Toelichting bij COM(2007)440 - Nieuwe impulsen voor de Afrikaanse landbouw - Voorstel voor samenwerking op continentaal en regionaal niveau voor de ontwikkeling van de landbouw in Afrika

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52007DC0440

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Nieuwe impulsen voor de Afrikaanse landbouw - Voorstel voor samenwerking op continentaal en regionaal niveau voor de ontwikkeling van de landbouw in Afrika /* COM/2007/0440 def. */


[afbeelding - zie origineel document] COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

2.

Brussel, 24.7.2007


COM(2007) 440 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

Nieuwe impulsen voor de Afrikaanse landbouw Voorstel voor samenwerking op continentaal en regionaal niveau voor de ontwikkeling van de landbouw in Afrika

Nieuwe impulsen voor de Afrikaanse landbouw Voorstel voor samenwerking op continentaal en regionaal niveau voor de ontwikkeling van de landbouw in Afrika

1.

Inleiding



In deze mededeling worden beginselen en belangrijke gebieden voor EU-AU-samenwerking op het gebied van landbouwontwikkeling in Afrika voorgesteld die zijn toegespitst op het regionale en continentale niveau. Samenwerking op deze niveaus zal de ontwikkeling van de landbouw op het nationale niveau aanvullen en stimuleren, waarbij de intensiefste samenwerking op nationaal niveau zal blijven plaatsvinden. Hierbij wordt voortgebouwd op de beleidsrichtsnoeren die uiteengezet zijn in de 'Europese consensus' i en de EU-strategie voor Afrika i. Beide documenten benadrukken dat landbouw en plattelandsontwikkeling cruciaal zijn om de armoede in te dijken en de groei te stimuleren. De Gemeenschap heeft aangegeven dat zij zich, om bij te dragen tot de groei, zal toespitsen op de duurzame intensivering van de productie, het concurrentievermogen op de regionale en internationale markten en risicobeheer. Dit zou in Afrika vergemakkelijkt moeten worden door gebruik te maken van de technologische ontwikkeling, ondersteund door landbouwonderzoek en de vulgarisatie van de onderzoeksresultaten.

De samenwerking zal nauw aansluiten bij Afrika's landbouwagenda en is erop gericht de realisering van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDG's) sneller te laten verlopen. De groei van de landbouwsector op brede basis is van direct belang om de eerste MDG (het uitbannen van extreme armoede en honger) te bewerkstelligen, en vormt een sterke factor om de zevende MDG (het waarborgen van milieuduurzaamheid) te helpen bereiken.

De landbouw i blijft de economische basis voor de meeste armen in Afrika, en is goed voor ongeveer een derde van het BBP van Afrika en voor het merendeel van de werkgelegenheid. De landbouwproductie wordt gedomineerd door kleinschalige landbouwers, waarbij vrouwen een uiterst belangrijke rol spelen i. De landbouwproductie, -distributie en –verkoop hebben een rechtstreekse invloed op de voedselzekerheid en de voedingstoestand van de huishoudens. De groei van de landbouw heeft bovendien een sterk multipliereffect. Een hoger inkomen uit landbouw maakt ook dat in plattelandsgebieden sociale diensten op duurzame wijze en tegen een schappelijke prijs kunnen worden verleend en gebruikt. Bovendien is de wijze waarop landbouwers natuurlijke hulpbronnen gebruiken, van cruciaal belang voor de duurzaamheid van ecosystemen en voor de biodiversiteit.

Al is landbouw hoofdzakelijk een activiteit van de particuliere sector, toch zal een aanzienlijke inmenging van de openbare sector noodzakelijk zijn. Ten eerste is er duidelijk sprake van marktfalen, hetgeen negatieve gevolgen heeft gehad voor de sociaal en geografisch gemarginaliseerde groepen. Ten tweede zijn er externe gevolgen voor het milieu, en dit vereist regulering en inmenging van overheidswege om duurzaamheid te garanderen. Ten derde functioneert de landbouw veel beter daar waar de openbare sector efficiënter werkt.

Met de in deze mededeling opgenomen samenwerkingsgebieden wordt een kader voor bijstand op lange termijn uitgewerkt. Geografisch gezien ligt de nadruk op de Afrikaanse landen bezuiden de Sahara, waar de landbouwproblemen het dringendst zijn. Een continentale aanpak is evenwel ook relevant om de maatregelen te laten aansluiten bij de AU-initiatieven en omdat verschillende samenwerkingsgebieden i een pan-Afrikaanse dimensie zullen hebben.

3.

