Toelichting bij COM(2015)578 - Jaarverslag 2015 over het beleid van de EU op het gebied van ontwikkelingshulp en externe steun en de uitvoering daarvan in 2014

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 24.11.2015


COM(2015) 578 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Jaarverslag 2015 over het beleid van de Europese Unie op het gebied van ontwikkelingshulp en externe steun en de uitvoering daarvan in 2014

{SWD(2015) 248 final}


2.

Millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling en meer - een waardig leven voor iedereen, overal


Ook in 2014 bleven de Europese Unie en haar lidstaten de grootste donor ter wereld van ontwikkelingshulp en hebben zij wereldwijd de fundamentele Europese waarden, namelijk vrede, veiligheid, duurzame ontwikkeling, armoedebestrijding en mensenrechten bevorderd. De Europese Unie bleef steun verlenen voor de prioritaire domeinen van de Agenda voor verandering 1 , met name mensenrechten, democratie en andere kernaspecten van goed bestuur en inclusieve en duurzame groei.


In 2014 formuleerde de Europese Unie omvattende antwoorden op grote crises als het conflict in Oekraïne, de crises in de Centraal-Afrikaanse Republiek en Zuid-Sudan, de terreur van Da'esh in het Midden-Oosten en daarbuiten, en de uitbraak van ebola in West-Afrika.


In de mededeling van de Commissie 'Een waardig leven voor iedereen: van wensbeeld naar collectieve maatregelen' van juni 2014 2 wordt uiteengezet wat het standpunt van de Europese Unie is bij internationale onderhandelingen over duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen - de opvolgers van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling - en worden de belangrijkste beginselen beschreven en prioritaire domeinen en mogelijke doelen voorgesteld voor de ontwikkelingsagenda na 2015 en de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen. De Raad keurde de mededeling goed op 16 december 2014 3 .


3.

Verwezenlijken van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling


Al vóór het verstrijken van de deadline van 2015 voor de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling werd grote vooruitgang geboekt. De eerste millenniumdoelstelling om armoede te halveren werd in 2010 gehaald, vijf jaar eerder dan gepland. Ook de millenniumdoelstelling om het aantal mensen dat geen toegang heeft tot drinkbaar water, te halveren, werd toen gehaald.


De doelstelling om het aantal mensen dat honger lijdt, te halveren, is bijna bereikt, nu het aandeel mensen dat ondervoed is, wereldwijd is gedaald van 23,2% in 1990-1992 naar 14,9% in 2010-2012.


De millenniumdoelstelling om kinderen overal ter wereld de lagere school te laten afmaken is gehaald in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, Oost-Azië en de Stille Oceaan, en in Europa en Centraal-Azië. Inzake gendergelijkheid is grote vooruitgang geboekt in het lager onderwijs, nu in ontwikkelingslanden voor iedere 100 jongens 97 meisjes zijn ingeschreven.


De EU-steun op het vlak van de millenniumdoelstellingen inzake gezondheid heeft aanzienlijke vooruitgang mogelijk gemaakt. Het sterftecijfer van kinderen jonger dan vijf jaar lag in 2012 bijna de helft lager dan in 1990. Ook de moedersterfte is tussen 1990 en 2013 met 45% afgenomen. Het aantal nieuwe hiv-besmettingen verminderde met 44% tussen 2001 en 2012. Het aantal tuberculosegevallen en het aantal doden ten gevolge van de ziekte zijn met bijna de helft gedaald. Ook de doelstelling inzake malaria is ten volle bereikt, met een daling met 42% van het aantal overlijdens door malaria tussen 2010 en 2012.


4.

Samen werken aan de toekomst


Nog steeds geeft niemand ter wereld meer officiële ontwikkelingshulp dan de EU en haar lidstaten. In 2014 verstrekte de EU als geheel in totaal 58,2 miljard euro officiële ontwikkelingshulp, wat overeenkomt met 0,42% van het bruto nationaal inkomen (bni) van alle lidstaten samen. De totale officiële ontwikkelingshulp van de EU-lidstaten alleen bedroeg in 2014 56,1 miljard euro of 0,41% van het bni van alle lidstaten samen. In 2014 bleef de Europese Commissie politieke en financiële steun verlenen voor ontwikkeling wereldwijd, met een vastlegging van ruim 9,9 miljard euro voor externe ontwikkelingshulp 4 , goed voor ongeveer 7% van de algemene begroting van de EU voor 2014.


