Toelichting bij COM(2013)44 - Bij geldovermakingen te voegen informatie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2013)44 - Bij geldovermakingen te voegen informatie.
bron COM(2013)44 NLEN
datum 05-02-2013
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Dit voorstel heeft tot doel Verordening (EG) nr. 1781/2006 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie over de betaler[1] (hierna “verordening betreffende geldovermakingen”) in die zin te herzien dat de traceerbaarheid van betalingen verbetert en het Europese rechtskader blijft voldoen aan de internationale normen.

Algemene context



De verordening betreffende geldovermakingen voorziet in voorschriften voor betalingsdienstaanbieders om door de hele betalingsketen informatie over de betaler door te zenden met het oog op de voorkoming, de opsporing en het onderzoek van witwassen van geld en terrorismefinanciering.

De verordening was grotendeels gebaseerd op speciale aanbeveling VII betreffende elektronische overmakingen van de financiële actiegroep (Financial Action Task Force - FATF)[2] en moet ervoor zorgen dat deze internationale norm in de Unie op eenvormige wijze wordt omgezet, in het bijzonder om discriminatie te vermijden tussen binnenlandse betalingen in een lidstaat en grensoverschrijdende betalingen tussen lidstaten.

Omdat de bedreiging die uitgaat van witwaspraktijken en terrorismefinanciering, andere gedaanten aanneemt als gevolg van de voortdurende ontwikkelingen in de technologieën en middelen waarover criminelen beschikken, is de FATF gestart met een grondige herziening van de internationale normen, hetgeen in februari 2012 uiteindelijk heeft geleid tot een nieuwe reeks aanbevelingen.

Parallel met dit proces heeft ook de Europese Commissie haar eigen herziening van het Europese rechtskader ondernomen. Deze herziening omvat een door de Commissie gepubliceerde externe studie betreffende de toepassing van de verordening betreffende geldovermakingen, alsook uitgebreide contacten met en raadplegingen van particuliere belanghebbenden, organisaties uit het maatschappelijk middenveld en vertegenwoordigers van de regelgevende en toezichthoudende instanties van de lidstaten van de EU.

Deze werkzaamheden hebben als resultaat gehad dat het Europese rechtskader, waaronder de verordening betreffende geldovermakingen, verder moet worden ontwikkeld en aangepast aan veranderingen, waarbij de aandacht moet worden toegespitst op (a) de effectiviteit van de regelingen om witwassen van geld en terrorismefinanciering tegen te gaan, (b) meer duidelijkheid en consistentie van regelingen in de lidstaten, en (c) een verruiming van het toepassingsgebied om het hoofd te bieden aan nieuwe dreigingen en zwakke punten.

Bestaande bepalingen op dit gebied

Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme[3] (hierna de “derde antiwitwasrichtlijn”) bevat het rechtskader dat de soliditeit, integriteit en stabiliteit van kredietinstellingen en financiële instellingen en het vertrouwen in het financiële stelsel als geheel moet beschermen tegen de gevaren van witwassen van geld en terrorismefinanciering.

Richtlijn 2006/70/EG[4] (de “uitvoeringsrichtlijn”) voorziet in uitvoeringsmaatregelen voor de derde antiwitwasrichtlijn wat betreft de definitie van politiek prominente personen en de technische criteria voor vereenvoudigde klantenonderzoeksprocedures, en bevat vrijstellingen op grond van occasionele of zeer beperkte financiële activiteiten.

De verordening betreffende geldovermakingen vormt een aanvulling op die maatregelen en moet ervoor zorgen dat basisinformatie over de betaler van geldovermakingen onmiddellijk beschikbaar wordt gesteld aan de desbetreffende autoriteiten voor rechtshandhaving en/of vervolging als hulpmiddel bij het opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische of andere criminele activiteiten en bij het traceren van activa van terroristen.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie



Het voorstel hangt samen met en vormt een aanvulling op het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en het financieren van terrorisme. Deze twee wetgevende instrumenten passen in de gemeenschappelijke doelstelling om het bestaande Europese rechtskader inzake witwassen van geld en terrorismefinanciering te herzien met het oog op meer effectiviteit en om hierbij de naleving van internationale normen te verzekeren.

Het voorstel hangt ook samen met de doelstellingen van de Europese strategie inzake interne veiligheid[5], waarin de meest dringende uitdagingen voor de veiligheid in de EU voor de komende jaren worden omschreven en voor 2011-2014 vijf strategische doelstellingen alsmede specifieke acties ter verbetering van de veiligheid worden voorgesteld. Het gaat onder meer om de strijd tegen witwaspraktijken en de preventie van terrorisme, in het bijzonder door middel van een update van het Europese kader om meer transparantie te verkrijgen wat betreft de informatie over de uiteindelijke begunstigde in het geval van rechtspersonen.