VOORUITZICHTEN OP HET GEBIED VAN DE LANDBOUWONTWIKKELING IN AFRIKA


Huidige uitdagingen

De landbouw in Afrika wint opnieuw aan economisch belang, zoals blijkt uit de duidelijke groei van de landbouwsector: 2,7% in 2002, 3,0% in 2003 en 5,3% in 2004. Een gunstige prijsontwikkeling voor een aantal producten heeft hiertoe bijgedragen, en een andere groeifactor waren de betere productievoorwaarden i. Om de armoede evenwel op duurzame wijze in te dijken zal de landbouwsector nog sneller moeten groeien, vooral in plattelandsgemeenschappen met lage inkomens, waar de landbouw waarschijnlijk de belangrijkste drijfkracht voor economische groei en de schepping van werkgelegenheid zal blijven.

De landbouwproductie en de groei van de landbouwsector in Afrika staan momenteel voor vele, met elkaar vervlochten uitdagingen. Teneinde deze aspecten uit te splitsen, werden zes gebieden vastgesteld om de samenwerkingsgebieden volgens prioriteit te ordenen i:

(i) uitwerking van een geïntegreerde en algemeen gedeelde visie op landbouwontwikkeling en de plaats ervan binnen een duurzame economische groei en de bestrijding van de armoede, en het omzetten van deze visie in een coherent ontwikkelingsbeleid, ondersteund door strategieën en middelen;

(ii) versterking van behoorlijk bestuur in de landbouwsector, door de rol van en de interactie tussen overheid, particuliere sector en burgermaatschappij te herdefiniëren, en door de verschillende organisaties meer mogelijkheden te geven om deel te nemen aan de formulering en uitvoering van het beleid;

(iii) verbetering van de duurzaamheid van de plattelandsproductiviteit en het vergroten van de voedingswaarde van de landbouwproducten, door een aantal erkende innovaties op het gebied van de technologie en het beheer op te waarderen, het onderzoek uit te breiden en dit beter af te stemmen op de landbouwsector;

(iv) ontsluiting van lucratieve afzetmarkten, door de fysieke toegankelijkheid te verbeteren en gebruik te maken van mogelijkheden op (niche)markten i, door producten en structuren die leiden tot hogere productieprijzen, en door middel van handelsbevordering, met inbegrip van betere sanitaire en fytosanitaire maatregelen;

(v) totstandbrenging van efficiëntere systemen voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen en het garanderen van een positief economisch rendement bij duurzaam gebruik;

(vi) vermindering van risico's en zwakheden zoals plagen, ziekten, prijsschommelingen, onzekerheid op de markt, klimaatverandering en slechte weersomstandigheden.

Afri ka’s landbouwagenda

Om de landbouwontwikkeling te bevorderen, hebben de AU en het NEPAD het alomvattend programma voor landbouwontwikkeling in Afrika (CAADP) opgezet, terwijl staatshoofden overeengekomen zijn het aandeel van landbouw en plattelandsontwikkeling in de nationale begrotingen aanzienlijk te verhogen i. Bovendien is binnen de AU een algemene visie over de landbouw en over de te bereiken doelstellingen tegen 2015 tot stand gekomen.

Het CAADP-initiatief heeft het hele continent als uitgangspunt, maar is gebaseerd op nationale en regionale plannen voor de ontwikkeling van de landbouw. Het behelst een aantal belangrijke beginselen en doelstellingen om (i) nationale strategieën en investeringsprogramma's in goede banen te leiden, (ii) intercollegiaal overleg en intercollegiale toetsing mogelijk te maken; en (iii) een betere afstemming en harmonisatie van ontwikkelingsmaatregelen te bevorderen. Het CAADP biedt de ontwikkelingspartners belangrijke kansen om vooruitgang te boeken met het oog op de Verklaring van Parijs.

Krachtens het CAADP worden vier thematische 'pijlers' ontwikkeld die als beleidskader dienen voor nationale en regionale programma's. Voor de CAADP-programma's op nationaal en regionaal niveau geldt een specifieke procedure in de vorm van een 'rondetafel', die zal uitmonden in nationale en regionale 'CAADP-pacten', waarin beleidshervormingen en richtsnoeren voor openbare en particuliere investeringen en maatregelen vastgesteld worden.

In december 2006 riep de AU tijdens een Top i op tot enige selectiviteit bij de tenuitvoerlegging van de CAADP-verplichtingen. Er werd immers vastgesteld dat, gezien de beperkte hulpbronnen en institutionele capaciteiten, prioriteiten gesteld moeten worden om een snelle maar duurzame winst te kunnen boeken op het gebied van de voedselzekerheid.

4.

SAMENWERKING TUSSEN DE EU EN DE AU OP HET GEBIED VAN LANDBOUWONTWIKKELING


Doelstellingen en beginselen

De volgende voorstellen voor samenwerking tussen de EU en de AU zijn toegespitst op de continentale en regionale niveaus en beogen betere omstandigheden te creëren voor de ontwikkeling van de landbouw op het continent. De samenwerking zal gebaseerd zijn op de volgende beginselen:

- Nadrukkelijk engagement inzake het bereiken van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling , met bijzondere nadruk op de eerste en zevende MDG.

