Toelichting bij COM(2016)202 - Wijziging verordening (EU) nr. 258/2014 voor een Unieprogramma ter ondersteuning van activiteiten mbt financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen, 2014-2020

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De eengemaakte interne markt is een van de grootste verwezenlijkingen van de Europese Unie. Integratie en een perfect werkende interne markt zijn onontbeerlijk om de Europa 2020-strategie te doen slagen en de EU-economie op een duurzaam groeipad te brengen om uit de financiële en de staatsschuldencrisis te geraken die sinds 2008 aan de gang is.

Omdat de kapitaalmarkten mondiaal zijn, is het van essentieel belang dat de voorschriften voor de financiële verslaggeving en de controle van jaarrekeningen wereldwijd worden geharmoniseerd om een vlotte werking van de kapitaalmarkten te verzekeren en binnen de EU een geïntegreerde markt voor financiële diensten tot stand te brengen. In plaats van haar eigen reeks standaarden voor financiële verslaggeving in te voeren, besloot de EU in 2002 met de vaststelling van Verordening 1606/2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (de IAS-verordening) om internationaal overeengekomen standaarden voor jaarrekeningen, de zogenaamde International Financial Reporting Standards (IFRS), ontwikkeld door de International Accounting Standards Board (IASB), uit te voeren.

Nu meer en meer landen de weg van de IFRS inslaan en die standaarden goedkeuren, moet de EU met één stem spreken. De European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG), het technische adviesorgaan van de Europese Commissie op boekhoudgebied, heeft geleidelijk de rol op zich genomen om in een vroeg stadium een technische en geloofwaardige bijdrage te leveren aan het IASB-proces voor de vaststelling van standaarden.

Zowel de instantie die internationale standaarden vaststelt, als de organisatie die de Europese belangen behartigt, moet onafhankelijk zijn, moet over voldoende capaciteit en deskundigheid beschikken om kwaliteitsvolle standaarden op te stellen, respectievelijk bijdragen aan deze standaarden te leveren, en moet een solide financiële basis hebben om haar taken van algemeen belang op lange termijn te kunnen uitvoeren.

Daartoe hebben het Europees Parlement en de Raad in 2009 een Gemeenschapsprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen vastgesteld 1 . Dit programma werd verlengd bij Verordening (EU) nr. 258/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 (hierna 'de financieringsverordening' genoemd). De begunstigden van het verlengde programma zijn de IFRS Foundation, de EFRAG en de Public Interest Oversight Board (PIOB).

De financieringsverordening verlengde de financiering van de IFRS Foundation en de PIOB voor de periode 2014-2020. Omdat de EFRAG in 2014 een grote bestuurshervorming onderging, wat met onzekerheden gepaard ging, besloten de medewetgevers om zijn financieringsperiode tot eind 2016 te beperken, en verzochten zij de Commissie om een wetgevingsvoorstel in te dienen om de financiering van de EFRAG desgevallend na 31 december 2016 voort te zetten. Inmiddels werd de bestuurshervorming van de EFRAG met succes uitgevoerd op 31 oktober 2014. Het doel van deze verordening is bijgevolg om de medefinanciering van de Unie van de EFRAG te verlengen voor de periode 2017-2020 in het kader van het Unieprogramma dat bij de financieringsverordening is ingesteld.

1.1.EFRAG

De EFRAG is in 2001 opgericht als een particuliere organisatie die de Commissie met zijn technische deskundigheid moet bijstaan in aangelegenheden op het gebied van financiële verslaggeving. Aanvankelijk bracht de EFRAG vooral advies uit aan de Commissie over de vraag of een bepaalde, voor toepassing in de Unie goed te keuren internationale standaard voor jaarrekeningen aan de technische goedkeuringscriteria voldeed 2 . De EFRAG is de werkzaamheden van de IASB op het gebied van de vaststelling van standaarden geleidelijk proactief gaan beïnvloeden. Thans geeft de organisatie commentaar op ontwerpstandaarden en draagt zij in een vroeg stadium tot de werkzaamheden bij door middel van de publicatie van discussiestukken over actuele boekhoudkwesties.

