Toelichting bij COM(2014)459 - Wijzigen beschikking 2007/198/Euratom tot oprichting van de gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en tot toekenning van gunsten daaraan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

In zijn conclusies van 12 juli 2010 over de mededeling van de Commissie: 'ITER, stand van zaken en mogelijke verdere maatregelen' heeft de Raad de Europese Commissie verzocht te onderzoeken en vast te stellen hoe de Commissie, de lidstaten en de gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie ("Fusion for Energy") (F4E) hun verantwoordelijkheden en taken betreffende ITER moeten vervullen.

In het werkdocument van de diensten van de Commissie 'Towards a robust management and governance of the ITER project' van 9 november 2010 is een gedetailleerde lijst van maatregelen vastgesteld die op internationaal niveau voornamelijk gericht waren op de ITER-Organisatie (IO) en op Europees niveau voornamelijk op F4E.

Wegens de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie op 1 juli 2013 zullen de statuten van F4E worden gewijzigd om Kroatië stemrechten in de Raad van bestuur van F4E te geven. Gebruikmakend van deze wijziging stelt de Commissie overeenkomstig het werkdocument van haar diensten uit 2010 voor ook andere wijzigingen aan te nemen om het beheer en de governance van F4E te verbeteren.

Deze voorstellen zijn uitgebreid besproken met de leden van de Raad van bestuur van F4E en na dat overleg heeft de Raad van bestuur tijdens zijn vergadering van 9-10 december 2013 de voorgestelde wijzigingen met eenparigheid van stemmen goedgekeurd. Overeenkomstig de wijzigingsprocedure van artikel 21 van de statuten van F4E kan de Commissie, zodra de Raad van bestuur de voorgestelde wijzigingen heeft goedgekeurd, het voorstel tot wijziging van de statuten met het oog op vaststelling ervan indienen bij de Raad.

Derhalve legt de Commissie overeenkomstig artikel 50 van het Euratom-Verdrag en artikel 21 van de statuten van F4E hierbij aan de Raad een voorstel tot goedkeuring van deze wijzigingen voor.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



De leden van de Raad van bestuur van F4E zijn de voornaamste belanghebbenden bij F4E. Alle lidstaten, Zwitserland en Euratom zijn vertegenwoordigd en overeenkomstig artikel 6, lid 4, van de statuten van F4E moeten zij worden geraadpleegd over en instemmen met elk voorstel tot wijziging van de statuten van F4E.

Daarom heeft de Commissie in juni 2013 bij de Raad van bestuur een ontwerpvoorstel tot wijziging van de statuten van F4E ingediend. De Raad van bestuur heeft daarop een door de voorzitter van de Raad van bestuur voorgezeten ad-hocgroep opgericht, met het mandaat om tussen de leden tot een consensus te komen over de voorstellen tot wijziging van de statuten.

Deze ad-hocgroep heeft een eerste keer vergaderd op 21 oktober 2013; na die vergadering is een voorstel opgesteld dat is voorgelegd aan de Raad van bestuur van 9-10 december 2013. Tijdens die vergadering heeft de Raad van bestuur de voorgestelde wijzigingen met eenparigheid van stemmen aangenomen; de Commissie kan het voorstel nu ter goedkeuring voorleggen aan de Raad.

2.

Juridische elementen van het voorstel



1. Herdefiniëring van de rol van het Uitvoerend Comité, oprichting van een Comité Aanbestedingen en Overeenkomsten en van een Bureau.

De huidige taken van het Uitvoerend Comité worden verdeeld tussen twee comités, het 'Comité Administratie en Beheer' en het 'Comité Aanbestedingen en Overeenkomsten'. De voorgestelde scheiding van deze taken maakt een meer passende afstemming tussen de samenstelling van deze twee comités mogelijk; het eerste bestaat uit vertegenwoordigers van de leden, het tweede uit deskundigen die op persoonlijke titel handelen.

Het Comité Administratie en Beheer stelt onder meer adviezen en aanbevelingen aan de Raad van bestuur op betreffende de begroting, het middelenramingsplan, de rekeningen, het projectplan, het werkprogramma, enz.

Het Comité Aanbestedingen en Overeenkomsten doet aanbevelingen aan de directeur van F4E inzake de gunning van contracten en heeft in tegenstelling tot het huidige Uitvoerend Comité, dat goedkeuringen kan geven, slechts een adviserende rol. Deze wijziging strookt volledig met de prerogatieven die aan de directeur van F4E zijn verleend in zijn hoedanigheid van ordonnateur. De Dienst Interne Audit van de Commissie heeft erop gewezen dat de directeur verantwoordelijk is voor de gunning van contracten en dat hij deze verantwoordelijkheid niet mag delegeren aan een comité waarvan de leden ad personam worden benoemd door de Raad van bestuur.

Het 'Bureau', een comité waarin het oorspronkelijke besluit van de Raad tot oprichting van F4E niet voorziet, is in 2011 bij besluit van de Raad van bestuur opgericht als een secundair orgaan dat de Raad van bestuur bijstaat bij de voorbereiding van zijn besluiten. Thans wordt voorgesteld dit comité specifiek op te nemen in de statuten van F4E, daar de Raad van bestuur van mening is dat het een nuttig instrument is gebleken dat het hem mogelijk maakt efficiënter te werken.

