Toelichting bij COM(2015)547 - Verlenging deelname Euratom aan de kaderovereenkomst voor internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling van vierde generatie kernenergiesystemen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Het Generation IV International Forum (GIF), als vermeld in het GIF-handvest, is een kader voor internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, dat in 2001 op initiatief van de Verenigde Staten is opgezet. Het doel is het bundelen van de inspanningen voor de ontwikkeling van nieuwe systeemontwerpen voor kernenergie die op betrouwbare wijze voor de energievoorziening zullen zorgen en tegelijkertijd op bevredigende wijze aandacht geven aan de nucleaire veiligheid, de beperking van de hoeveelheid afval tot een minimum, de non-proliferatie en de bezorgdheid onder de bevolking.

Op basis van Besluit C(2002) 4287 van de Commissie van 4 november 2002 heeft de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna 'Euratom' genoemd) zich bij het GIF aangesloten door op 30 juli 2003 het „Handvest van het Generation IV International Forum” (hierna „het Handvest”) te ondertekenen. De oorspronkelijke ondertekenaars hadden het GIF-handvest in 2001 als eerste ondertekend. De deelname van Euratom aan het handvest is verlengd bij Besluit C(2011) 4504 van de Commissie van 29 juni 2011. De aanvankelijke duur van de overeenkomst van 10 jaar is bij die gelegenheid vervangen door een onbepaalde duur, tenzij de overeenkomst met eenparigheid van stemmen wordt opgezegd. Elk lid (dus ook Euratom) kan zijn lidmaatschap van het GIF opzeggen door hiervan 90 dagen op voorhand kennis te geven. Het Handvest bevat geen bepalingen inzake geldstromen of speciale budgettaire toewijzingen tussen de partijen. Het valt dan ook onder de werkingssfeer van artikel 101, derde alinea, van het Euratom-Verdrag.

Voor de uitvoering van het GIF-handvest hebben de ondertekenaars ervan een juridisch bindende kaderovereenkomst voor internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling van kernenergiesystemen van de vierde generatie gesloten, waarin de voorwaarden voor de samenwerking en de daaruit voortvloeiende systeem- en projectovereenkomsten zijn vastgesteld.

Overeenkomstig artikel 101, tweede alinea, van het Euratom-Verdrag, en Besluit 14929/05 van de Raad, gevolgd door Besluit C(2006) 7 van de Commissie, is Euratom op 24 januari 2006 tot de kaderovereenkomst toegetreden, toen de daartoe gemachtigde commissaris een toetredingsakte ondertekende (die vervolgens op 10 februari 2006 werd neergelegd bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling te Parijs). Het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek werd bevestigd als coördinator van de deelname van de Gemeenschap aan het GIF en vertegenwoordigde Euratom derhalve als 'uitvoerende instantie', in overeenstemming met artikel III, lid 2, van de kaderovereenkomst.

Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk waren reeds partij bij de kaderovereenkomst. Om de samenhang te garanderen werd de volgende verklaring van Euratom gehecht aan Besluit 14929/05 van de Raad betreffende goedkeuring van de oorspronkelijke toetreding van Euratom tot de overeenkomst:

"Als partij bij deze kaderovereenkomst neemt Euratom ten volle deel aan alle samenwerking en beraadslagingen krachtens deze kaderovereenkomst en elke systeemovereenkomst waarbij zij ondertekenende partij is. Euratom en haar lidstaten die partij zijn bij de kaderovereenkomst - thans Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk - zullen hun standpunten coördineren voordat er een belangrijk besluit wordt genomen bij de uitvoering van de kaderovereenkomst en de toepasselijke systeemovereenkomsten."

De kaderovereenkomst is op 28 februari 2005 in werking getreden voor een periode van 10 jaar en is op 26 februari 2015 verlengd, toen vier partijen ermee instemden om te worden gebonden door een verlengingsovereenkomst. Euratom en andere ondertekenaars die niet in staat waren om hun interne procedures op tijd af te ronden, kunnen de deelname derhalve verlengen door later te ondertekenen.

2. ACTIVITEITEN VAN EURATOM IN HET KADER VAN DE KADEROVEREENKOMST

In het afgelopen decennium heeft het GIF grote vooruitgang heeft geboekt binnen een solide juridisch kader voor samenwerking, zoals het ontwerpen en uitvoeren van gezamenlijke projecten op basis van aanzienlijke O&O-investeringen van over de hele wereld, en het ontwerp en/of de bouw van prototype-demonstratieprojecten, bv. de Franse en de Russische natriumgekoelde snelle reactoren (SFR) en de Chinese zeerhogetemperatuurreactor (VHTR).

