Toelichting bij COM(2010)634 - Consolidatie van de betrekkingen tussen de EU en Afrika 1, 5 miljard mensen, 80 landen, twee continenten, één toekomst

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52010DC0634


[afbeelding - zie origineel document] EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 10.11.2010


COM(2010) 634 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de consolidatie van de betrekkingen tussen de EU en Afrika1,5 miljard mensen, 80 landen, twee continenten, één toekomst

1. Europa–Afrika: aanpassing van het partnerschap aan nieuwe omstandigheden

De derde EU–Afrikatop vindt plaats eind november 2010. Tachtig staatshoofden en regeringsleiders nemen deel aan de top, die de gelegenheid biedt om de betrekkingen tussen de EU en Afrika te consolideren, en aan anderhalf miljard mensen in tachtig landen het vooruitzicht biedt op een betere en welvarender toekomst. De bedoeling van de top is ook het partnerschap van de EU en Afrika aan te passen aan de ingrijpende veranderingen die Europa, Afrika en de rest van de wereld sinds de vorige Afrika–EU-top en de vaststelling van de gemeenschappelijke strategie Afrika–EU in 2007 hebben doorgemaakt i.

Aan Europese zijde zorgen het Verdrag van Lissabon en de oprichting van de Europese dienst voor extern optreden, die nauw samenwerkt met de diensten van de Commissie, ervoor dat de EU haar politieke en haar economische agenda voor extern beleid beter op elkaar kan afstemmen. De consistentie van het Afrikabeleid van de EU met haar algemene beleid wordt verbeterd, waardoor de partners hun standpunten beter kunnen coördineren en wereldwijd een samenhangende boodschap kunnen uitdragen.

In Afrika zien we successen die wijzen op een gestage vooruitgang in de richting van vrede, stabiliteit en democratie. Op veel plaatsen zijn armoede, slecht bestuur, conflicten en mensenrechtenschendingen echter nog aan de orde van de dag, waardoor vooruitgang slechts traag en met wisselende resultaten kan worden geboekt. Afrika heeft zich echter bereid getoond de verantwoordelijkheid voor zijn eigen lot te nemen, minder afhankelijk te worden van externe steun en mondiale uitdagingen aan te pakken. De politieke en economische integratie is zowel op regionaal als op continentaal niveau verdergegaan, waarbij Afrika op mondiaal niveau in steeds sterkere mate met één stem spreekt en de Afrikaanse Unie een belangrijke speler is geworden.

Afrika geeft een indrukwekkende economische groei te zien, met van 2006 tot 2008 een jaarlijks groeicijfer van gemiddeld 6%. Deze ontwikkeling viel in 2009 terug tot minder dan de helft door onder meer de wereldwijde economische en financiële crisis, de fluctuerende grondstoffenprijzen en exportresultaten, teruggelopen overmakingen en een aanzienlijke achteruitgang van de buitenlandse rechtstreekse investeringen. Uit de prognoses blijkt echter dat Afrika waarschijnlijk snel van een economische opleving profijt kan trekken en weer hoge groeiniveaus kan bereiken.

De EU en Afrika maken samen een kwart van de wereldbevolking uit en hebben meer dan een derde van de leden van de Verenigde Naties binnen hun grenzen. Europa en Afrika hebben het voortouw genomen om meer inclusieve internationale regelgevende kaders en instellingen te bevorderen. Europa heeft bevorderd dat de G8 en de G20 toenadering tot Afrika hebben gezocht en het de gelegenheid hebben geboden zijn stem te laten horen. De EU heeft ook steun verleend aan de hervorming van de internationale financiële instellingen en Afrika geholpen een extra zetel in het bestuur van de Wereldbank te verwerven.

De EU blijft de grootste politieke bondgenoot van Afrika en een betrouwbare handels- en ontwikkelingspartner. Op de laatste EU–Afrikatop, in 2007 in Lissabon, besloten de partijen hun betrekkingen op nieuwe, gelijkwaardige en strategische basis uit te bouwen. Beide partijen moeten nu krachtiger naar verwezenlijking van die ambitie streven, onder andere door de gemeenschappelijke strategie Afrika–EU op doeltreffende wijze uit te voeren. Tegelijkertijd versterken wereldspelers in opkomst hun aanwezigheid in Afrika en wordt de Zuid-Zuidsamenwerking steeds intensiever. Deze nieuwe trends vormen voor de betrekkingen tussen Afrika en de EU een gezonde uitdaging, die vraagt om een hernieuwd accent op erkend sterke punten die een meerwaarde bieden. Ook moet worden gestreefd naar betere coördinatie en wederzijds voordeel.

