Toelichting bij COM(2005)229 - "i2010 - Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid"

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

NL

1.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN


2.

Brussel, 1.6.2005


3.

COM(2005) 229 definitief



MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

"i2010 – Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid"

{SEC(2005) 717}

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

"i2010 – Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid"

4.

(Voor de EER relevante tekst)


INHOUDSOPGAVE

1. Inleiding 3

2. Een Gemeenschappelijke Europese Informatieruimte 4

3. Investeringen in onderzoek en innovatie 7

4. Inclusie, betere overheidsdiensten en kwaliteit van leven 10

5. Conclusie: i2010 in de context van de nieuwe governance-cyclus van de Lissabon-strategie 13


1. Inleiding

Bij het lanceren van het partnerschap voor groei en werkgelegenheid als nieuwe start voor de Lissabon-strategie op zijn voorjaarsbijeenkomst van 2005 kwalificeerde de Europese Raad kennis en innovatie als motoren van duurzame groei. De Raad noemde de opbouw van een volledig inclusieve informatiemaatschappij, gebaseerd op grootschalig gebruik van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) bij overheidsdiensten, MKB en huishoudens, essentieel.

De informatie- en communicatietechnologieën zijn een belangrijke drijfkracht voor groei en werkgelegenheid. Een kwart van de groei van het BBP van de EU en 40% van de productiviteitsstijging zijn te danken aan de ICT. Verschillen in economische prestaties tussen geïndustrialiseerde landen zijn grotendeels te verklaren door het niveau van ICT-investeringen, -onderzoek en -gebruik, alsmede door de concurrentiekracht van de sector informatiemaatschappij en media1. De ICT-diensten, -vaardigheden en ‑inhoud nemen een steeds belangrijkere plaats in binnen de economie en de samenleving.

In de afgelopen jaren is het tempo van de ICT-ontwikkelingen steeds hoger komen te liggen, zodat wij nu aan de drempel staan van een massieve groei van de informatiemaatschappij en de media, die mogelijk wordt gemaakt door grootschalige snelle communicatie tussen meerdere apparaten. Traditionele inhoud (zoals films, video en muziek) is nu in digitale formaten beschikbaar en er ontstaan nieuwe diensten die al van meet af een digitaal karakter hebben, zoals interactieve software. De digitale convergentie van informatiemaatschappij- en mediadiensten, netwerken en apparatuur wordt uiteindelijk alledaagse werkelijkheid: de ICT worden slimmer, kleiner, veiliger, sneller, permanent beschikbaar en gemakkelijker te gebruiken, terwijl de inhoud zich in de richting van driedimensionale multimediaformaten ontwikkelt.

Een proactief beleid is nodig om op de fundamentele veranderingen in de technologie in te spelen. De digitale convergentie vereist tevens een convergentie van het beleid en een bereidheid om de kaderregelgeving waar nodig aan te passen teneinde deze af te stemmen op de opkomende digitale economie.

De Commissie presenteert een nieuw strategisch raamwerk van brede beleidsoriëntaties: i2010 – de Europese informatiemaatschappij van 2010. Dit raamwerk bevordert een open en door concurrentie gekenmerkte digitale economie en legt de nadruk op de rol van ICT als drijvende kracht achter inclusie en kwaliteit van leven. Met i2010 zal, als kernelement van het hernieuwde Lissabon-partnerschap voor groei en werkgelegenheid, een bijdrage worden geleverd tot een geïntegreerde benadering voor het beleid op het stuk van de informatiemaatschappij en de audiovisuele media in de EU.

Op basis van een totale analyse van de uitdagingen van de informatiemaatschappij en een brede raadpleging van de belanghebbenden over eerdere initiatieven en instrumenten2 stelt de Commissie drie prioriteiten voor voor het Europese beleid ten aanzien van de informatiemaatschappij en de media:

i) de voltooiing van een Gemeenschappelijke Europese Informatieruimte, die een open competitieve interne markt voor de informatiemaatschappij en de media bevordert;

ii) de versterking van innovatie en investering in ICT-onderzoek met het oog op groei en meer en betere werkgelegenheid;

iii) de totstandbrenging van een inclusieve Europese informatiemaatschappij die de groei en werkgelegenheid stimuleert op een wijze die verenigbaar is met duurzame ontwikkeling en die voorrang geeft aan een betere openbare dienstverlening en kwaliteit van leven.

In de volgende hoofdstukken wordt een beschrijving gegeven van de doelstellingen van i2010 en de kernactiviteiten, die volledig zijn opgenomen in en verenigbaar zijn met de nieuwe governance-cyclus van de Lissabon-strategie.