Artikel 208 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de Unie "bij de uitvoering van beleid dat gevolgen kan hebben voor de ontwikkelingslanden rekening [houdt] met de doelstellingen van de ontwikkelingssamenwerking". Dat de Europese Unie beleidscoherentie voor ontwikkeling opneemt in het primaire recht, maakt haar erg bijzonder op het internationale toneel. Met de installatie van de Commissie-Juncker op 1 november 2014 werd een nieuwe werkwijze aangenomen die op zichzelf een instrument voor beleidscoherentie is. Bevoegdheidsdomeinen worden gebundeld onder leiding van vice-voorzitters van de Commissie, waardoor horizontale beleidsvorming wordt gestimuleerd, zodat een omvattende aanpak wordt gehanteerd ten aanzien van de ontwikkelingsdoelstellingen die de efficiëntie van de EU-ontwikkelingssamenwerking vergroten.


Ook in 2014 leverde de Commissie inspanningen om de beleidscoherentie voor ontwikkeling op alle niveaus te versterken. Begin 2014 werkten de diensten van de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden voor de eerste keer aan een gezamenlijke oefening over verslaglegging door de delegaties over beleidscoherentie voor ontwikkeling. De 41 ontvangen verslagen bestreken 62 partnerlanden.


Met de installatie van de nieuwe Commissie kwamen er ook een nieuw mandaat en een nieuwe naam. Als reactie op de evoluerende wereldwijde ontwikkelingsagenda werd het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking het directoraat-generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling (DG DEVCO). Neven Mimica werd Europees commissaris voor Internationale Samenwerking en Ontwikkeling.


De groep commissarissen voor het externe optreden, voorgezeten door de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, Federica Mogherini, komt sinds november 2014 geregeld bijeen. Deze groep bestaat uit de commissaris voor Internationale samenwerking en ontwikkeling, de commissaris voor Europees Nabuurschapsbeleid en Uitbreidingsonderhandelingen, de commissaris voor Handel en de commissaris voor Humanitaire Hulp en Crisisbeheersing. Afhankelijk van de onderwerpen op de agenda worden ook andere commissarissen uitgenodigd.


In 2014 werd het directoraat-generaal Nabuurschapsbeleid en uitbreidingsonderhandelingen (DG NEAR) opgericht, nadat het directoraat voor de Europese nabuurschap was overgedragen van DG DEVCO aan het voormalige directoraat-generaal voor de uitbreiding.


5.

Programmering voor toekomstige ontwikkelingssamenwerking


In 2014, het eerste jaar van het meerjarig financieel kader 2014-2020, werd een groot aantal meerjarige indicatieve programmeringsdocumenten goedgekeurd over zowel bilaterale en regionale samenwerking als thematische programma's. In de programmeringsdocumenten voor samenwerking met partnerlanden werd nagenoeg uitsluitend een aanpak gehanteerd waarbij niet langer aparte, specifieke landenstrategiedocumenten werden opgesteld maar rechtstreeks werd verwezen naar het eigen beleid en de strategie van de partnerlanden. In overeenstemming met de Agenda voor verandering 5 werd in de programmering sterk de nadruk gelegd op bepaalde sectoren om de effecten en de beheersbaarheid van EU-hulp te vergroten.


Tijdens de EU-Afrikatop die in april 2014 in Brussel werd gehouden, zijn nieuwe impulsen gegeven aan de gezamenlijke strategie van Afrika en de EU 6 en politieke richtlijnen om het partnerschap tussen de EU en Afrika vooruit te helpen. De nieuwe prioriteiten die in het gezamenlijke stappenplan voor 2014-2017 werden bepaald, werden onmiddellijk vertaald in het EU-programmeringsproces, in het bijzonder wat betreft de Vredesfaciliteit voor Afrika 7 in het kader van het Europees Ontwikkelingsfonds, en het nieuw opgezette pan-Afrikaanse programma 8 , het eerste programma binnen het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking dat zich over het hele continent uitstrekt 9 .


In 2014 bleven de Commissie en de lidstaten inspanningen leveren voor de gezamenlijke programmering van ontwikkelingssamenwerking. In 18 partnerlanden werd hiermee vooruitgang geboekt en in 14 partnerlanden 10 werden gezamenlijke-programmeringsdocumenten opgesteld. De meeste van deze landen behoren tot de groep van de minst ontwikkelde landen of de landen met lage of middellage inkomens; de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) beschouwt ruim de helft van deze landen als kwetsbare staten.


De tenuitvoerlegging van zes nieuwe instrumenten voor externe financiering - het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, het Europees nabuurschapsinstrument 11 , het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) 12 , het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede 13 , het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten 14 , en het partnerschapsinstrument 15 - die worden gefinancierd uit de EU-begroting, ging in 2014 van start. Met deze nieuwe instrumenten worden de prioriteiten van de Agenda voor verandering in de praktijk omgezet. Voor de periode 2014-2020 wordt in totaal 51,4 miljoen euro toegewezen aan de instrumenten.


