Toelichting bij COM(2007)581 - Belangen van Europa: Succes boeken in het tijdperk van globalisering Bijdrage van de Commissie aan de bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders in oktober

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

1.

Brussel, 3.10.2007 COM(2007) 581 definitief


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ

VAN DE REGIO'S

De belangen van Europa: Succes boeken in het tijdperk van globalisering

Bijdrage van de Commissie aan de bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders in

oktober

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ

VAN DE REGIO'S

De belangen van Europa: Succes boeken in het tijdperk van globalisering

Bijdrage van de Commissie aan de bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders in

oktober

Inleiding

De afgelopen jaren heeft ons antwoord op de globalisering een belangrijke plaats ingenomen in de politieke agenda van de EU. Het opnieuw lanceren van de strategie van Lissabon in het voorjaar van 2005 heeft Europa weer op de rails gezet om te concurreren, wat een belangrijke voorwaarde is voor het creëren van groei en werkgelegenheid in de moderne mondiale economie. Op hun informele bijeenkomst in Hampton Court in oktober 2005 hebben de staatshoofden en regeringsleiders vastgesteld welke de belangrijkste uitdagingen zijn die uit de globalisering voortvloeien op gebieden zoals energie, migratie, onderwijs en demografie1. Op de Europese Raad in 2006 is besloten naar een hogere versnelling over te schakelen bij de uitvoering van de nieuwe strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid om op die manier de Europese economie in de juiste richting te helpen. In 2007 werd men het erover eens Europa het initiatief te laten nemen om de klimaatverandering aan te pakken en een Europese strategie voor veilige, duurzame en concurrerende energie te ontwikkelen – kortom: een derde industriële revolutie voor Europa in te luiden.

Tegelijkertijd is het grote publiek zich sterker bewust geworden van de globalisering. De invloed van de globalisering valt in alle sectoren van de samenleving waar te nemen – zij opent deuren, schept nieuwe mogelijkheden, wekt verwachtingen. Bepaalde basisveronderstellingen over de wereldeconomie en de berekening van het nationale economische belang zijn op losse schroeven komen te staan. De globalisering heeft nieuwe verwachtingen doen ontstaan over de wijze waarop de overheid de burgers moet helpen zich aan veranderingen aan te passen. De Europese Unie moet alle draden van het globaliseringsdebat bundelen en zij moet een gemeenschappelijk antwoord bieden op de moeilijkste van alle uitdagingen, namelijk de burgers duidelijk maken dat de EU het beste instrument is om de Europeanen te helpen de globalisering mede vorm te geven.

Bijdrage van de Commissie: ' Europese waarden in een geglobaliseerde wereld ' - COM(2005) 525 van

In vijftig jaar Europese integratie zijn de economische vooruitzichten van de lidstaten sterker met elkaar verweven geraakt dan ooit tevoren, wat ongekende sociale vooruitgang heeft gebracht. Het is daarom voor Europa absoluut noodzakelijk om efficiënt op de veranderingen in de wereldeconomie te reageren. Dit is alleen mogelijk wanneer het zich actief inzet voor de bevordering van het Europese belang als specifieke doelstelling en een coherente strategie biedt die met actie op nationaal niveau alleen niet kan worden bereikt. Het Europees belang moet in detail worden omlijnd, het moet met nadruk naar voren worden gebracht, worden verdedigd en bevorderd, wil men dat Europa een adequaat platform voor de toekomst biedt2.

Dit document moet de staatshoofden en regeringsleiders op hun informele bijeenkomst op 18/19 oktober als basis voor een discussie over beleidsstrategie dienen. Het document schetst de volgende stappen op de twee jaar geleden uitgezette koers en gaat met name in op de bijdrage van de strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid als grondslag voor de houding van Europa ten opzichte van de globalisering.

I. Aanpassing aan de globalisering

In Hampton Court maakte de Europese Unie duidelijk op welke gebieden een politiek antwoord van de EU noodzakelijk is. Daarbij kwam men tot het inzicht dat de EU met 27 lidstaten voor het Europese continent de mogelijkheid openlegt om haar gewicht in de schaal te leggen, met een kritische massa en een bereik dat ten volle in haar voordeel moet worden benut. De Europese Unie en haar lidstaten kunnen hun burgers een eigen Europees antwoord op de een aantal complexe wereldwijde uitdagingen bieden.

