een grondige analyse verricht van de ramingen die de lidstaten eind augustus 2020 hebben verstrekt en is van oordeel dat een verhoging van de betalingskredieten met 750 miljoen EUR nodig is om alle verwachte, in 2020 te honoreren betalingsverzoeken te dekken. Deze prognoses omvatten ook de geraamde impact van de forfaitaire betaling die de Commissie voorstelt om door COVID-19 getroffen landbouwers of kleine landbouwbedrijven te steunen (op basis van het uiteindelijk overeengekomen maximumpercentage voor de bijdrage van de Unie van 2 %, waarbij de Commissie oorspronkelijk 1 % had voorgesteld). Sommige lidstaten zijn in feite al begonnen met de invoering van deze nieuwe Elfpo-maatregel in hun plattelandsontwikkelingsprogramma’s en andere zullen naar verwachting volgen.

Dit vertaalt zich al in 2020 in aanvullende verzoeken om terugbetaling.

Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
05 04 60 01Bevordering van de duurzame ontwikkeling van het platteland en van een territoriaal en ecologisch evenwichtigere, klimaatvriendelijkere en innovatievere landbouwsector van de Unie-750 000 000
Totaal 0750 000 000

2.4.Wereldwijde EU-respons op COVID-19

Na de publicatie van de gezamenlijke mededeling over de wereldwijde EU-respons op COVID-19 13 , waarin de Unie uiting gaf aan haar solidariteit en inzet om partnerlanden te helpen bij het aanpakken van de gezondheids-, economische en sociale gevolgen van de crisis in het kader van de inspanningen van Team Europa, heeft de Commissie de programmering van haar activiteiten in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), het Europees nabuurschapsinstrument (ENI) en het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) aangepast. Bijgevolg is er behoefte aan een verhoging van de betalingskredieten voor deze drie instrumenten met in totaal 586 miljoen EUR, en wel als volgt:

1.

2.4.1 Instrument voor pretoetredingssteun (IPA II)


Voor IPA II zijn de betalingen voor begrotingssteun aangepast en vervroegd en zijn de voorfinanciering en de steun in indirect beheer verhoogd om de uitvoering te versnellen.

Op basis van de herziene ramingen voor de betalingen die tot eind 2020 moeten worden verricht, en bovenop de vastgestelde herschikkingen, zijn aanvullende kredieten voor een totaalbedrag van 210 miljoen EUR nodig ter dekking van betalingen voor contracten voor Montenegro, Albanië , Kosovo 14 , Servië, Noord-Macedonië en Turkije, alsook voor betalingen voor begrotingssteun aan Servië, Albanië en Noord-Macedonië.

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
22 02 01 01Westelijke Balkan – Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie-40 000 000
22 02 01 02Westelijke Balkan – Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie-70 000 000
22 02 03 01Turkije – Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie-10 000 000

22 02 03 02Turkije – Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie-90 000 000
Totaal 0210 000 000

2.

2.4.2 Europees nabuurschapsinstrument (ENI)


Voor het ENI heeft de Commissie de begroting van lopende programma’s gewijzigd en verhoogd om de uitvoering ervan en de daarmee samenhangende betalingen te versnellen.

Naast herschikkingen die reeds naar aanleiding van de herziene ramingen zijn vastgesteld, zijn aanvullende betalingskredieten ten belope van in totaal 286 miljoen EUR nodig ter dekking van de versnelde uitbetaling van verschillende programma’s voor begrotingssteun aan Marokko, Tunesië, Jordanië, Algerije, Georgië en Armenië, alsook ter aanvulling van de middelen van verscheidene andere nationale en regionale programma’s ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen (bijvoorbeeld voor weerbaarheid en stabiliteit in Oost-Oekraïne en Armenië).

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
22 04 01 02Mediterrane landen — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling-221 000 000
22 04 02 02Oostelijk Partnerschap — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling-65 000 000
Totaal 0286 000 000

3.

2.4.3 Instrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)


Wat het DCI betreft, heeft de Commissie de uitbetalingen in verband met begrotingssteunoperaties in verschillende landen versneld en zijn middelen overgeheveld naar nieuwe projecten die specifiek zijn gericht op de COVID-19-crisis, bijvoorbeeld in Afghanistan. De desbetreffende contracten worden momenteel ondertekend en daaruit zal al in 2020 voorfinanciering voortvloeien.

De meest dringende behoeften worden gedeeltelijk gedekt door herschikkingen. Daarom zijn extra betalingskredieten voor in totaal 90 miljoen EUR nodig om versnelde betalingen aan Nepal, Myanmar, Cambodja, Tadzjikistan, Oezbekistan en Afghanistan te dekken.

