Toelichting bij COM(2012)771 - Tenuitvoerlegging van het Instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid Tweede verslag - Jaarlijkse actieprogramma’s voor 2010 en 2011

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52012DC0771

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S inzake de tenuitvoerlegging van het Instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid Tweede verslag - Jaarlijkse actieprogramma’s voor 2010 en 2011 /* COM/2012/0771 final */


3.

INHOUDSOPGAVE


4.

1........... INLEIDING.................................................................................................................. 5


5.

2........... TENUITVOERLEGGING VAN HET ISNV PER BEGUNSTIGDE............................. 6


3........... UITVOERING VAN DE JAARLIJKSE ACTIEPROGRAMMA’S IN CIJFERS.......... 8

6.

4........... CONCLUSIES............................................................................................................ 11


1.

Samenvatting



Dit verslag en het begeleidende document hebben betrekking op alle jaarlijkse actieprogramma’s van het Instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (ISNV) vanaf 2007 die in 2010 en 2011 nog steeds aan de gang zijn. Het verslag beschrijft ook de ontwikkelingen van de jaarlijkse actieprogramma’s voor 2010 en 2011.

Het Instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (ISNV) 2007-2013 trad op 1 januari 2007 in werking. Het instrument ondersteunt voornamelijk de bevordering van een hoog niveau van nucleaire veiligheid, stralingsbescherming en de toepassing van efficiënte en effectieve veiligheidscontroles op het kernmateriaal in alle niet EU-landen.

Het ISNV-programma heeft in 2010 en 2011 de samenwerking voor nucleaire veiligheid voortgezet die was aangevat met de landen van de voormalige Sovjet-Unie in het kader van het programma TACIS (Technische bijstand aan het Gemenebest van Onafhankelijke Staten) (zie verslag 2007-2009 over artikel 18)[1], maar de geografische reikwijdte ervan is tot de hele wereld uitgebreid. Het indicatieve programma voor 2010-2011 en de jaarlijkse actieprogramma’s voor de respectieve jaren werden door de Commissie goedgekeurd in het licht van het advies van het ISNV-comité.

De voornaamste doelstellingen van het ISNV voor de periode 2010-2011 waren de versterking van de regelgevende autoriteiten in de begunstigde landen, voor een doeltreffende nucleaire veiligheid op alle niveaus en voor een veiliger en meer verantwoordelijk beheer van bestraalde splijtstof en radioactief afval.

De samenwerking op het gebied van de nucleaire veiligheid werd geleidelijk aan meer gericht op een grotere betrokkenheid van de regelgevende autoriteiten in de derde landen alsook op het beheer van radioactief afval en de sanering van terreinen. In dit verband moet worden gewezen op de voortdurende inspanningen voor de sanering van de erfenis van uraanwinning en van verwerkingslocaties in Centraal-Azië.

Na het ongeluk van Fukushima-Daiichi nodigde de Commissie de bij het Europees nabuurschapsbeleid betrokken landen uit voor de discussies over de uitbreiding van de alomvattende risico- en veiligheidsbeoordelingen ("stresstests") van operationele kerncentrales, met inbegrip van de collegiale toetsing van nationale verslagen, aangezien werd geoordeeld dat een aantal van deze landen voordeel zou kunnen halen uit samenwerking met de Commissie in het kader van de toepassing van het ISNV. Oekraïne besloot hetzelfde tijdschema te volgen als voor de stresstests binnen de Europese Unie, zonder evenwel steun in het kader van het ISNV aan te vragen. Armenië verzocht om technische steun om de tests uit te voeren, die werd opgenomen in deel II van het jaarlijkse actieprogramma voor 2011 van het ISNV.

De belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van samenwerking en bijstand inzake nucleaire veiligheid in het kader van het ISNV over de periode 2010-2011 staan in het verslag hieronder beschreven. Verdere details over de projecten in het kader van de actieprogramma’s van 2007 tot 2011 worden verstrekt in het werkdocument van de diensten van de Commissie dat aan dit verslag is gehecht.

2.

Inleiding



Dit verslag wordt voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad, en gezonden aan het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, overeenkomstig de rapportageverplichting van artikel 18 van Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (hierna de ISNV-verordening genoemd)[2].