Samen met het bewustzijn van het unieke potentieel dat de Europese Unie biedt wordt een nieuw vertrouwen zichtbaar in het vermogen van de Unie de politieke agenda in de praktijk waar te maken. De twijfels over het prestatievermogen van de EU zijn weggenomen door de doortastende beslissingen die op de voorjaarsbijeenkomst 2007 zijn genomen en door de vooruitgang die op de weg naar het hervormingsverdrag is geboekt.

Tegelijkertijd behaalt de EU-economie goede resultaten. De strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid heeft thans een centrale plaats in het proces van economische hervorming. Door de uitbreiding heeft de groei in Europa aan dynamiek gewonnen. Dankzij de uitbreiding van de interne markt met twaalf nieuwe lidstaten heeft de EU een efficiëntere arbeidsverdeling en schaaleconomie verwezenlijkt. Europa maakte in 2006 een sterke groei door en bereikte met 3,5 miljoen nieuwe arbeidsplaatsen een indrukwekkende werkgelegenheidsgroei. En, voor het eerst in tien jaar, is de schepping van werkgelegenheid gepaard gegaan met een verbetering van de productiviteit. Voor dit jaar wordt een groei van circa 2,75% verwacht dankzij de sterke prestaties van de wereldeconomie. Niettemin zijn door de recente financiële turbulentie en de te verwachten vertraging van de Amerikaanse economie de risico's voor 2008 aanzienlijk toegenomen. Tegen deze achtergrond heeft de EU een coherente en gewaarborgde beleidsrespons nodig. Een gedegen macro-economisch beleid is onontbeerlijk om de onzekerheid te verminderen. De euro is een rots van stabiliteit gebleken die de economie van de EU in haar geheel, en niet alleen de eurozone, heeft beschermd. De hervormingen van de afgelopen jaren hebben onze economieën resistent gemaakt en zullen ons helpen moeilijkheden te overwinnen.

Mededeling van de Commissie: 'Europa als wereldspeler: wereldwijd concurreren' - COM(2006) 567

2

De Europese Unie moet op deze fundamenten voortbouwen. In de EU zelf betekent dit een groter aanpassingsvermogen waarmee zij het welzijn van haar burgers – jong en oud, in de stad of op het platteland – in alle lidstaten een solide basis kan leggen. De achterliggende vrijheden van de interne markt en de doeltreffendheid van het dynamische concurrentiebeleid gaan samen met een actief cohesiebeleid dat nu door de groei- en werkgelegenheidsstrategie wordt aangedreven, waarbij de welvaart in alle lidstaten en regio's wordt verspreid en versterkt, de noodzaak indachtig de Europese solidariteitsbeginselen te vrijwaren.

Op extern vlak geniet de EU welvaart dankzij haar openheid tegenover de rest van de wereld – in economisch opzicht maar ook wat de uitwisseling op het gebied van cultuur en kennis en de erkenning wereldwijd van Europese waarden betreft. Als de grootste exporteur van goederen en diensten ter wereld, de grootste importeur van energie, de op één na grootste bron en bestemming van buitenlandse directe investeringen brengt een open mondiaal economisch stelsel de EU groot voordeel. Zij vergroot haar uitvoer van hoogwaardige landbouwproducten en moedigt landbouwers aan om op de vraag op de markt te reageren, wat ten goede komt aan ons leefmilieu en aan de continuïteit van de voedselvoorziening. Zij heeft er duidelijk belang bij dat de mondiale governance-regels op zodanige wijze worden vastgesteld dat deze haar belangen en waarden weerspiegelen. Terzelfder tijd heeft zij een bijzondere verantwoordelijkheid als een van de weinige spelers met het vermogen om globale problemen aan te pakken: veiligheid, klimaatverandering, armoede en internationale migratie. Als de belangrijkste donor wereldwijd van ontwikkelingshulp en de belangrijkste partner voor een groot aantal derde landen neemt de EU deze verantwoordelijkheden serieus en geeft zij haar steun aan mensenrechten en bevordert zij daadwerkelijk multilateralisme en duurzame ontwikkeling wereldwijd. De EU moet de beschikbare instrumenten ten volle benutten indien zij haar positie in deze tijd van globalisering wil versterken.