Aanvankelijk waren de vertegenwoordiging en de stemrechten in de bestuursorganen van de EFRAG (zoals de algemene vergadering en de raad van toezicht) afhankelijk van de financiële bijdrage aan de begroting van de EFRAG. Het orgaan dat met de technische kernwerkzaamheden is belast, namelijk de Technical Expert Group, is altijd onafhankelijk geweest.

Op 12 november 2013 publiceerde de Commissie het verslag van Philippe Maystadt, bijzonder adviseur van de commissaris voor Interne Markt en Diensten, waarin hij mogelijke hervormingen van het bestuur van de EFRAG aanbeval om de bijdrage van de Unie aan de ontwikkeling van internationale standaarden voor jaarrekeningen te versterken. De aanbevelingen van Philippe Maystadt konden op ruime steun rekenen van de ECOFIN-raad van 15 november 2014. Ook het Europees Parlement en de Raad achtten het noodzakelijk dat het bestuur van de EFRAG tijdig zou worden hervormd zodat de verwachte doelstellingen van het bij de financieringsverordening van 2014 vastgestelde medefinancieringsprogramma zouden kunnen worden verwezenlijkt.

In juli 2014 diende de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag 3 in over de gemaakte vorderingen bij het doorvoeren van de hervorming van de EFRAG, waarvan de conclusie luidde dat er al heel wat vooruitgang was geboekt.

De hervorming betrof een fundamentele wijziging van de statuten en het huishoudelijk reglement van de EFRAG om een nieuwe bestuursstructuur op te nemen waardoor de legitimiteit en de representativiteit van EFRAG groter worden. De gewijzigde statuten en het gewijzigde huishoudelijk reglement van de EFRAG werden op 16 juni 2014 goedgekeurd en gingen op 31 oktober 2014 in. Op dezelfde dag breidde de EFRAG zijn lidmaatschap 4 uit en de nieuwe bestuursstructuur werd operationeel vanaf november 2014.

Bij de hervorming van de EFRAG werd een nieuw besluitvormingsorgaan opgericht, namelijk een nieuwe raad waarin publieke en particuliere belangen evenwichtig vertegenwoordigd zijn. De raad van de EFRAG neemt al zijn besluiten bij consensus nadat de resultaten van de geijkte procedure van de EFRAG in overweging zijn genomen. De Commissie, de Europese toezichthoudende autoriteiten en de Europese Centrale Bank hebben als waarnemers bijgedragen aan de discussies van de raad. De voorzitter van de raad wordt voorgedragen door de Commissie na raadpleging van het Europees Parlement en de Raad. Momenteel treedt een van de leden van de raad als voorzitter op, in afwachting van de formele benoeming. De Commissie zorgt ervoor dat het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging de EFRAG input levert of om specifieke beoordelingen verzoekt wanneer dat nodig is. Bijgevolg is de EFRAG nu goed uitgerust om de legitimiteit van zijn standpunten te versterken en in grote mate bij te dragen aan de doelstelling Europa met één stem te doen spreken.

Om in de ontwikkelingsfase van nieuwe standaarden een belangrijke rol te blijven spelen zodat met de behoeften en belangen van de Unie rekening wordt gehouden, en om de Commissie te voorzien van kwalitatief hoogwaardig goedkeuringsadvies over nieuwe of gewijzigde standaarden, heeft de EFRAG solide en diverse financiering op lange termijn nodig om geloofwaardig en onafhankelijk te zijn, en topdeskundigen in dienst te hebben die documenten van de hoogste kwaliteit kunnen produceren.

De financieringsverordening voorzag voor de EFRAG in een bedrag van 9 303 000 EUR voor de periode 2014-2016. De huidige verordening stelt voor de EFRAG een extra bedrag van 13 831 000 EUR toe te wijzen voor de periode 2017-2020. Dit bedrag stemt overeen met het financieringsbedrag dat voor die periode voor de EFRAG was opgenomen in het voorstel van de Commissie van 19 december 2012 voor de thans geldende financieringsverordening. Om de operationele continuïteit van de EFRAG te garanderen, moet de medefinanciering van de EU worden gehandhaafd, aangezien die ongeveer 60 % van de begroting van de EFRAG uitmaakt.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

2.1.Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag is het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114.