Wat gegevensbescherming betreft, stemmen de voorgestelde verduidelijkingen over de verwerking van persoonsgegevens overeen met de aanpak die de Commissie in haar recente voorstellen inzake gegevensbescherming heeft gekozen[6].

Inzake sancties is het voorstel om op basis van minimale beginselen een reeks regels in te voeren om de administratieve sancties te verstrengen, in overeenstemming met de beleidslijnen die de Commissie heeft voorgesteld in haar mededeling “Het versterken van sanctieregelingen in de financiële sector”[7].

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



In april 2012 heeft de Commissie een verslag over de toepassing van Richtlijn 2005/60/EG aangenomen en alle belanghebbenden verzocht om daarbij opmerkingen te maken[8]. In de bijlage bij dit verslag wordt nader ingegaan op grensoverschrijdende elektronische overschrijvingen en met name de twee nieuwe voorschriften over de opname van informatie over begunstigden in elektronische overschrijvingen en het uitvaardigen van bevriezingsmaatregelen in verband met VN-resoluties.

De Commissie heeft slechts vier bijdragen ontvangen die uitdrukkelijk betrekking hebben op naar de bijlage bij het verslag. Respondenten vroegen om een raadpleging van alle belanghebbende partijen uit alle landen en gebieden waarin de verordening betreffende geldovermakingen uitwerking heeft, en wezen erop dat elke bijkomende regel of verplichting voor betalingsdienstaanbieders evenredig en eenvoudig na te leven moet zijn.

In het kader van de studie die externe consultants[9] namens de Europese Commissie hebben verricht, zijn uitgebreide raadplegingen gehouden met belanghebbenden: 108 belanghebbenden zijn aangesproken, er hebben telefooninterviews plaatsgevonden en er is een gestructureerde vragenlijst ter invulling voorgelegd.

Benutten van deskundigheid

In de loop van 2012 hebben externe consultants namens de Commissie een studie uitgevoerd om materiaal te verzamelen over de werking van de verordening betreffende geldovermakingen en over de problemen die daarbij zijn gerezen[10].

De studie bevat met name een aantal aanbevelingen om:

– een verplichting voor betalingsdienstaanbieders in te voeren om ervoor te zorgen dat alle informatie over betalers en begunstigden wordt bewaard in het geval van elektronische geldovermakingen;

– vast te stellen welke informatie over de begunstigden moet worden gecontroleerd, en door wie;

– de invoering te overwegen van een “vereenvoudigde” regeling voor grensoverschrijdende elektronische overmakingen van 1 000 EUR of minder, tenzij er een vermoeden van witwassen van geld of terrorismefinanciering bestaat;

– de meldingsverplichtingen voor betalingsdienstaanbieders verder te verduidelijken;

– de verrichting van elektronische geldovermakingen uitdrukkelijk te verbieden indien deze niet voldoet aan de noodzakelijke vereisten (volledige en nauwkeurige informatie);

– de begunstigde betalingsdienstaanbieders te belasten met de invoering van daadwerkelijke risicogebaseerde beleidsmaatregelen en procedures om te komen tot passende vervolgactie;

– rekening te houden met de gevolgen wat gegevensbescherming betreft.

Effectbeoordeling



Dit voorstel gaat vergezeld van een effectbeoordeling waarin de voornaamste problemen in het huidige regelgevingskader voor de bestrijding van witwassen van geld en terrorismefinanciering[11] worden belicht: (i) gebrek aan overeenstemming met de recent herziene internationale normen; (ii) afwijkende interpretatie van de regels in de lidstaten; en (iii) gebreken en hiaten ten aanzien van de nieuwe risico’s op het gebied van witwassen van geld en terrorismefinanciering. Ten gevolge daarvan hebben de huidige regelingen voor bestrijding van witwaspraktijken en terrorismefinanciering aan daadkracht ingeboet, hetgeen leidt tot reputatieschade en negatieve economische en financiële gevolgen.

In de effectbeoordeling worden de volgende drie scenario’s nader onderzocht:

een basisscenario waarin de Commissie geen maatregelen neemt;

een aanpassingsscenario dat beperkte wijzigingen in de verordening betreffende geldovermakingen meebrengt om (i) de wetgeving af te stemmen op de herziene internationale normen, of (ii) te zorgen voor voldoende consistentie tussen nationale regelingen, of (iii) de voornaamste tekortkomingen ten aanzien van de nieuwe opkomende bedreigingen aan te pakken; en

een scenario van volledige harmonisering dat grote beleidswijzigingen en aanvullende elementen voor harmonisering inhoudt, waarbij rekening wordt gehouden met een aantal specifieke aspecten van de EU.

