Toelichting bij COM(2014)396 - Gemaakte vorderingen bij de hervorming van de EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group) naar aanleiding van de aanbevelingen in het verslag Maystadt

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52014DC0396

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de gemaakte vorderingen bij het doorvoeren van de hervorming van de EFRAG naar aanleiding van de in het verslag Maystadt gedane aanbevelingen /* COM/2014/0396 final */


1.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD


over de gemaakte vorderingen bij het doorvoeren van de hervorming van de EFRAG naar aanleiding van de in het verslag Maystadt gedane aanbevelingen

2.

1. Doel en reikwijdte van het verslag


De verordening van het Europees Parlement en de Raad, die voorziet in de verlenging van een Unieprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen tot de periode die loopt van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020 i, is op 9 april 2014 in werking getreden na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad i.

De algemene doelstelling van het Unieprogramma is betere voorwaarden voor een doeltreffende werking van de interne markt te scheppen door de transparante en onafhankelijke ontwikkeling van internationale standaarden voor financiële verslaggeving en internationale controlestandaarden te ondersteunen.

In artikel 3 van de verordening is bepaald dat de begunstigden van het programma op het gebied van de financiële verslaggeving de volgende entiteiten zijn:

— de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG);

— de International Accounting Standards Committee Foundation (IASCF) en de IFRS Foundation, haar rechtsopvolgster.

Op het gebied van de controle van jaarrekeningen is er maar één begunstigde:

— de Public Interest Oversight Board (PIOB).

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van de verordening moet de Commissie uiterlijk 31 maart 2014 bij het Europees Parlement en de Raad een eerste verslag indienen over de noodzakelijke bestuurshervormingen op het gebied van jaarrekeningen en financiële informatie met betrekking tot de EFRAG, onder meer rekening houdend met eventuele ontwikkelingen naar aanleiding van de aanbevelingen die zijn opgenomen in het verslag van de bijzonder adviseur, alsook over de stappen die de EFRAG reeds heeft ondernomen om deze hervormingen door te voeren.

Dit verslag heeft uitsluitend betrekking op de uitvoering van de hervormingen van de EFRAG naar aanleiding van het verslag van Philippe Maystadt i, waarin aanbevelingen voor dergelijke hervormingen zijn opgenomen en dat op 15 november 2013 door de Raad Ecofin is besproken.

3.

2. Achtergrondinformatie


Het hoofddoel van financiële verslaggeving is belanghebbenden te helpen betere zakelijke beslissingen te nemen door hun adequate financiële informatie te verschaffen. Correcte en tijdig beschikbare financiële informatie is niet alleen onontbeerlijk om gedegen investeringsbeslissingen te nemen en bedrijfsorganisaties te besturen, maar stelt bedrijfseigenaren ook in staat te meten hoe doeltreffend hun bedrijfsactiviteiten zijn.

In het licht van het mondiale karakter van de kapitaalmarkten is het van essentieel belang dat de standaarden voor de financiële verslaggeving en voor de controle van jaarrekeningen wereldwijd worden geharmoniseerd om transparantie, vergelijkbaarheid en een vlotte werking van de kapitaalmarkten te verzekeren en om binnen de EU een geïntegreerde markt voor financiële diensten tot stand te brengen. Algemeen wordt erkend dat de EU-jaarrekeningenrichtlijnen de financiële verslaggeving van beursgenoteerde ondernemingen in de EU onvoldoende hebben geharmoniseerd. De EU heeft daarom besloten geen eigen pakket van regionale standaarden voor financiële verslaggeving in te voeren, maar in plaats daarvan internationale standaarden voor jaarrekeningen over te nemen.

De Europese Unie pleit al lang voor één uniek pakket van wereldwijde standaarden voor jaarrekeningen. Ook de G20 heeft bij diverse gelegenheden opgeroepen tot invoering van wereldwijde standaarden voor jaarrekeningen en tot convergentie i. In 2002 toonde de Unie leiderschap in dit proces, toen zij bepaalde dat voortaan de internationale standaarden voor jaarrekeningen (IFRS, International Financial Reporting Standards)[5] van de International Accounting Standards Board door beursgenoteerde ondernemingen in de EU moesten worden gebruikt bij het opstellen van hun geconsolideerde jaarrekeningen. Overeenkomstig de IAS-verordening i zijn de IFRS sinds 2005 van kracht in de EU. Periodiek stelt de Commissie nieuwe standaarden vast volgens een regelgevende comitéprocedure met toetsing.

