Toelichting bij COM(2013)680 - Wijziging van Richtlijn 2009/138/EG (Solvabiliteit II) wat de data van omzetting, toepassing en intrekking van bepaalde richtlijnen betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1.1.        Motivering en doel van het voorstel

Richtlijn 2009/138/EG (Solvabiliteit II) brengt een modern, risicogebaseerd toezichtkader voor Europese verzekerings- en herverzekeringsondernemingen tot stand. Deze nieuwe regels zijn van essentieel belang voor het garanderen van een veilige en solide verzekeringssector die duurzame verzekeringsproducten kan aanbieden en die de reële economie kan ondersteunen door middel van investeringen op lange termijn en via het bieden van extra stabiliteit.

Bij Richtlijn 2011/89/EU (FICOD1) worden bepaalde richtlijnen, waaronder Solvabiliteit II, gewijzigd wat het aanvullende toezicht op financiële entiteiten in een financieel conglomeraat betreft.

Op 19 januari 2011 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een voorstel tot wijziging van Richtlijn 2009/138/EG om rekening te houden met de nieuwe toezichtarchitectuur voor het verzekeringswezen, en met name met de oprichting op 1 januari 2011 van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (European Insurance and Occupational Pensions Authority, EIOPA) (COM(2011) 8, COD 2011/0006) (Omnibus II), alsook met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, waardoor de bevoegdheidsoverdrachten aan de Commissie voor de vaststelling van uitvoeringsmaatregelen dienden te worden gewijzigd in bevoegdheidsoverdrachten aan de Commissie voor de vaststelling overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van uitvoerings- en gedelegeerde handelingen. In het voorstel waren ook bepalingen opgenomen waarbij de in Richtlijn 2009/138/EG vervatte omzettings-, intrekkings- en toepassingsdata werden uitgesteld. Deze voorschriften zijn belangrijk voor een vlotte overgang naar de nieuwe regeling. De Solvabiliteit II-regeling kan bovendien pas volledig operationeel worden nadat de Commissie ook een niet gering aantal gedelegeerde en uitvoeringshandelingen heeft vastgesteld waarin belangrijke bijzonderheden in verband met diverse technische aangelegenheden worden verstrekt. Vele van deze zogeheten niveau 2-regels hangen nauw samen met de Omnibus II-richtlijn en kunnen dan ook niet door de Commissie worden gepresenteerd voordat deze richtlijn is gepubliceerd. Genoemde richtlijn zal tevens de reikwijdte van de bevoegdheidsoverdracht voor de vaststelling van tal van gedelegeerde en uitvoeringshandelingen verduidelijken.

De uiterste data voor de omzetting en de toepassing van Richtlijn 2009/138/EG waren aanvankelijk respectievelijk 31 oktober 2012 en 1 november 2012, maar in afwachting van de afronding van de lopende wetgevingsonderhandelingen over de Omnibus II-richtlijn, zijn deze data bij Richtlijn 2012/23/EU (Quick Fix) verschoven naar respectievelijk 30 juni 2013 en 1 januari 2014.

Richtlijn 2012/23/EU stelt ook de datum uit waarop de bestaande verzekerings- en herverzekeringsrichtlijnen (Richtlijnen 64/225/EEG, 73/239/EEG, 73/240/EEG, 76/580/EEG, 78/473/EEG, 84/641/EEG, 87/344/EEG, 88/357/EEG, 92/49/EEG, 98/78/EG, 2001/17/EG, 2002/83/EG en 2005/68/EG, als gewijzigd bij de in deel A van bijlage VI opgesomde besluiten), gezamenlijk 'Solvabiliteit I' genoemd, worden ingetrokken. In plaats van op 1 november 2012 zullen deze richtlijnen thans met ingang van 1 januari 2014 worden ingetrokken.

De meest controversiële kwestie tijdens de lopende wetgevingsonderhandelingen tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie is de invoering van maatregelen betreffende de behandeling van verzekeringsproducten met langlopende garanties (long-term guarantees, LTG) in het kader van de nieuwe Solvabiliteit II-regeling voor het verzekeringstoezicht (het LTG-pakket). Daar in september 2012 geen overeenstemming over het LTG-pakket kon worden bereikt, zijn de onderhandelingen opgeschort. Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hebben vervolgens de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (European Insurance and Occupational Pensions Authority, EIOPA) opgedragen een technische beoordeling van de maatregelen te verrichten teneinde een technische basis te verschaffen voor het bereiken van een politiek akkoord over Omnibus II.

