Toelichting bij COM(2014)544 - Standpunt EU met betrekking tot voorstellen tot wijziging van de bijlagen bij het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (ook 'CMS' of 'Verdrag van Bonn' genoemd) beoogt de instandhouding van trekvogelsoorten en trekkende terrestrische en mariene diersoorten in hun hele verspreidingsgebied. Het is een intergouvernementeel verdrag dat tot stand is gekomen onder auspiciƫn van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties en gericht is op de wereldwijde bescherming van wilde diersoorten en natuurlijke habitats. De Europese Unie is sinds 1 november 1983 partij bij het CMS[1].

2. De trekkende diersoorten waarvan het behoud wordt beoogd, worden opgesomd in bijlage I (bedreigde soorten) en bijlage II (soorten waarover een overeenkomst dient te worden gesloten) bij het Verdrag. Artikel III van het Verdrag bepaalt dat in bijlage I de bedreigde trekkende soorten worden vermeld en dat de partijen die staten zijn die deel uitmaken van het verspreidingsgebied van de betrokken soort verscheidene instandhoudingsmaatregelen moeten nemen en het onttrekken van dieren aan de populatie van deze soorten moeten verbieden. Artikel IV van het Verdrag bepaalt dat in bijlage II de trekkende soorten moeten worden vermeld waarvan de mate en aard van de bescherming niet gunstig is en waarvoor, in verband met het behoud en het beheer ervan, internationale overeenkomsten moeten worden gesloten, alsmede de trekkende soorten waarvan de mate en de aard van de bescherming aanzienlijk gebaat zouden zijn bij de internationale samenwerking die uit een internationale overeenkomst zou voortvloeien.

3. De Conferentie van de Partijen is het besluitvormingsorgaan van het Verdrag, dat bevoegd is om de behoudsstatus van trekkende soorten te beoordelen en in het licht van deze beoordeling de bijlagen I en II bij het Verdrag te wijzigen.

4. Krachtens artikel XI van het Verdrag kan elke partij voorstellen tot wijziging indienen. Een wijziging van de bijlagen wordt negentig dagen na de vergadering van de Conferentie van de Partijen waarop zij werd aangenomen, voor alle partijen van kracht, behalve voor de partijen die een voorbehoud maken.

5. De elfde vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag zal plaatsvinden van 4 tot en met 9 november 2014 in Quito (Ecuador). Met het oog op deze vergadering stelde de Unie voor om bijlage I bij het Verdrag te wijzigen door toevoeging van de Mediterrane subpopulatie van Ziphius cavirostris en de vogelsoort Coracias garrulus, en om aanhangsel II bij het Verdrag te wijzigen door drie soorten voshaaien toe te voegen, namelijk Alopias superciliosus, Alopias vulpinus en Alopias pelagicus.

6. Andere partijen bij het Verdrag hebben voorstellen ingediend tot wijziging van de bijlagen I en II bij het Verdrag voor de soorten Ursus maritimus, alle ondersoorten van de Panthera leo, Kobus kob, Eudorcas rufifrons, Otis tarda, Calidris pusilla, calidris tenuirostris, Cardellina canadiensis, Carcharhinus falciformis, Sphyrna lewini, Sphyrna mokarran, Anoxypristis cuspidate, Pristis clavata, Pristis pectinata, Pristis zijsron, Pristis pristis, Mobula mobular, Mobula japonica, Mobula thurstoni, Mobula tarapacana, Mobula eregoodootenkee, Mobula kuhlii, Mobula hypostoma, Mobula rochebrunei en Mobula munkiana, Manta alfredi en Anguilla anguilla.

7. De Unie moet steun verlenen aan alle voorstellen omdat zij wetenschappelijk verantwoord zijn, in overeenstemming zijn met de wetgeving van de Unie en met haar engagement voor internationale samenwerking bij de bescherming van de biodiversiteit. De toevoeging van deze soorten aan bijlage I of II bij het Verdrag, zoals voorgesteld, vereist geen aanpassing van het recht van de Unie.

8. Bijgevolg dient de Raad een besluit te nemen met het oog op de vaststelling van het standpunt dat op de elfde vergadering van de Conferentie van de Partijen namens de Unie moet worden ingenomen ten aanzien van voorstellen tot wijziging.