In een mondiale economie is convergentie nodig tussen de standaarden van verschillende rechtsgebieden en moeten internationale standaarden worden ontwikkeld in het kader van een transparant proces met democratische verantwoording. Gezien het belang voor de financiële markten van standaarden voor jaarrekeningen is voor de Unie een sleutelrol weggelegd bij de vaststelling van internationale standaarden. Om ervoor te zorgen dat de belangen van de Unie worden gediend en dat de mondiale standaarden hoogwaardig en met het EU-recht verenigbaar zijn, is het absoluut noodzakelijk dat de belangen van de Unie goed worden behartigd.

Nu steeds meer landen ertoe neigen om op de IFRS over te stappen of deze al hanteren, heeft de stem van Europa steeds minder relatief gewicht bij de vaststelling van internationale standaarden. De EFRAG i is een particulier orgaan en treedt op als technisch adviseur van de Europese Commissie op het gebied van de financiële verslaggeving. Het orgaan heeft de rol op zich genomen om in een vroeg stadium een technische en geloofwaardige bijdrage te leveren aan het IASB-proces voor de vaststelling van standaarden.

In maart 2013 heeft Commissielid Barnier de heer Philippe Maystadt tot bijzonder adviseur benoemd. Hij kreeg tot taak te onderzoeken hoe de EU-bijdrage aan de opstelling van de IFRS kan worden versterkt en op welke wijze het bestuur van de Europese organen die bij dit proces betrokken zijn, kan worden verbeterd. De heer Maystadt heeft een reeks gesprekken gevoerd en raadplegingen gehouden alvorens zijn eindverslag op te stellen. In het verslag werden drie verschillende opties geschetst om de invloed van de Europese Unie op de vaststelling van internationale standaarden voor jaarrekeningen te versterken: omvorming van de EFRAG, overdracht van verantwoordelijkheden van de EFRAG aan de ESMA of vervanging van de EFRAG door een EU-agentschap. In het verslag van de heer Maystadt werd een herstructurering van de EFRAG aanbevolen.

4.

3. Context en overzicht van de hervormingen van de EFRAG


5.

3.1 Huidige status van de EFRAG


De European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) is een internationale vereniging zonder winstoogmerk naar Belgisch recht (IVZW) die in 2001 in Brussel werd opgericht door de belangrijkste Europese beroepsorganisaties op het gebied van financiële verslaggeving. Momenteel zijn bij de EFRAG de volgende organisaties aangesloten: BUSINESSEUROPE (Europese brancheorganisaties), FEE (Fédération des Experts-comptables Européens), Insurance Europe (European Insurance Organisation), EBF (European Banking Federation), ESBG (European Savings Banks Group), EACB (European Association of Co-operative Banks) en EFAA (European Federation of Accountants and Auditors). De EFRAG werkt ook samen met nationale organen voor de vaststelling van standaarden voor jaarrekeningen uit de EU-lidstaten.

De EFRAG werkt momenteel via een onafhankelijke Technical Expert Group (TEG) en wordt ondersteund door een gebruikerspanel en diverse werkgroepen en adviescommissies. Dit vroegtijdige proactieve werk wordt gecoördineerd door het Planning and Resource Committee (PRC), waarin de belangrijkste nationale organen voor de vaststelling van standaarden voor jaarrekeningen van Europa zijn vertegenwoordigd.

Op de werkzaamheden van de EFRAG wordt toezicht uitgeoefend door een onafhankelijke raad van toezicht. De hoofdtaken van deze raad van toezicht bestaan erin de leden te selecteren en de werkzaamheden te controleren van de Technical Expert Group en het Planning and Resource Committee, de samenwerking met nationale organen voor de vaststelling van standaarden te monitoren, en een afdoende financiering van de EFRAG te waarborgen.