In 1991 ging de Commissie van start met de component 'nucleaire veiligheid' van het TACIS-programma om de door de lidstaten geuite bezorgdheid inzake veiligheid na het ongeluk in Tsjernobyl aan te pakken. Tussen 1991 en 2006 werd meer dan 1,3 miljard euro toegewezen aan projecten voor nucleaire veiligheid.

Sinds 2007 werden de activiteiten van de EU voor steun en samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid voortgezet met het Instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (ISNV)[3]. Het ISNV heeft een aantal opmerkelijke wijzigingen ingevoerd vergeleken met het programma nucleaire veiligheid van TACIS.

In de eerste plaats is de geografische reikwijdte niet langer beperkt tot de voormalige republieken van de Sovjet-Unie. Het programma is wereldwijd op derde landen van toepassing. Hierdoor wordt het mogelijk de ervaring die de Commissie met het TACIS-programma[4] heeft opgedaan, elders te benutten ten behoeve van landen in opkomst, alsook landen met een gevestigd kernprogramma waarvan de nucleaire veiligheid verbeterd moet worden, meer bepaald landen met een snel uitbreidend nucleair programma. In 2008 kondigde de Commissie haar brede strategie aan in een mededeling aan de Raad en het Parlement[5].

Met het oog op de potentiële behoeften aan wereldwijde samenwerking inzake nucleaire veiligheid stelde de Raad van de EU een reeks criteria voor waarmee voor projecten met nieuwe landen rekening gehouden moet worden[6]. De Commissie heeft met deze criteria rekening gehouden bij de herziening van de ISNV-strategie voor de periode 2010-2013[7], waarin ook geografische prioriteiten zijn opgenomen.

Ten tweede: Terwijl het TACIS-programma de nadruk legde op bijstand inzake nucleaire veiligheid, in vele gevallen met inbegrip van het verstrekken van materieel ("harde bijstand"), is het de bedoeling van het ISNV de samenwerking op te voeren, teneinde de nucleaire veiligheid te verbeteren zonder de verstrekking van materieel ("zachte bijstand"), tenzij in een beperkt aantal gevallen. De partners worden ook aangemoedigd zich meer te profileren bij de definitie, het beheer en de uitvoering van het programma en de projecten.

De Commissie zal medefinancieringovereenkomsten verder bevorderen, waarbij de partnerorganisaties gewoonlijk bijdragen leveren in natura (personeel) of in de vorm van leveringen of werkzaamheden (extra studies, civieltechnische werken), op basis van een op voorhand overeengekomen financieringsplan.

Ten derde: De (vergeleken met TACIS) grotere geografische reikwijdte van het ISNV heeft geleid tot een grotere behoefte aan internationale samenwerking en coördinatie van de acties met andere donoren, zoals de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA).

Dit verslag verstrekt informatie over de jaarlijkse actieprogramma’s voor 2010 en 2011, met inbegrip van projecten die tot eind 2011 werden goedgekeurd en de stand van hun uitvoering tot medio 2012. Projecten van deze jaarlijkse actieprogramma’s waarvoor de contractprocedure nog niet is opgestart, worden niet vermeld.

De aanvankelijke moeilijkheden met de overgang van TACIS naar ISNV, voornamelijk te wijten aan de vertraging met de ondertekening door de partnerlanden van financieringsovereenkomsten volgens het nieuwe formaat, zijn intussen grotendeels verholpen, behalve in het geval van de Russische Federatie en Brazilië.

7.

2. TENUITVOERLEGGING VAN HET ISNV PER BEGUNSTIGDE


In Oekraïne is het ISNV gerichte steun blijven verlenen aan de nucleaire regelgevende autoriteit en de exploitanten van kerncentrales voor de verbetering van de nucleaire veiligheid. Het ISNV heeft ook verder steun verleend aan het beheer van radioactief afval en nucleaire veiligheidsgaranties in het algemeen. Oekraïne bleef de voornaamste begunstigde van het ISNV-programma. Het Fonds voor de inkapseling van Tsjernobyl (CSF) kreeg in 2010 en 2011 extra middelen om tegen 2015 de nieuwe veilige insluiting te voltooien.

