Toelichting bij COM(2018)434 - Programma Digitaal Europa voor de periode 2021-2027

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2018)434 - Programma Digitaal Europa voor de periode 2021-2027.
bron COM(2018)434 NLEN
datum 06-06-2018
ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Dit voorstel zou van toepassing moeten zijn met ingang van 1 januari 2021.

Motivering en doel

De digitale transformatie heeft gevolgen voor alle sectoren van de economie en verandert de manier waarop wij leven, werken en communiceren. Op soortgelijke wijze als vervoer, industriële infrastructuur, onderwijs en overheidsdiensten van hoge kwaliteit in het verleden de welvaart van Europa hebben gewaarborgd, zullen investering in strategische digitale capaciteit en infrastructuur, bijscholing en modernisering van de interactie tussen overheden en burgers de basis vormen voor onze toekomstige welvaart.

Het huidige investeringskader van de EU heeft betrekking op belangrijke aspecten van deze pijlers en met name op onderzoek en innovatie. 1 Uit succesvol overheidsbeleid op het gebied van hightech is echter gebleken dat, in aanvulling op onderzoek en innovatie, overheidsmaatregelen ter ondersteuning van 'upstream-input' op zich snel ontwikkelende technologisch gebieden cruciaal kan zijn voor het creëren van waarde alsmede het beantwoorden aan de behoeften van de overheidssector.

Dit is zeker het geval voor de belangrijkste gebieden die op zijn minst de afgelopen tien jaar ten grondslag lagen aan de digitale transformatie van de economie en de samenleving, dat wil zeggen geavanceerde informatica en gegevensverwerking, cyberbeveiliging en kunstmatige intelligentie. Investeringen in de verwerving van de meest geavanceerde capaciteiten op deze gebieden, waarbij wordt gewaarborgd dat deze optimaal en op interoperabele wijze in de gehele EU worden gebruikt, en het verwerven van de vaardigheden die nodig zijn om deze te ontwikkelen en te gebruiken, geven een essentiële stimulans aan de digitale transformatie van onze gebieden van algemeen belang en onze en van onze industrie.

In Europa blijkt dat er een upstream-investeringskloof bestaat, afgezien van onderzoek en innovatie, uit de discrepantie tussen de toenemende vraag naar de nieuwste technologieën en het aanbod daarvan. Het ontoereikende aanbod aan high-performance drijft het wetenschappers en ingenieurs in de EU in grote getalen naar computingmiddelen buiten Europa, en met name naar de Verenigde Staten, waar overheidsprogramma’s ervoor zorgen dat het aanbod aan hoogwaardige computers met topprestaties op peil blijft. 2

Europa herbergt verder een wereldwijd toonaangevende onderzoeksgemeenschap op het gebied van kunstmatige intelligentie, evenals een groot aantal kleine ondernemingen die expertise betreffende kunstmatige intelligentie aanbieden, maar de markt voor kunstmatige intelligentie is onderontwikkeld in vergelijking met de Verenigde Staten, waar de beschikbare capaciteit, met name op het gebied van gegevens, voorwaarden schept voor grootschalige innovatie.

De versnippering en de relatief geringe investeringen in cyberbeveiliging 3 vormen een bedreiging voor onze samenleving en economie. De Europese cybersector blijft zeer versnipperd en er zijn geen grote spelers op de markt 4 . Vacatures voor hoog opgeleide deskundigen op gebieden als kunstmatige intelligentie, data-analyse en cyberbeveiliging blijven open: in de EU zijn er op deze gebieden momenteel meer dan 350 000 vacatures. 5

De strategie voor de digitale eengemaakte mark heeft een robuust kader opgeleverd waar nu een even robuust investeringsprogramma tegenover moet worden gezet. Dit is op het hoogste politieke niveau bekrachtigd. In Tallinn hebben de Europese staatshoofden en regeringsleiders de voornaamste pijlers van een sterke digitale economie aangewezen: cyberbeveiliging, kunstmatige intelligentie, infrastructuur van wereldformaat die high-performance computing omvat, digitale vaardigheden en de digitale transformatie van de overheidssector. 6 Dit heeft zijn weerslag gevonden in de Conclusies van de Europese Raad van oktober 2017. Sindsdien is er in meerdere Raadsformaties gesproken over de kwestie van het opbouwen van een sterke digitale capaciteit in de EU. In de mededeling betreffende het meerjarig financieel kader 7 heeft de Commissie de nadruk gelegd op het scenario van verdubbeling van de investeringen op digitaal gebied.

Deze toelichting begeleidt het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een nieuw programma ter vergroting en optimalisering van de voordelen van de digitale transformatie voor alle Europese burgers, overheden en bedrijven (programma Digitaal Europa).

Het programma Digitaal Europa is een centraal element van het alomvattende antwoord van de Commissie op de uitdaging die gepaard gaat met de digitale transformatie en maakt deel uit van het voorstel betreffende het meerjarig financieel kader voor 2021-2027. Het doel is te zorgen voor een financieringsinstrument dat is afgestemd op de operationele vereisten van de capaciteitsopbouw op de door de Europese Raad aangewezen gebieden, en de synergieën daartussen te benutten.

