Toelichting bij COM(2007)694 - Europees i2010-initiatief voor e-inclusie "Deelnemen aan de informatiemaatschappij" [SEC(2007) 1469] [SEC(2007) 1470]

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

NL

1.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN


Brussel, 8.11.2007

COM(2007) 694 definitief


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Europees i2010-initiatief voor e-inclusie

"Deelnemen aan de informatiemaatschappij"

[SEC(2007) 1469]
[SEC(2007) 1470]

1.Samenvatting

Informatie- en communicatietechnologie (ICT) is voor veel mensen overal in Europa van groot belang geworden. Een actief gebruik van ICT staat vaak gelijk met meer arbeidsperspectieven, meer informatie en meer sociale relaties. ICT draagt bij tot vooruitgang in de sociale dienstverlening, de gezondheidszorg en het onderwijs, verhoogt de productiviteit en schept talrijke commerciële mogelijkheden.

Onder e-inclusie worden maatregelen verstaan die een inclusieve informatiemaatschappij helpen creëren, dat wil zeggen een informatiemaatschappij voor iedereen. Doel is iedereen die dat wil, in de gelegenheid te stellen ten volle aan de informatiemaatschappij deel te nemen, ondanks eventuele individuele of sociale achterstand. E-inclusie is noodzakelijk voor sociale rechtvaardigheid in de kennismaatschappij, maar ook om economische redenen, namelijk om de potentiële productiviteitsgroei in de kennismaatschappij ten volle te benutten en de kosten van sociale en economische uitsluiting te verminderen. Ten slotte houdt een inclusieve informatiemaatschappij ook grote marktkansen voor de ICT-sector in.

E-inclusie draagt in belangrijke mate bij aan de doelstellingen van "i2010 – Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid" 1 , namelijk economische en sociale vooruitgang, en dus ook aan de Lissabonagenda. Het gebrek aan breedband, toegankelijkheid en digitale vaardigheden verhelpen, levert immers ook nieuwe banen en diensten op. Volgens de eerste schattingen kan e-inclusie in de EU in vijf jaar 35 à 85 miljard euro opleveren.

In het kader van i2010 is het belang van e-inclusie erkend. De lidstaten, de Europese Commissie, het bedrijfsleven en ngo's die gebruikers vertegenwoordigen, hebben tal van acties ondernomen om e-inclusie in de hand te werken. Een mijlpaal was de ministeriële 'verklaring van Riga' van 2006 over ICT voor een inclusieve informatiemaatschappij 2 . Daarin werden voor 2010 concrete doelstellingen voor het gebruik en de beschikbaarheid van internet, digitale vaardigheden en de toegankelijkheid van ICT vastgesteld.

Ondanks al deze waardevolle initiatieven is er nog onvoldoende vooruitgang geboekt en zullen de meeste doelstellingen van Riga wellicht niet worden gehaald. Dit is te wijten aan te veel versnippering en te weinig samenwerking.

Gezien het belang van ICT wordt geen toegang hebben tot of geen gebruik maken van ICT steeds meer een belangrijke vorm van sociale en economische uitsluiting. De aanhoudende digitale kloof tast de samenhang en de welvaart aan.

Daarom moet er veel meer worden gedaan om e-inclusie te bewerkstellingen en de doelstellingen van Riga te verwezenlijken. EU-maatregelen zijn gerechtvaardigd om gelijke rechten in de informatiemaatschappij te garanderen, de samenhang van de interne markt te versterken en e-inclusie te coördineren.

Ten eerste moet e-inclusie meer zichtbaarheid krijgen en moeten politici en stakeholders zich sterker engageren. Ten tweede moeten de noodzakelijke omstandigheden (betaalbare en toegankelijke technologie en de nodige ICT-vaardigheden) worden geschapen, zo nodig met behulp van wetgeving. Om doeltreffende en inclusieve op ICT steunende diensten te kunnen leveren, moeten de stakeholders bovendien meer concrete prioriteiten stellen en meer coherentie nastreven.