Hoewel de verwezenlijking van de millenniumdoelen voor ontwikkeling de kern van de gemeenschappelijke strategie Afrika–EU blijft vormen, heeft Afrika ook steun nodig om het politieke en economische bestuur te verbeteren en regelgeving, fiscaal beleid en ondernemingsklimaat te versterken, zodat de rijkdommen van het continent op duurzame wijze kunnen worden ingezet. Het is in dit verband essentieel om samen te werken met de particuliere sector en te zorgen dat de ontwikkelingshulp een financieel hefboomeffect heeft. De EU 2020-strategie biedt inspiratie voor onze betrekkingen met Afrika en schept een kader voor het vertalen van onze politieke doelstellingen in concrete maatregelen om de betrekkingen tussen Afrika en de EU het volgende decennium binnen te leiden.

Europa en Afrika moeten voortbouwen op de resultaten van de gemeenschappelijke strategie i om het effect daarvan op mondiaal, continentaal en regionaal niveau te versterken. De ervaringen van de afgelopen drie jaar hebben ons geleerd dat het potentieel van de gemeenschappelijke strategie beter moet worden benut en dat de strategie beter moet inspelen op huidige en toekomstige uitdagingen. Onze betrekkingen moeten verdergaan dan de institutionele aspecten en de versnipperde, alleen op ontwikkeling gerichte aanpak van het verleden. We moeten samen de mondiale vraagstukken aanpakken. Beide partijen moeten hun twistpunten te boven komen en kanalen voor doeltreffende interactie ontwikkelen. Het blijft in Afrika een uitdaging om de subsidiariteit te versterken door overlappende mandaten en mogelijk conflicterende agenda’s te rationaliseren. Aan Europese zijde leiden strijdige nationale belangen, ongecoördineerde bilaterale initiatieven en gebrekkige coördinatie tussen de diverse instrumenten ertoe dat de zichtbaarheid en de politieke impact worden ondermijnd.

2. EU–Afrika: samen gemeenschappelijke uitdagingen aanpakken

Het partnerschap met Afrika is het enige partnerschap op continentale schaal dat de EU heeft. Het gaat hier niet om een partnerschap tussen donor en begunstigde: dit is een echt, alomvattend partnerschap, dat op gemeenschappelijke belangen is gebaseerd en wederzijds voordeel poogt te verwezenlijken.

De specifieke meerwaarde van het partnerschap van Afrika en de EU wordt gevormd door de politieke aard en het ruime bereik ervan en het vermogen om gezamenlijk een antwoord te geven op mondiale vraagstukken en collectieve goederen te verwezenlijken, nu de snelle mondialisering een gecoördineerde politieke respons vereist binnen het kader van de multilaterale diplomatie. Europa en Afrika hebben op cruciale gebieden gemeenschappelijke waarden en belangen en moeten hun visie in concrete resultaten omzetten.

Verwezenlijken van de millenniumdoelen voor ontwikkeling. Afgelopen september werd in New York een plenaire VN-bijeenkomst op hoog niveau gehouden, die opnieuw bevestigde dat de millenniumdoelen haalbaar zijn als alle betrokkenen de nodige politieke wil tonen, beleidswijzigingen doorvoeren en middelen beschikbaar stellen. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de doelstellingen en landen die de grootste achterstand hebben opgelopen (de meeste daarvan in Afrika) en de mensen die het meest kwetsbaar en gemarginaliseerd zijn. Het partnerschap voor de millenniumdoelen, dat versterkt is met een recent initiatief van 1 miljard euro voor de millenniumdoelen dat gericht is op consolidatie van de vooruitgang in de landen die het best hebben gepresteerd en hulp aan de meest behoeftige landen, blijft fungeren als katalysator om politieke hervormingen te stimuleren en de nodige middelen te mobiliseren voor overeengekomen beleidsgebieden, waarbij wordt voortgebouwd op de eigen initiatieven van Afrika.