De huidige raad van toezicht van de EFRAG bestaat uit vooraanstaande beroepsbeoefenaren en leidende figuren die belang hebben bij de mondiale ontwikkeling van de financiële verslaggeving; bij de selectie van deze personen is gestreefd naar een goed professioneel evenwicht (gebruikers, opstellers en controleurs van jaarrekeningen) en een passende geografische spreiding. De raad van toezicht telt ook drie uit de publieke sector afkomstige leden; de Europese Commissie en de Europese Autoriteit voor effecten en markten wonen de vergaderingen ervan bij als waarnemers. De raad van toezicht wordt benoemd door de algemene vergadering van de EFRAG.

6.

3.2 Belangrijkste uitgangspunten voor de hervorming van de EFRAG conform de aanbevelingen van Maystadt


De aanbevolen optie, nl. de omvorming van de EFRAG, komt in hoofdzaak neer op de benoeming van een hoge raad i, waardoor de organisatie dermate wordt verbeterd dat aan drie aangegeven doelstellingen wordt voldaan: de EFRAG-standpunten een institutionele legitimiteit geven naast de legitimiteit die er al door zijn geijkte procedures aan wordt verleend, beschikken over een ander, aanvullend scala aan vaardigheden om zijn standpunten uit te werken, en de nationale organen voor de vaststelling van standaarden nauwer bij de organisatie betrekken en ervoor zorgen dat zij aan alle stadia van het besluitvormingsproces deelnemen.

Hierna volgt een korte beschrijving van de voornaamste elementen van de in het verslag Maystadt gedane aanbevelingen voor de hervorming van de EFRAG.

7.

Verduidelijken van het mandaat van de EFRAG


Volgens het verslag Maystadt moet het mandaat van de EFRAG worden toegespitst op de toepassing van de IFRS en mag het geen betrekking hebben op niet-beursgenoteerde ondernemingen, en met name op kleine en middelgrote ondernemingen, die de IFRS niet toepassen.

8.

Financiering van de EFRAG


Wat de financiering van de EFRAG betreft, bestaat het belangrijkste voorstel in het verslag Maystadt erin na te gaan of het juridisch haalbaar is te voorzien in een stelsel van verplichte bijdragen/heffingen die worden betaald door beursgenoteerde ondernemingen die van de IFRS gebruikmaken en profiteren. In het verslag wordt aanbevolen dat de lidstaten in afwachting van de wettelijke invoering van een dergelijk heffingstelsel een nationaal financieringsmechanisme opzetten (voor zover zij dat al niet hebben gedaan).

9.

Structuur van de EFRAG


Algemene vergadering

In het verslag wordt aanbevolen de algemene vergadering binnen de huidige rechtsvorm van de EFRAG (internationale vereniging zonder winstoogmerk - IVZW) uit te breiden tot nationale financieringsmechanismen en andere particuliere en/of publieke organisaties die een financiële bijdrage of een bijdrage in natura leveren. De algemene vergadering zal toezicht uitoefenen op het besluitvormingsorgaan, met inbegrip van de benoeming van de leden van dit orgaan (de raad).

10.

Raad van toezicht


Volgens het verslag Maystadt dient de huidige raad van toezicht te worden vervangen door een hoge raad, die op basis van de werkzaamheden van een technische werkgroep zijn goedkeuring zou hechten aan de tot de IASB gerichte schriftelijke commentaren en aan de tot de Commissie gerichte schriftelijke goedkeuringsadviezen. De nieuwe raad zou bestaan uit leden die tot de volgende drie sectoren zouden behoren en die door de algemene vergadering worden benoemd:

- Europese openbare instellingen (4 leden die worden voorgedragen door respectievelijk de ESMA, de EBA, de EIOPA en de ECB);

- belanghebbenden (5 leden: industriële en handelsondernemingen, financiële instellingen, beroepsbeoefenaren uit de sector van de financiële verslaggeving en gebruikers);

- nationale organen voor de vaststelling van standaarden (7 leden, met de impliciete afspraak dat de nationale organen voor de vaststelling van standaarden uit de grootste vier lidstaten altijd zijn vertegenwoordigd).

In het verslag Maystadt wordt aanbevolen dat de raad ook een voorzitter zou hebben die wordt voorgedragen door de Commissie met de goedkeuring van de Raad en het Europees Parlement. Voorts zou de Commissie een waarnemer met het recht om het woord te voeren voordragen. De raad zou besluiten bij consensus nemen.