Het programma is daarom gericht op het versterken van de capaciteiten van Europa op het gebied van high-performance computing, kunstmatige intelligentie, cyberbeveiliging en geavanceerde digitale vaardigheden 8 en op het waarborgen van het brede gebruik ervan in de hele economie en samenleving. Als deze gebieden gelijktijdig worden gestimuleerd, draagt dat bij tot de totstandbrenging van een bloeiende data-economie, wordt de inclusiviteit bevorderd en wordt er voor waardecreatie gezorgd. 9 Indien een van de pijlers wordt genegeerd of verzwakt, doet dat afbreuk aan de hele constructie, aangezien de pijlers nauw met elkaar verbonden en onderling afhankelijk zijn: kunstmatige intelligentie heeft bijvoorbeeld cyberbeveiliging nodig om betrouwbaar te zijn, cyberbeveiliging heeft high-performance computing nodig om de enorme hoeveelheid te beveiligen gegevens te verwerken en digitale diensten die toekomstige normen naleven, hebben alledrie de capaciteiten nodig; tot slot zijn voor alle bovenstaande gebieden de juiste gevorderde vaardigheden nodig. Van het allergrootste belang is echter dat het programma is gericht op de gebieden waarop geen enkele lidstaat afzonderlijk het voor het welslagen op digitaal vlak vereiste niveau kan bereiken. Verder wordt de nadruk gelegd op gebieden waarop overheidsuitgaven de grootste impact heeft, met name op het verhogen van de efficiëntie en kwaliteit van diensten op gebieden van algemeen belang zoals gezondheid, justitie, consumentenbescherming en overheden, en het ondersteunen van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) bij de aanpassing aan digitale veranderingen.

In het programma wordt ook rekening gehouden met de meerwaarde van het combineren van digitale met andere ontsluitende technologieën teneinde de voordelen van digitalisering te maximaliseren.

1.

Het programma heeft de volgende doelen:


·Het opbouwen en versterken van de capaciteiten van de EU inzake high-performance computing (HPC) en gegevensverwerking, en het wijdverbreide gebruik ervan te waarborgen, zowel op gebieden van algemeen belang zoals gezondheid, milieu en veiligheid, als door het bedrijfsleven, en met name door kmo's.

·Het opbouwen en versterken van kerncapaciteiten inzake kunstmatige intelligentie (KI), waaronder gegevensbronnen en bibliotheken van algoritmen betreffende kunstmatige intelligentie, en het toegankelijk maken daarvan voor alle bedrijven en overheden, alsmede het versterken en bevorderen van de verbindingen tussen bestaande voorzieningen voor het testen van en experimenteren met kunstmatige intelligentie in de lidstaten.

·Waarborgen dat de essentiële capaciteiten die nodig zijn om de digitale economie, maatschappij en democratie van de EU aanwezig zijn en toegankelijk zijn voor de overheidssector en het bedrijfsleven van de EU, en het verhogen van het concurrentievermogen van de sector cyberbeveiliging van de EU.

·Waarborgen dat de huidige en toekomstige beroepsbevolking gemakkelijk geavanceerde digitale vaardigheden, met name op het gebied van high-performance computing, kunstmatige intelligentie en cyberbeveiliging, kan verwerven door leerlingen, studenten, afgestudeerden en bestaande werknemers de mogelijkheden te geven om die vaardigheden te verwerven en te ontwikkelen, ongeacht waar zij zich bevinden.

·Ervoor zorgen dat digitale capaciteiten, met name op het gebied van high-performance computing, kunstmatige intelligentie en cyberbeveiliging optimaal worden gebruikt, in de hele economie, op gebieden van algemeen belang en in de maatschappij, waaronder de uitrol van interoperabele oplossingen op gebieden van algemeen belang, en het vergemakkelijken van de toegang tot technologie en expertise voor alle bedrijven, en met name voor kleine en middelgrote ondernemingen.

Verenigbaarheid met bestaande beleidsbepalingen

Het programma dient ter ondersteuning van onder meer de beleidsinitiatieven die de Commissie heeft aangekondigd op het gebied van high-performance computing in het kader van het Euro HPC-initiatief 10 , het FinTech-actieplan van maart 2018 11 , kunstmatige intelligentie in het kader van de mededeling over KI 12 , de verordening ter bevordering van billijkheid en transparantie voor zakelijke gebruikers van onlinetussenhandelsdiensten en het besluit van april 2018 betreffende de oprichting van een Waarnemingscentrum voor de onlineplatformeconomie 13 , en het datapakket van april 2018 14 , de cyberbeveiliging in het kader van het cyberbeveiligingspakket van 15.9.2017 15 , de digitale transformatie van gezondheid 16 en het onderwijs 17 , de nieuwe strategie voor het industriebeleid van september 2017 18 , digitalisering van het Europese bedrijfsleven van april 2016 19 en de agenda voor vaardigheden voor Europa.

Het programma houdt verband met bestaande investeringsinstrumenten. Investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie op het gebied van digitale technologieën die zijn gedaan op grond van Horizon 2020 en voorafgaande kaderprogramma's hebben Europa in staat gesteld concurrerend te blijven in belangrijke sectoren, bijvoorbeeld robotica, telecomapparatuur en sensortechnologie. Investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie moeten thans worden voortgezet en versterkt in het volgende meerjarig financieel kader. Het programma Digitaal Europa bouwt duidelijk voort op de successen van het Horizon 2020-programma en zorgt ervoor dat het mogelijk de weg naar de uitrol van technologieën zoals high-performance computing en kunstmatige intelligentie te effenen.

Investeringen in kaders, normen, interoperabele oplossingen en grensoverschrijdende proefdiensten in het kader van het programma Connecting Europe Facility (CEF) en het programma voor interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijke kaders voor Europese overheden, bedrijven en burgers (ISA²) hebben overheden in staat gesteld om de digitale transformatie onder 'echte' omstandigheden te testen en om de weg van een e-overheid naar een digitale overheid in te slaan 20 . Uit de uitrol van interoperabele oplossingen binnen de digitale eengemaakte markt is de waarde van optreden op EU-niveau gebleken. Dit zijn belangrijke prestaties waarop kan worden voortgebouwd met het oog op de implementatie van interoperabele digitale diensten in heel Europa op grotere schaal. Het programma zal voortbouwen op de verwezenlijkte digitale-diensteninfrastructuren die zijn uitgerold in het kader van het huidige CEF-programma en zal steun geven aan de verdere ontwikkeling en bredere toepassing van de beleidsonderdelen, zoals het Europees interoperabiliteitskader (EIF).