Het elfde Europees Ontwikkelingsfonds, dat buiten de begroting van de EU blijft, is in maart 2015 in werking getreden, met een financieel volume van 30,5 miljard euro voor samenwerking met de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen) en de landen en gebieden overzee 16 .


6.

Uitvoering van de Agenda voor verandering


Het mondiale partnerschap voor doeltreffende ontwikkelingssamenwerking - een forum waaraan vele belanghebbenden vrijwilliger kunnen deelnemen - is een belangrijk kader voor een agenda voor efficiënte hulp en ontwikkeling. De eerste vergadering op hoog niveau van het mondiale partnerschap voor doeltreffende ontwikkelingssamenwerking vond in april 2014 plaats in Mexico. Een erg uiteenlopende schare donoren en partners boog zich over een aantal belangrijke kwesties voor ontwikkelingslanden, over de mechanismen om voortgang te meten en te bewaken, en over de verbintenis de doeltreffendheid ter plaatse te vergroten. Op de bijeenkomst in Mexico werden 39 vrijwillige initiatieven gelanceerd.


Ook de "EU Aid Explorer 17 " werd er gelanceerd en maakt deel uit van de EU-acties om de transparantie en de verantwoordingsplicht te verbeteren. Burgers en partners uit de Europese Unie kunnen controleren hoe donormiddelen worden gebruikt, en de donoren kunnen de coördinatie en efficiëntie verbeteren.


Op 13 mei 2014 hechtte de Commissie haar goedkeuring aan een mededeling 'Een sterkere rol voor de particuliere sector bij het streven naar inclusieve en duurzame groei in ontwikkelingslanden' 18 . Met deze nieuwe strategie wordt de inbreng van de particuliere sector geïntroduceerd als nieuwe en onmisbare dimensie van EU-ontwikkelingssamenwerking waarbij wordt gestreefd naar een beter ondernemingsklimaat en betere voorwaarden voor investeringen door de particuliere sector in partnerlanden, en de particuliere sector nauwer wordt betrokken bij ontwikkeling.


De Commissie beschouwt 'blending', namelijk het combineren van EU-subsidies met leningen of deelnemingen van andere overheids- of particuliere financiers, als een belangrijk instrument om extra middelen voor ontwikkeling vrij te maken. Eind 2014 waren met ruim 1,99 miljard euro subsidies uit de EU-begroting, het EOF en de lidstaten, 233 projecten gefinancierd en ongeveer 19 miljard euro leningen vrijgemaakt van Europese financiële instellingen en regionale ontwikkelingsbanken. Door EU-subsidies strategisch te combineren met financiering door de markt, is dankzij blending ruim 44 miljard euro investeringen vrijgemaakt in EU-partnerlanden.


In 2014 leverden 419 miljoen euro EU-subsidies een verwachte totale investering van bijna 7,7 miljard euro op. De Commissie is vastbesloten het aandeel van de EU-bijstand te vergroten via innoverende financiële instrumenten en heeft de instrumenten, kerngebieden en sectoren geïdentificeerd waar meer gebruik kan worden gemaakt van blending 19 .


Sinds november 2011 en de lancering van de New Deal voor de inzet in fragiele staten 20 is aanzienlijke vooruitgang geboekt met de verbetering van het huidige ontwikkelingsbeleid en de praktijk op het niveau van de landen, en met de hervormingen. De EU speelt een actieve rol in het Internationaal Netwerk betreffende conflicten en onstabiele situaties binnen de OESO en in de intergouvernementele internationale dialoog over vredesopbouw en staatsopbouw.


De EU is een sterke voorvechter van mensenrechten en had hierover in 2014 besprekingen met 37 partnerlanden en regionale groeperingen. Het engagement van de EU op dit vlak kwam tot uiting via de ontwikkeling en uitvoering van een instrumentarium voor een op rechten gebaseerde aanpak waarin alle aspecten van mensenrechten in de EU-ontwikkelingssamenwerking vervat zitten 21 . In mei 2014 verwelkomde de Raad in zijn conclusies deze belangrijke stap 22 .


Voortbouwend op de politieke toezeggingen van de EU om steun te verlenen aan niet-statelijke actoren als maatschappelijke organisaties en lokale autoriteiten 23 , werd in juli 2014 een thematisch programma voor maatschappelijke organisaties en lokale autoriteiten 24 goedgekeurd in het kader van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking, om deze actoren in de partnerlanden te versterken.