2. Een Gemeenschappelijke Europese Informatieruimte

De informatiemaatschappij staat op een keerpunt: de technische vooruitgang is de afgelopen tijd enorm geweest en de ICT gaat nu een fase in van massale introductie van toepassingen waardoor onze manier van werken, leven en interactie ingrijpend wordt gewijzigd. Rijke media-inhoud kan in nieuwe, uiteenlopende formaten onafhankelijk van plaats of tijd worden afgeleverd, afgestemd op persoonlijke voorkeuren en omstandigheden. Om het in technische termen te zeggen: er treedt een digitale convergentie op van communicatienetwerken, media, inhoud, diensten en apparatuur. Netwerkverbeteringen in combinatie met nieuwe compressietechnieken zorgen voor nieuwe, snellere distributiekanalen en nieuwe formaten voor inhoud en diensten (zoals Voice-over-IP, web-tv en internetmuziek).

De productie van nieuwe inhoud en de nieuwe diensten en business modellen leiden tot groei en meer werkgelegenheid. Zo zal de omvang van de West-Europese markt voor online-inhoud tegen 2008 naar verwachting drie maal zo groot zijn (het consumentenaandeel zelfs tien maal zo groot)3. Dergelijke ontwikkelingen zullen zich vermoedelijk overal in deze sector, die nu al goed is voor 8% van het BBP van de EU, voordoen. De gevolgen van de digitale convergentie zullen wereldwijd te voelen zijn en zullen de mondiale concurrentie nog versterken. Als Europa zijn economisch potentieel volledig wil benutten, is een proactieve beleidsaanpak noodzakelijk om gunstige marktontwikkelingen te stimuleren en de kennismaatschappij (waaronder permanente educatie, creativiteit en innovatie), consumentenbescherming en een gezonde en veilige informatiemaatschappij in Europa te promoten.

5.

Bij de totstandbrenging van een Gemeenschappelijke Europese Informatieruimte stelt de digitale convergentie ons in eerste instantie voor vier belangrijke uitdagingen:


- snelheid: snellere breedbanddiensten in Europa om rijke inhoud te verspreiden, zoals videobeelden met hoge definitie;

- rijke inhoud: meer economische en rechtszekerheid om nieuwe diensten en online-inhoud te stimuleren;

- interoperabiliteit: ontwikkeling van apparatuur en platforms die met elkaar kunnen communiceren en van diensten die voor meerdere platforms geschikt zijn;

- veiligheid: internet vrijwaren van fraudeurs, schadelijke inhoud en technische storingen om het vertrouwen van investeerders en consumenten te verhogen.

Doelstelling 1: Een Gemeenschappelijke Europese Informatieruimte die betaalbare en veilige breedbandcommunicatie, rijke en gevarieerde inhoud en digitale diensten biedt

Digitale convergentie maakt een samenhangend systeem van regels voor de informatiemaatschappij en media noodzakelijk. Op dit gebied gelden in de interne markt allerlei voorschriften voor bijvoorbeeld audiovisuele media, digitale televisie, internethandel, intellectuele-eigendomsrechten en steunmaatregelen voor de productie en verspreiding van Europese inhoud. Sommige elementen van de regelgeving (zoals de richtlijn Elektronische handel) zijn van recente datum en houden al rekening met deze convergentie. Andere, zoals de richtlijn Televisie zonder grenzen, zijn aan een herziening toe. De Commissie belooft de voor de digitale economie relevante voorschriften onder de loep te nemen teneinde tot meer samenhang daarin en een betere afstemming daarvan op de economische en technologische realiteit te komen. Concreet zal de Commissie:

- vóór eind 2005 met een voorstel komen voor een herziening van de richtlijn “Televisie zonder grenzen” teneinde de voorschriften voor audiovisuele mediadiensten te moderniseren;

- vóór eind 2007 een analyse maken van het voor de informatiemaatschappij en mediadiensten relevante acquis van de Gemeenschap en op basis daarvan met eventuele wijzigingsvoorstellen komen.

Met aanvullend beleid zal voor een snelle en doeltreffende tenuitvoerlegging van de geactualiseerde kaderregelgeving worden gezorgd en zal worden doorgegaan met de ondersteuning van de productie en distributie van Europese inhoud en kennis4.

De regelgeving inzake elektronische communicatie is in het laatste decennium ingrijpend hervormd. Het Europese regelgevingskader, dat sinds 2003 van kracht is, is een voorbeeld van beste praktijken. Waar voor een samenhangende en doeltreffende tenuitvoerlegging daarvan is gezorgd, is de weg geplaveid voor concurrentie, lagere prijzen en meer investeringen. De regelgeving moet gelijke tred houden met technologische en marktontwikkelingen. Daarom zal de Commissie bij de herziening van dit regelgevingskader in 2006 de uitgangspunten en uitvoeringsaspecten ervan aan een gedegen onderzoek onderwerpen, met name omdat eventuele knelpunten de introductie van snellere, innovatievere en concurrerendere breedbanddiensten vertragen.