Samenhang met andere beleidsterreinen van de Unie

Het programma Digitaal Europa vormt een aanvulling op en houdt verband met een aantal andere instrumenten die worden voorgesteld in het meerjarig financieel kader voor de periode na 2020, met name: Horizon Europa, de Connecting Europe Facility (CEF), het programma Creatief Europa (met inbegrip van Media), het InvestEU-fonds, Cosme, het programma voor de eengemaakte markt, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (Efro), het Europees Sociaal Fonds (met inbegrip van het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief, het onderdeel gezondheid en digitale basisvaardigheden), het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO), Erasmus, het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (basisvaardigheden en geavanceerde digitale vaardigheden), het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, het Fonds voor interne veiligheid, het programma voor het milieu en klimaatactie (met inbegrip van energie-efficiëntie) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij.

Synergieën tussen de programma’s maken schaalvoordelen mogelijk, zorgen ervoor dat de samenhang tussen investeringen wordt verbeterd en zorgen ervoor dat de waarde voor burgers en economische actoren wordt verhoogd. Zij zorgen ervoor dat de praktische impact van digitale investeringen op EU-niveau wordt vergroot, en dat nationale en regionale investeringen op digitaal gebied beter in staat zijn om acties op EU-niveau aan te vullen.

Door de impact en efficiëntie van overheidsmiddelen te versterken door middel van praktische koppelingen tussen de verschillende programma's, zal de EU digitale uitdagingen op een meer doelgerichte en gestroomlijnde wijze aanpakken en ecosystemen opbouwen of versterken die de digitalisering ondersteunen, waardoor de werkgelegenheid wordt verbeterd, de groei toeneemt en het concurrentievermogen wordt gestimuleerd. Tijdens de uitvoering van het programma Digitaal Europa zal ernaar worden gestreefd de mededinging op de interne markt in stand te houden.

In de onderstaande sectie wordt beknopt omschreven op welke manier het programma Digitaal Europa een aanvulling vormt op en zorgt voor synergie met de instrumenten die het meest relevant zijn in de digitale context, met name Horizon Europa, de CEF, het Efro, het fonds voor de waarden van de EU en het programma voor de eengemaakte markt.

Er zijn wat betreft high-performance computing, kunstmatige intelligentie en cyberbeveiliging overlappingen met verscheidene thematische aandachtsgebieden die onder Horizon Europa vallen, maar het soort acties dat wordt ondersteund, de verwachte outputs daarvan en de interventielogica zijn verschillend en complementair. Horizon Europa zal het enige centraal beheerde EU-programma zijn dat is gericht op het ondersteunen van onderzoek en technologische ontwikkeling; het is het voornaamste programma voor demonstratie, proefprojecten, haalbaarheidsstudies, testen en innovatie, met inbegrip van precommerciële uitrol. Het programma Digitaal Europa zal daarentegen gericht zijn op de opbouw van grootschalige digitale capaciteit en infrastructuur, met als doel de brede toepassing en uitrol in heel Europa van kritieke bestaande of geteste innovatieve digitale oplossingen.

Een voorbeeld van de genoemde synergieën is dat nieuwe digitale technologieën die met steun van Horizon Europa zijn ontwikkeld geleidelijk worden toegepast en uitgerold in het kader van Digitaal Europa. Capaciteiten en infrastructuur die in het kader van Digitaal Europa zijn ontwikkeld, zullen evenzeer ter beschikking van de onderzoeks- en innovatiegemeenschap worden gesteld, met inbegrip van activiteiten die worden ondersteund door Horizon Europa. Initiatieven van Horizon Europa ter ondersteuning van de ontwikkeling van digitale vaardigheden, met inbegrip van initiatieven die worden uitgevoerd in de co-locatiecentra van het Europees Instituut voor innovatie en technologie EIT Digital, worden aangevuld en opgevoerd bij capaciteitsopbouw in het kader van Digitaal Europa op het gebied van geavanceerde digitale vaardigheden. EIT-knooppunten brengen studenten, onderzoekers, ingenieurs en bedrijfsontwikkelaars samen om gezamenlijk te werken aan het ontwerp en de uitvoering van innovatieprojecten en het opzetten en ondersteunen van bedrijven. Om voor sterke coördinatiemechanismen voor de uitvoering te zorgen, zullen de werkwijzen van beide programma’s op elkaar worden afgestemd.

Het programma Digitaal Europa is een aanvulling op de in het actieplan voor digitaal onderwijs vastgestelde acties, en met name op de acties die geavanceerde digitale vaardigheden vergen op de gebieden high-performance computing, 'big data'-analyse, cyberbeveiliging, „distributed ledger”-technologieën, robotica en kunstmatige intelligentie.

De Connecting Europe Facility zal voorzien in de fysieke infrastructuur voor de breedbandnetwerken met hoge capaciteit die nodig is om de in het programma Digitaal Europa voorgestelde digitale diensten en technologieën mogelijk te maken. Aangezien de CEF dient ter ondersteuning van kritieke infrastructuur in sectoren die een passend niveau van cyberbeveiliging nodig hebben, zal er behoefte zijn aan de toepassingen die door middel van Digitaal Europa tot stand zijn gebracht. In de toekomst zal alleen het programma Digitaal Europa de uitrol van digitale diensten op gebieden van algemeen belang ondersteunen.