In 2014 kregen 56 landen een toewijzing voor het land voor in totaal 152 miljoen euro als steun aan landenspecifieke initiatieven ter ondersteuning van acties van maatschappelijke organisaties voor een sterker bestuur, meer verantwoordingsplicht van publieke instellingen en inclusieve beleidsvorming. Ook kregen 29 landen een toewijzing voor het land voor in totaal 14,5 miljoen euro voor landenspecifieke initiatieven ter ondersteuning van lokale autoriteiten en nationale verenigingen van lokale autoriteiten.


In 2014 werden de positieve resultaten van het beleid van 2011 inzake begrotingsondersteuning en de nieuwe operationele aanpak in dat verband geconsolideerd. Hierdoor zijn de samenhang en de rapportering, net als het risicobeheer en de beleidsdialoog, enorm verbeterd. Eind 2014 waren 233 begrotingsondersteunende programma's in uitvoering in 84 landen en landen en gebieden overzee, voor een totaalbedrag van 11,175 miljard euro. In 2014 bedroegen de betalingen voor begrotingssteun ruim 1,6 miljard euro, goed voor 15,9% van de totale betaling voor officiële ontwikkelingshulp.


De EU blijft vastbesloten ten minste 20% van de EU-bijstand aan ondersteuning van sociale inclusie en menselijke ontwikkeling te besteden. Momenteel wordt 25% van de middelen die in het kader van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking zijn toegewezen aan het thematisch programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen, besteed aan de menselijke ontwikkeling, overeenkomstig de toezeggingen ten aanzien van het Europees Parlement. Onderzoek en innovatie kunnen een stimulans zijn voor ontwikkeling door het menselijk potentieel en de infrastructuur te versterken en door nieuwe diensten en producten te ontwerpen via Horizon 2020, het programma van de EU.


De EU is eveneens vastbesloten ten minste 20% van haar totale uitgaven aan klimaatrelevante maatregelen te besteden. De integratie van vraagstukken inzake ecologie en klimaatverandering in ontwikkelingssamenwerking blijft een topprioriteit, met ten minste 20% van de begroting voor klimaat-relevante acties. Een andere belangrijke beleidsdoelstelling is zorgen voor een verdubbeling van de financiering voor biodiversiteit tegen 2015. Het vlaggenschipinitiatief van de EU 'Biodiversiteit voor het leven' (B4Life) 25 werd op 22 mei 2014 gelanceerd om de armste landen te helpen ecosystemen te beschermen, criminaliteit in verband met in het wild levende dieren te bestrijden en een groene economie te ontwikkelen. De begroting wordt geraamd op 800 miljoen euro voor 2014-2020.


In 2014 werd een strategische evaluatie van de EU-steun voor gendergelijkheid en de versterking van de positie van de vrouw in partnerlanden gelanceerd.


7.

Inclusieve en duurzame groei


Wereldwijd zijn er ongeveer 1,4 miljard mensen niet op elektriciteit aangesloten en zijn bijna drie miljard mensen voor koken en verwarming afhankelijk van vaste brandstoffen zoals traditionele biomassa en kolen. Toegang tot energie hangt samen met armoedebestrijding, toegang tot schoon water, economische groei, gezondheid, onderwijs, de versterking van de positie van de vrouw en voedselzekerheid.


In september 2014 ondertekende de EU in de marge van de VN-klimaattop in New York vijf gezamenlijke verklaringen met Afrikaanse landen over meer energiesamenwerking om de politieke banden tussen de partnerlanden aan te halen wat betreft de politieke beloften op het vlak van energie en de ondersteunende acties die door de EU en andere donoren worden gefinancierd.


75 miljoen euro werd toegewezen om ervoor te zorgen dat de particuliere sector investeerde in energietoegang. Een voorstel voor een nieuw initiatief voor de financiering van stroomvoorziening op het platteland (ElectriFI) werd ingediend om de haalbaarheid en duurzaamheid te versterken en het gebruik te ondersteunen van EU-fondsen die zijn toegewezen aan energiesamenwerking, in het bijzonder voor stroomvoorziening op het platteland.


8.

Goed bestuur


Ook in 2014 heeft de EU de democratie overal ter wereld ondersteund, van haar nabuurschap tot in Sub-Saharaans Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Meer dan 93 miljoen euro werd toegewezen voor de ondersteuning van verkiezingen, de versterking van parlementen en politieke partijen, en de ontwikkeling van de media.


In 2014 bleef de EU steun verlenen voor de tenuitvoerlegging van de Afrikaanse bestuursarchitectuur door 9,8 miljoen euro vrij te maken voor de Commissie van de Afrikaanse Unie, om haar vermogen te versterken om toezicht te houden op verkiezingen, en voor het Pan-Afrikaanse Parlement en het Afrikaans Hof voor de rechten van mensen en volkeren.