De EU werkt nu al aan talrijke aspecten van haar strategie die zij nodig zal hebben om de uitdaging van de globalisering met vertrouwen aan te gaan. Naarmate de globalisering het ritme van de verandering blijft versnellen moeten deze werkgebieden geïntensiveerd worden om de EU in staat te stellen mede aan de globalisering vorm te geven. In de komende maanden zal de Commissie nieuwe ideeën op tafel leggen om deze belangrijke uitdagingen aan te gaan: nieuwe concepten en ideeën die zijn gebaseerd op het streven van de EU naar open markten en eerlijke concurrentie. Het uit de weg ruimen van belemmeringen voor handel en investeringen blijft voor de EU een prioriteit, terwijl zij krachtig stelling neemt tegen oneerlijke praktijken in handel, investeringen en concurrentie.

Met de herziening van het intern beleid is al een begin gemaakt en de voorwaarden moeten ervoor worden geschapen dat Europa op adequate wijze op de globalisering kan reageren en over haar grenzen kan heenkijken:

Het meeste uit de interne markt halen. De interne EU-markt verschaft de Europeanen een solide basis om zich aan te passen aan de globalisering en structurele veranderingen. De Commissie legt de laatste hand aan een ambitieuze, algehele evaluatie van de interne markt die door de Europese Raad op zijn voorjaarsbijeenkomst 2007 werd verwelkomd3 en die ervoor moet zorgen dat de interne markt de motor blijft voor groei en werkgelegenheid in deze geglobaliseerde wereld. De interne markt maakt Europa aantrekkelijker voor investeerders en bedrijven van over de hele wereld en geeft haar meer invloed bij het vastleggen van regels en normen wereldwijd. Het doel is een Europa dat op een sterke,


3

innoverende en concurrentiële industriële basis kan steunen, dat de mogelijkheden van de dienstensector ten volle benut, waar de consumenten en ondernemers de voordelen van de interne markt ten volle benutten en waar Europese normen kunnen bijdragen tot de vaststelling van normen op internationaal vlak.

Hoe moeten wij op de nieuwe sociale realiteiten van Europa reageren? In het middelpunt van de thans lopende inventarisatie van de sociale realiteiten in Europa staan de grote veranderingen die zich voordoen in de werkgelegenheidspatronen, gezinsstructuren, levenswijzen en in traditionele ondersteunende structuren, die de groeiende demografische druk in een vergrijzende samenleving weerspiegelen. Dit vereist een nieuwe kijk op de sociale agenda met gevolgen op zowel nationaal als Europees niveau: wij zullen doeltreffender middelen nodig hebben om de rechten van de burgers op toegang tot werkgelegenheid, onderwijs, sociale diensten, gezondheidszorg en andere vormen van sociale bescherming overal in Europa te waarborgen. De globalisering staat bij deze nieuwe realiteit centraal: op gebieden waar de EU een rechtstreekse rol vervult, moet zij haar bestaande instrumenten en beleidslijnen beter aanpassen, maar ook op nieuwe beleidsstrategieën steunen, zoals het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, en moet zij zich ook verder sterk maken voor de rechtmatige verlangens van de mensen die de nadelen van de veranderde handelspatronen en de economische en sociale veranderingen ondervinden. Daarnaast moet de EU zich instellen op de noodzaak op nieuwe vormen van armoede in onze lidstaten te reageren.

Migratie in een globaliserend Europa. In een Europa zonder binnengrenzen komen de van oudsher bestaande ideeën over migratie van buiten de EU door de veranderende behoeften van een vergrijzende samenleving en een arbeidsmarkt in voortdurende ontwikkeling op losse schroeven te staan. Er is een nieuwe globale aanpak nodig om ervoor te zorgen dat ten aanzien van migratie het juiste evenwicht wordt gevonden tussen het risico van tekorten op de arbeidsmarkt, economische gevolgen, sociale gevolgen en de doelstellingen van het externe beleid.