In de Russische Federatie werd een aantal projecten die onder TACIS waren aangevat, in het kader van het ISNV voortgezet, maar er konden geen nieuwe projecten worden opgestart omdat er nog geen passend samenwerkingskader kon worden overeengekomen. Er werden verder discussies gevoerd om na te gaan of de samenwerkingsactiviteiten met een beperktere reikwijdte konden worden hervat, maar zonder succes. In Armenië werden belangrijke projecten aangevat in verband met de kerncentrale van Medzamor om dringende veiligheidproblemen aan te pakken terwijl de centrale in werking is. De Commissie blijft echter van mening dat de kerncentrale niet kan worden gemoderniseerd volgens moderne nucleaire veiligheidsnormen en daarom zo spoedig mogelijk gesloten moet worden en stilgelegd. De projecten betroffen de opleiding van personeel, bijstand aan de nucleaire regelgevende autoriteit en de ontwikkeling van een strategie voor beheer van radioactief afval ter voorbereiding van de komende sluiting.

In Wit-Rusland en Georgië is de samenwerking voortgezet met relatief kleine projecten ter ondersteuning van de nucleaire regelgevende autoriteiten in beide landen en van projecten inzake het beheer van radioactief afval in Georgië. Wat betreft Wit-Rusland werd echter gesproken over meer samenwerking met de regelgevende autoriteit met het oog op een grotere capaciteit ten aanzien van de geplande bouw van een kerncentrale in het land.

Er werd een regionaal project overeengekomen om een wet- en regelgevingskader op te zetten voor de sanering van de erfenis van uraanwinning in Centraal-Azië. De samenwerkingsprojecten met Kirgizië, Tadzjikistan en Oezbekistan beogen de sanering van diverse locaties met een erfenis van uraanwinning, en er is een samenwerkingsproject met Mongolië tot oprichting van een regelgevend kader voor uraanmijnen, maalprocessen en opleiding.

Het programma werd uitgebreid tot nieuwe landen in drie regio's:

Landen die vallen onder het Europees nabuurschapsbeleid: de samenwerkingsprojecten in het kader van het ISNV verstrekten steun aan de nucleaire regelgevende autoriteiten; in Egypte, Jordanië en Marokko werden projecten voor capaciteitsopbouw gestart. De politieke gebeurtenissen, onder meer van de “Arabische lente”, hebben het proces echter vertraagd. Een project voor capaciteitsopbouw voor het stilleggen van kerncentrales, terreinbeheer en het beheer van radioactief afval is van start gegaan in Irak (in het kader van het stabiliteitsinstrument). Deze werkzaamheden zullen worden uitgebreid, zoals gepland in het jaarlijkse actieprogramma voor 2011, met een project voor veilige verwijdering van radioactief afval uit diverse gesloten kerncentrales.

Zuidoost-Azië: Er werden projecten goedgekeurd voor steun aan de regelgevende autoriteiten op de Filippijnen (nog niet aangevat) en in Vietnam (aangevat medio 2012). Een voorgesteld project voor Maleisië werd uitgesteld voor het jaarlijkse actieplan 2012.

Latijns-Amerika: Er werden projecten gestart met de regelgevende autoriteit voor nucleaire veiligheid en de exploitant in Brazilië in het kader van de jaarlijkse actieprogramma’s 2009 en 2010 (deel II van de financieringsovereenkomst voor het jaarlijkse actieprogramma 2010 werd door de Braziliaanse autoriteiten niet ondertekend tegen eind 2011, zoals vereist, en het project is daarom geannuleerd). Er werd ook contact opgenomen met Mexico en Argentinië en de eerste bezoeken vonden plaats in 2010. Voor Mexico werd in het kader van het jaarlijkse actieplan 2010 goedkeuring gehecht aan een project ter ondersteuning van de nucleaire regelgevende autoriteit en aan een project voor de ontwikkeling van een beleid en een strategie voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval; deze projecten gingen van start in 2012. Tot dusver is echter geen overeenstemming bereikt over de mogelijkheden voor samenwerking inzake nucleaire veiligheid met Argentinië.

China: Een samenwerkingsproject met de Chinese nationale nucleaire regelgevende autoriteit en de transmissiesysteembeheerder werd in het kader van het jaarlijkse actieplan 2011 goedgekeurd. Het richt zich op een betere regelgeving inzake nucleaire veiligheid in China overeenkomstig internationaal overeengekomen normen en goede werkwijzen, alsook op een versterking van de paraatheid van China voor ernstige ongelukken en de ontwikkeling van een strategie voor het beheer van radioactief afval en gebruikte splijtstoffen.