Het Efro streeft naar het bevorderen van de economische, sociale en territoriale cohesie in alle regio’s van de EU en is gericht op minder ontwikkelde regio's. Het Efro bevordert de op innovatie gebaseerde economische ontwikkeling in verband met de digitalisering van het bedrijfsleven, zoals vastgesteld in de strategieën voor slimme specialisatie 21 (met inbegrip van aanvullende investeringen in de opbouw en verbetering van digitale-innovatiehubs). Het Efro ondersteunt ook de uitrol van digitale oplossingen, waaronder cyberbeveiliging, als onderdeel van de uitvoering van de EU-prioriteiten op gebieden betreffende de modernisering van overheden, duurzaam vervoer, de verbetering van gezondheids- en zorgstelsels, de energietransitie, circulaire economie en onderwijs 22 . Op die manier wordt een bijdrage geleverd aan de voltooiing van de digitale eengemaakte markt, met name op regionaal en lokaal niveau. Digitaal Europa zal een aanvulling vormen op lokale investeringen teneinde voorzieningen voor de rest van Europa open te stellen door middel van netwerken en het in kaart brengen van de digitale capaciteiten.

Daarnaast zal Digitaal Europa indirect bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de mededeling 'Een nieuw en sterker strategisch partnerschap met de ultraperifere gebieden van de EU' 23 , waarin wordt erkend dat digitale toegankelijkheid en vaardigheden doorslaggevend voorwaarden voor de ontwikkeling van deze regio’s zijn.

Er zijn duidelijk synergie-effecten tussen het programma Digitaal Europa en het programma Creatief Europa, met name in de het onderdeel MEDIA en het sectoroverschrijdende onderdeel. MEDIA ondersteunt doelgerichte acties (dat wil zeggen toegang tot inhoud, bevordering en ontwikkeling van publiek) ter bevordering van het concurrentievermogen van de culturele en creatieve sectoren, en met name de audiovisuele sector, en de aanpassing daarvan aan de digitale omgeving. Tot de prioriteiten waarnaar het sectoroverschrijdende onderdeel streeft, behoren een beter inzicht in de dynamiek van digitale media en de digitale transformatie van de Europese nieuwsmediasector. Het programma Digitaal Europa zal deze onderdelen steunen door te voorzien in brede toegang tot geavanceerde technologieën, normen (indien nodig) en infrastructuur die noodzakelijk is voor de capaciteitsopbouw.

Er dient te worden gestreefd naar samenhang tussen het programma Digitaal Europa en het programma voor de eengemaakte markt. Consumentenbescherming moet bijvoorbeeld tot stand worden gebracht bij het ontwerp met betrekking tot de productveiligheid in verband met de digitale economie, cyberbeveiliging en kunstmatige intelligentie. Beide programma’s moeten elkaar aanvullen wat betreft het betrokken entiteiten en het soort nieuwe risico’s die met deze opkomende technologieën gepaard gaan. Ook het onderzoek dat in het kader van beide programma’s wordt verricht ten aanzien van digitale markten moet wederzijds ondersteunend zijn.

Het programma Digitaal Europa bevordert de ontwikkeling van geavanceerde digitale vaardigheden, met de nadruk op de vaardigheden die verband houden met het toepassingsgebied ervan, namelijk cyberbeveiliging, kunstmatige intelligentie en high-performance computing. Als zodanig is het een aanvulling op het Europees Sociaal Fonds Plus dat ondersteuning geeft aan onderwijs en opleidingen op het gebied van basis- en middelhoge vaardigheden, en het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering waarmee IT-training voor ontslagen werknemers op alle vaardigheidsniveaus wordt gefinancierd.

Er moeten voor worden gezorgd dat het programma Digitaal Europa en het Erasmus-programma elkaar aanvullen en dat er synergieën tussen beide programma's zijn, waarvan beide programma's profiteren. Het Erasmus-programma draagt bij tot de ontwikkeling en verwerving van vaardigheden door middel van leermobiliteit en samenwerking op het gebied van onderwijs, opleidingen, jeugd en sport.

Tot slot zal de uitvoering van het programma Digitaal Europa, wat betreft de deelname van entiteiten die gevestigd zijn in niet-EU-landen, worden gecoördineerd met de externe financieringsinstrumenten, zoals het instrument voor pretoetredingssteun en het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking.

Het voorstel van de Commissie voor het meerjarig financieel kader voor 2021-2027 omvat een ambitieuzere doelstelling voor klimaatmainstreaming in alle EU-programma's: het doel is dat 25 % van de EU-uitgaven bijdraagt tot klimaatdoelstellingen. De bijdrage van dit programma aan de verwezenlijking van dit algehele streefcijfer zal worden gemonitord door middel van een EU-klimaatindicatorsysteem met een passend niveau van desaggregatie, waarbij indien beschikbaar nauwkeuriger methoden worden toegepast. De Commissie zal in het kader van de jaarlijkse ontwerpbegroting wat betreft de vastleggingskredieten jaarlijks de nodige informatie blijven verstrekken.

Om ervoor te zorgen dat het programma zo veel mogelijk bijdraagt tot de klimaatdoelstellingen, zal de Commissie tijdens de voorbereiding, uitvoering, beoordeling en evaluatie van het programma nagaan welke relevante acties er ondernomen kunnen worden.