Een duurzaam energiebeleid voor een koolstofarme toekomst. In de conclusies van de voorjaarsbijeenkomst 2007 van de Europese Raad werd een ambitieuze aanpak door de EU op het gebied van energie en klimaatverandering bepleit. Gestreefd wordt naar een geheel nieuw perspectief voor de Europese economie en de Europese samenleving. Voor eind 2007 zal de Commissie de belangrijkste wetgevingsvoorstellen hebben ingediend om deze doelstellingen tegen 2020 te realiseren. De EU op het pad naar een koolstofarme toekomst zetten vraagt enorme inspanningen maar biedt ook werkelijke kansen: in de eco-industrie4 zijn al meer personen werkzaam dan in de autoproductie of de farmaceutica, en de vastberadenheid van de EU daadkrachtig op te treden zal haar bij de ontwikkeling van nieuwe technologieën en het creëren van nieuwe arbeidsplaatsen een voorsprong geven.

Volgens de definitie van de OESO en Eurostat is eco-industrie te omschrijven als economische activiteiten die goederen en diensten produceren die het mogelijk maken milieuschade aan water, lucht en grond alsook problemen die verband houden met afval, lawaai en ecosystemen, te meten, te

4

Zorgen voor financiële stabiliteit. De jongste ontwikkelingen hebben aangetoond dat de stabiliteit op de in toenemende mate geglobaliseerde financiële markten voor onze economieën van vitaal belang is en in geen geval als vanzelfsprekend kan worden aangenomen. Transparante financiële markten, doeltreffende concurrentieregels en een adequate regelgeving en toezicht zullen voor zowel vertrouwen als rendement van cruciaal belang blijven. De noodzaak dat de euro zijn potentieel als belangrijke pool van stabiliteit en groei in de wereldeconomie ten volle kan vervullen betekent dat verder moet worden nagedacht over de vertegenwoordiging ervan in de internationale financiële instellingen.

Terzelfder tijd moet de Europese Unie naar buiten kijken om na te gaan op welke wijze de impact van de collectieve Europese inspanningen kan worden gemaximaliseerd en haar interne en externe beleidsdoelstellingen optimaal kunnen worden benut.

De externe dimensie mobiliseren. Een open mondiaal handelsstelsel is in het belang van de EU. De EU moet haar burgers, haar belangen en haar waarden weliswaar beschermen, maar protectionisme kan niet de oplossing zijn. Als de grootste handelaar en investeerder maakt onze openheid lagere kostenfactoren voor de industrie, lagere kosten voor de verbruikers, concurrentiestimulansen voor ondernemingen en nieuwe investeringen mogelijk. Terzelfder tijd is het belangrijk dat de EU haar invloed in internationale onderhandelingen gebruikt om ook van anderen openheid te verlangen: openheid kan slechts uit politiek oogpunt worden gerechtvaardigd wanneer anderen er positief op reageren. De EU moet ervoor zorgen dat derde landen onze exporteurs en investeerders een aangepast niveau van openheid bieden en dat onze basisregels niet afdoen aan ons vermogen onze belangen te beschermen en de stringente normen te vrijwaren die wij ter bescherming van gezondheid, veiligheid, milieu en consumenten op producten toepassen. Zij zal niet toestaan dat ondernemingen uit derde landen die in de EU zaken willen doen de in de interne markt geldende regels omzeilen. Voor iedereen gelden dezelfde regels – zoals de recente voorstellen van de Commissie over de interne energiemarkt laten zien. Voor het vertrouwen van zowel verbruikers als ondernemingen is vereist dat bij investeringen door derde landen aanvaarde marktbeginselen in acht worden genomen. De wijze waarop de EU haar regels toepast moet ook de veranderingen weerspiegelen die de globalisering in de verdeling van de activa en de deelnemingen in alle sectoren heeft teweeggebracht. Wij moeten steunen op de omvattende agenda voor het externe concurrentievermogen die de Commissie in november 20065 heeft voorgesteld en ons ervoor inzetten dat de markten wereldwijd worden opengesteld en nieuwe belemmeringen voor handel en investeringen aanpakken.