Hiertoe wordt in deze mededeling een Europees initiatief voor e-inclusie 3 voorgesteld. Het omvat:

A) een e-inclusiecampagne "e-inclusie, doe mee!" met het oog op bewustmaking en coördinatie van de inspanningen in de loop van 2008. Deze campagne zal worden afgerond met een ministeriële conferentie waarop concrete verwezenlijkingen zullen worden gepresenteerd en sterkere verbintenissen zullen worden aangegaan; en

B) een strategisch actiekader om de ministeriële verklaring van Riga ten uitvoer te leggen, met name door:

1. iedereen de mogelijkheid geven om aan de informatiemaatschappij deel te nemen, door het gebrek aan breedband, toegankelijkheid en vaardigheden te verhelpen;

2. de effectieve participatie te bespoedigen van groepen die het risico lopen uitgesloten te worden, en hun levenskwaliteit verbeteren;

3. de e-inclusiemaatregelen te integreren met het oog op een maximaal en blijvend effect.

2.Stand van zaken en uitdagingen voor de toekomst

In de ministeriële verklaring van Riga van 2006 zijn doelstellingen voor 2010 vastgesteld. Als de huidige trends aanhouden, wordt het echter zeer moeilijk om de meeste van deze doelstellingen in de hele EU te halen. Wel zijn er binnen Europa grote verschillen en presteren sommige regio's goed. De sociale verschillen in het ICT-gebruik zijn hardnekkig en worden in sommige gevallen nog groter.

2.

Vorderingen met de doelstellingen van de ministeriële verklaring van Riga


ØInternetgebruik: de kloof tussen de gemiddelde EU-bevolking en respectievelijk ouderen, mensen met een handicap, vrouwen, laaggeschoolden, werklozen en achtergebleven regio's halveren.

Eind 2006 was er nog steeds een grote kloof tussen de gemiddelde bevolking van de EU-27 (45% gebruikt regelmatig internet) en bepaalde groepen, met name 65-plussers (10% internetgebruikers), economisch inactieven (17% internetgebruikers) en laaggeschoolden (25% internetgebruikers). Uit projecties blijkt dat deze verschillen tegen 2010 niet gehalveerd zullen zijn.

ØBreedbanddekking: meer dan 90% van de EU-bevolking bereiken.

Deze doelstelling werd reeds eind 2006 gehaald (89% van de EU-bevolking heeft breedband), maar er zijn nog steeds verschillen tussen landen en regio's. Zo heeft bijvoorbeeld slechts 70% van de plattelandsbevolking breedband.

ØDigitale vaardigheden: de kloof tussen de gemiddelde EU-bevolking en bepaalde groepen die het risico lopen uitgesloten te worden, halveren.

Eind 2006 was er nog steeds een grote kloof tussen de gemiddelde bevolking van de EU-27 (59% had een minimum aan digitale vaardigheden) en bepaalde groepen, met name 65-plussers (17% digitale vaardigheden), economisch inactieven (27% digitale vaardigheden) en laaggeschoolden (35% digitale vaardigheden).

ØToegankelijkheid van overheidswebsites: alle overheidssites in overeenstemming brengen met de Web Content Accessibility Guidelines 1.0, wat met name van belang is voor mensen met een handicap.

Deze doelstelling was eind 2006 nog lang niet gehaald. Slechts een minderheid van de onderzochte overheidswebsites voldeed volledig aan de richtsnoeren.

Alle belangrijke categorieën stakeholders – individuele gebruikers, de ICT-sector, service providers en overheden – worden nog steeds geconfronteerd met een aantal obstakels dat vooruitgang in de weg staat.

2.1.Gebruikers en niet-gebruikers: velen nemen niet actief deel aan de informatiemaatschappij

Het gebruik van ICT, en met name van mobiele telefonie en internet, heeft snel ingang gevonden bij grote delen van de bevolking. De laatste jaren is de digitale kloof tussen mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, en werkenden en werklozen snel kleiner geworden. Toch blijven er hardnekkige structurele verschillen, die een grote uitdaging voor de toekomst vormen. Het gaat met name om de volgende verschillen:

·ICT heeft veel mensen vooruitgeholpen. Toch is er, door de markt of door andere obstakels, nog een ontoereikend aanbod aan toegankelijke ICT.

