Toelichting bij COM(2019)497 - Evaluatie met het oog op de volledige toepassing van het Schengenacquis door Kroatië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 22.10.2019


COM(2019) 497 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de evaluatie met het oog op de volledige toepassing van het Schengenacquis door Kroatië


I.Inleiding

Het vrije verkeer van personen is een fundamentele vrijheid die de EU haar burgers garandeert. Op grond ervan heeft elke EU-burger het recht om zonder bijzondere formaliteiten in elk EU-land te reizen, te wonen en te werken. De Schengensamenwerking versterkt deze vrijheid door meer dan 400 miljoen EU-burgers en onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van de EU verblijven, in staat te stellen van de ene naar de andere lidstaat te reizen zonder aan de grens te worden gecontroleerd. Het Schengengebied zonder grenscontroles aan de binnengrenzen bestaat momenteel uit 26 staten, die zich gezamenlijk ten doel hebben gesteld deze verworvenheid met meer lidstaten te delen.

Om volwaardig lid te kunnen worden van het Schengengebied, moet een lidstaat aan een aantal voorwaarden voldoen. Het land moet erop zijn voorbereid en in staat zijn de verantwoordelijkheid te dragen voor het toezicht op de buitengrenzen namens de andere Schengenstaten en voor de afgifte van eenvormige Schengenvisa. Het land moet in staat zijn op efficiënte wijze samen te werken met rechtshandhavingsinstanties in andere Schengenlanden, teneinde een hoog niveau van veiligheid te kunnen handhaven wanneer de controles aan de binnengrenzen zijn afgeschaft. Het land moet de gemeenschappelijke Schengenregels toepassen, zoals die voor het toezicht op de land-, zee- en luchtgrenzen (luchthavens), de afgifte van visa, de politiële samenwerking en de bescherming van persoonsgegevens. Tot slot moet het land in staat zijn om een verbinding te maken met en gebruik te maken van het Schengeninformatiesysteem.

Om na te gaan of wordt voldaan aan de noodzakelijke voorwaarden voor de toepassing van alle onderdelen van het Schengenacquis, moeten lidstaten die tot het Schengengebied willen toetreden een evaluatie ondergaan 1 . Sinds 2013 zijn de lidstaten en de Commissie gezamenlijk verantwoordelijk voor het Schengenevaluatie- en toezichtmechanisme, waarbij zij ondersteund worden door de organen en instanties van de EU en de Commissie een algemene coördinerende rol heeft. De Commissie zorgt voor de voorbereiding en planning van de evaluaties en stelt de evaluatieverslagen vast, terwijl de Raad de taak heeft om aanbevelingen voor corrigerende maatregelen vast te stellen.

Het is de eerste keer dat in het kader van het nieuwe mechanisme op alle relevante beleidsterreinen een Schengenevaluatie wordt verricht om na te gaan of een lidstaat die deel wil uitmaken van het Schengengebied zonder toezicht aan de binnengrenzen, voldoet aan de noodzakelijke voorwaarden voor de toepassing van alle relevante onderdelen van het Schengenacquis. Bij dit evaluatieproces brengen deskundigen van de lidstaten en van de Commissie bezoeken ter plaatse, stelt de Commissie evaluatieverslagen met bevindingen op en stelt de Raad aanbevelingen voor corrigerende maatregelen vast, naar aanleiding waarvan de lidstaat actieplannen indient.

In de Toetredingsakte van 2011 2 wordt bepaald dat het volledige Schengenacquis in Kroatië pas toepasselijk wordt op grond van een daartoe strekkend besluit van de Raad, en dat dit besluit pas wordt vastgesteld nadat overeenkomstig de toepasselijke Schengenevaluatieprocedures is geconstateerd dat in Kroatië is voldaan aan de nodige voorwaarden voor de toepassing van alle onderdelen van het betreffende acquis, inclusief de effectieve toepassing van alle Schengenvoorschriften overeenkomstig de overeengekomen gemeenschappelijke normen en grondbeginselen. Bij het vaststellen van dat besluit moet de Raad ook rekening houden met een verslag van de Commissie waarin wordt bevestigd dat Kroatië nog steeds voldoet aan de tijdens de toetredingsonderhandelingen gedane toezeggingen die relevant zijn voor het Schengenacquis, met name de toezeggingen die Kroatië heeft gedaan op het gebied van het justitiële stelsel en de grondrechten (bijlage VII bij de Toetredingsakte), met inbegrip van de verdere ontwikkeling van de staat van dienst op het gebied van justitiële hervorming en efficiëntie en corruptiebestrijding 3 . Zes van de tien in bijlage VII vermelde toezeggingen zijn relevant voor het Schengenacquis.

Het doel van deze mededeling is na te gaan welke vorderingen Kroatië vanaf het begin van de evaluatie in 2016 tot en met oktober 2019 heeft gemaakt wat betreft het voldoen aan de noodzakelijke voorwaarden voor de toepassing van alle onderdelen van het Schengenacquis, rekening houdend met de resultaten van de Schengenevaluaties en het gevolg dat Kroatië daaraan heeft gegeven. Tevens wordt verslag uitgebracht over de nakoming door Kroatië van de tijdens de toetredingsonderhandelingen gedane toezeggingen die relevant zijn voor het Schengenacquis, vanaf de toetredingsdatum (1 juli 2013) tot en met september 2019.

II.Schengenevaluatie

Op 6 maart 2015 heeft Kroatië zich bereid verklaard om met ingang van 1 juli 2015 te beginnen met het Schengenevaluatieproces op alle relevante beleidsterreinen, zodat de Raad vervolgens een besluit kan nemen over de volledige toepassing van het Schengenacquis. Nadat Kroatië had verklaard gereed te zijn, ging het Schengenevaluatieproces overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad in 2016 van start met de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis, onder de algemene coördinatie van de Commissie.

De Schengenevaluatie van Kroatië heeft plaatsgevonden overeenkomstig artikel 1, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 1053/2013. Van juni 2016 tot mei 2019 zijn teams van deskundigen van de Commissie en van de lidstaten nagegaan hoe Kroatië het Schengenacquis toepast op het gebied van gegevensbescherming, politiële samenwerking, het gemeenschappelijk visumbeleid, het beheer van de buitengrenzen, terugkeer, het Schengeninformatiesysteem, vuurwapens en justitiële samenwerking in strafzaken. Bij deze evaluaties werd bijzondere aandacht besteed aan de eerbiediging van de grondrechten en aan het functioneren van de autoriteiten die de relevante onderdelen van het Schengenacquis toepassen. Naar aanleiding hiervan heeft de Commissie in de periode 2016–2019 een aantal evaluatieverslagen met bevindingen en beoordelingen vastgesteld, alsmede aanbevelingen om de door de Raad vastgestelde tekortkomingen te verhelpen 4 . Naar aanleiding van de aanbevelingen van de Raad heeft Kroatië overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1053/2013 bij de Commissie en de Raad actieplannen ingediend voor het verhelpen van de tekortkomingen die in de desbetreffende evaluatieverslagen waren vastgesteld. Op basis van de ontvangen vervolgverslagen heeft de Commissie beoordeeld of de actieplannen volledig waren uitgevoerd en heeft zij de Groep Schengenaangelegenheden van de Raad op gezette tijden geïnformeerd over de stand van de uitvoering van de actieplannen.

2.