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
21 02 02Samenwerking met Azië-50 000 000
21 02 03Samenwerking met Centraal-Azië-15 000 000
21 02 05Samenwerking met Afghanistan-25 000 000
Totaal 090 000 000

3.Overige aanpassingen betreffende uitgaven

3.1.Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)

In het kader van uitzonderlijke maatregelen om de COVID-19-crisis het hoofd te bieden, heeft de Commissie vóór de zomer twee maatregelenpakketten met betrekking tot landbouwmarkten goedgekeurd. Het eerste pakket was bedoeld om voorschotten te verstrekken en te zorgen voor een soepele werking van de verschillende regelingen voor rechtstreekse betalingen en om controles flexibeler te maken. Het tweede pakket was gericht op een reeks bepalingen met betrekking tot marktondersteunende maatregelen, met name in de sectoren groenten, fruit en wijn.

Met deze maatregelen heeft de Commissie de voorwaarden gecreëerd voor een volledig gebruik van de ELGF-kredieten in het kader van de begroting 2020. Zowel het huidige uitvoeringsniveau als de recente prognoses van de lidstaten ondersteunen deze veronderstelling.

De uitvoering van de ELGF-begroting 2020 is al ver gevorderd, met name wat betreft rechtstreekse betalingen die nog beter zijn uitgevoerd dan in voorgaande jaren. De marktgerelateerde uitgaven zullen grotendeels geconcentreerd zijn aan het einde van het begrotingsjaar, met nog steeds aanzienlijke onzekerheden over het werkelijke uitgavenniveau, met name voor de wijnprogramma’s, de steun aan producentenorganisaties in de sector groenten en fruit en de schoolregelingen.

Uitgaande van de momenteel beschikbare informatie zullen de ELGF-bestemmingsontvangsten naar verwachting 176 miljoen EUR lager zijn dan het begrote bedrag. Dit verschil is het gevolg van a) de afwikkeling van de financiële gevolgen van zaak C-252/18P van het Hof van Justitie ten gunste van Griekenland, b) lagere bestemmingsontvangsten uit door de Commissie genomen conformiteitsbesluiten en besluiten tot goedkeuring van de rekeningen, en c) het uitstel van een aantal terugvorderingen tot 2021.

Daaruit ontstaat het risico op een klein tekort ten opzichte van de kredieten die momenteel in de ELGF-begroting voor 2020 beschikbaar zijn, dat kan worden gedekt door gebruik te maken van de resterende onder rubriek 2 beschikbare marge.

Op basis van de momenteel beschikbare informatie en rekening houdend met de ramingen van de lidstaten stelt de Commissie voor het begrotingsonderdeel voor de actiefondsen van de producentenorganisaties in het kader van het ELGF te verhogen, zoals hieronder uiteengezet:

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
05 02 08 03Actiefondsen van de producentenorganisaties48 655 07848 655 078
Totaal 48 655 07848 655 078

4.

3.2.Gedecentraliseerde agentschappen


3.2.1 Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA’s)

Alle drie de Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA’s) merkten besparingen op als gevolg van de impact van COVID-19 op hun werk en van de verminderde behoefte aan EU-bijdragen in verband met de uitvoering van:

§het kader ter bevordering van duurzame beleggingen voor elk van de drie ETA’s;

§de wetgeving inzake Europese aanbieders van crowdfundingdiensten en inzake door overheidsobligaties gedekte effecten (SBBS) voor de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA).

Daarnaast werd vastgesteld dat er minder behoefte was aan een voorschot voor de inning door ESMA van vergoedingen die voortvloeien uit de gedelegeerde handeling voor het toezicht op centrale tegenpartijen uit derde landen 15 .

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
12 02 04Europese Bankautoriteit (EBA)-1 416 000-1 416 000
12 02 05Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)-314 636-314 636
12 02 06Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)-7 383 576-7 383 576
Totaal -9 114 212-9 114 212

5.

3.2.2 Europese Arbeidsautoriteit (ELA)


De COVID-19-crisis heeft gevolgen gehad voor de werkzaamheden van de Europese Arbeidsautoriteit: het aantal vergaderingen ter plaatse en gezamenlijke inspecties is verminderd en het tempo van de aanwerving van personeel is vertraagd.

EUR
Begrotings-onderdeelNaamVastleggings-kredietenBetalings-kredieten
Afdeling III – Commissie
04 03 15Europese Arbeidsautoriteit (ELA)-3 105 725-
Totaal -3 105 7250

4.Aanpassingen van de ontvangsten

6.