- Aanpassing aan de Afrikaanse prioriteiten, op basis van de CAADP-processen, -beginselen en -doelstellingen.

- Harmonisatie en onderlinge afstemming van donoractiviteiten, overeenkomstig de beginselen van de Verklaring van Parijs.

- Het voortbouwen op andere partnerschappen en instrumenten van de AU en de EU, door complementariteit na te streven met EU-initiatieven die de plattelandsontwikkeling in Afrika direct of indirect ondersteunen en gebruik te maken van bestaande partnerschappen tussen Afrika en Europa.

- Uitwisseling van opgedane ervaringen en goede praktijken op EU-niveau, waarbij wordt voortgebouwd op het bijna 50 jaar oude landbouwbeleid van de EU.

- Toepassing van het subsidiariteitsbeginsel , waarbij alleen de regionale en continentale acties worden gesteund die waarde toevoegen aan nationale maatregelen.

- Samenhang van het beleid, met name tussen het ontwikkelingsbeleid en het landbouw-, visserij-, handels-, consumenten-, en energiebeleid van de EU.

Overeenkomstig de CAADP-beginselen, zal de samenwerking toegespitst worden op capaciteitsopbouw en institutionele versterking van regionale en continentale organisaties.

Dankzij de samenwerking zal de staat een meer strategische en efficiëntere rol op het gebied van de landbouw kunnen spelen. De staat zal voornamelijk de volgende taken hebben: een efficiënt beleids- en regelgevingskader opstellen; een gunstige omgeving creëren; optreden in het geval van marktfalen; diensten van openbaar belang verstrekken; veiligheidsnetten creëren; het gebruik van subsidies inperken.

5.

Prioritaire gebieden voor samenwerking


De samenwerking tussen de EU en Afrika op het gebied van landbouwontwikkeling zal geconcentreerd zijn op zeven gebieden, op basis van de belangrijkste uitdagingen waarmee de landbouw in Afrika te kampen heeft en de in het CAADP vastgestelde Afrikaanse prioriteiten.

6.

Landbouw in ontwikkelingsstrategieën


Dit gebied heeft betrekking op de noodzaak om de landbouwontwikkeling als integraal en strategisch onderdeel te beschouwen van de ontwikkelingsagenda op nationaal, regionaal en continentaal niveau, waarbij de landbouw erkend wordt als sleutelfactor voor economische groei en de vermindering van de armoede.

De samenwerking op regionaal en continentaal niveau zal toegespitst zijn op:

- Analyse en capaciteitsopbouw met het oog op de onderlinge relaties tussen rendabiliteit van de landbouw en het macro-economische beleid, externe schokken, woestijnvorming en biodiversiteit;

- Toetsing van de ervaringen op het gebied van de ontwikkeling van nationale beleidslijnen en het effect daarvan op de landbouw en de plattelandseconomie;

- Capaciteitsopbouw en institutionele versterking met het oog op de uitwerking van een op feiten en resultaten gebaseerd beleid, coherentie van het beleid en belangenverdediging;

- Sectoroverschrijdende coördinatie en samenwerking;

- Steun voor de oprichting van een forum voor Afrikaanse landbouwers, het smeden van banden tussen nationale en regionale landbouwersorganisaties, en versterking van hun rol in het CAADP-proces;

- Versterking van de analyse- en monitoringfuncties door de trajecten van de afzonderlijke landen op het gebied van landbouwontwikkeling in economisch, sociaal en milieutechnisch opzicht met elkaar te vergelijken.

De voornaamste partners zullen het AUC, het NEPAD en de regionale economische gemeenschappen (REC's) zijn. De samenwerkingsmaatregelen zullen hen ondersteunen bij hun taken op het gebied van beleidsanalyse, monitoring, intercollegiale toetsing en sensibilisering, alsook bij hun rol op het gebied van de versterking van de capaciteit van nationale organisaties. Regionale landbouworganisaties zullen een andere partnergroep vormen. De deelname van internationale organisaties bij de tenuitvoerlegging is gepland, terwijl de samenwerking met de AUC een jumelage-overeenkomst met de Europese Commissie kan inhouden, waaraan de relevante DG's (zoals AGRI, FISH, SANCO, TRADE, ENV, RTD, JRC en REGIO) kunnen deelnemen. Het CTA i zal deelnemen aan sensibiliseringsmaatregelen, zal de uitwisseling van ervaringen vergemakkelijken en bijdragen tot de versterking van landbouwersverenigingen en het aanhalen van hun banden met het CAADP.

7.

Behoorlijk bestuur op het niveau van de sector


In het kader van dit samenwerkingsgebied wordt de capaciteitsopbouw op regionaal en continentaal niveau ondersteund, met het oog op de verbetering van behoorlijk bestuur in de landbouwsector op nationaal niveau. Een beter bestuur moet ertoe bijdragen dat de overstap van kleine landbouwbedrijven naar commercieel levensvatbare en duurzame familiale landbouwbedrijven, zachter verloopt.

