Toelichting bij COM(2011)282 - Sluiting van een FLEGT-partnerschapsovereenkomst met de Centraal-Afrikaanse Republiek (illegale houtkap)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2011)282 - Sluiting van een FLEGT-partnerschapsovereenkomst met de Centraal-Afrikaanse Republiek (illegale houtkap).
bron COM(2011)282 NLEN
datum 20-05-2011
Het actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT)[1], dat de Raad in 2003 heeft goedgekeurd[2], omvat onder meer steun voor de houtproducerende landen, multilaterale samenwerking om de handel in illegaal hout te bestrijden, steun voor initiatieven van de particuliere sector en maatregelen voor het tegengaan van investeringen in activiteiten die illegaal kappen aanmoedigen. De hoeksteen van het actieplan is de sluiting van FLEGT-partnerschappen tussen de Unie en de houtproducerende landen om een einde te maken aan de illegale houtkap. In 2005 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 2173/2005[3] vastgesteld, waarbij een vergunningenstelsel en een mechanisme worden ingesteld om te controleren of de houtproducten die in de EU worden ingevoerd aan de wettelijke eisen voldoen.

In december 2005 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om met de houtproducerende landen te onderhandelen over partnerschapsovereenkomsten tot uitvoering van het EU-actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT), en met name om de handel en de invoer in de EU van hout dat aan de wettelijke eisen voldoet, te stimuleren[4]. Na de overeenkomsten met Ghana, Congo en Kameroen is de overeenkomst met de Centraal-Afrikaanse Republiek de vierde overeenkomst van dit type.

De onderhandelingen tussen de Commissie en de Centraal-Afrikaanse Republiek zijn in oktober 2009 begonnen. De onderhandelingen duurden veertien maanden en omvatten vier onderhandelingssessies en achttien technische werkvergaderingen. De Commissie werd tijdens de onderhandelingen bijgestaan door een aantal lidstaten. De Commissie heeft de Raad op de hoogte gehouden van de vorderingen door middel van rapportage aan de Groep bossen en aan de EU-missiehoofden en ‑vertegenwoordigers in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Na elke onderhandelingssessie zijn openbare bijeenkomsten gehouden om alle belanghebbenden te informeren over de voortgang van de besprekingen. Daarnaast heeft de Centraal-Afrikaanse Republiek het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector betrokken bij de uitwerking van de overeenkomst.

De overeenkomst bevat alle elementen die in de onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad worden genoemd. In de overeenkomst worden met name het kader, de instellingen en de systemen voor het FLEGT-vergunningenstelsel vastgelegd. In de bijlagen wordt beschreven hoe de toeleveringsketen zal worden gecontroleerd en wordt het juridische kader vastgesteld, evenals de eisen inzake onafhankelijke controle. Deze bepalingen bieden een gedetailleerde beschrijving van de structuren waarmee de wettelijkheid wordt gewaarborgd van hout dat met een FLEGT-vergunning wordt ingevoerd. De Centraal-Afrikaanse Republiek heeft in overleg met de belanghebbenden de toepasselijke wetgeving vastgesteld. Hierbij gaat het om wet- en regelgeving inzake kaprecht en de registratie van bedrijven, het bosbeheer, het milieu- en arbeidsrecht, de fiscale vereisten, de sociale verplichtingen, zoals de participatie van lokale gemeenschappen, inheemse bevolkingsgroepen en het maatschappelijke middenveld, andere verplichtingen die zijn vastgelegd in wetten inzake houtvervoer en -handel, en exportvereisten.

De overeenkomst gaat verder dan de lijst van producten in bijlage II bij de FLEGT-verordening (Verordening (EG) nr. 2173/2005) en omvat alle hout en houtproducten die het land uitvoert. Hiermee verbindt de Centraal-Afrikaanse Republiek zich ertoe een systeem op te zetten waardoor de Europese Unie de zekerheid heeft dat alle houtproducten uit de Centraal-Afrikaanse Republiek legaal geproduceerd zijn, wat op positieve wijze bijdraagt tot de groei van het land.

In de overeenkomst wordt bepaald dat ingevoerde producten aan de grenzen van de Europese Unie worden gecontroleerd overeenkomstig de FLEGT-verordening (Verordening (EG) nr. 2173/2005) en de uitvoeringsbepalingen daarvoor (Verordening (EG) nr. 1024/2008). De overeenkomst bevat een beschrijving van de FLEGT-vergunning voor de Centraal-Afrikaanse Republiek, die is opgesteld volgens de regels van de uitvoeringsverordening.

Bij de overeenkomst wordt een mechanisme voor dialoog en samenwerking met de Europese Unie op het gebied van FLEGT ingesteld, dat uitgevoerd wordt door het gemengd comité voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst. Ook worden de beginselen vastgelegd voor de participatie van belanghebbenden, sociale waarborgen, transparantie, het toezicht op de effecten en de verslaglegging over de tenuitvoerlegging.

Bij de overeenkomst worden een tijdschema en procedures vastgesteld voor de inwerkingtreding van de overeenkomst en de uitvoering van het vergunningenstelsel. De Centraal-Afrikaanse Republiek zal haar regelgeving en informatiebeheersysteem aanpassen en uitgebreidere controles van de toeleveringsketen opzetten, evenals onafhankelijke controles of aan de wettelijke eisen wordt voldaan. Daarom zal het enkele jaren duren voor de systemen zijn ontwikkeld en getest en de overheid, het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector voldoende capaciteit hebben opgebouwd. Het FLEGT-vergunningenstelsel moet in 2014 volledig operationeel zijn. Het stelsel zal aan de hand van de in de overeenkomst vastgestelde criteria worden getoetst voordat de EU de FLEGT-vergunningen zal beginnen te aanvaarden.