Resultaten van het Schengenevaluatieproces voor elk beleidsterrein


De evaluatie op het gebied van gegevensbescherming vond plaats in februari 2016 en heeft geleid tot de algemene beoordeling dat Kroatië voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van het Schengenacquis op het gebied van gegevensbescherming. Er werden geen bevindingen van non-conformiteit vastgesteld. Toch bleken verbeteringen nodig, met name in verband met de onafhankelijkheid van de gegevensbeschermingsautoriteit en de versterking van de positie van de functionaris voor gegevensbescherming van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Op 30 januari 2019 heeft de Commissie Kroatië en de Raad ervan in kennis gesteld dat Kroatië alle aanbevelingen 5 van de Raad voor verbetering in voldoende mate had uitgevoerd.

Ook wat de evaluatie van de politiële samenwerking betreft, die in juni 2016 plaatsvond, was de algemene beoordeling dat Kroatië voldeed aan de voorwaarden voor de toepassing van het Schengenacquis op dit beleidsterrein. Er zijn geen problemen geconstateerd wat betreft niet-naleving van het Schengenacquis op het gebied van politiële samenwerking. Niettemin werd op een aantal gebieden verbetering noodzakelijk geacht, bijvoorbeeld wat betreft de uitvoering en modernisering van de overeenkomsten inzake politiële samenwerking met aangrenzende lidstaten, de versterking van de politieorganisatie op het gebied van internationale politiële samenwerking en de verbetering van de informatie-uitwisseling door middel van specifieke technische maatregelen. Op 28 mei 2019 heeft de Commissie, na zorgvuldige analyse van de door Kroatië verstrekte voortgangsverslagen over de uitvoering van de aanbevelingen van de Raad 6 in verband met de noodzakelijke verbeteringen, Kroatië en de Raad ervan in kennis gesteld dat de aanbevelingen in hun algemeenheid waren uitgevoerd. De aanbeveling betreffende nieuwe onderhandelingen over de bilaterale overeenkomst met Slovenië inzake specifieke vormen van grensoverschrijdende politiële samenwerking ter voorkoming van criminaliteit was echter nog niet volledig uitgevoerd. Kroatië is verzocht zijn inspanningen voort te zetten om de bilaterale overeenkomst met Slovenië snel te ondertekenen en te ratificeren en de Commissie op de hoogte te houden van de geboekte vooruitgang.

Met betrekking tot de evaluatie van het gemeenschappelijk visumbeleid, waarvoor in juni 2016 plaatsbezoeken zijn gebracht aan de Kroatische ambassades in Prishtina/Priština (Kosovo) en Moskou (Russische Federatie), is de algemene beoordeling dat Kroatië voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van het Schengenacquis op het gebied van het gemeenschappelijk visumbeleid. Er zijn geen gevallen van niet-naleving geconstateerd. Op verschillende gebieden werden echter verbeteringen noodzakelijk geacht, met name wat betreft de workflow op de visumafdelingen en het Kroatische visuminformatiesysteem. Na analyse van het actieplan en de voortgangsverslagen over de uitvoering van de aanbevelingen van de Raad 7 om de vastgestelde verbeteringspunten uit te voeren, en na de ondertekening op 17 juni 2019 van de gewijzigde overeenkomst tussen de regering van de Republiek Kroatië en de regering van de Russische Federatie over de wederzijdse inreis van burgers van de Republiek Kroatië en burgers van de Russische Federatie, is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de aanbevelingen volledig zijn uitgevoerd. Zij heeft dit op 28 juni 2019 aan Kroatië en de Raad meegedeeld.

De Schengenevaluatie op het gebied van terugkeer vond plaats in juni 2016. Op basis van de bevindingen was de algemene beoordeling dat Kroatië aan de voorwaarden voor de toepassing van het Schengenacquis op het gebied van terugkeer kan voldoen, mits de Kroatische vreemdelingenwet 8 verder wordt aangepast en uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van de terugkeerrichtlijn 9 . Het gaat hier in het bijzonder om het uitvaardigen van inreisverboden en de geldigheid daarvan in de hele EU, het strafbaar stellen van illegaal verblijf, dat een remmende werking kan hebben op het terugkeerproces, en het ontbreken van een definitie van het risico op onderduiken. Volgens het actieplan en de vervolgverslagen die zijn ingediend met het oog op de uitvoering van de aanbevelingen van de Raad 10 zijn de nodige aanpassingen van de vreemdelingenwet aan de terugkeerrichtlijn doorgevoerd. Op 18 maart 2019 heeft de Commissie Kroatië en de Raad in kennis gesteld van de volledige uitvoering van de aanbevelingen van de Raad die verband hielden met de evaluatie van het terugkeerbeleid.

Naar aanleiding van de positieve Schengenevaluatie van Kroatië op het gebied van gegevensbescherming, die in februari 2016 is verricht, en de vaststelling dat het nationale Schengeninformatiesysteem van Kroatië technisch gezien klaar is voor de integratie in het Schengeninformatiesysteem (SIS) 11 , heeft de Raad op 11 april 2017 een besluit aangenomen betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot het SIS 12 . Het SIS is op 27 juni 2017 volledig in werking getreden in Kroatië, zij het dat er voorlopig geen signaleringen met het oog op weigering van toegang tot of verblijf in het Schengengebied worden uitgevaardigd (totdat de controles aan de binnengrenzen zijn opgeheven). De hiermee samenhangende Schengenevaluatie heeft in september 2017 plaatsgevonden. De conclusie van de evaluatie luidde dat het SIS tot tevredenheid is geïmplementeerd en dat Kroatië voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van het acquis op dit terrein. Kroatië heeft een solide systeemarchitectuur opgezet, die in overeenstemming is met de stand van de techniek en zorgt voor een hoge beschikbaarheid en bedrijfscontinuïteit. Niettemin werd een zekere fijnafstemming nog steeds noodzakelijk geacht met betrekking tot de zoekfuncties en het dossierbeheersysteem van Sirene. Na analyse van het actieplan en de verslagen over de follow-up van de aanbeveling van de Raad 13 , die waren ingediend om de nodige verbeteringen te bewerkstelligen, heeft de Commissie Kroatië en de Raad er op 4 juni 2019 van in kennis gesteld dat de uitvoering van de naar aanleiding van de aanbevelingen getroffen maatregelen was voltooid.

De evaluatie van de wetgeving inzake vuurwapens werd in september 2016 uitgevoerd op basis van een vragenlijst. Het rechtskader inzake vuurwapens, de administratieve structuren en de politieprocedures inzake politiële samenwerking werden beoordeeld als in het algemeen in overeenstemming met het Schengenacquis. Sommige verbeteringen werden noodzakelijk geacht in verband met de wettelijke voorschriften van de EU: zo moest de indeling van gemakkelijk om te bouwen gaswapens in overeenstemming worden gebracht met Richtlijn 91/477/EEG (deel II van bijlage I) en moest worden gewaarborgd dat de markeringsvoorschriften voor ingevoerde wapens in de praktijk voldoen aan Verordening (EU) nr. 258/12 (artikel 2, punt 15, onder c)). De Commissie heeft Kroatië en de Raad er op 6 november 2018 van in kennis gesteld dat de uitvoering van de naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad 14 getroffen maatregelen was voltooid.