·De verschillen in digitale vaardigheden zijn hardnekkig. Terwijl er steeds meer gebruik wordt gemaakt van ICT en op ICT steunende diensten, blijven sommigen achterop, met name niet-werkenden en laaggeschoolden. Ook inhoud die niet beschikbaar is in een taal die de potentiële gebruikers begrijpen, blijft een hinderpaal vormen.

·Tussen scholen zijn er nog steeds verschillen in het aantal breedbandverbindingen, de beschikbaarheid van computers en de ICT-vaardigheden van de leraren. In het mkb wordt ICT in ongelijke mate benut.

·Hoewel de internetpenetratie blijft stijgen, maakt 50% van de Europese bevolking niet regelmatig gebruik van internet. Niet-gebruikers zijn vooral laaggeschoolden, economisch inactieven en ouderen.

·Ook de gebruikers kunnen een grotere inspanning leveren: in Europa is hun vertegenwoordiging nog steeds gefragmenteerd en relatief zwak in vergelijking met bijvoorbeeld de Verenigde Staten.

E-inclusiedoelstelling: de kloof op het punt van beschikbaarheid, toegankelijkheid en digitale vaardigheden dichten.

2.2.De ICT-sector en de service providers: inclusieve ICT-oplossingen zijn nog steeds ontoereikend en gefragmenteerd

Een aantal bedrijven doet grote inspanningen om e-inclusie te bevorderen, bijvoorbeeld door e-toegankelijkheid of opleidingen 4 . Toch is er nog steeds geen voldoende aanbod aan betaalbare en aan individuele behoeften aangepaste ICT-oplossingen. De ICT-sector en de providers moeten meer doen aan de volgende problemen:

·In sommige delen van Europa zijn nog steeds geen breedbandverbindingen beschikbaar, er is nog steeds een kloof tussen stad en platteland en de prijzen van breedbanddiensten lopen sterk uiteen.

·In veel landen is er nog steeds een gebrek aan e-toegankelijkheid, bijvoorbeeld wat betreft websites, digitale televisie, noodnummers en openbare informatieterminals. Er verschijnen ook nieuwe, ernstige belemmeringen voor de sector, die vaak het gevolg zijn van structurele markttekortkomingen en het gebrek aan een gemeenschappelijke aanpak op de interne markt. Technologie en diensten voor de massamarkt zijn vaak nog steeds niet voor iedereen ontworpen ("inclusive design"). E-toegankelijkheid vormt een onbenutte afzetmogelijkheid van miljarden euro's (mensen met een handicap maken naar schatting 15% van de EU-bevolking uit).

·In het algemeen is de situatie inzake e-toegankelijkheid beter in landen met een sterke regelgeving. Regelgeving vormt geen obstakel voor een volop concurrerende ICT-markt; integendeel, door wettelijke voorschriften inzake e-toegankelijkheid gelden voor alle bedrijven dezelfde spelregels en worden nieuwe commerciële mogelijkheden geschapen.

3.

E-inclusiedoelstelling: inclusieve ICT als levensvatbare en bloeiende markt mogelijk maken en stimuleren


2.3.Overheidsinstanties: de beleidsmaatregelen zijn onvoldoende gecoördineerd en doeltreffend

Op alle beleidsniveaus nemen allerlei overheidsinstanties initiatieven om e-inclusie te bevorderen. Dit gaat van het erkennen van een wettelijk recht op toegang tot en toegankelijkheid van ICT tot het verlenen van financiële steun voor e-inclusiemaatregelen. Ook de EU is zeer actief in het kader van haar beleidsagenda's voor de informatiemaatschappij, gegevensbescherming, sociale integratie en werkgelegenheid, overheidsopdrachten, onderzoek, onderwijs, cultuur en normalisatie. E-inclusie is een van de hoekstenen van het i2010-initiatief, waaruit concrete beleidsmaatregelen 5 zijn voortgekomen. In de ministeriële verklaring van Riga van 2006 is de basis gelegd voor een totaalaanpak waarbij prioriteiten worden gesteld en concrete doelstellingen worden afgesproken. Er moet echter nog veel worden gedaan:

·Het ontbreekt nog steeds aan voldoende besef, bewijzen en kennis van het verband tussen ICT-gebruik enerzijds en sociale en economische participatie anderzijds 6 .