De samenwerking op het gebied van behoorlijk bestuur in de sector zal de volgende elementen omvatten:

- harmonisatie van het regionale en continentale beleid, bevordering van de samenhang tussen regionaal en nationaal landbouwbeleid;

- monitoring van de beleidstoezeggingen en intercollegiale toetsing;

- formulering van regionale en continentale richtsnoeren over de kernaspecten van behoorlijk bestuur, met name inzake het beleid met betrekking tot bodem en bodemgebruik, en inzake duurzame landbouw;

- capaciteitsopbouw en mogelijkheden voor deelname aan het behoorlijk bestuur in de sector;

- bevordering van partnerschappen tussen de openbare en particuliere sector en allianties tussen bedrijven;

- versterking van de regionale en continentale vertegenwoordigers van producenten en beroepsverenigingen, met een reële capaciteit om hun belangen te verdedigen en aan lobbying te doen;

- vergelijkende analyse en uitwisseling van ervaringen die opgedaan werden met liberaliserings- en privatiseringsprocessen op het gebied van de landbouw, de relaties tussen de openbare en particuliere sector en de prestaties van de regering.

Er zal samengewerkt worden met de AUC voor de versterking van haar politieke en bemiddelende rol bij de formulering, coördinatie en harmonisering van het beleid; met het NEPAD en de REC's voor capaciteitsopbouw, monitoring, analyse van het beleid en intercollegiale toetsingen; en met particuliere, regionale en continentale organisaties die producenten en beroepsverenigingen vertegenwoordigen, voor capaciteitsopbouw, sensibilisering, onderhandeling en de verlening van diensten. Het CTA zal betrokken worden bij deze laatste aspecten, alsook bij de sensibilisering van de opinie op basis van de lessen die uit het verleden werden getrokken. De uitwisseling van de binnen de EU opgedane ervaringen, waaronder de ervaringen van de Europese Commissie, lidstaten en organisaties uit de particuliere sector van de EU, kunnen ook een vorm van capaciteitsopbouw met betrekking tot behoorlijk bestuur vormen i.

8.

Onderzoek, kennissystemen en verspreiding van de kennis


Dit samenwerkingsgebied heeft tot doel de relevantie van het landbouwonderzoek en de kennissystemen te verbeteren, ten behoeve van de plattelandsproductiviteit, de vermindering van de armoede, voedselzekerheid en het duurzame beheer van de natuurlijke hulpbronnen, rekening houdend met de uitdagingen als gevolg van de verandering van het klimaat. De nadruk zal liggen op een multidimensionele aanpak van het onderzoek, op duurzame landbouwproductiesystemen en op onderzoeksprojecten die positieve gevolgen hebben voor de armen op het platteland.

De samenwerking op regionaal en continentaal niveau behelst de volgende elementen:

- versterking van de samenwerking tussen landen op het gebied van het onderzoek om fragmentatie te beperken en synergie-effecten te creëren;

- formulering van continentale en regionale onderzoekstrategieën;

- cofinanciering van prioritair onderzoek dat een supranationale draagwijdte heeft;

- capaciteitsopbouw met het oog op nieuwe vormen en wijzen van vulgarisatie, opleiding en onderwijs, en versterking van de banden tussen onderzoeksystemen, vulgarisatiediensten en landbouwers;

- het opzetten en/of versterken van netwerkplatforms voor informatie en voor toegang tot en uitwisseling van kennis i;

- verbetering van de coördinatie tussen nationale systemen voor landbouwkundig onderzoek (NARS) en de regionale en internationale onderzoeksprogramma's.

Bij de samenwerking op dit gebied wordt rekening gehouden met de al lang bestaande samenwerking op onderzoeksgebied tussen de EU en Afrika i, alsook met de richtsnoeren inzake de bevordering van samenwerking tussen Europese partners i. De samenwerking zal gebaseerd worden op de vierde pijler van het CAADP en in overeenstemming zijn met de FAAP-beginselen. De belangrijkste partners zijn het FARA en de daarmee verbonden subregionale onderzoeksorganisaties (SRO's), het wereldforum voor landbouwkundig onderzoek (GFAR) alsook het Europese forum (EFARD) en zijn operationele netwerken i, het CGIAR-systeem, en andere internationale organisaties en onderzoekspartnerschappen, met inbegrip van het GCO. Het CTA zal bijdragen tot de versterking van de netwerkplatforms.

9.

