Toelichting bij COM(2013)306 - Voorlopige toepassing Intern Akkoord binnen het financiële kader 2014-2020 over de steun overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst en steun voor overzeese gebieden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52013DC0306

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD over de voorlopige toepassing van het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarige financiële kader voor de periode 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn /* COM/2013/0306 final */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

over de voorlopige toepassing van het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarige financiële kader voor de periode 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn

Het Intern Akkoord tot oprichting van het elfde Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) moet door de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, in juni 2013 worden goedgekeurd. Dit Intern Akkoord zal slechts van kracht worden na ratificatie door alle lidstaten, waarvoor 18 maanden of meer nodig kunnen zijn.

Om een tijdige tenuitvoerlegging van het elfde EOF te garanderen zodra de middelen kunnen worden aangeboord, dienen de passende besluitvormingsprocedures en modaliteiten voor de programmering en de uitvoering van het elfde EOF paraat te zijn. Tot dit doel stelt de Commissie voor te voorzien in een voorlopige toepassing van de relevante bepalingen van het Intern Akkoord tot oprichting van het elfde EOF. Deze bepalingen hebben meer bepaald betrekking op de toetreding van Kroatië tot de EU, de oprichting van het elfde EOF-comité en van het comité van de investeringsfaciliteit, de vaststelling van een uitvoeringsverordening en van een financieel reglement, en financieel en operationeel beheer.

Dit is de aanpak die ook is gevolgd voor de overgang van het negende naar het tiende EOF[1].

De Commissie stelt derhalve voor dat de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten hun goedkeuring hechten aan het aangehechte besluit.

BIJLAGE

Ontwerpbesluit van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de voorlopige toepassing van het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarige financiële kader voor de periode 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn.

DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de partnerschapsovereenkomst tussen de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou (Benin) op 23 juni 2000[2],

Gezien de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie,

Gezien het door de Commissie ingediende ontwerpbesluit,

Overwegende hetgeen volgt:

De lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, hebben een consensus bereikt over een Intern Akkoord betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie aan de ACS-landen en aan de landen en gebieden overzee binnen het meerjarige financiële kader voor de periode 2014-2020. Dit akkoord zal niet in werking treden vóór ratificatie door elke lidstaat overeenkomstig zijn eigen grondwettelijke voorschriften.

Enkele bepalingen van het Intern Akkoord dienen op voorlopige basis te worden toegepast in afwachting van de inwerkingtreding,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De volgende bepalingen van het Intern Akkoord betreffende het elfde Europees Ontwikkelingsfonds worden op voorlopige basis toegepast met ingang van de vaststelling van dit besluit:

1. Artikel 1, leden 3 en 4;

2. Artikel 1, lid 7, in samenhang met de artikelen 8 en 9, voor zover de Raad het definitieve schema voor de bijdragen van Kroatië goedkeurt, alsook het definitieve stemgewicht van Kroatië en de nieuwe regels met betrekking tot de gekwalificeerde meerderheid en de blokkerende minderheid na de toetreding van Kroatië tot de EU en in overeenstemming met het Intern Akkoord;

3. De artikelen 8 en 9 met het oog op het opzetten van het EOF-comité en het comité van de investeringsfaciliteit;

4. De artikelen 10 en 13, in samenhang met de artikelen 8 en 9, voor zover noodzakelijk voor voortzetting van het financiële en operationele beheer van het EOF.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het blijft van kracht tot de inwerkingtreding van het Intern Akkoord.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Namens de regeringen van de lidstaten

                                                                       De voorzitter

[1]               PB L 247 van 9.9.2006, blz. 30.

[2]               PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3. Overeenkomst gewijzigd bij de overeenkomst ondertekend te Luxemburg op 25 juni 2005 (PB L 287 van 28.10.2005, blz.

4) en bij de overeenkomst ondertekend te Ouagadougou op 22 juni 2010 (PB L 287 van 4.11.2010, blz.

3).