·E-inclusie staat nog steeds niet altijd op de sociale, economische en technologische beleidsagenda en vaak is er geen of te weinig strategische samenwerking tussen de stakeholders rond gemeenschappelijke doelstellingen.

·Vaak zijn de activiteiten gefragmenteerd en is er te weinig coördinatie tussen overheid, maatschappelijke organisaties en bedrijven. Dit komt voor een deel doordat e-inclusie tal van facetten vertoont, waarvoor vaak verschillende ministeries verantwoordelijk zijn.

·Er ontbreekt vaak een doeltreffend wetgevingskader dat de rechten garandeert van gebruikers die het risico lopen van de interne markt uitgesloten te worden. Dit geldt met name voor e-toegankelijkheid: de wetgeving in Europa is zeer gefragmenteerd en niet doeltreffend genoeg. De desbetreffende EU-bepalingen worden op onsamenhangende wijze of helemaal niet toegepast, voornamelijk omdat ze niet bindend zijn, en de lidstaten hebben soms een zeer verschillende aanpak 7 . Dit staat een gemeenschappelijke benadering van e-toegankelijkheid in de weg, wat nadelig is voor veel gebruikers, maar ook voor de ICT-sector, die met een gefragmenteerde markt en uiteenlopende voorschriften wordt geconfronteerd.

4.

E-inclusiedoelstelling: coherentere en efficiëntere beleidsmaatregelen en wetgeving inzake e-inclusie


3.De uitdagingen aanpakken: het Europese i2010-initiatief voor e-inclusie

Als de hierboven genoemde problemen worden aangepakt, zal concrete vooruitgang worden geboekt met de verwezenlijking van de doelstellingen van i2010 en Riga inzake e-inclusie. Ten eerste beoogt het Europese initiatief voor e-inclusie mensen beter bewust te maken van de belangrijke bijdrage die e-inclusie kan leveren aan de levenskwaliteit, de economische groei en de werkgelegenheid, en de voornaamste verbintenissen van Riga te versterken. Dit initiatief brengt geen administratieve of financiële lasten op EU-niveau met zich.

"E-inclusie, doe mee!": bewustmaking en coördinatie van de inspanningen

-In 2008 zal de Commissie op basis van een oproep tot bijdragen een speciale campagne ("E-inclusie: doe mee!") voeren, die initiatieven, evenementen en resultaten inzake e-inclusie uit heel Europa in de kijker zet.

-Eind 2008 zal de Commissie een ministeriële conferentie op hoog niveau over e-inclusie organiseren. Doel is allerlei succesvolle initiatieven op het gebied van e-inclusie samen te brengen, bekend te maken en met een Europese e-inclusieprijs te bekronen, over de stand van zaken na te denken en nieuwe krachtlijnen voor de toekomst uit te tekenen.

Ten tweede vormt het Europese initiatief voor e-inclusie een actiekader. Doel is voort te bouwen op de bestaande activiteiten, synergie tussen deze activiteiten tot stand te brengen, leemten aan te vullen en e-inclusie een grotere impact te geven door een reeks coherente acties op drie gebieden:

·de noodzakelijke voorwaarden scheppen voor een informatiemaatschappij waaraan iedereen kan deelnemen;

·de effectieve participatie bespoedigen van groepen die het risico lopen uitgesloten te worden, en hun levenskwaliteit verbeteren;

·de e-inclusiemaatregelen integreren met het oog op een maximaal en blijvend effect.