Aanpakken van bedreigingen voor vrede en veiligheid . Dit partnerschap is tot dusver het succesrijkste partnerschap binnen het kader van de gemeenschappelijke strategie Afrika–EU. Dit geldt zowel voor samenwerking en coördinatie inzake geografische vraagstukken als voor democratisering en ongrondwettelijke regeringswisselingen in Afrika en de ontwikkeling van een vredes- en veiligheidsarchitectuur in Afrika. Afrika en de EU blijven aan hun huidige prioriteiten werken, maar moeten ook verdergaan en bijvoorbeeld gemeenschappelijke standpunten in de Verenigde Naties formuleren. Het is van belang verder te werken aan de aanpak van mondiale bedreigingen van de veiligheid zoals terrorisme en de internationale georganiseerde misdaad, waaronder allerlei vormen van smokkelarij (met name mensen- en drugssmokkel) en piraterij. Specifiek op het gebied van crisisbeheersing en crisispreventie moeten zij gezamenlijk een stelsel opzetten voor permanent overleg in alle fasen van de crisiscyclus, van vroegtijdige waarschuwing tot herstelmaatregelen. In samenwerking met de Verenigde Naties moeten zij ook gezamenlijk de financiële en operationele capaciteit van de Afrikaanse Unie, regionale economische gemeenschappen en regionale mechanismen versterken, teneinde conflicten te voorkomen en vredesondersteuningsmissies te plannen, uit te voeren en te beheren.

Bevorderen van goed bestuur, democratie, rechtsstaat en mensenrechten op alle niveaus van hun politieke en economische structuren. De gehechtheid van de EU aan de eerbiediging en bevordering van de mensenrechten is en blijft een kernbeginsel van de betrekkingen met Afrika, dat wordt weerspiegeld in de overeenkomsten die wij sluiten. Het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector moeten sterker worden betrokken bij de versterking van de bestuursagenda’s in alle sectoren, waardoor weer betere voorwaarden voor inclusieve en duurzame groei worden geschapen. Het nieuwe Afrika–EU-platform voor bestuursdialoog is een nuttig instrument in dit verband. De samenwerking inzake economische en mondiale governance moet worden geïntensiveerd, onder meer door natuurlijke hulpbronnen en inkomstenbronnen transparant en duurzaam te beheren en fraude, corruptie en illegale kapitaalvlucht te bestrijden. Beide zijden moeten ook werken aan de hervorming van het multilaterale systeem voor democratisch bestuur en mensenrechten en van de internationale organisaties.

Versterken van de legitimiteit en doeltreffendheid van de multilaterale instellingen . Beide continenten moeten een samenhangende visie ontwikkelen op de wijze waarop zij elkaar kunnen steunen bij het bevorderen van gemeenschappelijke belangen. Ook moeten zij zich doeltreffender positioneren in de mondiale arena en samenwerken bij huidige en toekomstige internationale onderhandelingen om ervoor te zorgen dat de resultaten in overeenstemming zijn met hun respectieve politieke en strategische prioriteiten. De EU blijft steun verlenen aan politieke initiatieven voor een passende rol van Afrika bij de aanstaande hervormingen binnen belangrijke internationale organisaties, instellingen en fora (Verenigde Naties, internationale financiële instellingen, G8 en G20, Wereldhandelsorganisatie, Wereldgezondheidsorganisatie). Tegelijkertijd blijft de EU bij haar Afrikaanse partners aandringen op steun voor een resolutie van de Algemene Vergadering van de VN die het mogelijk maakt dat de nieuwe vertegenwoordigers van de EU die krachtens het Verdrag van Lissabon zijn aangesteld, effectief aan de werkzaamheden van de Algemene Vergadering deelnemen