Euratom is in deze periode zeer actief geweest in het GIF en het is de enige ondertekenaar die deelnam aan alle zes reactorsystemen (systeemovereenkomsten) en alle drie de systeemoverschrijdende projecten ("veiligheid en betrouwbaarheid", 'economie' en 'proliferatiebestrijding en fysieke bescherming waarborgen'). Euratom levert de voorzitter van drie van de zes systemen (superkritische watergekoelde reactoren, loodgekoelde snelle reactoren en gasgekoelde snelle reactoren) en binnen elk systeem zijn er projectovereenkomsten in het kader waarvan de technische werkzaamheden worden uitgevoerd. Euratom is vertegenwoordigd in het grootste deel van de projectovereenkomsten, met bijdragen afkomstig van zowel directe als indirecte acties in het kader van het programma voor onderzoek en opleiding van Euratom.

Er moet nog veel gedaan worden voor systemen van de vierde generatie realiteit worden. In het komende decennium zullen de werkzaamheden zich vooral richten op:

- de voortzetting van O&O voor systemen van de vierde generatie;

- de ontwikkeling van geavanceerde onderzoeksfaciliteiten;

- het betrekken van de industrie bij het ontwerpen van systemen van de vierde generatie; en

- de ontwikkeling van het arbeidspotentieel voor de toekomst.

Het is derhalve dienstig dat Euratom blijft deelnemen aan de kaderovereenkomst en instemt met de verlenging ervan door middel van de specifieke verlengingsprocedure van artikel XII, lid 3, van de overeenkomst.

3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

De overeenkomst wordt verlengd op grond van artikel 101, tweede alinea, van het Euratom-Verdrag.

In juni 2014 heeft het technisch secretariaat van het GIF namens de depositaris (de OESO) een nota verspreid over de verlenging van de kaderovereenkomst, waarbij de ondertekenaars drie opties voor de verlenging zijn voorgelegd:

"1. Specifieke verlengingsprocedure — De partijen zouden kunnen overeenkomen de looptijd van de kaderovereenkomst te verlengen door middel van de specifieke procedure van artikel XII, lid 3, van de kaderovereenkomst (optie 1);

2. Wijziging van de overeenkomst — Indien de partijen geen overeenstemming kunnen bereiken over optie 1, hebben zij de mogelijkheid om de kaderovereenkomst te wijzigen door middel van de procedure van artikel XII, lid 4 (optie 2);

3. Laten verstrijken en nieuwe overeenkomst sluiten — Indien de partijen niet tot overeenstemming kunnen komen over een verlenging of wijziging, kunnen zij de kaderovereenkomst laten verstrijken en een nieuwe kaderovereenkomst sluiten, hetgeen zou betekenen dat een nieuw internationaal verdrag zou worden gesloten (optie 3)."

De uitvoerende instantie was voorstander van optie 1, aangezien dit de snelste manier leek te zijn om de overeenkomst te verlengen en de partijen uitdrukkelijk hadden voorzien in een specifieke verlengingsprocedure die losstaat van de procedure voor andere wijzigingen. Op 14 oktober 2014 heeft de missie van de VS bij de OESO (de depositaris) een ontwerpovereenkomst tot verlenging van de kaderovereenkomst voor internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling van kernenergiesystemen van de vierde generatie aan de andere partijen voorgelegd, waaronder het uitvoerend Euratom-agentschap (via de EDEO), te ondertekenen in het kader van de specifieke verlengingsprocedure.

Oorspronkelijke was het de bedoeling van de beleidsgroep om tijdens zijn vergadering van 17-18 december 2014 (of via de schriftelijke procedure) een besluit vast te stellen tot verlenging van de kaderovereenkomst met 10 jaar, d.w.z. tot en met 28 februari 2025, in overeenstemming met de specifieke verleningsprocedure. Met het oog op de procedurele vereisten van sommige partijen (waaronder Euratom) en om het onderscheid tussen de GIF-beleidsgroepsvergaderingen bijeengeroepen onder auspiciën van het GIF-handvest enerzijds, en de formele intergouvernementele kaderovereenkomst anderzijds, te bewaren, heeft de beleidsgroep tijdens die bijeenkomst niet over de verlenging vergaderd.

Naar aanleiding van opmerkingen en briefwisselingen over de verlengingsprocedure en de ontwerp-verlengingsovereenkomst, is na de bijeenkomst van december 2014 met de steun van een meerderheid van de vertegenwoordigers van de partijen een nieuw voorstel voor een verlenging uitgebracht. De voorgestelde oplossing was dat de verlenging in werking moet treden zodra ten minste drie partijen ermee hadden ingestemd te worden gebonden. Vier partijen (Frankrijk, Japan, Zuid-Korea en de Verenigde Staten) hebben te kennen gegeven dat zij bereid en in staat waren ermee in te stemmen op of vóór 28 februari 2015 te worden gebonden, zodat de verlengingsovereenkomst op die datum in werking kon treden.