In overeenstemming met het verslag Maystadt zouden mogelijke toekomstige leden van de raad een goed inzicht in de financiële verslaggeving en de gevolgen ervan, met name voor de economische groei en de financiële stabiliteit, moeten hebben. Te dien einde wordt in het verslag aanbevolen ex-antecriteria vast te stellen die als ijkpunt zouden fungeren voor instellingen, organisaties en nationale organen voor de vaststelling van standaarden welke kandidaten voordragen.

Tot slot beveelt het verslag aan de rol van voorzitter van de raad, die als publieke woordvoerder van de EFRAG zou optreden, te scheiden van de rol van Chief Executive Officer verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de organisatie, met inbegrip van het voorzitterschap van de TEG.

11.

Technical Expert Group (TEG)


Er is aanbevolen dat de toekomstige TEG voortaan als adviseur van de raad zou gaan fungeren en niet langer volledig bevoegd zou zijn voor het bepalen van de standpunten van de EFRAG. De gewijzigde TEG zou de projecten voorbereiden die ter goedkeuring aan de raad worden voorgelegd. De raad zou de TEG richtsnoeren en feedback verschaffen. De TEG zou blijven bestaan uit deskundigen die actieve beroepsbeoefenaren moeten zijn met een uiteenlopende beroepservaring en geografische herkomst. De leden van de TEG zouden op transparante wijze door de raad worden benoemd. De TEG zou verder worden ondersteund door de bestaande EFRAG-medewerkers.

Effectbeoordelingen



In overeenstemming met het verslag Maystadt wordt de EFRAG ertoe aangespoord om in samenwerking met de nationale organen voor de vaststelling van standaarden effectbeoordelingen te blijven opstellen die op de behoeften van gebruikers en van de Europese wetgevers zijn toegesneden. In deze effectbeoordelingen worden de gevolgen van een standaard geanalyseerd, wordt nagegaan of de standaard in een verbetering van de kwaliteit van de financiële informatie resulteert, en worden tevens andere opties onderzocht dan die welke door de IASB worden bestudeerd. Voorts worden de EFRAG en de betrokken andere Europese organen er ook toe aangemoedigd op een meer gecoördineerde manier te werk te gaan bij 'field tests'.

12.

Consultative Forum of Standard Setters (CFSS)


In het verslag wordt aanbevolen de driemaandelijkse vergaderingen van de EFRAG met vertegenwoordigers van alle nationale organen voor de vaststelling van standaarden (met inbegrip van Noorwegen en Zwitserland) voort te zetten. Deze vergaderingen zijn immers belangrijk voor de samenwerking tussen de Europese nationale organen voor de vaststelling van standaarden, in het bijzonder voor kleinere lidstaten. Bovendien doen zij tegenwoordig dienst als voorbereidende vergaderingen voor de Europese deelnemers aan het IASB Accounting Standards Advisory Forum.

De aanbevelingen in het verslag Maystadt konden op brede steun rekenen tijdens de vergadering van de Raad Ecofin van 15 november 2013. De Commissie beschouwt deze dan ook als referentiepunten bij het doorvoeren van de hervormingen van de EFRAG.

13.

3.3 Standpunt van de Europese Centrale Bank en van de Europese toezichthoudende autoriteiten ten aanzien van de nieuwe structuur van de EFRAG


In een gezamenlijke brief aan de Commissie van 20 januari 2014 hebben de drie Europese toezichthoudende autoriteiten, namelijk de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA, European Securities and Markets Authority), de Europese Bankautoriteit (EBA) en de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA, European Insurance and Occupational Pensions Authority) hun bezorgdheid geuit ten aanzien van de geplande hervorming van de EFRAG. De Europese toezichthoudende autoriteiten hebben benadrukt dat het belangrijk is dat zij bij het goedkeuringsproces worden betrokken, maar zij hebben er tevens op gewezen dat het orgaan waaraan dergelijke verantwoordelijkheden worden toevertrouwd het algemeen belang moet dienen, wat inhoudt dat overheidsinstanties een centrale rol dienen te vervullen in het besluitvormingsproces ervan.