2. Versterking van de rechten van Euratom inzake het 'wettigheidsvoorbehoud'.

Wanneer Euratom van oordeel is dat een besluit van de Raad van bestuur strijdig kan zijn met het Gemeenschapsrecht, kan het overeenkomstig artikel 6, lid 6, van de huidige statuten van F4E daartegen voorbehoud aantekenen. In dat geval wordt het besluit opgeschort en voorgelegd aan de Commissie, die de wettigheid ervan toetst. De Raad van bestuur kan echter zelfs een besluit nemen wanneer de Commissie de wettigheid daarvan betwijfelt. Versterking van de rechten van de Commissie ten aanzien van de bepaling betreffende het 'wettigheidsvoorbehoud' garandeert dat de besluiten van de Raad van bestuur stroken met het Gemeenschapsrecht, overeenkomstig met artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, dat bepaalt dat de Commissie toeziet 'op de toepassing van zowel de Verdragen als de maatregelen die de instellingen krachtens deze Verdragen vaststellen'.

Met dit amendement kan de Raad van bestuur geen besluit nemen als de Commissie een advies heeft gegeven waarin de wettigheid ervan wordt betwijfeld.

3. Preferentieel partnerschap met bepaalde organisaties op het gebied van wetenschappelijk en technologisch onderzoek naar kernfusie.

Dit amendement beoogt een stabiele relatie met de Europese kernfusielaboratoria (EFL).

Die relatie is belangrijk voor de efficiënte en effectieve werking van het Europese fusieprogramma, voor F4E bij de uitvoering van zijn taken en voor de Europese kernfusielaboratoria bij het optimaliseren van hun capaciteit en participatie. Voor de kernfusielaboratoria biedt dit een stabiel kader voor een meerjarig activiteitenplan, terwijl het F4E stabiele en betrouwbare O&O-steun biedt op basis van de kennis en de knowhow die het Europese fusieprogramma in de laatste 30 jaar heeft opgebouwd en in de toekomst nog zal opbouwen.

Het voordeel voor het Europese fusieprogramma bestaat uit een beter gebruik van middelen, dat er onder meer voor zorgt dat belemmeringen en doublures van inspanningen worden verminderd en dat nationale financiering optimaal wordt gecombineerd met communautaire financiering via F4E.

4. Aanpassing ten gevolge van de nieuwe financiële kaderregeling.

De Commissie heeft recentelijk de nieuwe financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad vastgesteld. Deze nieuwe verordening bevat bepalingen die moeten worden opgenomen in de oprichtingsakte (de beschikking van de Raad) of in de basishandeling (de statuten) waarbij deze organen worden opgericht, hetgeen ook geldt voor F4E. De wijzigingen zijn van zuiver technische aard en hebben geen invloed op de inhoud van het door de Raad van bestuur goedgekeurde voorstel. In dit verband moet worden opgemerkt dat overeenkomstig artikel 208, lid 3, de interne controleur van de Commissie de bevoegdheden van de interne controleur van F4E uitoefent. Bijgevolg moet lid 2 van artikel 5 van de beschikking van de Raad, waarin is bepaald dat de gemeenschappelijke onderneming haar eigen interne auditdienst opricht, worden geschrapt. Bijgevolg wordt punt 3 van bijlage 3 van de statuten aldus gewijzigd dat de gemeenschappelijke onderneming een auditcapaciteit moet hebben.

5. Amendement om de statuten aan te passen aan de nieuwe basishandeling voor de financiering van F4E-activiteiten die in december 2013 zijn goedgekeurd door de Raad.

Het besluit van de Raad betreffende de financiering van de activiteiten van F4E in 2014-2020 vergt een wijziging van de statuten van F4E. Momenteel bepaalt artikel 12, onder a), van de statuten van F4E dat de Euratom-bijdrage beschikbaar wordt gesteld via de ingevolge artikel 7 van het Verdrag aangenomen communautaire programma's voor onderzoek en opleiding. Die bepaling moet worden gewijzigd om rekening te houden met het feit dat de financiering van F4E voor 2014-2020 niet beschikbaar zal worden gesteld via het Euratom-kaderprogramma, maar via dit nieuwe besluit van de Raad op basis van artikel 47 van het Verdrag.

Daarnaast wordt in de beschikking van de Raad tot oprichting van Fusion for Energy een nieuw artikel 5 bis bis ingevoegd teneinde de bescherming van de financiële belangen van de leden door de gemeenschappelijke onderneming te versterken.

6. Stemrechten voor Kroatië.

In een besluit dat de Raad van bestuur heeft vastgesteld tijdens zijn vergadering van 10‑11 juni 2013 wordt voorgesteld Kroatië in de Raad van bestuur twee stemmen te geven.

3.

Gevolgen voor de begroting



Dit voorstel voor een besluit van de Raad heeft geen gevolgen voor de begroting. De financiering van de activiteiten van F4E voor de periode 2014-2020 is vastgesteld bij Besluit 2013/791/Euratom van de Raad van 13 december 2013.