Mondiale regelgeving opzetten. De mondiale markt werkt het beste wanneer er gemeenschappelijke basisregels zijn. De EU heeft een goed ontwikkeld regelgevingskader dat is gebaseerd op jarenlange ervaring met het onderling in overeenstemming brengen van de verschillende benaderingswijzen van haar lidstaten en het juiste evenwicht te vinden zodat de handel kan gedijen en tevens een minimum aantal normen voor haar producten op gebieden zoals gezondheid en veiligheid in acht wordt genomen. Als resultaat van sectorale bilaterale besprekingen met derde landen wordt nu een nieuwe internationale aanpak zichtbaar die is gericht op samenwerking op het gebied van regelgeving, convergentie van normen en gelijkwaardigheid van regels. Deze aanpak moet in het belang van zowel de EU als haar partners verder worden ontwikkeld.


5

De sleutel tot het realiseren en implementeren van al deze maatregelen is de strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid. Het doel, van de EU een dynamische, concurrerende, op kennis gebaseerde maatschappij te maken blijft van fundamenteel belang. Het beleidsinstrumentarium van Lissabon brengt de verschillende beleidsgebieden bij elkaar en biedt een breder beeld van de wijze waarop de EU en de lidstaten kunnen samenwerken om de complexe problemen aan te pakken waaraan Europa nu het hoofd moet bieden. In het volgende deel van dit document wordt uiteengezet hoe de strategie van Lissabon in haar volgende fase verder zou moeten worden ontwikkeld om rekening te houden met de uitdagingen en de kansen van de globalisering en de basis voor de respons van Europa te leggen.

II. Verdieping van de hervormingen in de strategie van Lissabon voor

groei en werkgelegenheid

De Commissie is van oordeel dat het opnieuw op gang brengen van de strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid in 2005 een succes is geweest. Als geheel gezien heeft dit eraan bijgedragen het tempo van de hervorming te verhogen en de lidstaten te helpen moeilijke maar onontbeerlijke aanpassingen uit te voeren. De verbetering van de economische resultaten van de EU de laatste tijd is volgens de inschatting van de Commissie ten dele ook aan de strategie van Lissabon toe te schrijven.

(i) Meer groei en werkgelegenheid dankzij een betere coördinatie

De nieuwe governance van de strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid, waarbij de nadruk ligt op het partnerschap tussen het Europese niveau en het niveau van de lidstaten, beantwoordt aan de verwachtingen. De geïntegreerde richtsnoeren vervullen hun rol en ingrijpende veranderingen zijn niet nodig. Niettemin varieert het tempo waarmee zij worden omgezet in sterke mate. De lidstaten hebben uiteraard uiteenlopende uitgangspunten, maar zelfs wanneer men met dit feit rekening houdt, hebben sommige lidstaten zich meer bereid getoond dan andere om de uitdaging aan te gaan om naar een hogere versnelling over te schakelen. De 'de achterstand bij de uitvoering' kan niet buiten beschouwing worden gelaten.

De economieën van de lidstaten zijn sterk onderling afhankelijk geworden. Er bestaan aanzienlijke spillover-effecten tussen deze economieën. Welvaart in één lidstaat schept welvaart in de andere lidstaten; andersom heeft gebrek aan dynamiek in één economie een remmende werking op de andere economieën. In deze context zijn een gezond begrotingsbeleid en een verstandig beheer van de overheidsfinanciën van cruciaal belang: zij maken de weg vrij voor sterkere en duurzame groei, niet alleen omdat zij middelen vrijmaken voor belangrijke investeringen maar ook omdat zij de stabiliteit van de Europese economie en samenleving als geheel versterken.

Het is van groot belang dat achter de hervormingen vaart wordt gezet. De goedkeuring dit jaar van specifieke aanbevelingen per land is een grote stap vooruit; de lidstaten hebben gezamenlijk besloten wat elk van hen moet doen om zijn economie te hervormen. Dit is een eerste stap op de weg naar het soort versterkte coördinatie van het economisch beleid dat nodig is om de hervormingen ten volle te benutten.