De Europese toezichthoudende autoriteiten hebben de Commissie medegedeeld dat als er geen wijzigingen in de gemengde bestuursstructuur en het voorgestelde stemmodel worden aangebracht, zij zouden vragen om in de nieuwe raad van toezicht van de EFRAG als waarnemer in plaats van als volwaardig deelnemer zitting te hebben. In een brief van 24 januari 2014 heeft de Europese Centrale Bank eenzelfde standpunt ingenomen.

De Commissie heeft nota genomen van de door de drie Europese toezichthoudende autoriteiten en de Europese Centrale Bank geuite bezorgdheden en vond dat deze organisaties een belangrijke rol in de EFRAG dienen te spelen door ten minste als waarnemers in de raad te zetelen.

14.

3.4 Het bijzondere mandaat van Maystadt voor de follow-up van het hervormingsproces


Op 4 februari 2014 is Commissielid Barnier met Philippe Maystadt overeengekomen dat zijn mandaat als bijzonder adviseur diende te worden verlengd, zodat hij toezicht kon houden op de uitvoering van de hervormingen van de EFRAG.

Erkend werd dat de nauwgezette en tijdige uitvoering van deze hervormingen ernstige gecoördineerde inspanningen zal vergen van de publieke en particuliere organisaties die bij het proces betrokken zijn.

Aangezien de heer Maystadt toezicht heeft uitgeoefend op het algemene proces en dit in goede banen heeft geleid door belangrijke vergaderingen met belanghebbenden bij te wonen en door strategisch advies over essentiële kwesties te verstrekken, verkeert hij in een goede positie om de implementatie van de hervormingen van de EFRAG te verzekeren.

15.

4 Bij het doorvoeren van de hervormingen gemaakte vorderingen


16.

4.1 Tot dusver gemaakte vorderingen


Wat de verduidelijking van het EFRAG-mandaat en de daarmee samenhangende toespitsing ervan op de IFRS betreft, merkt de Commissie op dat dit reeds tot uiting komt in het ontwerp van jaarlijks activiteitenprogramma van de EFRAG voor 2014. De Commissie zal erop toezien dat dit ook in de overwogen subsidieovereenkomst met de EFRAG voor 2014 en de komende jaren tot uiting komt en dat de feitelijke werkzaamheden van de EFRAG met dit mandaat in overeenstemming zijn.

Wat de financiering van de EFRAG betreft, en met name de mogelijkheid om een stelsel van verplichte heffingen op te zetten die door beursgenoteerde ondernemingen worden betaald, heeft de Commissie haar inspanningen geconcentreerd op het doorvoeren van de onderdelen van de hervorming die haalbaar zijn op korte termijn. In dezelfde zin zijn nog geen formele stappen ondernomen om lidstaten die nog geen nationaal financieringsmechanisme hebben[9], ertoe aan te sporen een dergelijk mechanisme in te voeren.

Conform het verslag berust de verantwoordelijkheid om aan de op de EFRAG-structuur betrekking hebbende aanbevelingen gevolg te geven, effectbeoordelingen uit te voeren en CFSS-vergaderingen te beleggen, bij de EFRAG. De algemene vergadering van de EFRAG (bestaande uit de zeven organisaties die lid zijn van de EFRAG) moest haar goedkeuring hechten aan wijzigingen in de statuten en het huishoudelijk reglement van de EFRAG welke deze aanbevelingen weerspiegelen. Zij moest tevens instemmen met de uitbreiding van het lidmaatschap van de EFRAG tot nationale financieringsmechanismen en ook tot Europese organisaties die momenteel geen lid zijn van de EFRAG.

De raad van toezicht van de EFRAG heeft de nodige stappen ondernomen, te beginnen met een vergadering op 20 november 2013, ter voorbereiding van de bespreking en goedkeuring van de wijzigingen in de statuten van de EFRAG door de algemene vergadering. De organisaties die lid zijn van de EFRAG hebben hun steun uitgesproken voor de hervorming van de EFRAG op basis van de aanbevelingen die in het eindverslag van de heer Maystadt van november 2013 zijn opgenomen.