Uit de analyse van de effectbeoordeling is gebleken dat het tweede scenario het meest evenwichtige is om de verordening betreffende geldovermakingen in overeenstemming te brengen met de herziene internationale normen en om voldoende consistentie tussen de nationale regels alsook flexibiliteit bij de tenuitvoerlegging ervan te verzekeren.

Daarnaast is in de effectbeoordeling onderzocht welke effecten de wetgevingsvoorstellen hebben op de fundamentele rechten. Overeenkomstig het Handvest van de grondrechten beogen de voorstellen in het bijzonder bescherming van persoonsgegevens te verzekeren (artikel 8 van het Handvest) met betrekking tot de bewaring en de doorgifte van persoonsgegevens.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Rechtsgrondslag



Artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteit en evenredigheid



Er is algemene overeenstemming onder alle belanghebbenden (in het bijzonder de lidstaten en de sector van de betalingsdiensten) dat de doelstellingen van het voorstel niet op voldoende wijze kunnen worden gerealiseerd door de lidstaten maar beter door EU-optreden worden bereikt.

Ongecoördineerd optreden door individuele lidstaten op het gebied van grensoverschrijdende geldovermakingen kan ernstige negatieve gevolgen hebben voor de vlotte werking van betalingssystemen op EU-niveau en aldus een schadelijk effect sorteren op de interne markt voor financiële diensten (zie overweging 2 van de verordening betreffende geldovermakingen).

Door de schaal van haar optreden zal de Unie zorgen voor eenvormige omzetting van de nieuwe FATF-aanbeveling 16 in de EU, in het bijzonder om discriminatie tussen nationale betalingen binnen een lidstaat en grensoverschrijdende betalingen tussen lidstaten te vermijden.

Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Wat het evenredigheidsbeginsel betreft, voorziet het voorstel, in overeenstemming met de analyse van de effectbeoordeling, in omzetting van de herziene FATF-aanbeveling inzake elektronische overmakingen, door de minimumvoorschriften in te voeren die noodzakelijk zijn om de traceerbaarheid van geldovermakingen te verzekeren, zonder dat verder wordt gegaan dan wat nodig is om de doelstellingen te bereiken.

3.

Gevolgen voor de begroting



Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

4.

Aanvullende informatie



Nadere uitleg van het voorstel



Overeenkomstig de nieuwe FATF-aanbeveling 16 inzake elektronische overmakingen en de begeleidende interpretatieve nota beogen de voorgestelde veranderingen gebieden aan te pakken waar het gebrek aan transparantie zich nog steeds laat gevoelen.

Het is de bedoeling de traceerbaarheid te verhogen door middel van de volgende basisvoorschriften:

– er moet ook informatie over de betaler worden opgenomen;

– met betrekking tot het toepassingsgebied van de verordening wordt duidelijk bepaald dat krediet- of debetkaarten, mobiele telefoontoestellen of enig ander digitaal of IT-toestel onder de regeling van de verordening vallen indien deze worden gebruikt voor geldovermakingen tussen personen. Daarnaast wordt verduidelijkt dat voor geldovermakingen van minder dan 1 000 EUR buiten de EU een lichtere regeling van niet-gecontroleerde informatie over de betaler en de begunstigde van toepassing is (in tegenstelling tot mogelijke vrijstellingen van het toepassingsgebied als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1781/2006);

– met betrekking tot de verplichtingen van de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde wordt voorgeschreven dat de identiteit van de begunstigde (indien niet vooraf vastgesteld) moet worden gecontroleerd voor betalingen die afkomstig zijn van buiten de EU en die meer dan 1 000 EUR bedragen. Met betrekking tot de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde en de intermediaire betalingsdienstaanbieder wordt de verplichting opgelegd risicogebaseerde procedures op te stellen om te bepalen wanneer een geldovermaking moet worden uitgevoerd, geweigerd of geschorst ingeval de nodige informatie ontbreekt, en op welke wijze passende vervolgactie kan worden ondernomen;

– met betrekking tot gegevensbescherming worden de voorschriften inzake bewaring van gegevens afgestemd op de FATF-normen, in overeenstemming met de nieuwe regeling van de richtlijn (xxxx/yyyy);

– wat sancties betreft, wordt de bevoegdheid van de bevoegde autoriteiten versterkt en wordt voorgeschreven dat de interventie in geval van grensoverschrijding gecoördineerd moet verlopen; sancties voor inbreuken moeten worden bekendgemaakt, en er moeten effectieve mechanismen worden ingevoerd om de melding van inbreuken op de bepalingen van de verordening te bevorderen.

Europese Economische Ruimte



De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt, en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.