De samenwerking met de Internationale Organisatie voor Atoomenergie werd uitgebreid voor steun aan thematische technische activiteiten op nationaal of regionaal niveau. Er werd beoogd de veiligheidscultuur, capaciteitsopbouw van de regelgevende autoriteit, het afvalbeheer, de veiligheid van onderzoekreactoren en seismische veiligheid verder te ontwikkelen.

Er werd aanzienlijke financiële steun verleend aan het Fonds voor de inkapseling van Tsjernobyl en de Nucleaireveiligheidsrekening die namens de donorlanden wordt beheerd door de EBWO. De stabiliseringswerkzaamheden van de bestaande inkapseling van eenheid 4 van Tsjernobyl werden voltooid. Het ontwerp van de nieuwe veilige insluiting alsook de voorbereiding van de locatie voor de opstelling ervan werden tijdens de rapportageperiode nagenoeg voltooid. Op een donorconferentie in Kiev in april 2011, die samenviel met de 25ste herdenking van het ongeluk van Tsjernobyl, werden de 740 miljoen euro toegezegd die nodig zijn voor de voltooiing van het project. De grote projecten kenden verdere vooruitgang volgens het kostenplan dat in 2010 was overeengekomen en zij zullen naar verwachting in oktober 2015 worden voltooid[8].

3. UITVOERING VAN DE JAARLIJKSE ACTIEPROGRAMMA’S IN CIJFERS

De ISNV-verordening werd op 19 februari 2007 vastgesteld. De strategie voor 2007-2013 en het eerste indicatieve programma voor de jaren 2007-2009[9] werden door de Commissie op 8 augustus 2007 goedgekeurd. Het indicatieve programma voor 2010-2011 werd in 2009 goedgekeurd en aangenomen[10].

Gezien de tijd die nodig is voor de goedkeuring van de actieprogramma’s op jaarbasis, en de lange goedkeuringsperiode in de partnerlanden, werd de tenuitvoerlegging van de meeste projecten in het kader van het ISNV slechts in 2009 aangevat en zou de uitvoering van de meeste projecten in het kader van het jaarlijkse actieprogramma 2010 en 2012 pas in 2012 worden aangevat.

8.

Jaarlijks actieprogramma voor 2010 (JAP 2010)


Toewijzingen

JAP 2010 omvatte twee onderdelen:

– Deel I – 7,7 miljoen euro[11]

– Deel II – 61,627 miljoen euro[12]

Tenuitvoerlegging – belangrijkste punten medio 2012

De financieringsovereenkomsten voor projecten van deel II van het JAP 2010 zijn allemaal ondertekend met uitzondering van de financieringsovereenkomst met de Braziliaanse exploitant (Brazilië sloot de financieringsovereenkomst niet voor eind 2011 af en het betrokken project werd geannuleerd). Voor projecten van deel I van het JAP 2010 waren geen financieringsovereenkomsten nodig[13].

In het kader van het JAP 2010 werden tot dusver overeenkomsten ondertekend met Jordanië (een project van 1,2 miljoen euro voor steun aan de ontwikkeling en versterking van de capaciteit van de nucleaire regelgevende autoriteit in Jordanië) en Mexico (twee projecten voor samen ongeveer 3 miljoen euro voor samenwerking met de regelgevende autoriteit in Mexico en voor samenwerking voor de ontwikkeling van een beleid en een strategie voor het beheer van gebruikte splijtstof en radioactief afval in Mexico). Voorts werden overeenkomsten ondertekend voor meerlandenprojecten (drie projecten van 3,475 miljoen euro voor de oprichting van connectienetwerken voor betere communicatie en opleidingssystemen voor het beheer van radioactief afval, alsook diverse opleidings- en begeleidingsactiviteiten ten behoeve van deskundigen van de regelgevende instanties en de transmissiesysteembeheerders) en voor “multi-IAEA”-projecten (4 miljoen euro voor steun aan IAEA-projecten die worden beheerd door het departement technische samenwerking en het departement veiligheid van nucleaire installaties).

In december 2010 werd een betaling van 17 miljoen euro verricht aan het Fonds voor de inkapseling van Tsjernobyl ter voorbereiding van de vierde EU-verbintenis door de Commissie, die voor 2011 was gepland.

9.