De evaluatie op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken was beperkt van omvang, aangezien de overgrote meerderheid van de bepalingen van het Schengenacquis op dit gebied in het kader van de betrekkingen tussen de lidstaten is vervangen door niet-Schengenrechtsinstrumenten. Om die reden werd in de periode van juli tot en met oktober 2018 op basis van een vragenlijst een evaluatie uitgevoerd van de omzetting en toepassing door Kroatië van de niet vervangen bepalingen van het Schengenacquis. De algemene beoordeling was dat het rechtskader van Kroatië inzake justitiële samenwerking in strafzaken, in het bijzonder betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken en het beginsel “ne bis in idem”, voldoet aan de noodzakelijke voorwaarden voor de toepassing van het Schengenacquis op dit gebied. Er werden geen aanbevelingen voor verbetering geformuleerd. In plaats daarvan werd geoordeeld dat de naleving van het Schengenacquis door Kroatië volledig zou zijn zodra het land partij is geworden bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie van 20 mei 2000 en het aanvullend protocol daarbij. Dat zal het geval zijn zodra de Raad met eenparigheid van stemmen een besluit heeft genomen om de datum van de inwerkingtreding van de overeenkomst en het protocol vast te stellen.

De evaluatie van het beheer van de buitengrenzen vond plaats in mei 2016 door middel van plaatsbezoeken aan de lucht-, land- en zeegrenzen van Kroatië. De tekortkomingen die tijdens de plaatsbezoeken werden vastgesteld, hielden met name verband met de bewaking van de landgrens, het aantal personeelsleden dat beschikbaar was voor de uitvoering van het operationele grenstoezicht en de infrastructuur op de luchthavens. De conclusie van het evaluatieverslag luidde dan ook dat het Kroatische systeem voor het beheer van de buitengrenzen in dat stadium niet aan de Schengennormen voldeed. Daarop vond in november-december 2017 een nieuw bezoek aan de lucht- en landgrenzen plaats, om op basis van de uitvoering van het actieplan dat naar aanleiding van de evaluatie van 2016 was ingesteld, na te gaan of Kroatië voldeed aan de nodige voorwaarden voor de toepassing van het Schengenacquis op het gebied van het beheer van de buitengrenzen.

De uitkomst van het nieuwe plaatsbezoek van 2017 was dat de infrastructurele tekortkomingen op de luchthavens naar behoren waren verholpen. Gezien de tekortkomingen — waaronder een reeks bevindingen van niet-naleving die voor de landbuitengrenzen van Kroatië nog steeds golden — luidde de algemene beoordeling echter dat Kroatië nog niet aan de noodzakelijke voorwaarden voldeed. De tekortkomingen aan de landgrenzen waren als volgt: het aantal vaste personeelsleden was onvoldoende; het technische bewakingssysteem aan de grens met Bosnië en Herzegovina was nog niet aanwezig; er bestond nog een groot aantal voor grensoverschrijding in het kader van klein grensverkeer aangewezen plaatsen; verscheidene voormalige grensoverschrijdende wegen aan deze grens waren nog steeds niet gesloten; en het aantal speurhonden voor de bewaking van de landgrenzen was onvoldoende. In haar mededeling aan de Raad over de beoordeling van de toereikendheid van het actieplan van Kroatië om de tijdens het nieuwe plaatsbezoek van 2017 vastgestelde tekortkomingen te verhelpen 15 , erkende de Commissie de aanzienlijke vooruitgang die Kroatië had geboekt en achtte zij het actieplan toereikend. Toch werd een nieuw plaatsbezoek aan de landgrens noodzakelijk geacht, waarbij bijzondere aandacht zou moeten uitgaan naar de tekortkomingen en de bevindingen van niet-naleving die waren vastgesteld tijdens de plaatsbezoeken van 2016 en 2017, met name op het gebied van de bewaking van de landgrenzen.

Dit derde plaatsbezoek, waarbij bijzondere aandacht werd geschonken aan de landgrens van Kroatië met Bosnië en Herzegovina, is in mei 2019 uitgevoerd. Het team ter plaatse controleerde de voortgang van de uitvoering van de actieplannen om de bij de evaluaties van 2016 en 2017 vastgestelde tekortkomingen te verhelpen. Er werden geen nieuwe bevindingen van niet-naleving vastgesteld. Toch kwamen nog enkele punten aan het licht die als conform werden beoordeeld, maar waarvoor toch verbetering noodzakelijk was. De conclusie van het nieuwe plaatsbezoek van 2019 was dat enkele aanbevelingen die betrekking hadden op tijdens de bezoeken van 2016 en 2017 vastgestelde tekortkomingen, nog niet geheel waren uitgevoerd. De belangrijkste knelpunten betroffen de verdere ontwikkeling en implementatie van het Kroatische beleid voor de bewaking van de landgrens, de aanbesteding en verdere ontwikkeling van technische grensbewakingssystemen en grensbewakingsapparatuur, de inzet van speurhonden en het aantal beschikbare grenswachters. Ook werd geconcludeerd dat de aanbevelingen verder volledig ten uitvoer moesten zijn gelegd, voordat zou kunnen worden bevestigd dat Kroatië volledig heeft voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van het Schengenacquis op het gebied van het beheer van de buitengrenzen. Het ontwerp-evaluatieverslag van het nieuwe plaatsbezoek van mei 2019 kreeg op 5 september 2019 een gunstig advies van alle leden van het Schengencomité (dat bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door de Commissie).

Overeenkomstig de verslagleggingsverplichting van artikel 16, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad en in overeenstemming met de conclusies die tijdens het nieuwe plaatsbezoek van 2019 zijn getrokken, heeft Kroatië bij de Commissie vervolgverslagen ingediend over de uitvoering van de actieplannen die naar aanleiding van de plaatsbezoeken van 2016 en 2017 waren opgesteld, en heeft Kroatië op 12 juli, 6 augustus, 19 september en 2 oktober 2019 aanvullende toelichtingen verstrekt. Na het nieuwe plaatsbezoek van 2019 werden door Kroatië de volgende vorderingen gemeld ten aanzien van de tekortkomingen die bij de plaatsbezoeken van 2016 en 2017 waren vastgesteld:

-De Kroatische autoriteiten hebben een toelichting gegeven op de maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van de aanbevelingen over het huidige en geplande personeelsbestand voor grenstoezicht inclusief de bewaking van de landgrenzen. Volgens de planning zal Kroatië beschikken over 6 339 posten voor grenstoezicht (waarvan 457 voor compenserende maatregelen), wat in overeenstemming is met de oorspronkelijke planning, onder meer door overplaatsing van personeel (6 300 grenspolitiefunctionarissen bij de toetreding). Bovendien zal eind 2019 zijn voorzien in alle posten voor politiefunctionarissen op het gebied van grenscontrole en grensbewaking aan de meest kwetsbare delen van de buitengrens.

-Wat betreft de opleiding van het personeel dat belast is met de operationele planning en het tactische beheer van het grenstoezicht, die ook betrekking moet hebben op de operationele tactiek en de planning van de grensbewaking in verband met de inzet van speurhonden, de tactische inzet van helikopters, technische bewakingssystemen, patrouilles en afluistertechnieken, is de aanbeveling door Kroatië volledig aanvaard.

-De aanbevelingen die zijn gedaan om het Kroatische beleid voor de bewaking van de landgrenzen te verbeteren, zijn bij de meest recente actualisering van het beleid (juli 2019) in aanmerking genomen. Er wordt nu rekening gehouden met de correlatie tussen (nieuwe) technische capaciteiten en de inzet van grensbewakingspersoneel en andere middelen, overeenkomstig de risicoanalyse. Ook voorziet het beleid in de werkmethoden voor de verschillende niveaus die zich met de bewaking van de landgrenzen bezighouden, waaronder de nationale, regionale en lokale coördinatiecentra.