Bij een intensieve beleidscoördinatie moeten de rol en het mandaat van de lidstaten en de instellingen rigoureus in acht worden genomen, en het zou bijzonder nuttig zijn daarbij de Lissabon–aanpak in de eurozone als uitgangspunt te nemen, waar spillover-effecten het krachtigst zijn en de noodzaak van een gemeenschappelijke agenda het sterkst is. Het hebben van een gemeenschappelijke munteenheid en een gemeenschappelijk monetair beleid geeft een extra dimensie aan de coördinatie, die de rol van de eurozone bij het scheppen van groei en werkgelegenheid in de gehele EU zou kunnen versterken. De Commissie zal ter gelegenheid van het feit dat de EMU tien jaar bestaat een omvattend overzicht van de werking ervan presenteren, met ideeën over de wijze waarop de coördinatie van beleid en governance kan bijdragen aan een optimale werking van de eurozone.

(ii) De beleidsoriëntaties

De vier prioritaire gebieden die door de Europese Raad van voorjaar 2006 zijn vastgelegd verschaffen het adequate kader voor een strategie zowel op EU- als op nationaal niveau: O&O en innovatie, een stimulerend bedrijfsklimaat, investeringen in menselijk kapitaal, en energie en klimaatverandering. Op elk van deze vier gebieden moet de agenda van de hervormingen worden verdiept, indien men wil dat het werkelijke potentieel voor groei en werkgelegenheid ten volle wordt benut.

Meer O&O en innovatie

De globalisering heeft het tempo van de veranderingen opgevoerd – op het gebied van technologie en ook wat ideeën betreft en de wijze waarop wij werken en leven. Slaagt Europa erin zijn potentieel inzake innovatie en creativiteit te benutten, dan kan het mede de richting van de veranderingen bepalen dankzij de specifieke Europese waarden en de culturele diversiteit waarvan het belang voor de Europese samenleving zo groot is6. Op dit gebied is de nadruk gelegd op verhoging van de uitgaven aan O&O en de lidstaten naderen intussen het streefpercentage van 3% van het BBP. Alle lidstaten hebben nationale doelstellingen vastgelegd; voor de openbare en met name voor de particuliere sector bestaat de uitdaging er nu in deze te bereiken.

Maar investeringen alleen zijn geen garantie voor verbetering van de O&O-resultaten. Wij hebben een markt nodig die de tijdsspanne tussen de innovatie en de nieuwe producten en diensten verkort. Europa moet zorgen voor de juiste voorwaarden waaronder onderzoek en innovatie kunnen gedijen – zoals aantrekkelijke loopbaanvooruitzichten voor onderzoekers, een modern IPR-systeem en interoperabele normen. Een kenniseconomie heeft vrij verkeer van ideeën en onderzoekers nodig, wat een 'vijfde vrijheid' toevoegt aan de vier vrijheden van de interne markt en een waarachtige Europese onderzoeksruimte in het leven roept.

Er moeten aanhoudend inspanningen worden geleverd om de problemen van de versnippering van middelen en de ontoereikende schaal van de activiteiten aan te pakken, en om de 'kennisdriehoek' van onderzoek, onderwijs en innovatie te ontwikkelen. Dat betekent dat de lidstaten moeten worden geholpen hun krachten op strategische onderzoeksgebieden te bundelen, het hoger onderwijs te moderniseren en, als aanvulling op het Europees Technologie-instituut, innoverende nieuwe infrastructuur tot stand te brengen. Op deze wijze zullen wij de beste onderzoekers aantrekken en baanbrekende technologieën bevorderen.


6

Een dynamischer bedrijfsklimaat

KMO's en ondernemerschap zijn hoog op de hervormingsagenda geplaatst. Nu gaat het erom het potentieel voor groei en het scheppen van werkgelegenheid van de KMO's geheel te ontsluiten en hun innovatiecapaciteit volledig te benutten. De Commissie zal de mening vragen van de KMO's en hun vertegenwoordigers die haar zullen helpen een 'wet ten behoeve van kleine bedrijven' voor Europa op te stellen om tegen eind 2008 met een groot aantal voorstellen voor ondersteuning van KMO's te komen.