De acties in het kader van het programma moeten worden gebruikt om marktfalen of suboptimale investeringssituaties aan te pakken, waarbij op een evenredige manier te werk moet worden gegaan en moet worden voorkomen dat particuliere investeringen worden gedupliceerd of verdrongen en naar een duidelijke Europese meerwaarde moeten worden gestreefd. Op die manier wordt gezorgd voor samenhang tussen de acties van het programma en de staatssteunregels van de EU en worden onnodige verstoringen van de concurrentie op de interne markt vermeden.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Dit programma wordt voorgelegd voor een Unie van 27 lidstaten, in overeenstemming met de kennisgeving van het voornemen van het Verenigd Koninkrijk om zich terug te trekken uit de Europese Unie en uit Euratom die de Europese Raad op 29 maart 2017 heeft ontvangen uit hoofde van artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Rechtsgrondslag

2.

Gezien de brede aard van de interventie in het kader van het programma Digitaal Europa is het gebaseerd op de volgende bepalingen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU):


·artikel 173, lid 3, VWEU wat betreft de meeste activiteiten die in het kader van dit programma worden ontplooid;

·artikel 172 VWEU, met name in verband met de digitale transformatie van gebieden van algemeen belang.

Subsidiariteit

Het programma heeft tot doel de synergieën te benutten die voortkomen uit alle essentiële aspecten van de digitale economie: slimme computing- en data-infrastructuur , cyberbeveiliging, kunstmatige intelligentie, geavanceerde digitale vaardigheden en toepassingen in het bedrijfsleven en op gebieden van algemeen belang. Deze pijlers zullen met steun van een enkel samenhangen mechanisme leiden tot een bloeiende data-economie, inclusiviteit bevorderen, als katalysator voor innovatieve projecten werken 24 en de verdeling van waarde waarborgen.

Digitaal Europa is een reactie op een nieuwe politieke wil tot een gezamenlijke aanpak te komen ten aanzien van voorheen voornamelijk binnenlandse kwesties, aangezien geen enkele lidstaat afzonderlijk in staat is tot de nodige kritieke digitale investeringen of deze op te voeren tot een niveau dat tot succes leidt. Als de EU geen actie onderneemt, wordt er niet genoeg geïnvesteerd en dreigt het concurrentievermogen van de EU af te nemen.

Interventie op EU-niveau is nodig om acties te plannen, gezamenlijk te financieren en te coördineren op een schaal die opgewassen is tegen deze uitdagingen, en om te waarborgen dat heel Europa baat heeft bij de voordelen van nieuwe digitale technologieën. Bovendien kan door multilateraal gecoördineerd optreden dubbel werk worden vermeden, kunnen synergieën worden benut door financiering te koppelen aan randvoorwaarden, kan de interoperabiliteit worden gewaarborgd en kunnen blinde vlekken of een ernstige geografische digitale kloof worden vermeden.

Alles bij elkaar zal dit leiden tot een snellere uitrol en verspreiding van nieuwe technologieën, strategische voordelen voor Europese bedrijven, betere openbare diensten voor de burgers van de EU en meer mogelijkheden om een doorbraak te forceren bij het oplossen van maatschappelijke uitdagingen (gezondheid, opsporing en diagnose van ziekten, klimaatverandering, efficiënt gebruik van hulpbronnen enz.), waardoor over het geheel genomen de levenskwaliteit op alle gebieden in de hele Unie wordt verbeterd.

Evenredigheid

De overheidssector is duidelijk bereid om digitale transformatie op Europees niveau aan te pakken en om mede te investeren in de opbouw en versterking van de digitale capaciteit van de EU. De Europese Raad geeft sterke politieke steun aan deze interventie, evenals de Raad en het Europees Parlement die herhaaldelijk hebben opgeroepen tot een spoedige voltooiing van de digitale eengemaakte markt en de daarmee samenhangende afzonderlijke dossiers. 25 26 27 28

Het Parlement gaf aan met name te betreuren dat de middelen die in de EU-begroting aan digitale beleidsmaatregelen worden toegewezen te krap zijn om daadwerkelijk effect te sorteren en erkende dat de Europese economie moet worden aangezwengeld met productieve investeringen. 29 30

In maart 2017 hebben op EU-niveau 29 landen toegezegd samen te werken op het gebied van geconnecteerde mobiliteit 31 , en tot nu toe hebben 16 lidstaten zich verplicht met de Commissie samen te werken om geïntegreerde infrastructuur voor high-performance computing van wereldklasse aan te schaffen en uit te rollen. 32 In januari 2018 heeft de Commissie een voorstel gedaan voor een verordening van de Raad tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing 'EuroHPC'. 33

Op de tweede Digitale dag die op 10 april 2018 plaatsvinden hebben 28 Europese landen 34 toegezegd om samen te werken op het gebied van kunstmatige intelligentie teneinde de technologische en industriële capaciteiten van de EU op dit gebied te versterken en ervoor te zorgen dat alle burgers en bedrijven de vruchten ervan kunnen plukken 35 . Verder hebben Europese landen toegezegd samen geavanceerde oplossingen te ontwikkelen voor overheidsdiensten (bijvoorbeeld door Europese blockchain-infrastructuur voor diensten te ontwikkelen 36 ), gepersonaliseerde geneeskunde 37 , gegevensgestuurde gezondheid en zorg, en gemeenschappelijk toezicht op de vooruitgang van de digitale investeringen. Alle lidstaten van de EU zijn momenteel betrokken bij het EU-initiatief betreffende de digitalisering van het bedrijfsleven, en zij hebben duidelijke toezeggingen gedaan om verder samen te werken digitale middelen in het bedrijfsleven optimaal te benutten.

Uit raadplegingen van belanghebbenden blijkt verder dat een reeks kritieke investeringen het best op EU-niveau plaatsvindt. Voor de gebieden waarop het programma betrekking heeft, is de schaal essentieel om succes te behalen, ofwel om de nodige capaciteiten te verwerven, ofwel om breed gebruik ervan in de hele EU te waarborgen. Aangezien kennis en expertise op geavanceerde digitale gebieden niet in alle regio's in Europa beschikbaar is, kan optreden op EU-niveau, met name door middel van de koppeling van digital-innovatiehubs, waarborgen dat die expertise in elke regio beschikbaar is.