Bestrijden van klimaatverandering en aantasting van het milieu , met inachtneming van de belangrijke rol die biodiversiteit en ecosysteemdiensten in dit verband spelen. In de situatie na Kopenhagen is de dialoog met Afrika cruciaal om tot een gemeenschappelijke visie op de onderhandelingen in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering te komen en de standpunten voor Cancún en later nader tot elkaar te brengen, zulks met het oog op een juridisch bindende overeenkomst. Essentieel is in dat verband intensievere coördinatie tussen de Afrikaanse Unie, de AU-lidstaten, de regionale economische gemeenschappen en het Nieuwe Partnerschap voor de ontwikkeling van Afrika (NEPAD). Het partnerschap inzake klimaatverandering blijft het platform voor de uitvoering van gemeenschappelijke kerninitiatieven, zoals het wereldwijde bondgenootschap tegen klimaatverandering, ClimDev Africa (Afrikaanse klimaatinformatie voor ontwikkeling in Afrika) en het Great Green Wall-initiatief voor de Sahara en de Sahel, dit in synergie met andere partnerschappen. Ook zal een dialoog worden gevoerd over duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, de overeenkomsten inzake bosbouwwetgeving en bosbouwprojecten en het gemeenschappelijk beleid inzake risicobeheersing bij rampen.

3. EU–AFRIKA: EEN VISIE VOOR DE TOEKOMST

In het kader van de gemeenschappelijke strategie Afrika–EU is dus een succesvol acquis tot stand gekomen, dat gehandhaafd moet worden. Gezien de omvang van de uitdagingen waarvoor beide continenten staan, moet het partnerschap echter verder worden uitgebouwd.

Met het oog op de ontwikkeling op de lange termijn moet er meer aandacht komen voor de wijze waarop de ontwikkelingssamenwerking moet bijdragen aan de voorwaarden voor inclusieve en duurzame groei. Het overkoepelende thema van de derde EU–Afrikatop, groei, investeringen en werkgelegenheid, zet de toon voor de samenwerking tussen de twee continenten en geeft richtsnoeren voor de lange termijn op deze gebieden. Dit thema past goed bij de prioriteiten van de EU 2020-strategie en het groenboek over versterking van de impact van het EU-ontwikkelingsbeleid, dat tegelijk met deze mededeling wordt gepresenteerd.

Om inclusieve en duurzame groei tot stand te brengen, dient de samenwerking zich de komende tien jaar onder meer te concentreren op activiteiten met een sterke impact die, door investeringen te genereren, bijdragen aan de verwezenlijking van het enorme gecombineerde potentieel van ons partnerschap. In het groenboek stelt de Commissie dat de EU nieuwe gemeenschappelijke strategieën voor inclusieve en duurzame groei moet overwegen in partnerschap met afzonderlijke landen of regionale landengroepen. Daarbij zouden tevens de belanghebbenden van de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld moeten worden betrokken. Deze kwestie is van bijzonder belang in het geval van het partnerschap tussen de EU en Afrika.

Inclusieve groei moet ook een doelstelling zijn van EU-Afrikaanse initiatieven voor evenwichtige groei op brede basis en versterking van investeringen ter bestrijding van armoede en ongelijkheid.

- In het streven naar een economie die veel werkgelegenheid biedt en sociale cohesie bevordert, wordt steun geboden voor initiatieven om de sociale bescherming uit te breiden tot de kwetsbaarste bevolkingsgroepen, initiatieven om een dialoog op meerdere niveaus op te zetten over met name vraagstukken betreffende de informele economie en initiatieven om het bestuur van de arbeidsmarkt te versterken en de harmonisatie van de arbeids- en socialebeschermingskaders op regionaal niveau in Afrika te ondersteunen.

- Betere dienstverlening en betere infrastructuur zijn ook belangrijk voor een actievere particuliere sector en dienen tevens als bron van groei en werkgelegenheid. Toegankelijkheid, betaalbaarheid en betrouwbaarheid van basisdiensten op het gebied van met name vervoer, gezondheid, communicatie en financiën zijn essentiële voorwaarden voor de groei en ontwikkeling van alle andere economische sectoren. Het infrastructuurpartnerschap van Afrika en de EU biedt een strategisch kader om ontbrekende schakels in Afrika aan te pakken. Het wordt gesteund door het trustfonds voor infrastructuur, een innovatief instrument dat gebruik maakt van een combinatie van subsidies en leningen. De EU zal blijven werken aan het dichten van de infrastructuurkloof door zich sterker te richten op energie, ICT, water en vervoer en tegelijkertijd de rol van de particuliere sector als belangrijkste motor voor groei en verschaffer van financiering voor infrastructuur te stimuleren. Ter aanvulling hierop blijft de EU steun verlenen aan verbetering van de wet- en regelgevingskaders op nationaal en regionaal niveau om de voorwaarden te scheppen voor investeringen en de goede werking van de markt.