De 'cultuur' die erop is gericht de regelgeving te verbeteren heeft in de gehele EU vaste voet gekregen: de instellingen moeten het goede voorbeeld geven. De Commissie heeft de wijze waarop zij nieuwe voorstellen uitwerkt en toezicht houdt op de tenuitvoerlegging van het bestaande acquis ingrijpend veranderd. Het Europees Parlement is eveneens begonnen effectbeoordelingen te gebruiken, maar de Raad gebruikt bij zijn werkzaamheden dit instrument nog niet.

De voordelen van een betere regelgeving moeten echter op alle niveaus voelbaar zijn. Alle lidstaten hebben ermee ingestemd doelstellingen vast te stellen om de administratieve lasten tegen 2012 met 25% te verminderen. Naast de vermindering van de bestaande lasten moet bijzondere aandacht worden gegeven aan de vraag of alle administratieve vereisten die uit de EU-wetgeving voortvloeien volledig op de KMO's moeten worden toegepast. De volgende etappe bestaat erin overheidsadministraties te moderniseren om ervoor te zorgen dat zij transparante en voorspelbare diensten alsmede effectieve beroepsmogelijkheden verschaffen.

Bevordering van inzetbaarheid en investering in menselijk kapitaal

Zowel de globalisering als technologische veranderingen brengen het risico met zich mee dat ongelijkheid toeneemt en de kloof tussen geschoolden en personen zonder scholing groter wordt. De beste oplossing bestaat erin eenieder te helpen zich aan te passen, door de kwaliteit en de beschikbaarheid van onderwijs en opleiding voor personen van alle leeftijden te verbeteren. Zoals recente studies hebben onderstreept7, volstaat het niet om hiertoe de investeringen te verhogen: de sleutel naar verbetering van de resultaten ligt in de modernisering van het beleid op het gebied van onderwijs en opleiding. Een van de zes jongeren verlaat de school zonder kwalificaties: zonder gerichte ondersteuning bestaat het gevaar dat deze jongeren uitgesloten worden van de kenniseconomie en dat zij zich door de veranderingen die de globalisering met zich meebrengt niet staande kunnen houden.

De belangstelling voor 'flexicurity' neemt toe. Zij kan mensen helpen in deze tijden van versnelde economische verandering met meer succes de overgang naar ander werk te maken. Door hun kwalificaties te vergroten en door bescherming eerder op mensen dan op bepaalde arbeidsplaatsen te richten, helpt flexicurity mensen aan beter betaalde en bevredigender jobs, of helpt het hen zelfs een eigen bedrijf te beginnen.

De Commissie heeft gemeenschappelijke beginselen voorgesteld die op de Europese Raad van december moeten worden behandeld. De lidstaten zouden daarmee over een basis beschikken van waaruit zij met de nationale sociale partners zouden kunnen werken om 'flexicurity' aan te passen aan de nationale omstandigheden en deze aanpak volledig in hun nationale hervormingsprogramma's te verwerken.


7

Er moet meer aandacht worden besteed aan actieve integratie en gelijke kansen. Ook moet adequate sociale bescherming worden bevorderd en de armoedebestrijding moet worden geïntensiveerd.

Energie en klimaatverandering

De ambitieuze doelstellingen die door de Europese Unie zijn gesteld met het oog op de vermindering van broeikasgassen en de bevordering van koolstofarme energie berusten hoofdzakelijk op twee elementen: enerzijds de overtuiging dat, met mechanismen zoals de handel die de markt het proces laat bepalen, fundamentele verandering economisch gezien binnen ons bereik ligt en, anderzijds, de zekerheid dat de bereidheid van de burgers om zich in te zetten voor hervorming thans aanzienlijk is. Met de twee wetgevingspakketten die dit najaar worden ingediend – waarvan het eerste betrekking heeft op de interne energiemarkt en het tweede op de naleving van de overeengekomen doelstellingen – wordt beoogd een ambitieus en doeltreffend kader vast te leggen voor een veilige, duurzame en concurrentiële energie voor een nieuwe generatie EU-maatregelen om emissies – van elektriciteitsproductie tot vervoer - te beperken. Terzelfder tijd vormt deze ambitieuze aanpak de best mogelijke basis voor internationale onderhandelingen die tot doel hebben de klimaatverandering op mondiaal niveau aan te pakken.