Handelsbevordering, met de nadruk op kwaliteitsgarantie en -verbetering


Dit samenwerkingsgebied heeft tot doel Afrika in staat te stellen zijn landbouwmarkten te verbeteren, met het oog op de vermindering van de armoede, waarbij de inspanningen gericht worden op de regionale markten voor landbouwproducten. Het lopende handelsoverleg (economische partnerschapsovereenkomsten, ontwikkelingsagenda van Doha) moeten de mogelijkheden voor de Afrikaanse landen op het gebied van de landbouwhandel vergroten, hetgeen een passend antwoord van de aanbodzijde vergt. De voorgestelde samenwerking behelst onder meer de versterking van de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op belangrijke productie- en handelsnormen, om deze normen vast te stellen en te gebruiken, ten einde toegang te (blijven) krijgen tot de lucratieve markten voor landbouwproducten en om productveiligheid voor de consumenten te garanderen.

De steun zal specifiek aansluiten bij de door de economische partnerschapsovereenkomsten geboden mogelijkheden, en zal de volgende elementen behelzen:

- regionale strategieën en capaciteitsopbouw om de structurele zwakheden op de markten voor agrarische productiemiddelen en landbouwproductie aan te pakken;

- capaciteitsopbouw ten behoeve van het toezicht op het handelsbeleid, met inbegrip van de controle van de tenuitvoerlegging, het opstellen van verslagen en de toepassing van het beleid inzake handelsbevordering;

- totstandbrenging van regionale markten en bevordering van de intraregionale handel, in het bijzonder op het gebied van levensmiddelen;

- totstandbrenging van een wettelijk en regelgevingskader voor harmonisering, standaardisering en controle; vaststelling van gemeenschappelijke regionale classificatiesystemen en –normen, en aanpassing ervan aan de internationale systemen en normen;

- versterking van de referentielaboratoria, het vormen van netwerken met nationale centra en capaciteitsopbouw ten behoeve van andere organen en instellingen die verantwoordelijk zijn voor proeven en conformiteit;

- regionale capaciteitsversterking om de kennis van bepaalde normen, waaronder veilige residugehalten, en het in acht nemen van deze normen te verbeteren;

- bevordering van certificatiesystemen voor een duurzame en sociaal aanvaardbare productie;

- capaciteitsversterking met het oog op actieve deelname aan regionale en internationale besprekingen en onderhandelingen over normen (op het gebied van voedselzekerheid en landbouwhandel) en andere vormen van handelsbevordering.

De belangrijkste partners zullen de gespecialiseerde agentschappen van de AUC zijn (met name IBAR en IAPSC), internationale normaliseringsinstellingen, certificeringsinstellingen, onderzoekscentra, regionale economische gemeenschappen, regionale landbouw- en exportorganisaties, referentielaboratoria en de relevante VN-agentschappen. Het CTA zal meewerken aan een beter begrip van sanitaire en fytosanitaire vraagstukken.

10.

Beheer van de natuurlijke hulpbronnen: bodem, visserij, bosbouw


Met dit samenwerkingsgebied worden verbeteringen nagestreefd op het gebied van behoorlijk bestuur, grondbeheer en beheer van het vis- en bosbestand, waarbij milieuduurzaamheid en biodiversiteit gecombineerd worden met een rendabel gebruik en de vermindering van de armoede.

De voor dit samenwerkingsgebied relevante regionale en continentale aspecten zijn:

- coördinatie en harmonisatie van het beleid, in het bijzonder met betrekking tot grensoverschrijdende hulpbronnen;

- totstandbrenging en versterking van coördinatie- en samenwerkingsmechanismen met betrekking tot grensoverschrijdende hulpbronnen, binnen de bestaande regionale kaderregelingen;

- formulering van regionale en continentale richtsnoeren betreffende het grondbeleid en het duurzaam gebruik van hulpbronnen, waarbij de economische, wettelijke, sociale en milieutechnische dimensies worden gecombineerd;

- bevordering van een beleidsklimaat dat het gemakkelijker maakt verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid met betrekking tot het gebruik van natuurlijke hulpbronnen toe te wijzen;

- uitwisseling van ervaringen en steun voor een intercollegiale toetsing van de efficiëntie van beheersregelingen;

- monitoring en controle van de toestand van (en de druk op) de natuurlijke hulpbronnen en van het effect van de klimaatverandering op landbouw en natuurlijke hulpbronnen;

- versterking van de samenwerking bij de strijd tegen het onwettige gebruik van natuurlijke hulpbronnen (met inbegrip van de sectoren visserij en bosbouw) en tegen de handel in illegale producten i.

Bij deze samenwerking zal de nadruk liggen op het beleid en het behoorlijk bestuur, en op het beheer en institutionele regelingen met het oog op een duurzaam gebruik van de natuurlijke hulpbronnen. Wat het grondbeleid en het bodem- en waterbeheer betreft, zal de steun in overeenstemming zijn met de eerste pijler van het CAADP en de verwante internationale initiatieven i. Partnerschapsovereenkomsten op het gebied van de visserij zullen het kader vormen voor een betere controle en monitoring van de visbestanden. De belangrijkste partners zijn AUC, NEPAD, regionale economische gemeenschappen, gespecialiseerde NGO's, en (sub)regionale organisaties voor bodem- en waterbeheer, visserij en bosbouw, alsmede Europese en internationale instellingen, netwerken en platforms die gespecialiseerd zijn in deze sectoren i. Het CTA zal de uitwisseling van ervaringen vergemakkelijken.