Op 14 juni 2013 heeft de EIOPA haar technische bevindingen over de beoordeling van de langlopende garanties bekendgemaakt. Deze technische bevindingen bevestigen ten eerste het belang van LTG-maatregelen voor tal van lidstaten in periodes van financiële spanningen zoals die welke in 2011 zijn voorgekomen, en ten tweede dat een pakket van verschillende maatregelen is vereist die zijn toegesneden op de verschillende verzekeringsproducten die in de lidstaten worden aangeboden. In het kader van haar bevindingen stelt de EIOPA een aantal maatregelen voor om het aanbieden van verzekeringsproducten met langlopende garanties tegen de achtergrond van kunstmatige volatiliteit op de financiële markten te vergemakkelijken.

Deze bevindingen vormen de parameters voor een politiek akkoord over Omnibus II. Volgens het Commissieverslag van 27 juni 2013 moet het mogelijk zijn een compromis te bereiken op basis van de maatregelen die de EIOPA voorstelt. Hoewel de wetgevingsonderhandelingen tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie op 10 juli 2013 zijn hervat, is het zeer onwaarschijnlijk dat de onderhandelingen over Omnibus II nog tijdig zullen worden afgerond om de Omnibus II-richtlijn vóór de bij Richtlijn 2012/23/EU gewijzigde toepassingsdatum van Richtlijn 2009/138/EG in het Publicatieblad bekend te maken. Als deze datum ongewijzigd wordt gelaten, zou dat ertoe leiden dat Richtlijn 2009/138/EG moet worden toegepast voordat de overgangsregels en de desbetreffende aanpassingen waarin het Omnibus II-voorstel voorziet, in werking zijn getreden.

Gezien het feit dat de onderhandelingen over Omnibus II nog niet zijn afgerond, moet de omzettingsdatum van 30 juni 2013, die al is verstreken, een laatste keer worden uitgesteld. Als deze datum ongewijzigd wordt gelaten, dan zou dat betekenen dat Solvabiliteit II zou moeten worden toegepast zonder de overgangsregels en andere belangrijke aanpassingen waarin de Omnibus II-richtlijn voorziet. Om aanhoudende rechtsonzekerheid te vermijden en de juridische continuïteit van de huidige solvabiliteitsvoorschriften (Solvabiliteit I) te verzekeren totdat het volledige Solvabiliteit II-pakket is uitgevaardigd, wordt voorgesteld de in Richtlijn 2009/138/EG vastgelegde desbetreffende omzettingstermijn een laatste keer te verlengen tot 31 januari 2015.

Het is belangrijk dat toezichthouders en verzekerings- en herverzekeringsondernemingen enige tijd wordt gegund om zich op de toepassing van Solvabiliteit II voor te bereiden. Daarom wordt voorgesteld de datum waarop Solvabiliteit II voor het eerst moet worden toegepast, een laatste keer uit te stellen tot 1 januari 2016. Daardoor moet het mogelijk zijn een aanvang te maken met de procedures voor de goedkeuring door de toezichthouders van bijvoorbeeld interne modellen en ondernemingsspecifieke parameters. De bij de lopende onderhandelingen betrokken partijen hebben afgesproken dat er tijdens de onderhandelingen over Omnibus II geen verdere wijzigingen in de omzettings- en toepassingsdata meer mogen worden aangebracht teneinde de rechtszekerheid te garanderen terwijl de toezichthoudende autoriteiten van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen hun voorbereidingen treffen.

Om chronologische redenen moeten de uitgestelde data voor de omzetting en toepassing van Richtlijn 2009/138/EG uiteraard ook gelden voor de bij Richtlijn 2011/89/EG aangebrachte wijzigingen in de artikelen 212 tot en met 216, 219, 226, 231, 233, 235, 243 tot en met 247, 249, 256, 257, 258, 262 en 263 van Richtlijn 2009/138/EG.

De intrekkingsdatum van Solvabiliteit I moet dienovereenkomstig worden aangepast.

In het licht van het bovenstaande en gezien de zeer beperkte tijd die nog rest voordat de termijn op 1 januari 2014 verstrijkt, dient deze richtlijn met spoed door het Europees Parlement en de Raad te worden vastgesteld en onmiddellijk in werking te treden.

Deze richtlijn in noodzakelijk om te vermijden dat er na 1 januari 2014 een rechtsvacuüm ontstaat.

Zonder deze richtlijn zou er immers een verschil bestaan tussen het rechtskader van de EU (Solvabiliteit II) en dat van de lidstaten (waar Solvabiliteit I, zoals omgezet in het nationale recht, van kracht zou blijven). Dit zou tot rechtsonzekerheid leiden voor toezichthoudende autoriteiten, ondernemingen en lidstaten.