-Teneinde de capaciteit voor bewaking van de landgrens en het situationele bewustzijn te verbeteren en de daarmee verband houdende aanbevelingen inzake de verdere verbetering van de technische bewakingssystemen aan de landbuitengrens met Bosnië en Herzegovina en Montenegro en de inzet van meer mobiele voertuigen met warmtecamera’s uit te voeren, heeft Kroatië een overzicht gegeven van de afgeronde en nog lopende aanbestedingsprocedures voor dergelijke systemen en apparatuur en de geplande leveringsdata (uiterlijk eind 2019). Er werd ook informatie ontvangen over de nieuw geplande aanbestedingen en de opleiding van nog eens 18 diensthonden.

Na beoordeling van de genoemde vorderingen die Kroatië sinds het nieuwe plaatsbezoek van 2019 heeft gemaakt, is de Commissie tot de conclusie gekomen dat Kroatië de vereiste maatregelen heeft getroffen om ervoor te zorgen dat aan de noodzakelijke voorwaarden voor de toepassing van het Schengenacquis op het gebied van het beheer van de buitengrenzen wordt voldaan. Kroatië zal consequent moeten blijven werken aan de uitvoering van alle lopende maatregelen op dit gebied, om ervoor te zorgen dat het ook in de toekomst aan de voorwaarden blijft voldoen.

III.Voor het Schengenacquis relevante toezeggingen

Zoals bepaald in de Toetredingsakte heeft Kroatië specifieke toezeggingen gedaan op het gebied van het justitiële stelsel en de grondrechten. Bijlage VII bij de Toetredingsakte van 2011 bevat een lijst van tien specifieke toezeggingen; de duurzame naleving van zes daarvan is relevant voor het Schengenacquis, zoals bepaald in artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte:

-blijven garanderen dat zijn strategie voor justitiële hervorming en zijn actieplan effectief worden uitgevoerd;

-de onafhankelijkheid, de verantwoordingsplicht, de onpartijdigheid en het professionalisme van het justitiële stelsel blijven versterken;

-de efficiëntie van het justitiële stelsel blijven verbeteren;

-aanzienlijke resultaten blijven boeken met efficiënte, effectieve en onpartijdige onderzoeken, vervolgingen en gerechtelijke uitspraken in zaken betreffende georganiseerde criminaliteit en corruptie op alle niveaus, inclusief corruptie op hoog niveau en in kwetsbare sectoren zoals openbare aanbesteding;

-de resultaten blijven verbeteren wat betreft versterkte preventiemaatregelen in de strijd tegen corruptie en belangenverstrengeling; en

-de bescherming van de mensenrechten verder verbeteren.

Dit onderdeel geeft een overzicht van de wijze waarop vanaf de toetredingsdatum (1 juli 2013) tot en met september 2019 aan de zes toezeggingen is voldaan, en beperkt zich tot de aspecten die relevant zijn voor het Schengenacquis, zoals in artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte wordt bepaald.

3.

Blijven garanderen dat zijn strategie voor justitiële hervorming en zijn actieplan effectief worden uitgevoerd


Met betrekking tot de toezegging om te blijven garanderen dat de strategie voor justitiële hervorming en het actieplan effectief worden uitgevoerd, heeft het Kroatische parlement op 15 december 2010 de strategie voor justitiële hervorming 2011–2015 16 en op 14 december 2012 de strategie voor justitiële ontwikkeling 2013–2018 17 vastgesteld. In juni 2013 heeft het ministerie van Justitie het actieplan voor de uitvoering van de strategische richtsnoeren van de strategie voor justitiële ontwikkeling 2013–2014 18 bekendgemaakt, dat voortbouwt op de eerdere actieplannen.

Het doel van beide strategieën was de onafhankelijkheid, de onpartijdigheid, het professionalisme en de efficiëntie van het justitiële stelsel te verbeteren, het Kroatische justitiële stelsel beter te integreren in het Europese justitiële stelsel, de toegang tot de rechter te verbeteren en het strafrechtstelsel te hervormen (strategie 2011–2015), de personele middelen in het justitiële stelsel beter te beheren en het potentieel van moderne technologieën te benutten (strategie 2013–2018).

Na de vaststelling van deze strategieën en actieplannen is tijdens de verslagperiode een aantal maatregelen vastgesteld om de genoemde doelstellingen te verwezenlijken 19 , en wel:

-hervorming van de criteria voor de selectie en bevordering van rechters 20 ;

-hervorming van de procedurele wetten en bepaalde andere wetten die vooral tot doel hebben de efficiëntie van het rechtsstelsel te verbeteren 21 ;

-hervorming ter versterking van het management door rechtbankvoorzitters in het justitiële stelsel 22 ;

-en hervorming om alternatieve methoden voor geschillenbeslechting te bevorderen 23 .

Kroatië blijft deze toezeggingen nakomen.

4.

De onafhankelijkheid, de verantwoordingsplicht, de onpartijdigheid en het professionalisme van het justitiële stelsel blijven versterken


De Kroatische autoriteiten hebben een reeks maatregelen genomen voor de aanpak van deze kwestie:

i) Om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht te versterken, zijn tijdens de verslagperiode verschillende maatregelen genomen, zoals verhoging van de salarissen van rechters bij de gerechten van eerste aanleg 24 . Om de risico’s van ongepaste politieke beïnvloeding tot een minimum te beperken en de objectiviteit en de transparantie van het proces van de selectie van de president van het Hooggerechtshof en de procureur-generaal van de staat te versterken, is de wetgeving gewijzigd 25 .

Er bestaan echter nog steeds uitdagingen, die met name verband houden met de perceptie van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, die, zoals blijkt uit het EU-scorebord voor justitie van 2019, tot de slechtst scorende in de EU behoort 26 . Overeenkomstig de aanbevelingen van de Greco hebben de Kroatische autoriteiten in 2016 een studie uitgevoerd naar de redenen voor het gebrek aan vertrouwen van de bevolking in het Kroatische rechtsstelsel 27 .

ii) Om de verantwoording door het justitiële stelsel te verbeteren, zijn er tijdens de verslagperiode een aantal praktische maatregelen uitgevoerd; zo is de transparantie van de financiële declaraties van rechters en openbaar aanklagers verbeterd 28 , is een geharmoniseerde regeling ingevoerd voor de financiële rapportage door rechters en openbare aanklagers (met inbegrip van een elektronische databank), en is de uitwisseling van informatie over belastingen en onroerend goed tussen autoriteiten verbeterd 29 .

iii) Wat betreft de toezegging om het professionalisme van het justitiële stelsel te blijven versterken, zijn verschillende maatregelen genomen, zoals het invoeren van objectief verifieerbare criteria voor de kwantitatieve beoordeling van het werk van rechters en openbare aanklagers 30 , permanente bijscholing 31 en strengere richtsnoeren inzake beroepsethiek 32 .

Naast de inspanningen om het professionalisme van het justitiële stelsel te verbeteren, zijn maatregelen genomen om de kwaliteit van het rechtsstelsel te verbeteren, zoals de geleidelijke hervorming van de gerechtelijke geografie. Deze hebben geleid tot de samenvoeging van kleinere rechtbanken en een gelijkmatiger verdeling van de werklast 33 . Door meer investeringen in ICT is het systeem voor elektronisch dossierbeheer geleidelijk in alle rechtbanken ingevoerd, zijn er stappen ondernomen ter verbetering van de elektronische communicatie in de rechtbanken en is het online indienen van vorderingen en betalen van vergoedingen gestimuleerd 34 . Zoals uit het Europees semester blijkt, zijn er echter extra inspanningen nodig om de kwaliteit van de rechtspraak verder te verbeteren 35 .