Met een jaarlijkse begroting van ongeveer 40 miljoen euro uit het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten konden de EU-verkiezingswaarnemingsmissies vertrouwen blijven opbouwen en de betrouwbaarheid en transparantie van democratische verkiezingen blijven vergroten.


In 2014 werden zeven verkiezingswaarnemingsmissies uitgezonden naar Egypte, Guinee Bissau, Kosovo, Malawi, de Maldiven, Mozambique en Tunesië. Een verkiezingsevaluatieteam werd naar Afghanistan gestuurd, negen missies van verkiezingsexperts werden uitgezonden naar Algerije, Bolivia, El Salvador, Fiji, Irak, Libië, Mauritanië, Nigeria en Thailand, en twee follow-up verkiezingsmissies naar Nigeria en de Democratische Republiek Congo.


9.

Versterking van justitie


Ook in 2014 stonden justitie en de rechtsstaat centraal in de doelstellingen en operaties van de EU. De EU bleef betrokken bij programma's voor de capaciteitsopbouw op het gebied van de rechtsstaat, veiligheid en justitie in meer dan 50 landen overal ter wereld. Door derde landen te helpen hun rechtsstelsel versterken droeg de EU bij aan het overbruggen van de kloof tussen de capaciteit van de staten en het Internationaal Strafhof.


Corruptie vormt een belangrijke belemmering voor ontwikkeling. In haar mededeling uit 2014 'Een waardig leven voor iedereen: van wensbeeld naar collectieve maatregelen' 26 hernieuwde de EU haar anti-corruptiestandpunt door de goedkeuring en tenuitvoerlegging van passende wetgevingskaders en nationale beleidsmaatregelen te bevorderen voor de periode na 2015. In 2014 werd ongeveer 77 miljoen euro besteed aan corruptiebestrijdingsprojecten op het niveau van de landen via voorlichting, bewustmaking en rapportering en capaciteitsopbouw voor controle- en toezichtsorganen en justitie.


10.

Vrede en stabiliteit


Dankzij het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede kan de EU snel en doelgericht reageren in crisissituaties. In 2014 kon de EU zo dringend en tijdig steun verlenen bij prioritaire crises, met name in Oekraïne, Syrië/Irak en de Centraal-Afrikaanse Republiek, en bij de uitbraak van ebola. Deze acties in het kader van het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede vormen meestal de eerste maatregelen van de EU bij de opbouw van vreedzame samenlevingen en de bestrijding van armoede in kwetsbare en door conflict getroffen landen, wat een topprioriteit van de EU is. In 2014 bleef de EU steun verlenen aan het New Deal-proces 27 om ervoor te zorgen dat EU-acties een positief effect hebben op armoedebestrijding en conflictpreventie.


Eind 2014 liepen er 16 civiele of militaire missies of operaties van de EU in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid. Twee civiele missies (EUCAP Sahel Mali 28 en EUAM Ukraine 29 ) en één militaire missie in de Centraal-Afrikaanse Republiek (EUFOR CAR 30 ) werden in 2014 opgezet. Deze missies variëren in grootte (van 10 tot 10000 personeelsleden) en mandaat. Eén militaire missie werd in 2013 in Mali gelanceerd (EUTM Mali 31 ) en loopt tot 2016.


Sinds het begin van de politieke en veiligheidscrisis ondersteunt de EU de territoriale integriteit van Mali, de terugkeer naar de grondwettelijke orde en de zoektocht naar een politieke uitweg uit de crisis via dialoog. Sinds juni 2014 is de EU als medebemiddelaar betrokken bij het vredesproces van Algiers.


In 2014 werden overeenkomsten voor staatsopbouw ondertekend met een aantal kwetsbare landen die werden getroffen door de ebola-epidemie, waaronder Guinee, Sierra Leone en Liberia, om hulp te bieden bij gezondheidsdiensten, macro-economische stabiliteit te handhaven en budgettaire ruimte te creëren voor maatregelen in verband met de epidemie.


In de Centraal-Afrikaanse Republiek heeft de EU de regionale inspanningen voor stabiliteit ondersteund. Sinds januari 2014 is er een nieuwe overgangsregering en in september werd de MISCA-missie van de Afrikaanse Unie vervangen door een VN-vredeshandhavingsoperatie: MINUSCA.


De EU is de grootste donor van officiële ontwikkelingshulp aan de Centraal-Afrikaanse Republiek en lanceerde op 15 juli 2014 een vernieuwend, door de EU beheerd trustfund met meerdere donoren: het Bêkou-fonds 32 . Met bijdragen van het EOF, Frankrijk, Duitsland en Nederland kreeg dit fonds in 2014 36 miljoen euro. Daarbovenop kreeg het fonds 27 miljoen euro voor gezondheid en onderwijs, 20 miljoen euro voor verkiezingsprocedures en 33 miljoen euro begrotingssteun voor kwetsbare situaties in het kader van een overeenkomst voor staatsopbouw ter ondersteuning van de basisfuncties van de staat.