- De samenwerking op het gebied van vaardigheden, innovatie en ondernemerschap moet worden versterkt, gezien de unieke mogelijkheden om de ontwikkeling van Afrika te versnellen en een tastbare impact te leveren in alle sociaaleconomische sectoren. Wat wetenschap en technologie betreft, is de ontwikkeling van informatie- en communicatietechnologieën en betaalbare elektronische dienstverlening in Afrika een doelstelling bij uitstek. Op het gebied van de ruimte wordt verdere steun verleend aan initiatieven als GMES en Afrika of satellietnavigatie (EGNOS en Galileo). Op het gebied van hoger onderwijs en opleiding wordt verwacht dat programma’s als Erasmus Mundus, Media Mundus, Edulink Nyerere, Jeugd in Actie, Marie Curie en het initiatief “Tuning Educational Structures” zullen bijdragen aan slimme en inclusieve groei. Dat wordt ook verwacht van de samenwerking tussen professionals in de culturele sector. Bij het opzetten van de pan-Afrikaanse universiteit moedigt de EU aan dat beste praktijken worden uitgewisseld met het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) over volledige integratie van de kennisdriehoek (onderwijs, bedrijfsleven en onderzoek).

- De samenwerking op het gebied van migratie en mobiliteit wordt gericht op manieren om te waarborgen dat migratie, met inbegrip van cirkelmigratie, legaal gebeurt en in rechtstreeks verband blijft staan met de arbeidsmarktvereisten en arbeidsmogelijkheden in beide continenten. De samenwerking wordt tevens gericht op het terugdringen van onregelmatige migratiestromen en houdt rekening met bijzonder kwetsbare groepen zoals vluchtelingen, asielzoekers en niet-begeleide minderjarigen. Ook wordt bekeken hoe de Afrikaanse diasporagemeenschappen effectiever bij het ontwikkelingsproces kunnen worden betrokken. Initiatieven als het Afrikaanse instituut voor geldovermakingen, het waarnemingscentrum voor migratie, het initiatief voor contact met diasporagemeenschappen en het initiatief inzake mensenhandel worden in dit verband bevorderd.

Het streven naar duurzame groei moet aan de basis liggen van de initiatieven van de EU en Afrika voor de ontwikkeling van efficiënte, groene en concurrerende economieën.

- Regionale integratie in alle aspecten is een krachtige motor voor stabiliteit, groei en ontwikkeling. Veel Afrikaanse landen beschikken over gemeenschappelijke hulpbronnen, waaronder natuurlijke hulpbronnen, en hebben te kampen met dezelfde problemen, zoals een gebrekkige infrastructuur en een lage landbouwproductiviteit. Integratie kan wederzijds voordelig zijn en een positieve agenda voor hervormingen, intensievere samenwerking en grotere veiligheid tot stand brengen. Regionale integratie kan Afrikaanse landen helpen schaalvoordelen te benutten, hun concurrentiepositie te versterken en meer binnen- en buitenlandse investeringen aan te trekken. De handel fungeert ook als katalysator voor de activiteiten en investeringen van de particuliere sector, door bij te dragen aan de totstandkoming van een gunstig investeringsklimaat en toegang te verlenen tot markten en cruciale inputs. Op mondiaal vlak is gebleken dat een beheerste openstelling van de markt, die rekening houdt met de behoeften en vermogens van economieën in ontwikkeling en ondersteund wordt met passend nationaal beleid, tot goede resultaten leidt. In dit verband kunnen handelsovereenkomsten bijdragen tot beter economisch bestuur, doordat ze bevorderlijk zijn voor de totstandkoming van een stabieler regelgevingskader voor de economie. De EU blijft daarom streven naar verdere verdieping van haar historische handelsbetrekkingen met Afrika, teneinde een bijdrage te leveren tot welvaart en welzijn van Afrika op de lange termijn. Daartoe zullen met name economische partnerschapsovereenkomsten worden gesloten.