Gezien de urgentie van de situatie en de schaal van de vereiste investeringen, pleit er veel voor optreden van de EU om acties gezamenlijk te financieren en te coördineren op een schaal die opgewassen is tegen de uitdagingen die voortkomen uit de digitale transformatie. Op die manier wordt gewaarborgd dat de voordelen van nieuwe digitale technologieën volledig worden gedeeld. Door gecoördineerd optreden kan dubbel werk worden vermeden, kunnen synergieën worden benut door financiering te koppelen aan randvoorwaarden, kan de interoperabiliteit worden gewaarborgd en kunnen blinde vlekken of een ernstige geografische digitale kloof worden weggewerkt.

De oproep tot meer investeringen moet nu worden omgezet in actie binnen het investeringskader van de EU. Bedrijven en burgers hebben behoefte aan een duidelijk signaal dat de EU investeert in hun toekomst, dat de voorspelbaarheid is gewaarborgd en dat er mechanismen worden ingevoerd die ondersteuning bieden met het oog op het ingewikkelde proces van de digitale transformatie. Europa is ervoor verantwoordelijk tijdens het hele proces actie te ondernemen en zichtbaar te zijn.

De digitale transformatie is uitgegroeid tot een essentiële factor voor groei, sociale ontwikkeling en de overgang naar een duurzame economie, maar het is gebleken dat er een ernstige lacune is wat betreft de manier waarop de EU en de lidstaten digitale financiering toewijzen. Het huidige investeringskader is niet ontworpen voor de EU-brede capaciteitsopbouw op digitaal gebied en het optimale gebruik ervan. De EU heeft daarom behoefte aan een nieuw, geïntegreerd en ambitieus financieringsprogramma ter ondersteuning van de uitrol en het optimale gebruik van de digitale capaciteiten die de basis vormen voor innovatie op gebieden van algemeen belang en in het bedrijfsleven.

Keuze van het instrument

Het programma wordt uitgevoerd door middel van een verordening.

3. EVALUATIE ACHTERAF, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

•Evaluatie achteraf van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Aangezien het programma Digitaal Europa nieuw is, is dit voorstel niet gebaseerd is op een specifieke tussentijdse evaluatie. In plaats daarvan is lering getrokken uit evaluaties van nauw verwante programma’s en initiatieven, met namen de tussentijdse evaluatie van de CEF 38 en de tussentijdse evaluatie van de digitale eengemaakte markt 39 .

Van bijzonder belang is evenwel het resultaat van de tussentijdse evaluatie van de CEF, waarin werd geconcludeerd dat met inspanningen die in het programma waren gewijd aan digitale capaciteiten en infrastructuur slechts de allereerste stappen in de richting van een EU-brede digitale transformatie van gebieden van algemeen belang konden ondersteunen 40 . Er werd op gewezen dat met de in het kader van de CEF beschikbare financieringsniveaus tot nu toe slechts ten dele aan de huidige behoeften kon worden voldaan, en dat het CEF-kader bovendien het vermogen van het programma om zich aan te passen aan de meest recente technologische ontwikkelingen en nieuwe beleidsprioriteiten (bijvoorbeeld uitdagingen in verband met cyberbeveiliging). Uit de evaluatie bleek een grote bereidheid van de lidstaten om samen werk te maken van de digitale transformatie.

Raadpleging van belanghebbenden

In het kader van de effectbeoordeling zijn verschillende raadplegingen uitgevoerd om ervoor te zorgen dat er in het proces van de opzet van het post-2020 EU-programma voor het programma Digitaal Europa stelselmatig rekening wordt gehouden met de standpunten van de belanghebbenden. Tot deze raadplegingsactiviteiten behoorden conferenties en evenementen met belanghebbenden, deskundigengroepen, een online-raadpleging, workshops, bijeenkomsten en seminars, en de analyse van standpuntnota’s.

Uit de resultaten van de raadpleging van de belanghebbenden blijkt dat zij voorstander zijn van een efficiëntere, minder versnipperde aanpak om ervoor te zorgen dat alle Europese burgers en bedrijven het meest baat hebben bij de digitale transformatie. Dit geldt vooral voor de belangrijkste gebieden van het programma Digitaal Europa, dat wil zeggen high-performance computing, cyberbeveiliging en kunstmatige intelligentie, alsmede geavanceerde vaardigheden en de digitale transformatie van gebieden van algemeen belang.

Effectbeoordeling

Het effectbeoordelingsverslag werd op 25 juni 2018 voorgelegd aan de Raad voor regelgevingstoetsing. De Raad heeft een negatief advies uitgebracht.

Naar aanleiding van het negatieve advies van de Raad is het verslag grondig herzien en geherstructureerd om duidelijker te omschrijven hoe het voorstel voortbouwt op bestaande programma’s op het gebied van digitaal beleid. Er werden meerdere voorbeelden van soortgelijke acties in derde landen en in lidstaten toegevoegd. Tevens werden de bijzonderheden van de afbakening ten opzichte van Horizon Europa zoals overeengekomen met DG RTD toegevoegd. Daarnaast werd uitleg gegeven over de interventielogica en vragen betreffende marktfalen en de upstream-investeringskloof op de verschillende gebieden. Er werden verder meer bijzonderheden verstrekt over de vormen van beschikbaarstelling voor elk van de voorgestelde acties. In nieuwe secties weer gedetailleerder uiteengezet wat er moet worden bereikt met een verhoging van de financiering dat niet kan worden bereikt met de huidige interventiemechanismen in de verschillende pijlers. Er werden enige voorbeelden gegeven van soortgelijke succesvolle beleidsmaatregelen in de Verenigde Staten en Europa. Op 5 mei 2018 is de effectbeoordeling opnieuw voorgelegd.