De andere partijen waren van mening dat, overeenkomstig artikel XII, lid 3, van de bestaande kaderovereenkomst, ondertekening door alle partijen op die datum (al dan niet onder voorbehoud van latere aanvaarding) zou aangeven dat zij instemmen met de verlenging. Het uitvoerend Euratom-agentschap gaf te kennen dat het zich niet kon verenigen met dit middel tot instemming. De andere partijen aanvaardden een brief van het uitvoerend Euratom-agentschap aan het secretariaat van de depositaris als een voldoende blijk van steun voor de door de andere partijen gevoerde verlengingsprocedure.

Vier ondertekenende partijen hebben op 26 februari 2015 de bijgevoegde verlengingsovereenkomst ondertekend. Deze kan namens Euratom worden ondertekend zodra de Raad zijn goedkeuring hecht aan de verlenging.

De Commissie is van oordeel dat het besluit betreffende de verlenging van de kaderovereenkomst van belang is en daarom heeft zij, via haar uitvoerende instantie, haar positie geharmoniseerd met die van Frankrijk. (Het Verenigd Koninkrijk heeft zich inmiddels teruggetrokken als afzonderlijke partij bij de overeenkomst, maar blijft, net als de andere lidstaten, partij bij de overeenkomst als onderdeel van Euratom).

De Commissie is van oordeel dat de voorgestelde verlenging van de kaderovereenkomst aanvaardbaar is voor de Gemeenschap en dient derhalve deze aanbeveling voor een besluit van de Raad in overeenkomstig artikel 101, tweede alinea, van het Euratom-Verdrag.

Om de overeenkomst te kunnen verlengen is goedkeuring door de Raad nodig, aangezien in de overeenkomst duidelijke voorwaarden voor onderzoekssamenwerking binnen zijn GIF zijn vastgesteld, welke voorwaarden van toepassing blijven. Bovendien heeft de verlenging betrekking op meer dan twee Euratom-programma’s voor onderzoek en opleiding, zodat tenminste twee besluiten van de Raad nodig zijn om richting te geven aan de deelname van Euratom aan het GIF in overeenstemming met verordeningen van de Raad betreffende bestaande en toekomstige onderzoeks- en opleidingsprogramma’s van Euratom.

De deelname van Euratom aan het GIF moet binnen het toepassingsgebied van de verordeningen van de Raad betreffende de onderzoeks- en opleidingsprogramma’s van Euratom blijven. Zoals in het GIF-handvest vermeld, bepaalt elk lid afzonderlijk de aard van zijn deelname aan GIF-activiteiten.

In Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) ter aanvulling van het 'Horizon 2020'-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie is uitdrukkelijk bepaald dat de uitvoerende instantie haar activiteiten moet uitvoeren in het kader van de GIF-kaderovereenkomst. Onder 'Noodzakelijke activiteiten om de doelstellingen van het programma te realiseren' is in bijlage I bij de verordening, met betrekking tot 'eigen acties van het GCO', bepaald dat:

"Als het uitvoerend Euratom-agentschap voor het 'Generation IV International Forum (GIF)' zal het GCO de coördinatie van de communautaire bijdrage aan het GIF voortzetten."

Onder 'Internationale samenwerking met derde landen en met internationale organisaties', is in die verordening, refererend aan Euratom, bepaald dat:

"De internationale samenwerking op het gebied van nucleair onderzoek en nucleaire innovaties, die is gebaseerd op gemeenschappelijke doelstellingen en wederzijds vertrouwen, moet worden voortgezet met als doel duidelijke en significante voordelen voor de Unie en haar omgeving tot stand te brengen. Als bijdrage aan het verwezenlijken van de specifieke doelstellingen als bedoeld in artikel 3 zal de Gemeenschap ernaar streven om de wetenschappelijke en technische expertise van de Unie te vergroten middels internationale samenwerkingsovereenkomsten en de toegang van de nucleaire sector van de Unie tot nieuwe, opkomende markten te bevorderen. De internationale samenwerkingsactiviteiten zullen worden bevorderd door multilaterale kaders (bijv. IAEA, OESO, ITER en GIF)...”.

De verlenging van de kaderovereenkomst blijkt daarom te zijn beschouwd als passend in het kader van de bijdrage van Euratom aan Horizon 2020.