Jaarlijks actieprogramma voor 2011 (JAP 2011)


Toewijzingen

JAP 2011 omvatte eveneens twee onderdelen:

– Deel I – 38,7 miljoen euro[14]

– Deel II – 35,9 miljoen euro[15]

Tenuitvoerlegging – belangrijkste punten medio -2012

De financieringsovereenkomsten betreffende projecten van deel II van het JAP 2011 waren in voorbereiding of op weg naar de partnerlanden. Zij moeten voor eind 2012 worden ondertekend. Voor projecten van deel I van het JAP 2011 waren geen financieringsovereenkomsten nodig.

In het kader van het JAP 2011 werd een overeenkomst ondertekend voor steun aan de exploitant met de tenuitvoerlegging van de “stresstests” in de Armeense kerncentrale. Er werd een tweede overeenkomst ondertekend voor steun aan de Armeense nucleaire regelgevende autoriteit voor de controle van het zelfevaluatieverslag van de exploitant. De tenuitvoerlegging van deze technische steunprojecten van ongeveer 1,8 miljoen euro was in voorbereiding. Het is van belang erop te wijzen dat de regering van Armenië zich heeft uitgesproken voor deelname aan de alomvattende risico- en veiligheidsbeoordelingen ("stresstests") van de EU en bepaalde buurlanden.

In april 2011 zegde de Commissie op een donorconferentie in Kiev 122 miljoen euro toe voor steun aan de twee fondsen van Tsjernobyl, het Fonds voor de inkapseling van Tsjernobyl en de Nucleaireveiligheidsrekening. In totaal bracht de donorconferentie 740 miljoen euro bijeen, de som die nodig was om de projecten te voltooien volgens de kostenraming en planning die in april 2010 was overeengekomen. In de rapportageperiode werden de Tsjernobyl-projecten met succes voortgezet volgens de overeengekomen kostenplanning, de voltooiing is gepland voor oktober 2015. Een derde schijf van 34 miljoen euro werd betaald aan het Fonds voor de inkapseling van Tsjernobyl in het kader van het JAP 2011, overeenkomstig de belofte die in 2011 was gedaan.

10.

Overzichtstabel


Gebruik van middelen van het ISNV-programma (in miljoenen euro – situatie medio 2012)

Jaar| Geldmiddelen vastgelegd[16]| Gecontracteerd| Betaald

69,| 35,| 22,940

74,| 37,| 34,423

11.

4. CONCLUSIES


Dit verslag heeft betrekking op slechts beperkte resultaten en impact omdat de uitvoering van het ISNV-programma nog in een beginstadium verkeert. Tijdens de rapportageperiode is slechts een beperkt aantal projecten voltooid. De meeste projecten zijn nog in voorbereiding of worden momenteel uitgevoerd.

Medio 2012 zijn ongeveer 50 projecten in het kader van de jaarlijkse actieplannen 2007-2009 en nog eens 30 projecten in het kader van de jaarlijkse actieplannen 2010-2011 in diverse fasen van uitvoering. Diverse van deze projecten zijn in een aantal verschillende subprojecten onderverdeeld met het oog op afzonderlijke overeenkomsten. Voor de meeste projecten in het kader van de jaarlijkse actieplannen 2010 en 2011 worden de overeenkomsten momenteel voorbereid. Al deze projecten beantwoorden volledig aan de doelstellingen van de ISNV-verordening.

Voor de verbetering van een gunstige cultuur voor nucleaire veiligheid door het ISNV wordt rekening gehouden met de lessen die zijn getrokken uit het programma nucleaire veiligheid van TACIS, terwijl anderzijds thans ook buiten het gebied van de voormalige Sovjet-Unie opkomende behoeften worden bestreken.

Het ISNV-programma heeft de acties die onder TACIS waren aangevat, voortgezet, vooral in Oost-Europa, maar geleidelijk aan werd de samenwerking uitgebreid, zowel qua geografische reikwijdte als inhoudelijk. De samenwerking met de nucleaire regelgevende autoriteiten is verder toegenomen, terwijl de samenwerking met de exploitanten is teruggeschroefd en de ontwikkeling van verantwoordelijk beheer van bestraalde splijtstof en radioactief afval, het buiten gebruik stellen van kerncentrales en de sanering van locaties steeds meer aan belang winnen. De bijdragen tot de fondsen van Tsjernobyl hebben verder een groot deel van de jaarlijkse begroting bestreken, maar hier zou in 2013 een eind aan moeten komen.