Op 8 mei 2018 werd een positief advies 41 (met voorbehoud) van de Raad voor regelgevingstoetsing ontvangen, met dien verstande dat het effectbeoordelingsveslag zou worden herzien teneinde rekening te houden met de aanbevelingen van de Raad. Het verslag is dienovereenkomstig herzien: de tekst is herzien om te verduidelijken waarop het voorstel voortbouwt en wat de nieuwe elementen zijn, en om duidelijker uiten te zetten waarom het programma Digitaal Europa is een beter kanaal is om de voorgestelde maatregelen te ondersteunen; er is een nieuwe sectie over de betrokkenheid van de lidstaten toegevoegd om een betere omschrijving te geven van de politieke bekrachtiging van de voorgestelde maatregelen en de inzet van de lidstaten; de sectie over mededingingsregels en marktverstoringen is versterkt; er is een nieuwe sectie toegevoegd met een voorbeeld van de beoogde betaling per gebruiksmechanisme.

Vereenvoudiging

De volledige samenhang met het huidige en toekomstige Financieel Reglement wordt gegarandeerd. De voorziene uitzonderingen vinden hun rechtsgrond in aanverwante wetteksten of zijn gebaseerd op precedenten. Daarnaast zijn de volgende vereenvoudigingen opgenomen:

·flexibiliteit bij de op het niveau van de specifieke doelstellingen geïntegreerde begrotingstoewijzingen;

·de werkingssfeer van de interventie is gedefinieerd op het niveau van algemene, specifieke en operationele doelstellingen. Subsidiabiliteitscriteria, financieringspercentages voor subsidies en andere elementen van de uitvoering worden in de werkprogramma’s opgenomen. Deze flexibiliteit wordt in evenwicht gehouden doordat de betrokkenheid van de lidstaten bij de uitvoering van het programma in het kader van een deskundigengroep op hoog niveau is gewaarborgd;

·in het kader van het programma kan financiering worden verstrekt in een van de vormen als vastgesteld in het Financieel Reglement.

Het programma wordt uitgevoerd in direct beheer in overeenstemming met het Financieel Reglement of in indirect beheer met de passende entiteiten of organen als bedoeld in artikel 58, lid 1, onder c), [nieuw 61, lid 1, onder c),] van het Financieel Reglement.

Op basis van de kosten-batenanalyse die aan het begin van Horizon 2020 voor uitvoerende agentschappen is uitgevoerd en van de tussentijdse evaluaties van de CEF en Horizon 2020, zou de standaardwijze van uitvoering van het programma direct beheer zijn. De voordelen van het gebruik van direct beheer zijn dat hierdoor een krachtige beleidssturing en een snelle levering van EU-steun mogelijk zijn.

Indirect beheer moet worden gebruikt als aanvullende methode voor de taken tot uitvoering van de begroting die in de basishandeling van het programma zijn vastgesteld. Hoewel de Commissie verantwoordelijk blijft voor de uitvoering van de begroting, zorgt het toevertrouwen van taken tot uitvoering van de begroting overeenkomstig artikel 62, lid 1, onder c), van het Financieel Reglement ervoor dat de betrokken entiteit volledige meewerkt aan de bescherming van de financiële belangen van de Unie. Het toevertrouwen van dergelijke taken aan entiteiten in het kader van indirect beheer dient ook een transparant, niet-discriminerend, efficiënt en doeltreffend proces te garanderen.

Grondrechten

De rechten en beginselen die zijn vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, worden volledig geëerbiedigd in de voorgestelde regels van het programma Digitaal Europa, die bovendien bevorderlijk zijn voor de tenuitvoerlegging van een aantal van die rechten. In het bijzonder dienen de doelstellingen van dit programma de vrijheid van meningsuiting en informatie, het verbod op discriminatie, het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en het recht op een onpartijdig gerecht als vastgesteld in de artikel 11, 21 en 47 van het Handvest te waarborgen. Het programma is verder gericht op het versterken van de vrijheid van ondernemerschap overeenkomstig het recht van de Europese Unie en de nationale wetgevingen en praktijken (artikel 16). Verder wordt de bescherming van persoonsgegevens gewaarborgd in overeenstemming met artikel 8 van het Handvest. alsmede de gezondheidszorg in overeenstemming met artikel 35 van het Handvest en de consumentenbescherming in overeenstemming met artikel 38 van het Handvest.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Overeenkomstig het voorstel van de Commissie voor het meerjarig financieel kader 2021-2027 42 (COM(2018) XXX) is de financiële toewijzing voor het programma vastgesteld op EUR 9 194 000 000 in huidige prijzen en is de indicatieve verdeling ervan als volgt (zie artikel 4 van het voorstel).

Zie voor nadere gegevens het financieel memorandum in bijlage bij dit voorstel.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid om financiering te voorzien in een van de vormen als vastgesteld in het Financieel Reglement, is het de bedoeling om het programma als hieronder beschreven uit te voeren. Zoals reeds vermeld, zal ernaar worden gestreefd de mededinging op de interne markt in stand te houden:

1. Wat betreft high-performance computing wordt de voortzetting van de Gemeenschappelijke Onderneming EuroHPC, waarover momenteel wordt gesproken met de Raad, beschouwd als het meest doeltreffende en efficiënte instrument voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het initiatief EuroHPC, met name wat betreft het coördineren van nationale en Europese strategieën en investeringen infrastructuur betreffende high-performance en R&D, het bundelen van publieke en particuliere middelen en het waarborgen van de economische en strategische belangen van de Unie 43 . Naar verwachting ontvangt de gemeenschappelijke onderneming middelen uit Digitaal Europa en Horizon Europa.