In overeenstemming met het in het raam van het meerjarige financiële kader goedgekeurde wetgevingsbeleid van de Commissie wordt dit financieringsprogramma voorgesteld in de vorm van een verordening.

2.2.Subsidiariteitsbeginsel

Het Unieprogramma voorziet in de mogelijkheid om medefinanciering te verlenen voor activiteiten van bepaalde organen die doelstellingen van algemeen Uniebelang nastreven in verband met Uniebrede kwesties op het gebied van financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen. Het voorstel is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel aangezien overeenkomstig artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie de doelstellingen ervan niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van het optreden beter door de Unie kunnen worden gerealiseerd.

2.3.Evenredigheidsbeginsel

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel, zoals vastgelegd in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Zoals beoordeeld in de voorafgaande evaluatie bij het voorstel van de Commissie van 19 december 2012 voor de thans geldende financieringsverordening, gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om haar doelstellingen te verwezenlijken. Er wordt Uniefinanciering voorgesteld voor een duidelijk omschreven en beperkt aantal van de belangrijkste organen op het gebied van financiële diensten. Binnen het huidige institutionele kader zullen de nieuwe financieringsregelingen zorgen voor een stabiele, gediversifieerde, degelijke en toereikende financiering zodat deze organen hun taken die verband houden met de Unie of die het algemeen belang van de Unie dienen, op een onafhankelijke en efficiënte manier kunnen vervullen. De financiële steun zal worden verleend overeenkomstig de voorwaarden die zijn neergelegd in Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en Gedelegeerde Verordening (EU, Euratom) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

In de voorafgaande evaluatie 5 bij het voorstel van de Commissie van 19 december 2012 voor de thans geldende financieringsverordening werden verschillende mogelijke alternatieven voor de financiering van de EFRAG beoordeeld. Het bij de verordening ingestelde programma had ten doel een stabiele, gediversifieerde, degelijke en toereikende financiering te garanderen, zodat de EFRAG zijn taken op een onafhankelijke en efficiënte manier kan uitvoeren. De conclusie luidde dat medefinanciering van de Unie de meest efficiënte optie is. Die beoordeling is nog altijd geldig na de bestuurshervorming van de EFRAG die in 2014 is uitgevoerd.


In de voorafgaande evaluatie werd geconcludeerd dat het programma met betrekking tot de EFRAG tot dusver aan de vastgelegde doelstellingen voldoet en dat de financiering zou moeten worden voortgezet. Zoals hierboven uitgelegd werd het bestuur van de EFRAG met succes hervormd in 2014 na de aanbevelingen die in het verslag van Philippe Maystadt waren gedaan. In het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 17 september 2015 6 werden de activiteiten van de EFRAG na de hervorming gunstig beoordeeld. In het verslag bevestigde de Commissie dat de EFRAG in zijn goedkeuringsbeoordelingen naging of de IFRS aan alle technische criteria van de IAS-verordening voldeden. Na zijn bestuurshervorming heeft de EFRAG zijn beoordelingen uitgebreid naar de vraag of nieuwe of voorgestelde vereisten op het gebied van financiële verslaggeving het openbaar belang dienen. De Commissie is ook ingenomen met de bereidheid van de EFRAG om zijn capaciteit verder te ontwikkelen met betrekking tot de analyse van de effecten van standaarden, waaronder macro-economische effecten zoals nadelige gevolgen voor de financiële stabiliteit of de economische ontwikkeling in de EU.


Het is derhalve passend voor te stellen dat de financiering van de EFRAG wordt voortgezet voor de periode 2017-2020, zodat de langetermijndoelstellingen van het Unieprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen kunnen worden verwezenlijkt. Zie voor nadere informatie de voorafgaande evaluatie van de diensten van de Commissie bij het voorstel van de Commissie van 19 december 2012 voor de thans geldende financieringsverordening (COM(2012) 782 final).

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De voorgestelde verordening waarbij de financiering van de EFRAG wordt verlengd voor de periode 2017-2020 zal de totale begroting van het programma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen verhogen van 43,176 miljoen EUR tot ongeveer 57 miljoen EUR.

Dit zal leiden tot een extra bedrag dat door de begroting van de Unie moet worden gedragen, van 13,831 miljoen EUR.