3.1.De noodzakelijke voorwaarden scheppen voor een informatiemaatschappij waaraan iedereen kan deelnemen

Noodzakelijke voorwaarden voor deelname aan de informatiemaatschappij zijn dat er betaalbare en toegankelijke ICT beschikbaar is en dat de mensen ermee kunnen omgaan. Veel mensen kunnen echter nog steeds niet ten volle van de mogelijkheden van ICT gebruikmaken omdat niet aan die noodzakelijke voorwaarden is voldaan. Sommigen hebben geen fysieke toegang tot ICT-producten en -diensten, voor anderen is het gebruik van ICT onbetaalbaar. Om ten volle profijt te kunnen trekken van de informatiemaatschappij, zijn bovendien voldoende snelle breedbandverbindingen nodig. Over een paar jaar zal een minimumsnelheid van 20 Mbps nodig zijn voor diensten zoals telegeneeskunde, die van groot belang zijn voor mensen die het risico lopen uitgesloten te worden, en met name voor de groeiende groep ouderen. Voorts is er behoefte aan bewustmaking en scholing van gebruikers over de risico's die verbonden zijn aan de verwerking van persoonsgegevens via ICT-netwerken, bijvoorbeeld identiteitsdiefstal, discriminerende profilering en voortdurende bewaking 8 .

Veel mensen met een handicap worden nog steeds met obstakels voor e-toegankelijkheid geconfronteerd. In de mededeling van 2005 over e-toegankelijkheid 9 werd aangekondigd dat in 2007 verdere maatregelen zouden worden voorgesteld, waaronder zo nodig nieuwe wetgeving. Uit Europees opinieonderzoek en uit de openbare raadpleging die aan deze mededeling voorafging, blijkt dat er onvoldoende vooruitgang is geboekt. Verscheidene landen hebben maatregelen genomen en wetgeving vastgesteld, maar het effect daarvan blijft soms beperkt door een gebrekkige toepassing. Daarom is het belangrijk dat de EU duidelijke voorschriften en mechanismen vaststelt, zoals het Europees Economisch en Sociaal Comité onlangs heeft gevraagd 10 . Dit moet nu gebeuren, voordat uiteenlopende nationale maatregelen de markt nog meer fragmenteren en voordat nieuwe massamarkttechnologie zoals digitale televisie op grote schaal wordt toegepast. Wetgeving moet gepaard gaan met flankerende, niet-regelgevende maatregelen zoals proefprojecten, onderzoek en promoting. Ook de internationale samenwerking inzake e-toegankelijkheid moet worden voortgezet.

Ten slotte moet iets worden gedaan aan het probleem dat veel mensen die het risico lopen uitgesloten te worden, de nodige digitale vaardigheden missen.

5.

De breedbandkloof dichten


-De Commissie zal regionale initiatieven voor een inclusieve informatiemaatschappij steunen via thematische netwerken in het kader van haar initiatief "Regio's voor economische verandering" 11 . Het Cohesiefonds zal verder in kennis investeren in gebieden waar het aan commerciële ICT-infrastructuur en -diensten ontbreekt.

-Onder meer met behulp van de Structuurfondsen en het Europees Fonds voor plattelandsontwikkeling moeten de regionale en lokale overheden in de EU extra inspanningen leveren om de breedbandkloof te dichten en een inclusieve informatiemaatschappij te bevorderen, met name in afgelegen gebieden en op het platteland. Zij moeten steun verlenen voor zowel infrastructuur als e-diensten en toepassingen voor de burger (e-gezondheid, e-overheid, e- learning en e-inclusie).

-In het kader van het programma ter ondersteuning van het ICT-beleid ("ICT-PSP") zal de Commissie een webplatform voor regionale initiatieven voor de informatiemaatschappij ondersteunen en een enquête houden over EU-steun voor regionale projecten in verband met de informatiemaatschappij.

6.

De e-toegankelijkheidskloof dichten


-De ICT-sector moet zich er snel toe verbinden om tegen 2008-2010 privacyvriendelijke oplossingen aan te bieden zodat personen met zintuiglijke, lichamelijke en/of verstandelijke beperkingen gebruik kunnen maken van digitale televisie (toegankelijke DTV) en elektronische communicatie ("total conversation"). Doel is met name toegang te bieden tot nooddiensten en voor interoperabiliteit te zorgen (overeenkomstig de voorgestelde herziening van de e‑communicatierichtlijnen), voortbouwend op de huidige samenwerking met de gebruikers.