In het licht van het bovenstaande stelt de Commissie voor dat de Raad, in toepassing van artikel 101, tweede alinea, van het Euratom-Verdrag, het bijgevoegde ontwerp voor een aanbeveling voor een besluit van de Raad tot goedkeuring van de verlenging van de deelname van Euratom aan de GIF-kaderovereenkomst goedkeurt en haar te machtigen de bijgevoegde verlengingsovereenkomst te ondertekenen.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING [waar nodig]

[n.v.t.]

5. FACULTATIEVE ELEMENTEN [waar nodig]

[n.v.t.]

1.

Aanbeveling voor een


BESLUIT VAN DE RAAD

tot goedkeuring van de verlenging van de deelname van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) aan de kaderovereenkomst voor internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling van kernenergiesystemen van de vierde generatie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom), en met name artikel 101, tweede alinea,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

Het Generation IV International Forum (GIF) is een kader voor internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, dat in 2001 op initiatief van de Verenigde Staten is opgezet. Het doel is het bundelen van de inspanningen voor de ontwikkeling van nieuwe systeemontwerpen voor kernenergie die op betrouwbare wijze voor de energievoorziening zullen zorgen en tegelijkertijd op bevredigende wijze aandacht geven aan de nucleaire veiligheid, de beperking van de hoeveelheid afval tot een minimum, de non-proliferatie en de bezorgdheid onder de bevolking.

De verlenging van de deelname van Euratom aan deze kaderovereenkomst staat los van welk besluit ook ten aanzien van de werkingssfeer van de deelname aan de verschillende GIF-systemen en daarmee verband houdende projectovereenkomsten. Euratom stelt de aard van zijn bijdrage (intellectueel en financieel) aan GIF-activiteiten afzonderlijk vast.

Op 30 juli 2003 is Euratom op grond van Besluit C(2002) 4287 van de Commissie toegetreden tot het GIF door ondertekening van het Handvest, dat de oorspronkelijke ondertekenende partijen reeds in 2001 hadden ondertekend. Bij Besluit C(2011) 4504 van de Commissie is de eerste periode van 10 jaar onderschrijving van het Handvest door Euratom voor onbepaalde tijd verlengd, onder voorbehoud van intrekking bij unanieme instemming van de lidstaten van de EU. Elk lid van het GIF (waaronder ook Euratom) kan zijn lidmaatschap opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van 90 dagen. Aangezien het Handvest niet voorziet in financiële stromen of speciale budgettaire toewijzingen tussen de partijen, valt zij binnen de werkingssfeer van artikel 101, derde alinea, van het Euratom-Verdrag.

Voor de uitvoering van het GIF-handvest hebben de ondertekenaars ervan een juridisch bindende kaderovereenkomst tussen de leden van het Generation IV International Forum betreffende internationale samenwerking inzake onderzoek en ontwikkeling voor kernenergiesystemen van de vierde generatie gesloten, waarin de voorwaarden voor de samenwerking en de daaruit voortvloeiende systeem- en projectovereenkomsten zijn vastgesteld.

Op grond van Besluit 14929/05 van de Raad van 20 december 2005, gevolgd door Besluit C(2006) 7 van de Commissie van 12 januari 2006, vastgesteld krachtens artikel 101, tweede alinea, van het Euratom-Verdrag, is Euratom op 24 januari 2006 ook tot de kaderovereenkomst toegetreden, toen de daartoe gemachtigde commissaris een akte van toetreding ondertekende (die vervolgens op 10 februari 2006 werd neergelegd bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling te Parijs). Het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek werd bevestigd als coördinator van de deelname van Euratom aan het GIF en vertegenwoordigde Euratom derhalve als 'uitvoerende instantie', in overeenstemming met artikel III, lid 2, van de kaderovereenkomst.

De kaderovereenkomst is op 28 februari 2005 in werking getreden voor een periode van 10 jaar en is op 26 februari 2015 verlengd, toen vier partijen ermee instemden om te worden gebonden door de aangehechte verlengingsovereenkomst. Dit is in overeenstemming met de specifieke verlengingsprocedure van de kaderovereenkomst. Euratom en andere ondertekenaars die niet in staat waren om hun interne procedures op tijd af te ronden, kunnen de deelname derhalve verlengen door later te ondertekenen.

De verlenging door de Commissie, namens Euratom, van de kaderovereenkomst door middel van ondertekening van de verlengingsovereenkomst volgens de specifieke verlengingsprocedure, dient derhalve te worden goedgekeurd.

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

2.

Enig artikel


De verlenging door de Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de kaderovereenkomst voor internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling van kernenergiesystemen van de vierde generatie, door middel van ondertekening van de verlengingsovereenkomst, wordt goedgekeurd. De tekst van de verlengingsovereenkomst is aan dit besluit gehecht.


Gedaan te Brussel,

3.

Voor de Raad


De voorzitter