Kroatië blijft deze toezeggingen nakomen. De doeltreffendheid van het Kroatische rechtsstelsel wordt beoordeeld in de context van de landverslagen van het Europees semester van de Commissie. De Raad heeft aan Kroatië bovendien landspecifieke aanbevelingen gedaan.

5.

De efficiëntie van het justitiële stelsel blijven verbeteren


Wat betreft de toezegging om de efficiëntie van het justitiële stelsel te blijven verbeteren, blijkt uit gegevens van de rechtbanken dat er in bijna alle categorieën rechtszaken vooruitgang is geboekt ten opzichte van het begin van de verslagperiode. Het blijft echter noodzakelijk om inefficiënties van het rechtsstelsel, zoals langdurige gerechtelijke procedures, aan te pakken.

Volgens het EU-scorebord voor justitie 2019 is het aantal aanhangige zaken in gerechten van eerste aanleg op burgerlijk, handels- en administratief gebied met meer dan 20% afgenomen 36 . Er is echter nog steeds een aanzienlijke achterstand, en de gerealiseerde vooruitgang is voor een deel te danken aan het feit dat het aantal zaken is verminderd. De afgelopen jaren is het aantal lopende strafzaken gestegen, hoewel het aandeel van dergelijke zaken geringer is. Er zijn maatregelen getroffen waardoor het aantal openstaande zaken van meer dan tien jaar oud is afgenomen met zo’n 40% ten opzichte van de situatie eind 2016.

De gerechtelijke procedures zijn voor bijna alle soorten zaken korter geworden, maar vooral in bestuurszaken 37 . Ondanks de verbeteringen zijn de gerechtelijke procedures echter nog steeds lang, met name in burgerlijke zaken in eerste aanleg (gemiddeld zo’n 850 dagen), handelszaken (700 dagen) en strafzaken in eerste aanleg (650 dagen bij gemeentelijke rechtbanken) 38 .

Volgens het EU-scorebord voor justitie 2019 hebben de rechtbanken alle binnenkomende zaken kunnen afhandelen; de afhandelingspercentages 39 lagen de afgelopen jaren voor bijna alle soorten zaken boven de 100%, en bedroegen in veel gevallen 120% of meer 40 .

Aanhoudende inspanningen zijn vereist om de efficiëntie van het rechtsstelsel ook in de toekomst te waarborgen. Kroatië blijft zijn toezegging om de efficiëntie van de rechterlijke macht te verbeteren, gestand doen.

Aanzienlijke resultaten blijven boeken met efficiënte, effectieve en onpartijdige onderzoeken, vervolgingen en gerechtelijke uitspraken in zaken betreffende georganiseerde criminaliteit en corruptie op alle niveaus, inclusief corruptie op hoog niveau en in kwetsbare sectoren zoals openbare aanbesteding

Kroatië beschikt over een goed ontwikkeld institutioneel kader voor corruptiebestrijding, met verschillende commissies en diensten die zich met corruptiebestrijding bezighouden 41 . Het Bureau voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde criminaliteit (Ured za suzbijanje korupcije i organiziranog kriminaliteta – USKOK) en de gespecialiseerde politie voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad (Policijski nacionalni ured za suzbijanje korupcije i organiziranog kriminaliteta – PNUSKOK) voeren onderzoek uit. Het USKOK heeft een uitstekende staat van dienst waar het gaat om proactief onderzoek en succesvolle vervolging, onder meer in belangrijke zaken met betrekking tot verkozen en benoemde hoge functionarissen 42 . De statistieken laten voor de afgelopen paar jaar een aanzienlijk aantal onderzoeken en tenlasteleggingen zien in zaken die verband houden met georganiseerde criminaliteit en corruptie 43 .

Met betrekking tot een aantal niet opgeloste corruptiezaken op hoog niveau lopen er nog steeds lange procedures. Corruptie lijkt nog steeds wijdverbreid 44 . Het strafrechtsysteem vertoont inefficiënties die de strijd tegen economische en financiële misdrijven hinderen. De Raad heeft daarom aanbevolen de duur van gerechtelijke procedures te verkorten 45 . Het openbaar ministerie is versterkt met extra personeel, maar de capaciteitsproblemen bij de bestrijding van economische en financiële criminaliteit zijn daarmee nog niet verdwenen 46 .

Op 1 januari 2017 is een nieuwe wet inzake overheidsopdrachten in werking getreden 47 . Deze vergemakkelijkt de aanpak van corruptie door betere traceerbaarheid en grotere transparantie van de aanbestedingsprocedures en door sterkere onderzoeks- en sanctieprocedures voor inbreuken. Kroatië is vergevorderd met elektronische aanbesteding, die tot meer transparantie zal leiden. Er zijn ook positieve stappen gezet met de ontwikkeling van het contractenregister en de mogelijkheid om klachten in te dienen bij de Staatscommissie van toezicht op de procedures voor overheidsopdrachten 48 .

De algemene institutionele structuur voor overheidsopdrachten moet nog worden versterkt, met name op lokaal niveau 49 ; bij de meeste instellingen die betrokken zijn bij overheidsopdrachten is er sprake van vertragingen en personeelstekorten 50 . Overheidsopdrachten in de bouwsector zijn kwetsbaar voor corruptie, met name doordat een groot deel van de opdrachten intern wordt aanbesteed door overheidsentiteiten, die aan minder strenge controles worden onderworpen 51 . In mei 2019 is een nieuwe strategie voor corruptiebestrijding bij staatsbedrijven goedgekeurd, waarmee deze problemen worden aangepakt 52 .

Al met al blijft Kroatië alles in het werk stellen om een betere staat van dienst op te bouwen op basis van efficiënte en doeltreffende opsporing en vervolging, die in gerechtelijke uitspraken resulteert in zaken van georganiseerde criminaliteit en corruptie.

6.

De resultaten blijven verbeteren wat betreft versterkte preventiemaatregelen in de strijd tegen corruptie en belangenverstrengeling


De Kroatische strategie voor corruptiebestrijding 2015–2020 en de bijbehorende actieplannen zijn gericht op verbetering van de institutionele structuur en het rechtskader en versterking van de preventieve maatregelen voor het opsporen van corruptierisico’s. Op de uitvoering van de strategie voor corruptiebestrijding wordt toezicht gehouden door de Raad voor de preventie van corruptie, een adviesorgaan van de regering dat bestaat uit vertegenwoordigers van overheidsinstellingen en ngo’s, en de Nationale Raad van toezicht voor de uitvoering van het corruptiebestrijdingsprogramma 53 .