Na de oprichting in januari 2014 binnen de raad van toezicht van de EFRAG van een taskforce die verantwoordelijk is voor het doorvoeren van de hervorming, zijn reeds aanzienlijke vorderingen gemaakt. Zo zijn vergaderingen georganiseerd waarop van gedachten is gewisseld met bestaande leden, potentiële nieuwe leden en nationale organen voor de vaststelling van standaarden (en/of nationale financieringsmechanismen). Dit alles heeft ertoe geleid dat de raad van toezicht op 24 maart 2014 zijn goedkeuring heeft gehecht aan de gewijzigde statuten en het gewijzigd huishoudelijk reglement. Deze stukken zullen aan de algemene vergadering in haar huidige samenstelling worden voorgelegd. Er kan commentaar op worden geleverd door de organisaties die lid zijn van de EFRAG en door de nationale organen voor de vaststelling van standaarden (en/of nationale financieringsmechanismen).

De gewijzigde statuten en het gewijzigde huishoudelijk reglement werden uiteindelijk op 16 juni 2014 door de algemene vergadering van de EFRAG goedgekeurd.

In overeenstemming met de aanbevelingen van de heer Maystadt hebben de voornaamste wijzigingen die in de statuten en het huishoudelijk reglement van de EFRAG zijn aangebracht, betrekking op de volgende aangelegenheden:

- uitbreiding van het lidmaatschap van de algemene vergadering tot nationale financieringsmechanismen en andere particuliere of publieke organisaties;

- criteria voor het lidmaatschap van de algemene vergadering en aan dat lidmaatschap verbonden rechten en plichten;

- aangaan van een financiële verbintenis voor een periode van ten minste twee jaar door leden van de algemene vergadering;

- stemrechten in de algemene vergadering, uitgaande van het principe dat één enkele organisatie niet in staat mag zijn de werking van de EFRAG te blokkeren;

- taken van de algemene vergadering;

- benoemingscomité met een adviserende rol met betrekking tot bepaalde aspecten van het benoemings- en selectieproces;

- profiel van en criteria voor de raad;

- rol van de voorzitter van de raad;

- verantwoordelijkheden van de raad;

- vangnetprocedures voor de raad ingeval geen consensus kan worden bereikt;

- verantwoordelijkheden van de TEG van de EFRAG;

- profiel en criteria voor het lidmaatschap van de TEG van de EFRAG.

17.

4.2 Punten waarop van de aanbevelingen van de heer Maystadt wordt afgeweken


Hoewel de basisideeën achter de aanbevelingen voor de hervorming van de EFRAG worden gerespecteerd, is toch op een aantal punten van de aanbevelingen in het verslag Maystadt afgeweken. Deze afwijkingen hebben betrekking op de hierna vermelde kwesties.

18.

Samenstelling van de nieuwe raad


Anders dan de heer Maystadt had aanbevolen, is - in het licht van de standpunten die sommige lidstaten met name tijdens de bijeenkomst van de Raad Ecofin in november 2013 hebben geformuleerd - het evenwicht tussen nationale organen voor de vaststelling van standaarden verzekerd door aan de 'kleinere' lidstaten i een extra zetel toe te kennen. Voorts heeft de beslissing van de Europese toezichthoudende autoriteiten en de Europese Centrale Bank om volwaardig lidmaatschap van de raad af te wijzen, ertoe geleid dat aan deze organisaties de status van waarnemers in de raad zal worden verleend. Als gevolg daarvan werd erkend dat bepaalde wijzigingen in de samenstelling van de raad dienden te worden aangebracht om voor een evenwicht tussen de nationale organen voor de vaststelling van standaarden en particuliere belanghebbenden te zorgen. Er zouden bijgevolg drie extra zetels aan particuliere belanghebbenden worden toegewezen.

19.

Besluitvorming in de raad


Gezien de standpunten die door het merendeel van de belanghebbenden zijn geformuleerd en conform het verslag Maystadt, waarin wordt aanbevolen dat de raad ernaar moet streven besluiten bij consensus te nemen, moet worden voorzien in een vangnetmechanisme ingeval geen consensus kan worden bereikt. Dit mechanisme zou de vorm aannemen van een stemming waarbij een gekwalificeerde meerderheid van twee derde van de leden is vereist om een besluit te nemen[11].

20.