4.1 Wisselkoersverschillen op eigen middelen


De begroting is opgesteld in euro, terwijl de bijdragen van de lidstaten in nationale valuta worden vastgesteld. De jaarlijkse bijdragen van de lidstaten worden betaald in 12 maandelijkse tranches (“twaalfden”). Elke tranche die in een andere valuta dan de euro wordt betaald, wordt in de boekhouding geregistreerd aan de hand van de maandelijkse wisselkoersen van de maand waarin de betaling wordt verricht.

Voor lidstaten buiten de eurozone wordt de begroting in nationale valuta omgerekend aan de hand van de wisselkoers van de laatste noteringsdag van het kalenderjaar dat aan het begrotingsjaar voorafgaat 16 . Voor 2020 wordt derhalve de wisselkoers van 31 december 2019 gebruikt om de begroting om te rekenen van de euro naar andere valuta’s dan de euro.

Verschillen tussen de wisselkoersen die worden gebruikt voor de berekening van de maandelijkse “twaalfde” in nationale valuta en de boekhoudkundige koersen die van toepassing zijn in de maand waarin de twaalfde wordt betaald, leiden onvermijdelijk tot verschillen tussen de in de begroting opgenomen eigen middelen in euro en het daadwerkelijk geïnde bedrag.

Maandelijkse wisselkoersschommelingen kunnen elkaar in de loop van een begrotingsjaar compenseren. In 2020 is de wisselkoersontwikkeling echter over het algemeen negatief. Van januari tot en met juni is voor de eigen middelen een totaal van minus 400,6 miljoen EUR aan wisselkoersverschillen geregistreerd en in gewijzigde begroting nr. 7 opgenomen.

In de toelichting bij gewijzigde begroting nr. 7 werd gewezen op de mogelijkheid van verdere negatieve wisselkoersontwikkelingen en daaruit voortvloeiende aanvullende begrotingswijzigingen die in het najaar in een ontwerp van gewijzigde begroting aan de begrotingsautoriteit worden voorgesteld.

Sindsdien (juli-september) resulteerde de ontwikkeling van de wisselkoers, met name als gevolg van de depreciatie van het Britse pond, in een extra tekort van 180 miljoen EUR. In september deprecieerde het Britse pond opnieuw sterk. Indien het niveau van 1 oktober grosso modo behouden blijft, zou het tekort aan eigen middelen in de laatste drie maanden van het jaar nog eens 536 miljoen EUR bedragen.

Om het risico van een begrotingstekort tegen eind 2020 te verminderen, wordt voorgesteld een bedrag van minus 716 miljoen EUR in de begroting op te nemen (bovenop de reeds in de begroting opgenomen minus 400,6 miljoen EUR in gewijzigde begroting nr.

7) ter compensatie van wisselkoersverschillen tot het einde van het jaar.

EUR
Onderdeel ontvangstenNaamBedrag
3 9 0Aanpassing in verband met wisselkoersverschillen op eigen middelen-716 000 000
Totaal -716 000 000


7.

4.2 Geldboeten en dwangsommen


Rekening houdend met de bedragen die tot eind september zijn geïnd, wordt voorgesteld de in de begroting 2020 opgenomen ramingen (218 miljoen EUR) 17 met 128 miljoen EUR te verhogen. De eigenmiddelenbijdragen van de lidstaten aan de EU-begroting zullen hierdoor dienovereenkomstig worden verminderd.

In de onderstaande tabel zijn de cijfers voor de betreffende ontvangsten vermeld:

EUR
Onderdeel ontvangstenNaamBedrag
7 1 0Geldboeten, dwangsommen en andere sancties in verband met de uitvoering van de mededingingsregels71 000 000
7 1 1Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen57 000 000
Totaal 128 000 000