De goedkeuring van de wet betreffende het recht op toegang tot informatie en de benoeming van een informatiecommissaris hebben geleid tot meer transparantie. Door de goedkeuring van de wet inzake de bescherming van personen die melding maken van onregelmatigheden is een nieuw systeem voor het melden van onregelmatigheden en het beschermen van klokkenluiders tot stand gekomen. Er is ook vooruitgang geboekt op het gebied van de reglementering van de financiën van politieke partijen en de financiering van verkiezingscampagnes 54 . De autoriteiten blijven zich inspannen om de controle van de financiële verklaringen van rechters en openbare aanklagers te versterken.Volgens de meest recente enquêtegegevens vinden de meeste Kroaten (59%) echter dat zij in hun dagelijks leven last ondervinden van corruptie. Vaker dan in andere EU-lidstaten zeggen respondenten in Kroatië dat zij persoonlijk met corruptie zijn geconfronteerd (16%) 55 . De conclusie van de meest recente monitoring in het kader van het Europees semester was dat Kroatië de corporate governance in staatsbedrijven moet verbeteren en de preventie en bestraffing van corruptie moet versterken, met name op lokaal niveau 56 .

Er zijn problemen in verband met belangenconflicten, met name op lokaal niveau en binnen ondernemingen die eigendom zijn van de staat of onder zijn zeggenschap staan. De huidige wet inzake lokaal en regionaal zelfbestuur verleent plaatselijke functionarissen een ruime discretionaire bevoegdheid en onafhankelijkheid bij de besluitvorming over de vervreemding van activa en financiën van maximaal een miljoen HRK en bij de benoeming van leden van de raad van bestuur van lokale overheidsbedrijven.

Er wordt gewerkt aan nieuwe wetgeving ter voorkoming van belangenconflicten. Eerdere versies van de wet boden geen oplossing voor het feit dat voorzitters en leden van de raden van bestuur van ondernemingen waarin lokale overheidsinstellingen een meerderheidsbelang hebben, alsook de voorzitters en leden van de raden van bestuur van ondernemingen waarin deze ondernemingen een meerderheidsbelang hebben, niet onder de wet vielen. Die versies maakten het voor de commissie inzake belangenconflicten ook lastig om een procedure te starten voor het opleggen van sancties aan functionarissen die onjuiste vermogensaangiften indienen. Bovendien zouden de beoogde preventiemaatregelen slechts effectief zijn wanneer de groep functionarissen waarop de ontwerpwet betrekking heeft, zou worden uitgebreid, en de ontwerpwet tevens in doeltreffende sanctiemechanismen zou voorzien. Er is al op gewezen dat de commissie inzake belangenconflicten over voldoende bevoegdheden moet beschikken om afschrikkende sancties op te leggen 57 , en dat die commissie meer ondersteuning moet krijgen voor de uitoefening van haar essentiële preventieve taak 58 .

Ten aanzien van diverse andere geplande wetgevingsvoorstellen is vooruitgang noodzakelijk 59 . De mobiliteit tussen de particuliere en de openbare sector (“draaideureffect”) is nog steeds niet gereglementeerd. Er moeten uitvoerige gedragscodes voor gekozen functionarissen op centraal en lokaal niveau worden opgesteld, met bijbehorende verantwoordingsinstrumenten en afschrikkende sancties voor mogelijke schendingen van dergelijke gedragscodes 60 . Een gedragscode voor parlementsleden, met de bijbehorende toezichts- en handhavingsregelingen, die ook door de Greco is aanbevolen 61 , is momenteel in behandeling 62 .

Hoewel een aantal onderdelen van het rechtskader voor preventieve corruptiebestrijding in Kroatië verder moet worden versterkt 63 , doet Kroatië nog steeds zijn toezegging gestand om te blijven werken aan een verbetering van zijn staat van dienst wat betreft versterkte preventiemaatregelen in de strijd tegen corruptie en belangenverstrengeling.

7.

De bescherming van de mensenrechten verder verbeteren


Kroatië heeft in de verslagperiode een aantal stappen ondernomen in verband met zijn toezegging om de bescherming van de mensenrechten verder te verbeteren. Volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens hebben de arresten van het Hof geleid tot verschillende hervormingen in Kroatië, zoals de invoering van een nationale strategie ter verbetering van de kwaliteit en de efficiëntie van het onderwijs aan Roma-kinderen 64 . Reeds enkele jaren wordt het Handvest van de grondrechten van de EU door de Kroatische rechtbanken toegepast 65 . De ombudspersoon kreeg als instelling in 2008 de “A-status” (volgens de VN-beginselen van Parijs), die in 2019 opnieuw werd toegekend 66 . Het jaarbudget van de ombudspersoon is sinds 2013 verhoogd van 1,2 miljoen EUR tot 1,6 miljoen EUR (in 2018) 67 . Het mandaat van de ombudspersoon is in 2012 verlengd 68 en in 2014 en 2015 zijn nieuwe regionale kantoren geopend 69 om het toenemende aantal nationale klachten te kunnen verwerken 70 . De afgelopen jaren is de uitvoering van de aanbevelingen van de ombudspersoon door de bevoegde instanties verbeterd 71 . Er is al een aantal gespecialiseerde mensenrechteninstanties opgericht, zoals de ombudspersonen voor kinderrechten, gendergelijkheid en personen met een beperking 72 .

De bescherming van de mensenrechten van asielzoekers en andere migranten, en de beschuldigingen over weigering van toegang tot de asielprocedure en het gebruik van geweld door rechtshandhavingsfunctionarissen aan de grens vormen nog steeds een uitdaging. Alle maatregelen die Kroatië heeft genomen voor het toezicht op de buitengrenzen moeten in overeenstemming zijn met het Handvest en de mensenrechtenverplichtingen op EU- en internationaal niveau (met inbegrip van het beginsel van non-refoulement en effectieve toegang tot de asielprocedure). Kroatië heeft beloofd de beschuldigingen van slechte behandeling van migranten en vluchtelingen aan zijn buitengrenzen te onderzoeken, de situatie op de voet te volgen en de Commissie op de hoogte te houden van de geboekte vooruitgang.

De inspanningen van Kroatië om de volledige eerbiediging van de grondrechten aan de grens te waarborgen, worden door de Commissie actief ondersteund. In dit verband is een deel van de 6,8 miljoen EUR aan noodfinanciering die in december 2018 aan Kroatië werd toegekend voor versterking van het grensbeheer, uitgetrokken voor een nieuw monitoringmechanisme. Dit moet ertoe bijdragen dat de grenstoezichtactiviteiten van de Kroatische grenswachters volledig in overeenstemming blijven met het EU-recht, de internationale verplichtingen, de grondrechten en de rechten die voortvloeien uit het EU-acquis inzake asiel, met inbegrip van het beginsel van non-refoulement. Ook wordt het zodoende mogelijk onafhankelijk toezicht uit te oefenen op de activiteiten van de Kroatische grenspolitie, onder meer door toetsing van de procedures, operationele regelingen en handleidingen, door opleiding en ondersteuning van het betrokken personeel en door bijstand in verband met de gemelde klachten en incidenten. Wanneer het project is geëindigd, zullen de resultaten van het monitoringmechanisme worden besproken met de Europese Commissie, het bureau van de Kroatische ombudspersoon en maatschappelijke organisaties.

Gezien de maatregelen die Kroatië heeft genomen om de mensenrechten beter te beschermen, alsmede de toezegging om de beschuldigingen van mishandeling van migranten en vluchtelingen aan de buitengrenzen te onderzoeken, voldoet Kroatië nog steeds aan zijn toezeggingen in verband met de bescherming van de mensenrechten.

