Toelichting bij COM(2011)50 - Wijziging van Richtlijn 98/8/EG teneinde creosoot als werkzame stof in bijlage I bij die richtlijn op te nemen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Overeenkomstig Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden [1], moet een werkprogramma worden uitgevoerd voor de beoordeling van alle werkzame stoffen van biociden die op 14 mei 2000 op de markt zijn (bestaande werkzame stoffen). Creosoot is geïdentificeerd als bestaande werkzame stof en beoordeeld in het kader van dat werkprogramma.

Overeenkomstig artikel 16, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 98/8/EG kan volgens de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 28, lid 4, van die richtlijn worden besloten dat een bestaande werkzame stof in bijlage I bij de richtlijn wordt opgenomen. Volgens de Commissie blijkt uit de beoordeling van creosoot dat onder bepaalde voorwaarden aan de voorwaarden voor de opneming van de stof in bijlage I wordt voldaan. De Commissie heeft dan ook een ontwerprichtlijn ter stemming voorgelegd aan het bij artikel 28, lid 1, van Richtlijn 98/8/EG ingestelde comité. Het comité heeft op zijn zitting van 17 december 2010 geen gunstig advies over deze ontwerprichtlijn uitgebracht.

Daarom wordt overeenkomstig de procedure van artikel 5, onder a), van Besluit 1999/468/EG een voorstel voor een richtlijn van de Raad ingediend bij de Raad en voorgelegd aan het Europees Parlement.