2. Gezamenlijke aanbesteding of subsidies in verband met activiteiten betreffende kunstmatige intelligentie zouden in direct beheer plaatsvinden.

3. Activiteiten in verband met cyberbeveiliging zouden worden uitgevoerd in direct of indirect beheer.

4. Financiering in verband met de ontwikkeling van geavanceerde digitale vaardigheden zou voornamelijk plaatsvinden via de digitale-innovatiehubs promoot als vastgesteld in artikel [16] en hieronder uiteengezet, en via de betrokken kenniscentra. De Commissie zal het werkprogramma opstellen in samenwerking met de bovengenoemde betrokken kenniscentra die zodoende in staat zijn de input te geven die nodig is om de samenhang tussen de acties op het gebied van geavanceerde digitale vaardigheden en de meest recente technologische ontwikkelingen te waarborgen. Het doel is derhalve snel te reageren op de snel veranderende behoeften van de arbeidsmarkt.

5. Financiering in verband met de digitale transformatie van gebieden van algemeen belang kan blijven plaatsvinden in direct beheer. De Europese Commissie zal verantwoordelijk blijven voor het beheer ten behoeve van de ontwikkeling van oplossingen ter waarborging van gemeenschappelijk ontwerp en interoperabiliteit van de architectuur.

Het beheer van specifieke sectorale platforms voor kerndiensten kan echter worden overgedragen aan het operationele beheer van reeds bestaande agentschappen, indien deze mogelijkheid reeds deel uitmaakt van hun opdracht.

6. De digitalisering van het bedrijfsleven worden uitgevoerd via de digitale-innovatiehubs. De digitale-innovatiehubs zullen zorgen voor de verspreiding van digitale capaciteiten, met name op het gebied van high-performance computing, kunstmatige intelligentie, cyberbeveiliging en digitale vaardigheden, in de hele economie, om de digitale transformatie van het bedrijfsleven en overheidsorganisaties mogelijk te maken. De digitale-innovatiehubs geven toegang tot technologische expertise en voorzieningen voor experimenten, zodat organisaties beter inzicht krijgen in de zakelijke kant van projecten op het gebied van de digitale transformatie. Door de digitale-innovatiehubs ter beschikking gestelde diensten betreffende tests en experimenten kunnen tevens andere ontsluitende technologieën omvatten die nodig zijn voor de uitrol van volledige oplossingen op het gebied van de digitale transformatie. Er wordt een netwerk van digitale-innovatiehubs opgericht om voor een optimale geografische dekking in heel Europa te zorgen. Subsidies in verband met digitale-innovatiehubs worden rechtstreeks door de Commissie verstrekt.

Door middel van de wijzen van uitvoering zal ernaar worden gestreefd een hoge mate van synergie tussen de verschillende onderdelen van het programma te ontwikkelen. Dit wordt nader omschreven in bijlage 4 bij de effectbeoordeling met betrekking tot high-performance computing, kunstmatige intelligentie en cyberbeveiliging. Wanneer passend kan de uitvoering ook dienen als hefboom voor andere essentiële digitale technologieën die marktrijp zijn en onder voorgaande investeringen op EU-niveau vallen, zoals 5G, internet der dingen en clouddiensten.

De index van de digitale economie en maatschappij ("Digital Economy and Society Index" of 'DESI') is een referentie-instrument voor het meten van de vooruitgang op het gebied van de digitale transformatie in de EU. Het DESI-instrument is gebaseerd op een aantal indicatoren die worden afgeleid uit een rigoreuze statistische analyse. Er worden ook gegevens verzameld uit andere bronnen, waaronder speciale enquêtes.

Er worden output- en impactindicatoren vastgesteld in verband met de voornaamste gebieden van het programma (high-performance computing, kunstmatige intelligentie, cyberbeveiliging, geavanceerde digitale vaardigheden, uitrol, optimaal gebruik van digitale capaciteiten en interoperabiliteit).

Met de feedback die de jaarlijkse monitoring oplevert, kunnen het beheer en de structuur van het programma worden aangepast aan de hand van de verkregen resultaten. Bestaande indicatoren die afkomstig zijn uit officiële EU-statistieken op basis van jaarlijkse ICT-enquêtes en uit de arbeidskrachtenenquête, kunnen eveneens worden gebruikt. Er kunnen verder specifieke enquêtes worden gehouden. De in het kader van DESI verzamelde gegevens zullen worden aangevuld met informatie die in het kader van het programma wordt gegenereerd.

Overeenkomstig de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 44 , waarin de drie instellingen hebben bevestigd dat evaluaties van bestaande wetgeving en bestaand beleid de basis moeten vormen voor effectbeoordelingen van opties voor verdere acties, zal de Commissie een tussentijdse en een eindevaluatie uitvoeren op het niveau van de pijlers en van het programma. In het kader van de evaluatie zullen de praktische effecten van het programma worden beoordeeld op basis van de indicatoren en doelstellingen van het programma en van een gedetailleerde analyse van de mate het programma wordt beschouwd als relevant, doeltreffend en efficiënt, en het genoeg EU-meerwaarde biedt en coherent is met andere beleidsmaatregelen van de EU. Ook zullen in de evaluaties lessen worden getrokken: wat zijn de problemen, hoe kunnen de acties of de resultaten daarvan verder worden verbeterd en hoe kan de benutting/impact ervan worden geoptimaliseerd. De conclusies van de evaluaties alsmede de bijbehorende observaties worden meegedeeld aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Rekenkamer.