1.2.        Richtlijn 2009/138/EG (Solvabiliteit II)

Bij deze richtlijn wordt in de Europese Unie een nieuwe en moderne solvabiliteitsregeling voor verzekeraars en herverzekeraars vastgesteld. De richtlijn voorziet in een op het economische risico gebaseerde benadering die verzekerings- en herverzekeringsondernemingen ertoe aanspoort hun risico's naar behoren te meten en te beheren.

1.3.        Richtlijn 2011/89/EG (FICOD1)

Bij deze richtlijn worden bepaalde richtlijnen, waaronder Richtlijn 2009/138/EG, gewijzigd wat het aanvullende toezicht op financiële entiteiten in een financieel conglomeraat betreft. Artikel 4 van Richtlijn 2011/89/EG wijzigt de artikelen 212 tot en met 216, 219, 226, 231, 233, 235, 243 tot en met 247, 249, 256, 257, 258, 262 en 263 van Richtlijn 2009/138/EG en artikel 6 van Richtlijn 2011/89/EG schrijft voor dat de lidstaten uiterlijk op 10 juni 2013 aan deze nieuwe bepalingen moeten voldoen.

1.4.        Richtlijn 2012/23/EU (Quick Fix)

Deze richtlijn wijzigt Richtlijn 2009/138/EG en stelt de omzettingsdatum ervan uit van 31 oktober 2012 tot 30 juni 2013, stelt de toepassingsdatum ervan vast op 1 januari 2014 en stelt de datum van intrekking van Solvabiliteit I uit van 1 november 2012 tot 1 januari 2014.

1.5.        Voorstel COM(2011) 8 (Omnibus II-richtlijn)

Met dit voorstel wordt beoogd Richtlijn 2009/138/EG te wijzigen om Solvabiliteit II aan te passen aan de nieuwe toezichtarchitectuur voor het verzekeringswezen, en met name aan de oprichting op 1 januari 2011 van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (European Insurance and Occupational Pensions Authority, EIOPA) (COM(2011) 8, COD 2011/0006). Tevens wordt voorgesteld de termijn voor de omzetting van Solvabiliteit II tot 31 december 2012 te verlengen.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling


EN

2.1.        Toezending van het voorstel aan de nationale parlementen

Ontwerpen van wetgevingshandelingen, met inbegrip van voorstellen van de Commissie, die bij het Europees Parlement en de Raad worden ingediend, moeten overeenkomstig het aan de Verdragen gehechte Protocol (nr.

1) betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie aan de nationale parlementen worden toegezonden.

Overeenkomstig artikel 4 van het protocol moet er een periode van acht weken verstrijken tussen het tijdstip waarop een ontwerp van een wetgevingshandeling aan de nationale parlementen beschikbaar wordt gesteld, en de datum waarop het met het oog op de vaststelling ervan of op de vaststelling van een standpunt in het kader van een wetgevingsprocedure op de voorlopige agenda van de Raad wordt geplaatst.

Krachtens artikel 4 zijn echter uitzonderingen mogelijk in spoedeisende gevallen, waarvoor de redenen in de handeling of het standpunt van de Raad moeten worden aangegeven. Om de hierboven uiteengezette redenen verzoekt de Commissie het Europees Parlement en de Raad dit voorstel als een uiterst urgente aangelegenheid te beschouwen.

2.2.        Effectbeoordeling

Het voorstel gaat niet vergezeld van een afzonderlijke effectbeoordeling omdat voor de Solvabiliteit II-richtlijn al een effectbeoordeling is uitgevoerd en omdat dit voorstel louter is bedoeld om in te spelen op het feit dat de Omnibus II-richtlijn later dan de toepassingsdatum van 1 januari 2014 in het Publicatieblad van de Europese Unie zal worden bekendgemaakt.

Als nu niets wordt gedaan, dan zou na 1 januari 2014 een zeer onzekere rechtssituatie ontstaan. Er zou immers een verschil bestaan tussen het rechtskader van de EU (Solvabiliteit II) en dat van de lidstaten (waar Solvabiliteit I, zoals omgezet in het nationale recht, van kracht zou blijven). Dit zou tot rechtsonzekerheid leiden voor toezichthoudende autoriteiten, ondernemingen en lidstaten.

Bovendien zou de kaderrichtlijn moet worden toegepast zonder de overgangsregels en andere belangrijke aanpassingen waarin de Omnibus II-richtlijn voorziet. De toezichthoudende autoriteiten, de ondernemingen en de lidstaten zouden derhalve een regeling ten uitvoer moeten leggen die in de zeer nabije toekomst wederom zou moeten worden herzien, wat inefficiënt zou zijn.

