Toelichting bij COM(2012)113 - EU-standpunt in de ACS-EU-Raad betreffende de herziening van de voorwaarden voor de financiering van investeringen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000[1], voorziet in een ACS-investeringsfaciliteit die middelen omvat die beheerd worden als een revolverend fonds, alsmede niet-terugvorderbare hulp in de vorm van rentesubsidies. Van de tweede soort middelen mag ten hoogste 10% worden gebruikt ter ondersteuning van projectgerelateerde technische bijstand in de ACS-landen (bijlage II bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst, hoofdstuk 1, artikel 1, lid 3, en artikel 2, lid 9).

Projectgerelateerde technische bijstand helpt partnerlanden en investeerders om zich beter voor te bereiden en beter toezicht te houden op investeringsprojecten, de kwaliteit van investeringen te verbeteren en de impact ervan te vergroten, en de capaciteiten van lokale partners op beheersgebied op de lange en middellange termijn te versterken.

Overeenkomstig artikel 6 ter van hoofdstuk 1 van bijlage II bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst is in 2010 een onafhankelijke tussentijdse toetsing van de Investeringsfaciliteit uitgevoerd over de periode 2003-2009. Volledigheidshalve zijn ook de verrichtingen getoetst die de Europese Investeringsbank (EIB) met haar eigen middelen uitvoert. Uit de toetsing bleek dat technische bijstand een belangrijk aspect is van de toegevoegde waarde van de verrichtingen van de EIB in het algemeen en die van de Investeringsfaciliteit in het bijzonder, en zorgt voor beter beheer door de financiƫle tussenpersonen. Bij de toetsing werd echter ook opgemerkt dat het huidige budget voor technische bijstand te beperkt is, en werd aanbevolen mechanismen te ontwikkelen om meer subsidiemiddelen voor technische bijstand te verkrijgen, in combinatie met andere door de EIB beheerde instrumenten, zoals leningen en kapitaalinvesteringen. Deze aanbeveling werd door de Europese Commissie en de EIB bekrachtigd. Dit voorstel moet mogelijk maken dat de verrichtingen van de Europese Investeringsbank, in het kader van zowel de Investeringsfaciliteit als de eigen middelen van de EIB, in aanmerking blijven komen voor projectgerelateerde technische bijstand tijdens de looptijd van het huidige financiƫle protocol (het tiende Europees Ontwikkelingsfonds), maar ook daarna.

In artikel 100 van de Overeenkomst van Cotonou wordt bepaald dat bijlage II kan worden herzien bij besluit van de ACS-EU-Raad van ministers.

Het doel van het voorgestelde besluit is het deel van de toewijzing voor rentesubsidies dat gebruikt kan worden voor projectgerelateerde technische bijstand, zoals bedoeld in artikel 1, lid 3, en artikel 2, lid 9, van hoofdstuk 1 van bijlage II bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst, te verhogen van 10% naar 15%. Er wordt op gewezen dat dit percentage een maximum is.

De Commissie stelt daarom voor dat de Raad het aangehechte besluit vaststelt.