Toelichting bij COM(2012)697 - Tijdelijke afwijking van Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Op de vergadering van de raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie van 9 november 2012 zijn significante vorderingen gemaakt ten aanzien van de beoogde mondiale regulering van luchtvaartemissies.

Dit voorstel voor een besluit is bedoeld om dit positieve momentum te versterken en om de kansen te vergroten op een succesvolle uitkomst van de vergadering van de ICAO van 2013 met betrekking tot een mondiale marktgebaseerde maatregel (MBM) en de vaststelling van een kader om de toepassing van marktgebaseerde maatregelen op de internationale luchtvaart te faciliteren.

Dit besluit “zet de klok stil” door de handhaving van de verplichtingen van luchtvaartexploitanten met betrekking tot inkomende en uitgaande vluchten uit hoofde van de regeling voor de handel in emissierechten van de Europese Unie op te schorten. Het voorstel toont dus de sterke politieke wil van de EU om deze ICAO-processen te faciliteren en het welslagen ervan te bevorderen.

Het besluit om tijdelijk van de ETS-richtlijn af te wijken, is bedoeld om ervoor te zorgen dat er geen maatregelen worden genomen tegen luchtvaartexploitanten die niet aan de rapportage- en nalevingsverplichtingen voldoen welke vóór 1 januari 2014 ontstaan ten aanzien van inkomende en uitgaande vluchten. Voorwaarde hiervoor is dat zij in 2012 voor zulke activiteiten van of naar luchthavens buiten de EU en nauw verbonden gebieden die het engagement delen om de klimaatverandering aan te pakken, geen kosteloze toewijzingen hebben ontvangen of deze hebben teruggegeven. Correcte monitoring, rapportage en verificatie van de emissies van zulke vluchten worden toegejuicht, maar er worden geen nalevingssancties toegepast voor het niet-rapporteren van zulke emissies.

De richtlijn blijft onverkort van toepassing op vluchten tussen luchthavens in de EU en nauw verbonden gebieden die het engagement delen om de klimaatverandering aan te pakken. Bijgevolg moeten alle luchtvaartexploitanten die in 2011 en 2012 onder de richtlijn vallende luchtvaartactiviteiten tussen zulke luchthavens hebben verricht, de monitoring-, rapportage- en verificatievereisten naleven. Uiterlijk op 30 april 2013 moeten alle luchtvaartexploitanten die in 2012 zulke vluchten hebben uitgevoerd emissierechten of internationale credits inleveren voor de emissies van deze vluchten.

Dit besluit biedt ruimte om vorderingen te maken in de ICAO-vergadering die plaatsvindt in september 2013. Als er duidelijke en voldoende vooruitgang wordt geboekt in de ICAO-vergadering, zal de Commissie passende verdere wetgevingsmaatregelen voorstellen. Overeenkomstig artikel 25 bis van de richtlijn kunnen wijzigingen aan de desbetreffende luchtvaartactiviteiten worden aangebracht voor vereisten die ontstaan na 1 januari 2014. Luchtvaartexploitanten die voornemens zijn vluchten uit te voeren van en naar luchthavens in de EU moeten zich ervan bewust zijn dat zij, bij ontstentenis van zulke wijzigingen, vanaf 2013 verantwoordelijk zijn voor emissies door vluchten van en naar die luchthavens. De kosteloze toewijzingen die uiterlijk in februari 2013 zijn gedaan voor emissies in 2013 zijn ook onderhevig aan mogelijke wijzigingen indien er maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig artikel 25 bis.

Andere verplichtingen ten aanzien van zulke vluchten worden onverlet gelaten en het veilingpercentage blijft 15 % zoals in de richtlijn is vastgesteld. Bijgevolg zal voor 2012 een geringere hoeveelheid emissierechten worden geveild, aangezien er in totaal proportioneel minder emissierechten in omloop zijn.

Om extra momentum te geven aan de internationale besprekingen en de voortrekkersrol van de EU in dit proces voort te zetten, is het belangrijk dat het Europees Parlement en de Raad spoedig overeenstemming bereiken over dit voorstel, idealiter uiterlijk in maart 2013. De Commissie bevestigt dat, in afwachting van de afronding van het wetgevende proces, luchtvaartexploitanten die geen kosteloze toewijzingen voor 2012 hebben ontvangen of zulke kosteloze toewijzingen op de desbetreffende rekening hebben teruggestort, niet hoeven te vrezen dat de Commissie zal eisen dat de lidstaten handhavingsmaatregelen tegen hen nemen met betrekking tot emissies door vluchten van of naar luchthavens buiten de EU en nauw verbonden gebieden.