5.Samenvatting per MFK-rubriek

In EUR
RubriekBegroting 2020Ontwerp van gewijzigde begroting 10/2020Begroting 2020
(incl. GB 1-7/2020 & OGB 9/2020)(incl. GB 1-7 en OGB 9-10/2020)
VKBKVKBKVKBK
1.Slimme en inclusieve groei83 930 597 83777 453 828 442- 12 219 937
184 685 78883 918 377 90077 638 514 230
Maximum83 661 000 00083 661 000 000
Marge
1aConcurrentievermogen voor groei en banen25 284 773 98222 308 071 592- 12 219 937
84 685 78825 272 554 04522 392 757 380
waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen93 773 982- 12 219 937
81 554 045
Maximum25 191 000 00025 191 000 000
Marge
1bEconomische, sociale en territoriale samenhang58 645 823 85555 145 756 850100 000 00058 645 823 85555 245 756 850
waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen175 823 855175 823 855
Maximum58 470 000 00058 470 000 000
Marge
2.Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen59 907 021 05157 904 492 43948 655 078798 655 07859 955 676 12958 703 147 517
Maximum60 421 000 00060 421 000 000
waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven- 465 323 871
- 465 323 871
Marge48 655 078
waarvan: Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen43 410 105 68743 380 031 79848 655 07848 655 07843 458 760 76543 428 686 876
Submaximum43 888 000 00043 888 000 000
Afrondingsverschil uitgesloten voor de berekening van de marge888 000888 000
waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven- 428 351 235
- 428 351 235
ELGF-marge48 655 078
3.Veiligheid en burgerschap7 152 374 4896 368 527 1417 152 374 4896 368 527 141
waarvan flexibiliteitsinstrument1 094 414 1881 094 414 188
waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen2 392 402 1632 392 402 163
waarvan in het kader van de marge voor onvoorziene uitgaven714 558 138714 558 138
Maximum2 951 000 0002 951 000 000
Marge
4.Europa als wereldspeler10 991 572 2399 112 061 191586 000 00010 991 572 2399 698 061 191
waarvan in het kader van de marge voor onvoorziene uitgaven481 572 239481 572 239
Maximum10 510 000 00010 510 000 000
Marge
5.Administratie10 271 193 49410 274 196 70410 271 193 49410 274 196 704
Maximum11 254 000 00011 254 000 000
waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven- 982 806 506
- 982 806 506
Marge
waarvan: administratieve uitgaven van de instellingen7 955 303 1327 958 306 3427 955 303 1327 958 306 342
Submaximum9 071 000 0009 071 000 000
waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven- 982 806 506
- 982 806 506
Marge132 890 362132 890 362
Totaal172 252 759 110161 113 105 91736 435 1411 569 340 866172 289 194 251162 682 446 783
waarvan flexibiliteitsinstrument1 094 414 1881 017 029 4441 094 414 1881 017 029 444
waarvan in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingen2 662 000 000- 12 219 937
2 649 780 063
waarvan in het kader van de marge voor onvoorziene uitgaven1 196 130 3771 196 130 377
Maximum168 797 000 000172 420 000 000168 797 000 000172 420 000 000
waarvan verrekend met de marge voor onvoorziene uitgaven-1 448 130 377-1 448 130 377
Marge48 655 07812 323 923 52710 754 582 661
Andere speciale instrumenten1 594 857 9641 425 594 9641 594 857 9641 425 594 964
Totaal-generaal173 847 617 074162 538 700 88136 435 1411 569 340 866173 884 052 215164 108 041 747


(1) PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.
(2) PB L 57 van 27.2.2020, blz. 1.
(3) PB L 126 van 21.4.2020, blz. 1.
(4) PB L 126 van 21.4.2020, blz. 67.
(5) PB L 254 van 4.8.2020, blz. 1.
(6) PB L 254 van 4.8.2020, blz. 19.
(7) PB L 299 van 11.9.2020, blz. 1.
(8) PB L XXX van XX.X.2020 (voorgesteld als ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2020 op 28.8.2020).
(9) PB L XXX van XX.X.2020
(10) COM(2020) 961 final van 9.10.2020.
(11) Verordening (EU) 2020/558 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2020 tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1301/2013 wat betreft specifieke maatregelen met het oog op uitzonderlijke flexibiliteit bij het gebruik van de Europese structuur- en investeringsfondsen naar aanleiding van de uitbraak van Covid‐19 (PB L 130 van 24.4.2020, blz.

1).
(12)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Europese Centrale Bank, de Europese Investeringsbank en de Eurogroep “Gecoördineerde economische respons op de uitbraak van COVID-19” (COM(2020) 112 final van 13.3.2020).

(13)

Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Mededeling over de wereldwijde EU-respons op COVID-19” (JOIN(2020) 11 final van 8.4.2020).

(14) Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
(15) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1302 van de Commissie van 14 juli 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan in derde landen gevestigde centrale tegenpartijen te berekenen vergoedingen (PB L 305 van 21.9.2020, blz.

1).
(16) Zie artikel 10 bis, lid 1, van de terbeschikkingstellingsverordening 609/2014.
(17) 100 miljoen EUR in de oorspronkelijke goedgekeurde begroting, waaraan 118 miljoen EUR is toegevoegd in gewijzigde begroting nr. 7/2020.