Combineren van de functie van CEO van de EFRAG met die van voorzitter van de TEG van de EFRAG


Momenteel is de CEO van de EFRAG ook de voorzitter van de TEG. In het verslag Maystadt wordt voorgesteld deze regeling ook in de toekomst te handhaven. Tijdens de besprekingen over de hervorming waren diverse leden van de huidige raad van toezicht echter van mening dat deze twee functies dienen te worden gescheiden. In de statuten is daarom enkel de mogelijkheid (maar niet de verplichting) opgenomen om beide functies te combineren.

21.

4.3 Tijdschema voor de toekomstige werkzaamheden


Zoals gezegd, zijn de gewijzigde statuten en het gewijzigd huishoudelijk reglement op 16 juni 2014 door de algemene vergadering van de EFRAG goedgekeurd. Om het overgangsproces echter vlot te laten verlopen, zullen deze gewijzigde statuten en dit gewijzigde huishoudelijk reglement op 31 oktober van kracht worden wanneer de nieuwe algemene vergadering kan bijeenkomen en de nieuwe raad van de EFRAG kan benoemen. Op die datum zouden ook nog nieuwe leden tot de EFRAG kunnen worden toegelaten.

22.

5 Conclusies


Op grond van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de EFRAG al bij al veelbelovende vooruitgang heeft geboekt bij de tenuitvoerlegging van de hervormingen volgens de voornaamste aanbevelingen die in het verslag Maystadt zijn geformuleerd. Om de essentiële veranderingen te kunnen doorvoeren, zijn de statuten en het huishoudelijk reglement van de EFRAG zodanig aangepast dat zij de noodzakelijk geachte wijzigingen in de structuur en de activiteiten van de EFRAG weerspiegelen.

In dit verband zij erop gewezen dat deze wijzigingen verder in detail gaan dan de aanbevelingen in het verslag Maystadt (zij hebben bijvoorbeeld ook betrekking op de methode voor de verdeling van de stemrechten in de algemene vergadering, de criteria voor het profiel van de leden van de raad, alsook de verantwoordelijkheden van de raad en de TEG). De verschillende belanghebbenden die aan het proces deelnemen, hebben een collectieve inspanning geleverd om tot een voor alle partijen aanvaardbare overeenkomst te komen. De verlenging van het mandaat van de heer Maystadt is in dit opzicht van cruciaal belang gebleken, gezien zijn deskundigheid en zijn betrokkenheid bij het proces.

In verband met de verwachte afwijkingen van de oorspronkelijke aanbevelingen van de heer Maystadt zij erop gewezen dat de belangrijkste wijziging voortvloeit uit het feit dat de ECB en de drie Europese toezichthoudende autoriteiten hebben gekozen voor de status van waarnemer in de raad in plaats van volwaardig lidmaatschap van de raad. Daar dit ertoe leidde dat de leden van de raad slechts twee sectoren vertegenwoordigden, is voor een nieuw evenwicht gezorgd door drie extra zetels toe te kennen aan particuliere belanghebbenden.

De Commissie zal de implementatie van de hervorming van de EFRAG op de voet blijven volgen en zal daarover op passende wijze verslag uitbrengen aan het Europees Parlement en de Raad. In overeenstemming met de nieuwe verordening tot vaststelling van een Unieprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen voor de periode 2014-2020 zal de Commissie een jaarverslag opstellen over de werkzaamheden van de EFRAG. Daarin zal ook aandacht worden besteed aan de gemaakte vorderingen bij de tenuitvoerlegging van zijn bestuurshervormingen[12].

[5] In dit verslag worden onder 'internationale standaarden voor jaarrekeningen' zowel IAS als IFRS en IFRIC verstaan.

[9] Tijdens de vergadering van het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging van 8 april 2014 te Brussel heeft de Commissie echter wel de mogelijkheid aangekaart om samen met de lidstaten dergelijke financieringsmechanismen op te zetten.

[11] Indien in uitzonderlijke gevallen geen gekwalificeerde meerderheid kan worden gevonden, kan de voorzitter van de raad eventueel zijn conclusies presenteren op basis van een indicatieve stemming waarbij het meerderheidsstandpunt als het standpunt kan worden gepresenteerd.

[12] Overeenkomstig de verordening moet het jaarverslag elk jaar uiterlijk op 30 juni bij het Europees Parlement en de Raad worden ingediend.