- Op het gebied van grondstoffen kan samenwerking om een duurzaam aanbod daarvan te ontwikkelen voor beide partijen duidelijk voordeel bieden. De samenwerking kan worden gestimuleerd en tot de particuliere sector worden uitgebreid, teneinde wederzijds voordeel te creëren voor beide continenten, bijvoorbeeld op basis van de mededeling van de Commissie over grondstoffen en het mijnbouwperspectief 2050 van de commissie van de Afrikaanse Unie. Specifieke maatregelen zijn gericht op bestuur (met inbegrip van het initiatief inzake transparantie van de winningsindustrieën (EITI)), infrastructuur en investeringen en geologische kennis en vaardigheden. Voor duurzame productie en verbruik is ook de betrokkenheid van het midden- en kleinbedrijf noodzakelijk; door hulpbronnen efficiënter te benutten kan groener worden geproduceerd en kunnen bedrijven beter concurreren. Op basis van Afrikaanse initiatieven, zoals het tienjarige kaderprogramma van de Afrikaanse Unie voor duurzame productie en verbruik, kan worden overwogen een Switch-programma voor Afrika op te zetten ter ondersteuning van duurzame groei en concurrentievermogen op de lange termijn.

- Wat de landbouw betreft, blijft de samenwerking tussen de EU en Afrika plaatsvinden in het kader van het alomvattend programma voor landbouwontwikkeling in Afrika. Daarbij wordt voorrang gegeven aan een intensiveringsaanpak voor kleine boeren die duurzaam en ecologisch efficiënt produceren en de diverse functies van de landbouw respecteren. Andere onderwerpen voor besprekingen met de commissie van de Afrikaanse Unie zijn geografische aanduidingen en biologische landbouw. Door de teelt van hoogwaardige gewassen kan de duurzame productie door kleine boeren worden verbeterd, waarmee werkgelegenheid kan worden geschapen en inkomen kan worden gegenereerd voor de plattelandsbevolking. Tegelijkertijd kunnen milieudiensten worden verleend en kan worden bijgedragen tot aanpassing aan klimaatverandering en vermindering van de gevolgen ervan. Dezelfde aanpak wordt gevolgd voor de visserij. Daarnaast moet de EU steun verlenen voor de ontwikkeling van internationaal overeen te komen beginselen voor verantwoord investeren in landbouwgrond. Ook moet zij de regeringen in de partnerlanden, organisaties van boeren en andere belanghebbenden aanmoedigen een geïnformeerde keuze te maken voor het waarborgen van de duurzaamheid van buitenlandse investeringen en maximaal voordeel op sociaal, economisch en milieuvlak voor het land. De EU en Afrika blijven ook samenwerken bij de harmonisatie van de versnipperde sanitaire en fytosanitaire regelgevingskaders. Ook moet de nodige aandacht worden geschonken aan het bevorderen van verantwoorde visserij en visserijbeheer, het invoeren van maatregelen ter bestrijding van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visserij, en het waarborgen van de volledige traceerbaarheid van visserijproducten.

- Ten aanzien van duurzame energie en efficiënt gebruik daarvan wordt in het tegelijk met de mededeling gepresenteerde groenboek gesteld dat de EU en de ontwikkelingslanden en/of regionale groeperingen samen, in het kader van de bestaande partnerschappen, concrete gemeenschappelijke programma’s zouden moeten opzetten om geleidelijk aan alle burgers duurzaam geproduceerde energie te leveren. Dergelijke programma’s vergen de inzet van EU-financiering met een sterk hefboomeffect op het gebied van ontwikkeling en klimaatverandering en de betrokkenheid van de EU en de ontwikkelingslanden, de energieproducenten en de financiële instellingen van de EU. De programma’s kunnen een tijdschema voor gezamenlijke actie en hervormingen omvatten, beide in termen van bescherming van investeringen, belastingheffing en regionale samenwerking op het gebied van energie. De programma’s moeten voortbouwen op bestaande initiatieven zoals het energiepartnerschap van de EU en Afrika en het samenwerkingsprogramma op het gebied van duurzame energie.

2.