11.

Ontwikkeling van de veeteelt en strijd tegen ziekten


De samenwerking op dit gebied dient ter verbetering van de duurzaamheid van de veeteeltsector, opdat deze beter zou kunnen bijdragen tot armoedebestrijding en groei, waarbij de nadruk ligt op de kennis van dierziekten en de systemen voor de bestrijding van dierziekten. De samenwerking zal tot doel hebben de diersterfte te beperken, risico's in verband met de veeteelt te verminderen, de preventie in de openbare gezondheidszorg op te schroeven, een betere toegang tot regionale en internationale markten tot stand te brengen, rationeel bodemgebruik te bevorderen en door de veeteelt veroorzaakte milieuproblemen te verminderen. Dit behelst de volgende elementen:

- grensoverschrijdende samenwerking met betrekking tot nomaden, het beheer van weidegronden, duurzame veeteeltsystemen en veehandel;

- analyse van de onderlinge relatie tussen de ontwikkeling van de veeteelt in Afrika en de klimaatwijziging;

- versterking van de gecoördineerde netwerken van veterinaire diensten en controlesystemen voor dierziekten, met inachtneming van de internationale normen;

- versterking van het pan-Afrikaanse systeem voor de coördinatie van regionale en nationale gezondheidsstelsels ter bestrijding van dierziekten;

- onderzoek, proeven en verspreiding van kennis inzake de methoden voor de preventie van ziekten, met inbegrip van de ontwikkeling van vaccinaties.

De belangrijkste partners zijn de in veeteelt gespecialiseerde agentschappen van de AUC (IBAR, PANVAC), IRLI, en de voor veeteelt bevoegde agentschappen op de (sub)regionale niveaus, FAO, OIE, en regionale en internationale organisaties die bevoegd zijn voor veeteelt en nomaden. Er zal een beroep worden gedaan op het Partnerschap African Livestock (Alive), waarin de belangrijkste deelnemers vertegenwoordigd zijn.

12.

Ris icobeheer


Dit samenwerkingsgebied heeft betrekking op de capaciteit om risico's in verband met de klimaatwijziging, natuurrampen en prijsschokken te beperken, waarbij het zwaartepunt ligt op organisatorische kwesties en financiële instrumenten.

De samenwerking op regionaal en continentaal niveau omvat:

- versterking van de institutionele en technische capaciteit met betrekking tot de paraatheid bij, de preventie van en het reactievermogen bij rampen, met name wat kortstondige voedseltekorten betreft;

- onderzoek, verspreiding van informatie en capaciteitsopbouw op het gebied van risicomijdende landbouwmethoden en overlevingsstrategieën;

- innovatieve systemen om het risico op oogst- en veebestandverliezen als gevolg van plagen en ziekten te verminderen;

- uitwisseling van informatie over opgedane ervaringen en capaciteitsopbouw om gebruik te maken van instrumenten voor marktgebaseerd prijsrisicobeheer, prijsegalisatiefondsen en verzekeringsmechanismen;

- ontwikkeling en toepassing van regionale en continentale vroegtijdige waarschuwingssystemen, en de verbinding daarvan met de nationale systemen.

De samenwerking beoogt onder meer een versterking van de capaciteit van belangrijke openbare en particuliere organisaties en een betere toegang voor Afrikaanse landen tot de internationale financiële en verzekeringsmarkten. De hoofdpartners zullen de AUC, de regionale economische gemeenschappen en de internationale organisaties zijn. Het CTA zal bijdragen tot de uitwisseling van informatie over risicomijdende landbouwmethoden en systemen voor een marktgebaseerd prijsrisicobeheer.

13.

COÖRDINATIE, MONITORING EN TOETSING


Coördinatie

De coördinatie van de samenwerking tussen de EU en Afrika op het gebied van de landbouwontwikkeling omvat drie met elkaar verweven niveaus: (i) met de Afrikaanse instellingen; (ii) met andere donorlanden en (iii) binnen de EU.

Bij de coördinatie met Afrikaanse instellingen zal gebruik gemaakt worden van het CAADP-kader, onder het leiderschap van continentale en regionale organisaties, waarbij een centrale rol is weggelegd voor AUC/NEPAD. Het CAADP-partnerschapsplatform vormt het basismechanisme om de deelname van alle ontwikkelingspartners van het continent te coördineren. Op regionaal niveau worden soortgelijke platforms opgericht. Op nationaal niveau bieden de CAADP-rondetafelgesprekken van de landen (CAADP Country Round Table process) een vergelijkbaar platform. Uit thematisch oogpunt zal de coördinatie in toenemende mate plaatsvinden volgens de pijlers van het CAADP.