In december 2013 deden de hoge vertegenwoordiger en vicevoorzitter en de Europese Commissie in hun gezamenlijke mededeling over de brede EU-aanpak van externe conflicten en crisissituaties 33 voorstellen over de versterking van de samenhang, integrale aanpak en doeltreffendheid van het externe optreden van de EU, met een bijzondere focus op conflicten en crisissituaties.


Na de conclusies van de Raad van mei 2014 over de omvattende aanpak van de EU hebben de diensten van de Commissie en de EDEO samengewerkt met de lidstaten aan een actieplan dat in 2015 werd goedgekeurd.


In 2014 bleef de EU haar strategisch kader voor de Hoorn van Afrika 34 uitvoeren en streven naar een omvattende aanpak voor vrede en stabiliteit in de regio. Op landenniveau heeft de EU de rol opgenomen van leidende internationale partner in Somalië via ondersteuning op het vlak van politiek, financiën en veiligheid. De EU blijft ook de grootste geldschieter voor de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (Amisom). In de loop van 2014 werd 89 miljoen euro steun aan Somalië uit het EOF goedgekeurd.


De bilaterale samenwerking met de Syrische regering is sinds 2011 opgeschort maar levensnoodzakelijke humanitaire hulp (41 miljoen euro) werd in 2014 via het ENI verstrekt aan de getroffen burgerbevolking in Syrië. Met deze middelen werden acties ondersteund op het vlak van gezondheid, onderwijs, bestaansmiddelen en capaciteitsopbouw van het maatschappelijk middenveld. Ook in de buurlanden is steun verleend, met name in Jordanië en Libanon, om hen te helpen de gevolgen van deze crisis het hoofd te bieden. In 2014 kregen deze drie landen in totaal 213 miljoen euro via het ENI. In Jordanië is dat geld voornamelijk besteed aan onderwijs voor Syrische vluchtelingenkinderen. In Libanon is de hulp gebruikt voor de aanpak van de belasting van het land op het vlak van infrastructuur, met inbegrip van scholen, eerstelijnsgezondheidszorg en afvalwaterverwerking. 20 miljoen euro werd toegewezen om het Regionaal Trustfonds van de Europese Unie in respons op de Syrische crisis (Madad Fonds) op te richten, waaraan Italië als oorspronkelijk mede-oprichtende partner nog eens 3 miljoen euro bijdraagt.


11.

Strategische partnerschappen


De EU heeft strategische belangen bij het ondersteunen van verbanden met partners die een almaar grotere rol spelen in de wereldhandel, met inbegrip van degenen die niet langer in aanmerking komen voor bilaterale ontwikkeling, zoals Brazilië, China, India en Mexico. Bovendien koestert de EU strategische partnerschappen met opkomende economieën (bijvoorbeeld in Zuid-Oost-Azië, Latijns-Amerika). In dit kader werd in 2014 het partnerschapsinstrument 35 goedgekeurd.


Het partnerschapsinstrument ondersteunt de externe dimensie van het interne EU-beleid, van concurrentie en migratie tot onderzoek en ontwikkeling, en betreft wereldwijde problemen zoals energiezekerheid, klimaatverandering en milieubescherming, maar ook specifieke aspecten van de economische EU-diplomatie. Het instrument heeft ook betrekking op publieksdiplomatie (met inbegrip van culturele diplomatie) en bewustmakingsactiviteiten om de waarden en belangen van de EU te promoten.


12.

Solidariteit en steun


In 2014 bood het directoraat-generaal Humanitaire Hulp en Civiele Bescherming (DG ECHO) ruim 1,3 miljard euro hulp bij natuurrampen, gewapende conflicten en slepende crises.


In West-Afrika was de uitbraak van ebola het voornaamste probleem, met meer dan elfduizend doden. Als een van de eerste internationale donoren die reageerden, maakte de Commissie 210 miljoen euro vrij voor ontwikkelingshulp en eerste noodhulp om te besteden in 2014 en 2015. In combinatie met de bijdragen voor humanitaire hulp en met 138,4 miljoen euro voor onderzoek naar behandeling, diagnose en vaccins, heeft de Europese Commissie in totaal 414 miljoen euro bijgedragen. De financiering van de hele EU, met inbegrip van de begroting van de EU en de bijdragen van lidstaten, bedroeg ruim 1,2 miljard euro. Daarnaast financierde ook de industrie 100 miljoen euro in het kader van het initiatief innovatieve geneesmiddelen.