-Het bedrijfsleven en de gebruikers moeten verder met de Europese normalisatie-instanties samenwerken met het oog op meer standaardisering, met name bij overheidsopdrachten voor toegankelijke ICT-producten en -diensten. Zij moeten ook blijven samenwerken om uiterlijk eind 2008 een Europees opleidingsprogramma voor inclusief ICT-ontwerp op te zetten.

-De lidstaten worden verzocht meer werk te maken van de voorschriften inzake e‑toegankelijkheid in de huidige EU-wetgeving en tegen midden 2008 een stappenplan voor de toegankelijkheid van overheidswebsites overeen te komen.

-De Commissie zal in het kader van het ICT-PSP voor 2007 een proefproject voor toegankelijke digitale televisie medefinancieren. Voorts is zij van plan in het kader van het ICT-PSP voor 2008 steun te verlenen voor een proefproject voor 'total conversation' en een gemeenschappelijke aanpak van de toegankelijkheid van internet, met name door een Europese benchmarkingmethode. Via het zevende kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling ("KP7") zal zij steun blijven verlenen voor onderzoek naar e-toegankelijkheid en technologische hulpmiddelen.

-Met het oog op gelijke rechten en een doeltreffende interne markt zal de Commissie werken aan een horizontale wetgevingsaanpak voor een toegankelijke informatiemaatschappij. Na een openbare raadpleging en een effectbeoordeling in de eerste helft van 2008 zal de Commissie eventueel in de tweede helft van 2008 een voorstel indienen voor wetgeving inzake e-toegankelijkheid. Tegelijk is de Commissie van plan haar voorstellen aan het Europees Parlement en de Raad over de e‑toegankelijkheidsdimensie in de herziene EU-richtlijnen inzake elektronische communicatie aan te scherpen.

7.

Het tekort aan digitale vaardigheden verhelpen


-Overeenkomstig de verbintenissen van Riga en de aanbeveling inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren 12 dragen overheden op alle niveaus, alsook het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties een grote verantwoordelijkheid in het verbeteren van digitale vaardigheden. De onderwijs- en opleidingsstelsels spelen een centrale rol in het aanleren van digitale vaardigheden. De overheden worden verzocht om, in samenwerking met het bedrijfsleven, in 2008 extra inspanningen te leveren om opleidingen in e‑vaardigheden en digitale geletterdheid te bevorderen, met name ten behoeve van mensen die het grootste risico lopen uitgesloten te worden.

-Overeenkomstig de verklaring van Riga verricht de Commissie, met advies van een groep deskundigen inzake digitale geletterdheid, een pan-Europees onderzoek naar digitale vaardigheden. Tegen eind 2008 zal zij richtsnoeren opstellen voor een beleid inzake digitale vaardigheden voor kwetsbare groepen.


3.2.De effectieve participatie bespoedigen van doelgroepen die het risico lopen uitgesloten te worden, en hun levenskwaliteit verbeteren

De noodzakelijke voorwaarden scheppen volstaat niet. Daarnaast moet ook het effectieve gebruik van op ICT steunende diensten worden gestimuleerd en moeten mensen door onderwijs en opleiding de kans krijgen om hun vaardigheden te verbeteren. De e‑inclusiemaatregelen moeten vooral gericht zijn op mensen die het risico lopen uitgesloten te worden, die geneigd zijn om weinig van ICT gebruik te maken en daardoor de kans missen om hun levenskwaliteit te verbeteren. In de verklaring van Riga wordt een aantal doelgroepen genoemd, waaronder ouderen, mensen met een handicap en culturele minderheden. In dit verband zijn leermiddelen voor specialebehoeftenonderwijs op internet van belang.