IV.Conclusie

Deze mededeling is het resultaat van een lang proces van evaluatie en samenwerking dat ertoe moet leiden dat Kroatië voldoet aan de normen die vereist zijn voor de volledige toepassing van het Schengenacquis. De werkwijze waarbij Kroatië door middel van actieplannen respons geeft op de monitoring door de Commissie en de lidstaten heeft een stapsgewijze verbetering mogelijk gemaakt van het vermogen van Kroatië om te voldoen aan de noodzakelijke voorwaarden voor de toepassing van alle relevante onderdelen van het Schengenacquis. De Commissie is ook toezicht blijven houden op de toezeggingen die Kroatië bij de toetreding heeft gedaan op het gebied van de rechterlijke macht en de grondrechten.

De Commissie is van oordeel dat Kroatië de nodige maatregelen heeft genomen om ervoor te zorgen dat aan de noodzakelijke voorwaarden voor de toepassing van alle relevante onderdelen van het Schengenacquis wordt voldaan. Kroatië zal consequent moeten blijven werken aan de uitvoering van alle lopende maatregelen, met name wat het beheer van de buitengrenzen betreft. Alleen zo kan ervoor worden gezorgd dat het land blijft voldoen aan de voorwaarden. De Commissie bevestigt ook dat Kroatië nog steeds de toezeggingen met betrekking tot Schengenacquis naleeft, die het land tijdens de toetredingsonderhandelingen heeft gedaan. De Commissie verzoekt de Raad deze mededeling te bespreken, zodat Kroatië overeenkomstig de Toetredingsakte van 2011 in het Schengengebied kan worden opgenomen.