Aanzienlijke steun van de Commissie voor wereldwijde gezondheidsinitiatieven als de GAVI-alliantie (Global Alliance on Vaccines and Immunisation), heeft bijgedragen tot de voortgang met de millenniumdoelstellingen, in het bijzonder het verminderen van het sterftecijfer bij min-vijfjarigen. In 2014 kreeg GAVI een nieuwe toewijzing van 10 miljoen euro om pneumokokkenvaccins beter beschikbaar te maken in minder ontwikkelde ACS-landen. Het Parlement en de Raad keurden in juni 2014 de deelname goed van de EU aan het tweede Partnerschap voor klinische proeven tussen Europese en ontwikkelingslanden met Sub-Saharaans Afrika, met een bijdrage van de EU van 683 miljoen euro.


De financiële steun van de EU aan het wereldwijde onderwijsprogramma is cruciaal geweest voor het verbeteren van de millenniumdoelstellingen inzake onderwijs. In juni 2014 vond onder auspiciën van de Commissie de tweede conferentie inzake toezeggingen voor het aanvullen van educatiefondsen (education replenishment pledging) van het wereldwijde educatiepartnerschap in Brussel plaats. De conferentie leidde tot een ongeziene toewijzing van 26 miljard euro aanvullende binnenlandse financiering voor onderwijs.


Gendergelijkheid bleef in 2014 een kernprobleem, met een omvattende EU-strategie voor het opnemen van gendergelijkheid in nagenoeg alle grote hulpprogramma's. In het recent goedgekeurde programma in het kader van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking - mondiale publieke goederen en uitdagingen - is voor de periode 2015-2020 ruim 100 miljoen euro opgenomen voor het welzijn van vrouwen en kinderen, met bijzondere aandacht voor schadelijke praktijken als vrouwenbesnijdenis/genitale verminking, en kindhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken.


Gendergelijkheid en de versterking van de positie van de vrouw zijn belangrijke horizontale aspecten van ontwikkelingsactiviteiten. De hoofdrol die vrouwen spelen in alle ontwikkelingssectoren in ACS-landen werd treffend aangetoond in de studie 'ACP Women, Actors of Development' 36 . Deze publicatie illustreerde de belangrijke rol van lokale organisaties voor de verwezenlijking van rechten voor vrouwen, en hun bijdrage aan duurzame ontwikkeling.


Tien jaar na de verwoestende tsunami van 26 december 2004 biedt de EU nog steeds actief hulp in de regio. De EU heeft de voorbije tien jaar via humanitaire hulp 123 miljoen euro vrijgemaakt voor tsunamislachtoffers in de regio (Indonesië, Sri Lanka, India, de Maldiven en Thailand). De inspanningen voor de heropbouw in Indonesië alleen bedroegen nog eens 200 miljoen euro.


13.

Een blik op de toekomst


De EU heeft 2015 uitgeroepen tot het Europees Jaar voor ontwikkeling, met als motto 'Onze wereld, onze waardigheid, onze toekomst'. 2015 is het allereerste Jaar voor ontwikkeling ooit, en is bedoeld om het gesprek aan te gaan met EU-burgers en andere belanghebbenden om tot meer bewustwording te komen over het externe optreden van de EU inzake ontwikkeling.


2015 is een kantelmoment voor internationale ontwikkeling en luidt een transformatie in naar een geïntegreerde aanpak voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling. Tijdens drie internationale vergaderingen op hoog niveau kan overeenstemming worden bereikt over de nieuwe agenda, met inbegrip van het bepalen van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, met de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen, de derde internationale conferentie over ontwikkelingsfinanciering in Addis Abeba in juli 2015 en de VN-top over duurzame ontwikkeling in New York in september. Even belangrijk wordt de UNFCCC COP21-conferentie die in december 2015 in Parijs zal worden gehouden en waar cruciale doelstellingen moeten worden vastgelegd om klimaatverandering te beperken, met een aanzienlijk effect op internationaal ontwikkelingsbeleid.


De gezamenlijke programmering wordt ook in 2015 voortgezet en de eerste rapportering op basis van het nieuwe kader voor de resultaten op het gebied van internationale samenwerking en ontwikkeling is gepland voor het laatste kwartaal van 2015.


De kwestie van migratie, en in het bijzonder de migratiecrisis in het Middellandse Zeegebied, wordt steeds belangrijker voor de hele Europese Unie. De Europese Raad heeft daarom besloten op 11 en 12 november 2015 in Malta een specifieke top met de Afrikaanse Unie en betrokken landen te wijden aan dit beleidsdomein.