De geografische reikwijdte van het programma is gestadig vergroot van vier landen in 2007 tot ongeveer 15 landen in 2010 en 2011, terwijl de samenwerking met andere landen nog verder wordt onderzocht. Het aantal begunstigde landen zal met het jaarlijkse actieplan 2012 naar verwachting opklimmen tot 17.

De tenuitvoerlegging van het ISNV in 2010 en 2011 wordt beschouwd als doelgericht en de goedgekeurde projecten als goed opgesteld. De gecontracteerde projecten (tot dusver een beperkt aantal) verliepen voorspoedig. Indien deze projecten met succes worden uitgevoerd, zullen zij in aanzienlijke mate bijdragen tot een betere nucleaire veiligheid en een cultuur van nucleaire veiligheid in de begunstigde landen.

Het stopzetten van de samenwerking met de Russische Federatie in het kader van het ISNV op het gebied van nucleaire regelgeving, de verbetering van de operationele veiligheid en het opzetten van verantwoordelijk beheer van radioactief afval, de sluiting van kerncentrales en sanering, was een teleurstellende ontwikkeling. Gezien de gevolgen voor de buurlanden, het feit dat de Russische Federatie een belangrijk exporteur is van nucleaire technologie en de mogelijke wederzijdse voordelen van verdere samenwerking tussen de EU en de Russische Federatie, zal de Commissie verder naar wegen zoeken om met de Russische Federatie op partnerschapsbasis te komen tot doeltreffende en wederzijds goed verlopende samenwerking.

[1] Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betreffende de tenuitvoerlegging van het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid. Eerste verslag – Jaarlijkse actieprogramma's voor 2007, 2008 en 2009.

[2] Bij artikel 18 van de ISNV-verordening is vereist dat de Commissie de vooruitgang onderzoekt bij de uitvoering van de maatregelen die krachtens deze verordening zijn genomen en het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag over de uitvoering van de hulp voorlegt. Zij zendt dit verslag ook aan het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's. Het verslag bevat gegevens met betrekking tot het voorafgaande jaar over de gefinancierde maatregelen, de resultaten van het toezicht en de beoordeling, en de uitvoering van de begroting wat betreft vastleggingen en betalingen per partnerland en -regio en per samenwerkingsterrein.

[3] Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz.

1).

[4] TACIS ("Technical Assistance to the Commonwealth of Independent States") was het programma van de Europese Commissie waarmee steun werd verleend aan 12 landen van Oost-Europa en Centraal-Azië (Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Kazachstan, Kirgizië, Moldavië, Oekraïne, Oezbekistan, de Russische Federatie, Tadzjikistan, Turkmenistan en Wit-Rusland) en aan Mongolië bij hun overgang naar een democratische, marktgeoriënteerde economie.

[5] Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - De internationale uitdaging van nucleaire veiligheid en nucleaire beveiliging (COM (2008) 312 definitief van 22.5.2008).

[6] Conclusies van de Raad over bijstand aan derde landen op het gebied van nucleaire veiligheid en beveiliging, 9 december 2008. www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_Data/docs

[7] Herziene strategie voor de communautaire programma's voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid voor de periode 2010-2013 (C(2009)0922).

[8] Tijdens de rapportageperiode werden de projecten in het kader van TACIS inzake nucleaire veiligheid met betrekking tot radioactief afval op de locatie van de kerncentrale van Tsjernobyl nog steeds voortgezet.

[9] Besluit C/2007/3758 van de Commissie van 1.8.2007.

[10] Besluit C/2009/9820 van de Commissie van 8.12.2009.

[11] Besluit C(2010) 4283 van de Commissie van 29.6.2010.

[12] Besluit C(2010) 8265 van de Commissie van 29.11.2010.

[13] Projecten van deel I van het JAP 2010 en 2011 vereisten/vereisen geen financieringsovereenkomst aangezien zij gewoonlijk worden beheerd door directe betalingen aan internationale organisaties. Voor deze betaliongen is veeleer een bijdrageovereenkomst vereist.

[14] Besluit C(2011) 5784 van de Commissie van 17.8.2011.

[15] Besluit C(2011) 9268 van de Commissie van 16.12.2011.

[16] Primaire vastleggingen = definitieve vastleggingen in het kader van het JAP 2010 en JAP 2011.