De donorcoördinatie en –harmonisering en de afstemming daarvan met de CAADP-doelstellingen zal bevorderd worden door middel van het mondiaal donorplatform voor plattelandsontwikkeling (GDPRD), waaraan de Europese Commissie en verschillende lidstaten deelnemen. Het GDPRD zal fungeren als brandpunt voor de donorlanden inzake CAADP-kwesties, en zal helpen bij de organisatie van de bijeenkomsten in het kader van het CAADP-partnerschapsplatform.

De coördinatie binnen de EU zal versterkt worden door de geplande oprichting van een EU-werkgroep i inzake de Afrikaanse landbouw, die technisch ondersteund zal worden door het CTA. De werkgroep zal de kwaliteit en de zichtbaarheid van de EU-financiering voor de ontwikkeling van de Afrikaanse landbouw verbeteren en de synergie op dit gebied versterken i.

14.

Monitoring en toetsing


De vooruitgang bij de tenuitvoerlegging van het CAADP en bij de samenwerking inzake landbouwontwikkeling zal voornamelijk gecontroleerd worden via het CAADP-partnerschapsplatform en het partnerschapsforum voor Afrika (APF). Beide instanties zullen een vergelijkbare reeks, door de AUC en NEPAD erkende indicatoren gebruiken. Daarnaast worden mechanismen ontwikkeld voor een meer gedetailleerd toezicht op de geboekte vooruitgang binnen de CAADP-pijlers.

Het GDPRD zal het monitoringproces ondersteunen, en zich vooral bezighouden met de door de donors gefinancierde projecten en programma's, de harmonisatie en afstemming, en de samenhang van het CAADP-programma.

De relevantie van de beleidskoers en de strategische doelstellingen van de samenwerking tussen de EU en Afrika op het gebied van landbouwontwikkeling zal aan het zelfde toetsingsproces onderworpen worden als het algemene programma voor EU-AU-samenwerking, zoals dit momenteel is vastgesteld in de EU-strategie voor Afrika.

15.

Conclusi E


Een brede ontwikkeling van de landbouw in Afrika is van wezenlijk belang om vooruitgang te boeken op weg naar de MDG's en om te zorgen voor een toegankelijke sociale dienstverlening in plattelandsgebieden. Op basis van deze vaststelling werden zeven kerngebieden voor samenwerking tussen de AU en de EU op het gebied van de landbouwontwikkeling op regionaal en continentaal niveau aangemerkt. De grondslag voor deze samenwerking, die op de eerste plaats via Afrikaanse organisaties zal verlopen, is de landbouwagenda van Afrika. De nadruk komt te liggen op capaciteitsopbouw en institutionele versterking van de regionale en continentale organisaties, om een beter landbouwbeleid en een behoorlijk bestuur te ondersteunen.

In het kader van de samenwerking wordt het aspect concurrentie, dat toegespitst is op productiviteit en groei, gecombineerd met het aspect ontwikkeling op brede basis, met de nadruk op verlichting van de armoede en sociale samenhang. Beide aspecten vergen de ontwikkeling van regionale markten voor landbouwproducten, waarbij het belang van regionale integratie en handelsbevordering benadrukt moet worden. Gezien de noodzaak om zich aan te passen aan externe uitdagingen, zoals de klimaatverandering, zullen bovendien duurzame productiesystemen bevorderd worden.

De samenwerking zal in overeenstemming zijn met de Verklaring van Parijs, door steun te verlenen voor de Afrikaanse landbouwagenda en gebruik te maken van geharmoniseerde mechanismen voor dialoog en toetsing.

16.

BIJLAGE


Bijlage 1 - Acroniemen

ACS: Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan

AGRI: Directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling (EC)

APF: Africa Partnership Forum/ Partnerschapsforum voor Afrika

ARD: Agricultural Research for Development/ Landbouwkundig onderzoek voor ontwikkeling

AU: Afrikaanse Unie

AUC: Commissie van de Afrikaanse Unie

ASARECA: Association for Strengthening Agricultural Research in Eastern and Central Africa/ Associatie ter versterking van landbouwkundig onderzoek in Oost- en Centraal-Afrika

CAADP: Comprehensive Africa Agriculture Development Programme / Alomvattend programma voor landbouwontwikkeling in Afrika

CGIAR: Consultative Group on International Agricultural Research/ Raadgevende groep voor internationaal agrarisch onderzoek

CILSS: Comité Permanent Inter-Etats de Lutte contre la Sécheresse dans le Sahel/ Interstatelijk comité ter bestrijding van droogte in de Sahel