4. Conclusie: consolidatie van het partnerschap van de EU en Afrika


Het tempo van de veranderingen is in Afrika nog nooit zo hoog geweest. Onze gemeenschappelijke uitdaging voor het komende decennium is nu een daadwerkelijk partnerschap tussen de EU en Afrika tot stand te brengen, dat niet alleen op ontwikkelingssamenwerking is gebaseerd, maar ook als katalysator voor inclusieve en duurzame groei fungeert.

De EU en Afrika zijn in Lissabon overeengekomen samen actie te ondernemen op basis van gedeelde waarden, een gezamenlijke agenda en gemeenschappelijke doelstellingen. Beide zijden moeten nu meer doen om deze ambitie om te zetten in een gecoördineerde aanpak, concrete samenwerking en – waar mogelijk – onderling aangepaste standpunten in de VN-organen, in de internationale financiële instellingen en bij belangrijke internationale onderhandelingen. De EU zal in dit verband proactiever toenadering tot Afrika zoeken en verheugt zich erop dat Afrika dit aanbod constructief en in een geest van wederkerigheid aanneemt.

In dit verband moeten beide zijden meer doen om de versnippering van beleidskaders en financiële instrumenten te bestrijden en zo de effectiviteit en de zichtbaarheid van hun samenwerking te bevorderen. Er moet naar sterkere synergie tussen de EU-beleidsterreinen worden gestreefd, zodat een werkelijk coherent ontwikkelingsbeleid tot stand kan komen. Sterkere complementariteit is vereist tussen het EU-beleid voor Afrika ten zuiden van de Sahara en dat voor het Middellandse Zeegebied. Bovendien moet worden gekeken naar de mogelijkheden voor intensievere coördinatie tussen de bestaande instrumenten van de EU en die van de lidstaten door aanpassing van het betrokken beleid, en tussen de juridische en financiële kaders (momenteel het Europees Ontwikkelingsfonds, het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument en het instrument voor ontwikkelingssamenwerking). Het bestuur en de effectiviteit van ons partnerschap moeten worden versterkt door onder meer een versterkte politieke en beleidsdialoog, een efficiënte uitvoeringsstructuur, de actieve betrokkenheid van de voornaamste belanghebbenden en de terbeschikkingstelling van passende middelen. Daartoe kan geleidelijk een pan-Afrikaans programma voor financiële steun tot stand worden gebracht. Betere interne coördinatie met de lidstaten en doeltreffender samenwerking met de Afrikaanse partners en opkomende donoren is van wezenlijk belang. Daarnaast is betere communicatie vereist om de bewustheid onder burgers en de participatie van de belanghebbenden te vergroten. Op deze wijze kunnen kennis en perceptie van de gezamenlijke inspanningen van de EU en Afrika worden verbeterd.

Om betere resultaten te verkrijgen, wordt in het eerstvolgende actieplan voorrang gegeven aan activiteiten:

- met een duidelijke regionale, continentale of mondiale dimensie, omdat daar de meerwaarde van de gemeenschappelijke strategie te vinden is;

- die een duidelijke meerwaarde bieden, gericht en gestroomlijnd functioneren en de complementariteit en coherentie met bestaande initiatieven en fora versterken, en aansluiten op de strategische prioriteiten, de organisaties en structuren en de mechanismen van Afrika op continentaal en regionaal niveau;

- met een zo sterk mogelijke participatie van een kritische massa van competente spelers aan beide zijden en de noodzakelijke politieke, menselijke en financiële middelen.

Op de aanstaande topontmoeting moeten Europa en Afrika een realistische visie op hun samenwerking in de komende jaren ontwikkelen en het model “van donorschap naar partnerschap” uitwerken in het volgende actieplan. Samen met de Europese Investeringsbank en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank moet worden bepaald op welke gebieden projecten met een sterke impact kunnen worden opgezet. Wederzijds voordelige situaties die de Afrikaanse en Europese politieke belangen en economische prioriteiten verenigen, moeten worden benut. Enorme kansen voor onze anderhalf miljard burgers liggen daarmee in het verschiet.
Afrika–EU bestrijkt acht thema’s: vrede en veiligheid; democratisch bestuur en mensenrechten; handel, regionale integratie en infrastructuur; de millenniumdoelen voor ontwikkeling; energie; klimaatverandering; migratie, mobiliteit en werkgelegenheid; wetenschap, informatiemaatschappij en technologie.