In 2015 zullen meerdere onderzoeksprojecten op het vlak van sociale en menswetenschappen worden gefinancierd via het Horizon 2020-werkprogramma waarmee nieuwe analyse-instrumenten en inzichten kunnen worden ontwikkeld om de rol van de EU als wereldwijde speler te versterken 37 .


Prioriteiten voor 2015 zijn onder meer de ondersteuning van verantwoord beheer van de wereldwijde toeleveringsketens. De EU zal in het bijzonder steun verlenen aan het initiatief voor een Duits partnerschap voor duurzame textiel 38 , waarmee verantwoorde bedrijfspraktijken worden gepromoot in ontwikkelingslanden om in de hele textielketen sociale, ecologische en economische normen in te voeren.


Het tweejaarlijkse verslag over de beleidscoherentie voor ontwikkeling voor de periode 2013-2015 zal in de tweede helft van 2015 worden gelanceerd en zal een bevraging bevatten naar hoe de lidstaten de beleidscoherentie voor ontwikkeling ten uitvoer leggen. Ook in 2015 zal een werkdocument van de diensten van de Commissie over een herzien EU-genderactieplan voor de periode 2016-2020 worden bekendgemaakt.

(1)

https://ec.europa.eu/europeaid/policies/european-development-policy/agenda-change_en , COM(2011)637 final van 13.10.2011

(2)

COM(2014) 335 final van 2.6.2014.

(3)

www.consilium.europa.eu/en/workarea">www.consilium.europa.eu/en/workarea

(4)

Vastleggingen zijn wettelijke beloften om geld te besteden aan bepaalde projecten, contracten, ... in het jaar van de vastlegging of later. Betalingen hebben betrekking op geld dat in een bepaald jaar is uitgegeven.

(5)

14.

COM(2011) 637 final van 13.10.2011.


(6)

https://ec.europa.eu/europeaid/regions/africa/continental-cooperation/joint-africa-eu-strategy_en

(7)

https://ec.europa.eu/europeaid/regions/africa/continental-cooperation/african-peace-facility_en

(8)

https://ec.europa.eu/europeaid/regions/africa/continental-cooperation/pan-african-programme_en

(9)

Verordening (EU) nr. 233/2014; PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44.

(10)

Birma/Myanmar, Burundi, Cambodja, Tsjaad, de Comoren, Ghana, Guatemala, Laos, Mali, Namibië, Rwanda, Senegal, Zuid- Sudan en Togo.

(11)

Verordening (EU) nr. 232/2014; PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27.

(12)

Verordening (EU) nr. 231/2014; PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11.

(13)

Verordening (EU) nr. 230/2014; PB L 77 van 15.3.2014, blz. 1.

(14)

Verordening (EU) nr. 235/2014; PB L 77 van 15.3.2014, blz. 85.

(15)

Verordening (EU) nr. 234/2014; PB L 77 van 15.3.2014, blz. 77.

(16)

eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT:r12102

(17)

europa.eu/rapid

(18)

COM(2014) 263 final van 13.5.2014.

(19)

COM(2014) 733 final van 15.12.2014.

(20)

www.newdeal4peace.org/">www.newdeal4peace.org/

(21)

SWD(2014) 152 van 30.4.2014.

(22)

www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs">www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs

(23)

COM(2012) 492 final betreffende het maatschappelijk engagement, SWD(2012) 457 final over ontwikkelingssamenwerking en bewustmaking, COM(2013) final over lokale autoriteiten.

(24)

C(2014) 4865 final van 15.7.2014.

(25)

europa.eu/rapid

(26)

COM(2014) 335 final van 2.6.2014.

(27)

www.newdeal4peace.org/">www.newdeal4peace.org/

(28)

EU-capaciteitsopbouwmissie voor de Sahel Mali.

(29)

EU-adviescommissie voor Oekraïne.

(30)

EU-(militaire)strijdmacht in de Centraal-Afrikaanse Republiek.

(31)

EU-opleidingsmissie in Mali.

(32)

https://ec.europa.eu/europeaid/trust-fund-bekou_en

(33)

15.

JOIN(2013) 30 final van 11.12.2013


(34)

register.consilium.europa.eu/doc/srv?l=EN&f=ST%2016858%202011%20INIT

(35)

ec.europa.eu/dgs/fpi/what-we-do

(36)

www.acp.int/sites/acpsec.waw.be/files/Final_BD%20-%20English.pdf">www.acp.int/sites/acpsec.waw.be/files/Final_BD%20-%20English.pdf

(37)

ec.europa.eu/research/participants/data/ref/h2020

(38)

www.textilbuendnis.com/index.php/en/">https://www.textilbuendnis.com/index.php/en/