COMESA: Common Market for East and Southern Africa/ Gemeenschappelijke markt voor oostelijk en zuidelijk Afrika

CORAF: Conseil ouest et centre africain pour la Recherche et le développement Agricole/ West- en Centraal-Afrikaanse Raad voor onderzoek en ontwikkeling

CTA: Centre Technique de Coopération Agricole et Rural/ Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling

DG: Directoraat-generaal

DRC: Democratische Republiek Congo

EC: Europese Commissie

ECART: European Consortium for Agricultural Research for the Tropics/ Europees consortium voor landbouwkundig onderzoek van de Tropen

ECCAS: Economic Community of Central African States/ Economische Gemeenschap van Centraal-Afrikaanse staten

ECOWAS: Economic Community of West-African States/ Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse staten

EOF: Europees Ontwikkelingsfonds

EIARD: European Initiative for Agricultural Research for Development/ Europees initiatief voor landbouwkundig onderzoek ten behoeve van ontwikkeling

ENPI: Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument

ENV: Directoraat-generaal Milieu (EC)

EU: Europese Unie

FAAP: Framework for African Agricultural Productivity/ Raamwerk voor de Afrikaanse landbouwproductiviteit

FAO: Food and Agriculture Organisation/ Voedsel- en Landbouworganisatie

FARA: Forum for Agricultural Research in Africa/ Forum voor landbouwkundig onderzoek in Afrika

FISH: Directoraat-generaal Visserij en maritieme zaken (EC)

FLEGT: Wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw

KP: Kaderprogramma (Onderzoek)

FSTP: Food Security Thematic Programme/ Thematisch programma voedselzekerheid

BBP: Bruto binnenlands product

GDPRD: Global Donor Platform for Rural Development/ Mondiaal donorplatform voor plattelandsontwikkeling

GFAR: Global Forum on Agricultural Research/ Wereldforum voor landbouwkundig onderzoek

IAPSC: Inter-African Phytosanitary Council/ Interafrikaanse fytosanitaire raad

IBAR: Inter-Africa Bureau for Animal Resources/ Interafrikaans bureau voor dierlijke hulpbronnen

IFAD: International Fund for Agricultural Development/ Internationaal fonds voor agrarische ontwikkeling

IFAP: International Federation of Agricultural Producers/ Internationale federatie van agrarische producenten

IFPRI: International Food Policy Research Institute/ Internationaal onderzoeksinstituut voor voedselbeleid

IGAD: Intergovernmental Authority on Development (Horn of Africa)/ Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (Hoorn van Afrika)

ILRI: International Livestock Research Institute/ Internationaal instituut voor veeteeltonderzoek

GCO: Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (EU)

MDG: Millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling

NARS: National Agricultural Research Systems/ Nationale systemen voor landbouwkundig onderzoek

NATURA: Network of European Agricultural (tropically and sub-tropically oriented) Universities and Scientific Complexes Related with Agricultural Development/ Netwerk van Europese landbouwkundige universiteiten en wetenschappelijke instituten gericht op landbouwontwikkeling in de (sub-)tropen

NEPAD: New Partnership for Africa’s Development/ Nieuw partnerschap voor de ontwikkeling van Afrika

17.

NGO: Niet-gouvernementele organisatie


OIE: Organisation Internationale de la Santé Animale/ Wereldorganisatie voor diergezondheid

PAEPARD: Pan-African-European Partnership on Agricultural Research for Development/ Pan-Afrikaans-Europees partnerschap voor landbouwkundig onderzoek ten behoeve van ontwikkeling

PANVAC: Pan-African Veterinary Vaccine Centre/ Pan-Afrikaans vaccinatiecentrum voor dieren

PATTEC: Pan-African Tsetse and Tryponosomiasis Eradication Campaign/ Pan-Afrikaanse campagne voor de uitroeiing van tsetse en tryponosomiasis

REC: Regional Economic Community/ Regionale Economische Gemeenschap

REGIO: Directoraat-generaal Regionaal beleid (EC)

RLO: Regionale landbouworganisaties

RIP: Regionaal indicatief programma

RHO: Regionale handelsovereenkomst

RTD: Directoraat-generaal Onderzoek (EC)

SADC: Southern African Development Community/ Ontwikkelingsgemeenschap van zuidelijk Afrika

SADC-FANR: Directoraat Voedsel, Landbouw en Natuurlijke hulpbronnen van SADC

SANCO: Directoraat-generaal Gezondheid en consumentenbescherming (EC)

SPS: Sanitary and Phyto-Sanitary measures/ Sanitaire en fytosanitaire maatregelen

SRO: Subregionale onderzoeksorganisatie

SSA: Sub-Sahara Africa/Afrika ten zuiden van de Sahara

SWP: Staff Working Paper/ Werkdocument

TP: Thematisch programma

VN: Verenigde Naties

WFP: Wereldvoedselprogramma

WTO: Wereldhandelsorganisatie