De strategie van Lissabon verschaft een kader voor de uitwerking van nationale maatregelen ter bevordering van een koolstofarme economie, zoals fiscale stimuleringsmaatregelen, en om na te gaan op welke wijze maatregelen die in één lidstaat doeltreffend zijn gebleken door andere lidstaten zouden kunnen worden opgepakt. Daarnaast kan de strategie een nieuwe ecologische aanpak van het industriële en innovatiebeleid bevorderen – om duurzame en milieuvriendelijke technologieën te stimuleren en te integreren.

III. Het voortouw nemen voor een globaal georiënteerd Europa

De EU moet haar burgers een overtuigende visie kunnen bieden van de wijze waarop Europa zich in een mondiale context aanpast aan nieuwe behoeften terwijl het ook haar eigen belangen beschermt en haar economische en sociale governance hervormt om zowel voor de huidige als voor de toekomstige generaties welvaart, solidariteit en veiligheid te vrijwaren. Uitdagingen van een dergelijke omvang kunnen slechts op doeltreffende wijze worden aangegaan door het partnerschap tussen de lidstaten en de Unie ten volle te benutten. Actieve betrokkenheid en een sterker verantwoordelijkheidsgevoel van alle actoren zijn absolute voorwaarden voor het welslagen van de strategie van Lissabon. Daartoe is van de lidstaten een engagement vereist om een competente, op wederkerigheid berustende communicatiestrategie tegenover de EU-burgers ten uitvoer te leggen.

De EU buigt zich op dit ogenblik over een groot aantal politieke initiatieven, elk waarvan een eigen logica en zijn eigen voorstanders heeft. Voor de Europese Raad zal het, zowel in oktober 2007 als in het voorjaar 2008, een bijzondere uitdaging zijn om deze verschillende initiatieven op elkaar af te stemmen om op coherente wijze te reageren op de interne en externe uitdagingen waaraan de EU in deze tijd van globalisering het hoofd moet bieden. Het is duidelijker dan ooit dat de Unie haar interne doelstellingen slechts kan bereiken wanneer zij op mondiaal niveau actief en verenigd is en dat zij haar interne beleid dienovereenkomstig moet afstemmen en soms moet aanpassen om externe doelen te bereiken. De EU en de lidstaten moeten hun krachten bundelen om de Europese actie vooruitgang te laten boeken.

Het is daarom de taak van iedere lidstaat de uitdaging van de economische en sociale hervorming aan te gaan en Europa – zowel op het niveau van de Unie als op nationaal niveau – te helpen het nodige te doen om van de globalisering te kunnen profiteren. Van haar kant zal de Commissie de in dit document beschreven initiatieven voorstellen, die zullen aantonen op welke wijze de Europese dimensie een lange-termijnvisie en een actiegebied kan bieden die verder gaan dan de mogelijkheden van de afzonderlijke lidstaten.

De informele Europese Raad biedt de gelegenheid om een alomvattend perspectief te presenteren en te bevestigen dat de in dit document genoemde werkgebieden wel degelijk de juiste maatregelen vertegenwoordigen. De Europese leiders moeten een duidelijk beeld hebben van de belangrijkste elementen van een Europese actie, en met name:

• over de belangrijkste boodschappen die aan de burgers moeten worden gericht over de reactie van Europa op de globalisering;

• over de wijze waarop de verschillende elementen van de interne en externe actie van de EU moeten worden samengebracht;

• over de wijze waarop de nationale en communautaire initiatieven kunnen worden gecoördineerd om ervoor te zorgen dat de burgers en consumenten hier maximaal voordeel bij hebben.

Op deze basis moet de Europese Raad van voorjaar 2008, die de belangrijkste jaarlijkse bijeenkomst is in het kader van de strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid, de verschillende beoogde strategieën op elkaar afstemmen, om te laten zien hoe onze nieuwe beleidsagenda, samen met een nieuwe politieke dynamiek, Europa tot een overtuigde en succesvolle speler in het tijdperk van globalisering te maken.