(1) Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).
(2) Artikel 4, lid 2, eerste alinea, van de Toetredingsakte van de Republiek Kroatië (“Toetredingsakte van 2011”) (PB L 112 van 24.4.2012, blz. 22).
(3) Artikel 36, lid 1, tweede alinea, van de Toetredingsakte van 2011.
(4) Een lijst van de relevante Schengenevaluatieverslagen en aanbevelingen van de Raad is bijgevoegd.
(5) Document van de Raad 5725/17, SCH-EVAL 31, COMIX 66 van 27.1.2017.
(6) Document van de Raad 11206/17, SCH-EVAL 197, ENFOPOL 355, COMIX 520 van 11.7.2017.
(7) Document van de Raad 6359/17, SCH-EVAL 67, VISA 58, COMIX 130 van 17.2.2017.
(8) Staatsblad (NN) nrs. 130/11 en 74/13.
(9) PB L 348 van 24.12.2008, blz. 98.
(10) Document van de Raad 11207/17, SCH-EVAL 198, MIGR 129, COMIX 521 van 11.7.2017.
(11) Artikel 1, lid 1, van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/450 van de Commissie van 16 maart 2015 tot vaststelling van de testvoorschriften voor lidstaten die zich op het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) aansluiten of hun daar rechtstreeks voor bedoelde nationale systeem substantieel wijzigen (PB L 74 van 18.3.2015, blz. 31).
(12) Document van de Raad 5649/17, SCH-EVAL 28, SIRIS 14, COMIX 59 van 11.4.2017.
(13) Document van de Raad 11185/18, SCH-EVAL 154, SIRIS 94, COMIX 409 van 16.7.2018.
(14) Document van de Raad 13969/17, SCH-EVAL 265, ENFOPOL 508, COMIX 738 van 7.11.2017.
(15) COM(2019) 127 final van 28 februari 2019.
(16) NN 145/10.
(17) NN 144/12.
(18) https://pravosudje.gov.hr/UserDocsImages/dokumenti/AP%20Startegije%20razvoja%20pravosuđa.pdf
(19) Zie Uitgevoerde maatregelen en activiteiten – bijlage 1 bij het actieplan voor de uitvoering van de strategische richtsnoeren van de strategie voor justitiële ontwikkeling 2013–2014, https://pravosudje.gov.hr/UserDocsImages/dokumenti/Mjere%20I%20kvartal.pdf .
(20) Wijziging van de wet inzake de Nationale Raad voor justitie (NN 28/13), wet inzake de rechtbanken (NN 28/13).
(21) Zie met name de wijzigingen van de wet inzake burgerlijke rechtsvordering (NN 25/13, 89/14 en 70/19), de wet inzake administratieve geschillen (NN 152/14 en 29/17), de wet inzake rechtshandhaving (NN 25/13, 93/14 en 73/17), de wet inzake strafvordering (NN 56/13, 145/13 en 152/14) en de wet inzake de rechtbanken (NN 28/13, 33/15, 82/15 en 67/18).
(22) Wet inzake rechtbanken (NN 28/13).
(23) Wijzigingen van de wet inzake burgerlijke rechtsvordering (NN 25/13).
(24) Wet inzake de bezoldiging van rechters en gerechtelijke ambtenaren (NN 16/19).
(25) Wet inzake de rechtbanken (NN 67/18); nieuwe wet inzake het openbaar ministerie (NN 67/18). Deze maatregelen hebben ertoe bijgedragen dat de aanbevelingen van de Greco met betrekking tot de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van rechters en aanklagers gedeeltelijk zijn uitgevoerd of op bevredigende wijze zijn behandeld. Zie Greco, GrecoRC4(2018)14, punten 16–23 en 33–38.
(26) Eurobarometer-enquêtes over de onafhankelijkheid van rechtbanken en rechters, zie het EU-scorebord voor justitie 2019, grafieken 47–50, en landverslag over Kroatië 2019, SWD(2019) 1010 final, blz. 56.
(27) Zoals aanbevolen door de Greco, GrecoRC4(2016)5, punten 18–21.
(28) Wijzigingen van de wet inzake de Nationale Raad voor justitie (NN 28/13).
(29) De uitgevoerde maatregelen waren gebaseerd op de strategie voor corruptiebestrijding (2015–2020). Volgens de Greco zijn de aanbevelingen door deze maatregelen voor een deel uitgevoerd. Zie Greco, GrecoRC4(2016)5, punten 27–30 en 43–46, en GrecoRC4(2018)14, punten 24–27. Wat de financiële declaraties van rechters en openbare aanklagers betreft, zal volgens het actieplan voor de preventie van corruptie 2019–2020 een nieuw elektronisch verificatiesysteem in 2020 operationeel worden.
(30) Wijzigingen van de wet inzake de Nationale Raad voor justitie (NN 28/13), kadercriteria voor de prestaties van rechters, en een methode voor de beoordeling van de prestaties van rechters; zie ook Greco, Greco Eval IV Rep (2013) 7E, punten 91 en 150.
(31) Ontwikkelingsstrategie voor de gerechtelijke academie voor 2011–2015; zie ook Greco, Greco Eval IV Rep (2013) 7E, punten 128 en 173.
(32) Zo zijn op 4 februari 2016 richtsnoeren aangenomen voor de interpretatie van ethische beginselen en preventie van belangenconflicten; zie ook Greco, GrecoRC4(2016)5, punten 22–26 en 39–42. Volgens de Greco zijn de aanbevelingen door deze maatregelen voor een deel of in voldoende mate uitgevoerd. Zie Greco, GrecoRC4(2018)14, punten 24–27, en GrecoRC4(2016)5, punten 27–30 en 43–46.
(33) Landverslag Kroatië 2019, SWD(2019) 1010 final, blz. 56.
(34) Aanbevelingen van de Raad aan Kroatië: 2.7.2019, 9935/19 – COM(2019) 511 final; 13.7.2018, 2018/C 320/10; 11.7.2017, 2017/C 261/10; 12.7.2016, 2016/C 299/23; 14.7.2015, 2015/C 272/15; 8.7.2014, 2014/C 247/10; landverslagen Kroatië: 27.2.2019, SWD(2019) 1010 final, blz. 56; 7.3.2018, SWD(2018) 209 final, blz. 50; 22.2.2017, SWD(2017) 76 final, blz. 52; 13.3.2016, SWD(2016) 80 final/2, blz. 2 en 76; 16.2.2015, SWD(2015) 30 final, blz. 25 en 93; 2.6.2014, SWD(2014) 412 final, blz. 37.
(35) Zie de vorige voetnoot.
(36) EU-scorebord voor justitie 2019, grafieken 13–15. De afgelopen jaren was er een meer uitgesproken daling, met name in bestuurszaken.
(37) EU-scorebord voor justitie 2019, grafieken 5, 6 en 8 (geven de beslissingstermijn weer).
(38) Landverslag Kroatië 2019, SWD (2019) 1010 final, blz. 56, en landverslag Kroatië 2018, SWD(2018) 209 final van 7.3.2018, blz. 49.
(39) Het afhandelingspercentage is de verhouding tussen het aantal afgehandelde zaken en het aantal binnenkomende zaken. Dit percentage geeft aan of een rechterlijke instantie het aantal binnenkomende zaken kan verwerken. Wanneer het afhandelingspercentage omstreeks 100% of meer bedraagt, betekent dit dat het rechtsstelsel ten minste evenveel zaken kan afhandelen als er binnenkomen. Ligt het afhandelingspercentage onder de 100%, dan komen er meer zaken binnen dan er worden afgehandeld.
(40) EU-scorebord voor justitie 2019, grafieken 10–12.
(41) Commissie van toezicht voor de uitvoering van de corruptiebestrijdingsmaatregelen, afdeling corruptiebestrijding van het ministerie van Justitie, Bureau voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde criminaliteit (USKOK), gespecialiseerde politie voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad (PNUSKOK) en Nationale Raad van toezicht voor de uitvoering van de strategie voor corruptiebestrijding.
(42) Verslag van de Europese Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: corruptiebestrijdingsverslag van de EU (COM(2014) 38 final).
(43) Jaarverslag 2018 van de Kroatische openbaar aanklager.
(44) Landverslag Kroatië 2019, SWD(2019) 1010 final. Statistieken uit speciale Eurobarometer 470 over corruptie (2017).
(45) Aanbeveling van de Raad over het nationale hervormingsprogramma 2019 van Kroatië en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 2019 van Kroatië.
(46) Landverslag Kroatië 2019, SWD (2019) 1010 final, blz. 56, en landverslag Kroatië 2018, SWD(2018) 209 final, blz. 49–50.
(47) De wet inzake overheidsopdrachten is op 1 januari 2017 in werking getreden.
(48) Landverslag Kroatië 2019, SWD(2019) 1010 final.
(49) Landverslag Kroatië 2018, SWD(2018) 209 final.
(50) Kroatisch overheidsauditverslag 2018 (Nationale rekenkamer, 2018).
(51) European Construction Sector Observatory Report 2018.
(52) Republiek Kroatië, programma voor corruptiebestrijding met betrekking tot staatsbedrijven voor de periode 2019–2020.
(53) Brief van het Kroatische ministerie van Justitie aan DG HOME en DG JUST, 18 juli 2019.
(54) Wet inzake het recht op toegang tot informatie (2013), wijzigingen van de wet inzake het recht op toegang tot informatie (juli 2015), wet inzake de bescherming van personen die melding maken van onregelmatigheden (februari 2019), wet inzake de financiering van politieke activiteiten en verkiezingscampagnes (2013).
(55) Speciale Eurobarometer 470 over corruptie (2017).
(56) Aanbeveling van de Raad over het nationale hervormingsprogramma 2019 van Kroatië en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 2019 van Kroatië.
(57) De Europese Commissie deed in haar monitoringverslag van 2013 over de voorbereidingen van Kroatië voor de toetreding tot de EU de aanbeveling “[er]voor [te] zorgen dat onmiddellijk maatregelen worden getroffen om een stevig en efficiënt mechanisme in te stellen voor de preventie, opsporing en bestraffing van belangenconflicten, op basis van grondige controle en afschrikkende sancties.” In het corruptiebestrijdingsverslag van de Europese Commissie van 2014 werd gesteld dat belangenconflicten en vermogensaangiften, ondanks het bestaan van specifieke wetgeving, opnieuw aanleiding gaven tot bezorgdheid.
(58) Greco, GrecoRC4(2018)14.
(59) 53 van de 126 maatregelen van het plan voor 2015–2016 zijn uitgevoerd (42%). Sommige nog niet uitgevoerde maatregelen zijn overgeheveld naar het plan voor het volgende jaar. Van het plan voor 2017–2018 zijn 87 van de 126 maatregelen uitgevoerd (69%).
(60) Verslag van de Europese Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: corruptiebestrijdingsverslag van de EU.
(61) Greco, Greco RC4(2018)14.
(62) Het actieplan voor corruptiebestrijding 2019–2020 voorziet in goedkeuring van deze maatregelen voor het eerste kwartaal van 2020.
(63) Deze onderdelen zijn onder andere doeltreffende verificatiemechanismen voor belangenconflicten, vermogensaangiften van overheidsfunctionarissen, doeltreffende risicocontroles in het kader van overheidsopdrachten (in het bijzonder voor aanbestedende diensten met zwakkere controlemechanismen), alsmede invoering van een gedragscode voor parlementsleden en versterking van de rol van de commissie inzake belangenconflicten.
(64) Toezicht op de uitvoering van arresten en beslissingen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens 2017, 11e jaarverslag, blz. 31; Raad van Europa, The ECHR and Croatia – facts & figures (Het EHRM en Kroatië, feiten en cijfers), blz. 5.
(65) Bijvoorbeeld het Hooggerechtshof van de Republiek Kroatië (Vrhovni sud Republike Hrvatska), zaak VSRH Kž eun5/2014-4 van 6 maart 2014, aangehaald in het verslag over de toepassing van het EU-Handvest van de grondrechten 2014, blz. 146; Grondwettelijk Hof van de Republiek Kroatië (Ustavni sud Republike Hrvatske), zaak U-III-1095/2014 van 21 september 2017, aangehaald in het verslag over de toepassing van het EU-Handvest van de grondrechten 2017, blz. 16–17.
(66) Report and Recommendations of the Session of the Sub-Committee on Accreditation (SCA) (Verslag en aanbevelingen van de vergadering van het subcomité Accreditatie (SCA)), 2019, blz. 2 en 18.
(67) Jaarverslag 2018 van de ombudsvrouw van Kroatië, blz. 320.
(68) Wet inzake de ombudspersoon (NN 76/12).
(69) ombudsman.hr/en/about-us/history .
(70) 2 275 zaken opgelost in 2013 (jaarverslag 2013 van de ombudsvrouw van Kroatië, blz. 5); 3 632 zaken opgelost in 2017 (jaarverslag 2017 van de ombudsvrouw van Kroatië, blz. 11).
(71) In 2016 is 29% van de aanbevelingen van 2015 uitgevoerd; in 2018 was het aandeel uitgevoerde aanbevelingen van 2017 gestegen tot 65% (jaarverslag 2018 van de ombudsvrouw van Kroatië, blz. 6).
(72) Wet inzake de ombudspersoon voor kinderen (NN 96/03), wet inzake gendergelijkheid (NN 116/03) en wet inzake de ombudspersoon voor personen met een beperking (NN 107/07).