Integratie van maatschappelijk achtergestelde groepen door moderne openbare e‑diensten

-Overheden worden verzocht hun inspanningen op het gebied van een inclusieve e‑overheid en e-participatie sterk op te voeren overeenkomstig de ministeriële verklaring van Lissabon van september 2007 over e-overheid. Dit is de meest directe manier om integratie te bevorderen, met name als het gaat om sociale diensten die rechtstreeks in contact staan met mensen die het risico lopen uitgesloten te worden.

-Via het ICT-PSP en de e-participatieprogramma's zal de Commissie steun verlenen voor de uitwisseling en analyse van good practices en voor proefprojecten met innovatieve oplossingen.

8.

Omgaan met vergrijzing, gezondheidsproblemen en handicaps in de informatiemaatschappij


-Het bedrijfsleven, de gebruikersorganisaties, de lidstaten en de Commissie moeten het EU-actieplan 'Gezond ouder worden in de informatiemaatschappij' 13 uitvoeren. Dit vormt een belangrijke bijdrage voor de e-inclusietop van eind 2008.

-De Commissie zal verder steun verlenen voor onderzoek naar op ICT steunende, innovatieve oplossingen in verband met vergrijzing, handicaps en gezondheid, en voor de toepassing daarvan. Voorts zal zij een agenda opstellen voor ICT voor actief ouder worden op het werk.

-Begin 2008 zal de Commissie een aanbeveling publiceren over interoperabiliteit in de e‑gezondheidszorg. Het betreft met name belangrijke gegevens in het kader van de e‑gezondheidsinfrastructuur, zoals patiëntgegevens en noodgegevens. In 2008 zal zij ook een nieuw Europees initiatief voor telegeneeskunde opzetten met steun van het ICT-PSP.

9.

Verkennen van op ICT steunende kansen voor gemarginaliseerde jongeren en migranten die het risico lopen uitgesloten te worden


-Het is vooral aan het bedrijfsleven en de overheden in de Europese landen om te onderzoeken hoe nieuwe technologie innovatieve diensten mogelijk kan maken en mensen, in het bijzonder jongeren die het risico lopen uitgesloten te worden, migranten en culturele minderheden, mondiger kan maken, met name door meertalige en aangepaste inhoud.

-De Commissie zal nieuwe deelgebieden van e-inclusie ondersteunen door de uitwisseling van good practices en gerichte projecten in het kader van de EU-programma's voor onderzoek en toepassing (KP7 en ICT-PSP).


3.3.De e-inclusiemaatregelen integreren met het oog op een maximaal en blijvend effect

Met het oog op een maximaal en blijvend effect moeten de beleidsagenda's van de EU en de lidstaten op elkaar worden afgestemd, moet e-inclusie op alle betrokken beleidsgebieden worden gemainstreamd en moeten de maatregelen beter worden gecoördineerd. Vrijwillige afspraken van bedrijven over e-inclusie moeten ten volle door de Europese en nationale overheden worden gesteund. Ook gebruikersorganisaties moeten nauwer samenwerken op het gebied van e-inclusie.

10.

Een groter en duurzamer effect door mainstreaming en coördinatie


-Bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden moeten hun inspanningen inzake e-inclusie beter coördineren en worden verzocht hun krachten te bundelen in een open partnerschap voor e-inclusie dat voortbouwt op de bestaande samenwerkingsverbanden. De Commissie zal verder steun verlenen aan gebruikersorganisaties zodat zij, in overleg met de i2010-groep op hoog niveau, hun inspanningen op het vlak van e-inclusie kunnen opvoeren.

-Beleidsmakers op alle niveaus worden verzocht de mogelijkheden van ICT voor het sociaal en economisch beleid te onderzoeken en omgekeerd ook bij beleidsinitiatieven in verband met ICT en in de desbetreffende effectbeoordelingen rekening te houden met sociale integratie, non-discriminatie en toegankelijkheid.

-In reactie op het verzoek van het Europees Parlement om initiatieven inzake de digitale rechten van gebruikers 14 zal de Commissie de bestaande rechten en plichten van de consument in de digitale omgeving verduidelijken.