De voorgestelde wijziging heeft alleen betrekking op de verplichting van de lidstaten om de richtlijn uiterlijk op 30 juni 2013 om te zetten, en verlengt deze termijn tot 31 december 2014. Zij voorziet tevens in het uitstel van de toepassing van de Solvabiliteit II-richtlijn van 1 januari 2014 tot 1 januari 2016 (en in het uitstel van de intrekking van Solvabiliteit I tot dezelfde datum). De materiële bepalingen van de desbetreffende richtlijn worden er niet door gewijzigd, en de wijziging houdt derhalve geen nieuwe verplichtingen voor het bedrijfsleven in.

2.

Juridische aspecten van het voorstel



3.1.        Samenvatting van de voorgestelde maatregelen

Het voorstel wijzigt artikel 309, lid 1, van Richtlijn 2009/138/EG door latere data vast te stellen voor de omzetting (31 januari 2015) en de toepassing (1 januari 2016) van deze richtlijn. Ook de artikelen 310 en 311 worden dienovereenkomstig gewijzigd, in die zin dat een nieuwe datum voor de intrekking van Solvabiliteit I wordt vastgesteld (1 januari 2016).

3.2.        Rechtsgrondslag

Artikel 53, lid 1, en artikel 62 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

3.3.        Subsidiariteitsbeginsel

Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing, aangezien het voorstel betrekking heeft op een gebied dat niet binnen de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie valt.

De doelstellingen van dit voorstel kunnen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt omdat bepalingen van richtlijnen niet op nationaal niveau gewijzigd of ingetrokken kunnen worden.

De doelstellingen van het voorstel kunnen alleen door optreden van de Unie worden verwezenlijkt; er wordt immers voorgesteld een rechtsinstrument van de Unie te wijzigen en dat kunnen de lidstaten niet op hun niveau doen.

Het subsidiariteitsbeginsel is geëerbiedigd omdat dit voorstel reeds bestaande wetgeving van de Unie wijzigt.

3.4.        Evenredigheidsbeginsel

Dit voorstel is om de onderstaande reden in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

De materiële bepalingen van de huidige EU-wetgeving worden er niet door gewijzigd: het is alleen bedoeld om de omzettingstermijn van Richtlijn 2009/138/EG te verlengen tot 31 januari 2015 en aldus te voorkomen dat er rechtsonzekerheid blijft bestaan nu de huidige omzettingstermijn (die op 30 juni 2013 is afgelopen) is verstreken. Het voorstel voorziet ook in een nieuwe, latere datum voor de toepassing van Solvabiliteit II en voor de dienovereenkomstige intrekking van Solvabiliteit I (1 januari 2016).

3.5.        Keuze van instrumenten

Voorgesteld(e) instrument(en): richtlijn.

Andere instrumenten komen niet in aanmerking. Een richtlijn is het aangewezen instrument om een richtlijn te wijzigen.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de EU.

4.

Aanvullende informatie



·

Vereenvoudiging



Op zich bevat het nieuwe voorstel geen vereenvoudigingen. Het is alleen bedoeld om de omzettingstermijn van Richtlijn 2009/138/EG te verlengen tot 31 januari 2015 en om een nieuwe datum voor de toepassing ervan vast te stellen, namelijk 1 januari 2016.

·

Intrekking van bestaande wetgeving



De vaststelling van het voorstel heeft op zich geen intrekking van bestaande wetgeving tot gevolg. Het voorziet enkel in de aanpassing van de reeds in Richtlijn 2009/138/EG vastgelegde intrekkingsdatum.

·

Europese Economische Ruimte



De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.

·

Nadere uitleg van het voorstel, per hoofdstuk of per artikel



Het voorstel is bedoeld om de omzettingstermijn van Richtlijn 2009/138/EG te verlengen tot 31 januari 2015.

Artikel 1, lid 1, van het voorstel brengt deze wijziging aan in artikel 309, lid 1, van Richtlijn 2009/138/EG. Het legt ook een nieuwe, latere datum voor de toepassing van Solvabiliteit II vast (1 januari 2016).

Artikel 1, lid 2, wijzigt de in artikel 310 vervatte datum van intrekking van Solvabiliteit I (in 1 januari 2016) en artikel 1, lid 3, verandert de in artikel 311 vastgelegde datum voor de toepassing van de bij Solvabiliteit II herschikte bepalingen van Solvabiliteit I in deze zelfde datum.