-De Commissie zal in 2008 verder aan sociale integratie bijdragen met de herziening van i2010, de mededeling over de universele dienst op het gebied van elektronische communicatie en de internationale strategie van de EU voor de informatiemaatschappij. Voorts zal de toegankelijkheid van ICT aan bod komen in de derde fase van het actieplan voor personen met een handicap, die eind 2007 moet worden goedgekeurd, en bij de follow-up van de VN-conventie over de rechten van personen met een handicap. De Commissie werkt ook aan een effectbeoordeling van mogelijke maatregelen in aanvulling op de huidige EU-antidiscriminatiewetgeving op grond van artikel 13 van het EU-Verdrag.

-Ten slotte zal de Commissie het goede voorbeeld geven door de Europa-website gebruiksvriendelijker, meertaliger en toegankelijker te maken.

11.

E-inclusie beter begrijpen en de vooruitgang vergelijken


-De Commissie zal e-inclusie beter monitoren en analyseren, en de vooruitgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen van Riga jaarlijks evalueren aan de hand van een reeks indicatoren (het 'Rigadashboard').

-De Commissie zal verdere enquêtes en studies laten uitvoeren, onder andere over belemmeringen voor technologische hulpmiddelen, adaptieve leermiddelen, e-inclusie en sociaal kapitaal, het sociale en economische effect van ICT, en de perceptie van de informatiemaatschappij.

4.Conclusies

De rol die de informatiemaatschappij kan spelen in economische en sociale participatie, moet duidelijk op de Europese economische en sociale agenda worden geplaatst. In deze mededeling, die bijdraagt tot de Lissabonagenda, gebaseerd is op i2010 en voortbouwt op de ministeriële verklaring van Riga over e-inclusie, wordt een integrale e-inclusiestrategie gepresenteerd. Doel is obstakels in de informatiemaatschappij uit de weg te ruimen, ICT maximaal te laten bijdragen tot economische en sociale inclusie en commerciële mogelijkheden op dit gebied te stimuleren.

De Commissie verzoekt het Europees Parlement, de lidstaten, de regio's en de stakeholders de daad bij het woord te voegen en e-inclusie in de praktijk te brengen met ruggensteun van de in deze mededeling vermelde beleidsmaatregelen. Deze gezamenlijke inspanningen zullen commerciële mogelijkheden helpen scheppen en bijdragen tot een toegankelijke en inclusieve informatiemaatschappij waaraan iedereen op gelijke wijze kan deelnemen.

(1) COM(2005) 229.
(2) Ministeriële conferentie van Riga over 'ICT voor een inclusieve samenleving', 11-13.6.2006.
(3) Op basis van feedback van de i2010-groep op hoog niveau en de i2010-subgroep e-inclusie, overleg met stakeholders, een openbare internetraadpleging, studies en een effectbeoordeling.
(4) Zie bijvoorbeeld het paper 'Moving Towards a Fully Inclusive Digital Europe' van de EICTA.
(5) Met name inzake e-toegankelijkheid (COM(2005) 425), de breedbandkloof (COM(2006) 129), een inclusieve elektronische overheid (COM(2006) 173), ICT en ouderen (COM(2007) 332) en e-vaardigheden (COM(2007) 496).
(6) Wel komt ICT al sinds het begin aan bod in het Actieplan voor personen met een handicap (COM(2003) 650).
(7) Zie de verslagen van de INCOM-COCOM-werkgroep over de wettelijke bepalingen van de EU inzake e-toegankelijkheid en de studie 'Measuring e-Accessibility in Europe'.
(8) Deze worden besproken in de mededeling over technologieën ter bevordering van de persoonlijke levenssfeer (COM(2007) 228).
(9) COM(2005) 425.
(10) Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de toekomstige wetgeving op het gebied van elektronische toegankelijkheid (TEN/295, 30 mei 2007).
(11) COM(2006) 675 definitief.
(12) Aanbeveling 2006/962/EG van het Europees Parlement en de Raad.
(13) COM(2007) 332.
(14) Niet-wetgevende resolutie over het vertrouwen van de consument in de digitale omgeving (INI/2006/2048).