Nieuwe snelle draadloze toepassingen5 doen de behoefte aan radiospectrum groeien. Het beleid is erop gericht de toegang tot het spectrum in de EU te vereenvoudigen via marktmechanismen. Dit zal worden bevorderd door de geplande omschakeling van analoge naar digitale terrestrische televisie uiterlijk in 2012. De Commissie zal haar voorstellen consolideren door in 2005 een strategie voor efficiënt spectrumbeheer vast te stellen die bij de herziening van het regelgevingskader in 2006 zijn beslag moet krijgen.

Digitale convergentie is alleen mogelijk als apparaten, platforms en diensten interoperabel zijn. De Commissie is voornemens de ontwikkeling van technologieën die met elkaar kunnen communiceren, te stimuleren door gebruik te maken van alle haar ter beschikking staande instrumenten, zoals onderzoek, bevordering van open standaards, promotie van de dialoog tussen de betrokken partijen, maar waar nodig ook met behulp van bindende instrumenten. Een dergelijke beleidsmix stond aan de wieg van het succes van de mobiele telefonie in Europa. In het kader van i2010 zal de Commissie ook streven naar een totaalaanpak voor een doeltreffend en interoperabel beheer van digitale rechten.

Vertrouwenwekkende, veilige en betrouwbare ICT zijn cruciaal voor een brede acceptatie van convergerende digitale diensten. In de loop van 2006 zal de Commissie met een voorstel komen voor een Strategie voor een veilige informatiemaatschappij, die de beschikbare instrumenten combineert en moderniseert, onder meer door aandacht te vragen voor de noodzaak van zelfbescherming, waakzaamheid en toezicht in verband met bedreigingen, en van snelle en doeltreffende reacties op aanvallen en systeemstoringen. Er zal steun worden verleend aan gericht onderzoek op het gebied van ontwerpintrinsieke beveiliging en introductiemaatregelen voor het uittesten van oplossingen voor kernproblemen zoals identiteitsbeheer. Waar nodig zal worden overwogen de regelgeving te herzien, bijvoorbeeld ten aanzien van de bescherming van de privacy, de elektronische handtekening of de bestrijding van illegale en schadelijke inhoud.

6.

Samengevat zal met de i2010-agenda voor de Gemeenschappelijke Europese informatieruimte het economisch rendement van de digitale convergentie worden verhoogd dankzij de volgende maatregelen:


Herziening van het regelgevingskader voor elektronische communicatie (2006), met inbegrip van de uitstippeling van een strategie voor efficiënt spectrumbeheer (2005)

Realisatie van een samenhangend raamwerk voor de interne markt op het gebied van informatiemaatschappij en mediadiensten door

- het moderniseren van het wetgevingskader voor audiovisuele diensten, te beginnen met een voorstel voor de herziening van de richtlijn Televisie zonder grenzen
- het analyseren en zo nodig aanpassen van het acquis van de Gemeenschap dat relevant is voor de informatiemaatschappij en mediadiensten (2007)
- het actief bevorderen van een snelle en efficiënte implementatie van het bestaande en bijgewerkte acquis op het gebied van de informatiemaatschappij en mediadiensten

Voortzetting van de steun voor de productie en distributie van Europese inhoud

Ontwikkeling en uitvoering van een strategie voor een veilige Europese informatiemaatschappij (2006)

Inventarisatie en stimulering van gerichte acties op het terrein van interoperabiliteit, met name het digitale-rechtenbeheer (2006/2007)

3. Investeringen in onderzoek en innovatie

De ICT dragen substantieel bij tot de groei en werkgelegenheid in Europa. De ICT-sector levert een belangrijke bijdrage tot de economie, aangezien de introductie en vakkundige toepassing van de ICT immers een van de belangrijkste productiviteits- en werkgelegenheidsfactoren voor de gehele economie is, welke tot innovaties in belangrijke bedrijfssectoren kan leiden.

Onderzoek en innovatie: Europa is goed voor ongeveer een derde van de wereldwijde verkoop van ICT, die met 5% per jaar toeneemt, terwijl op groeimarkten zoals in India en China de stijging tot in de dubbele cijfers loopt. Europa is met 40 à 50% van de inkomsten van 's werelds grootste spelers een mondiale leider op het gebied van elektronische communicatie.6 Europa doet het ook goed in sectoren zoals nano-elektronica, microsystemen en ingebedde systemen.

Investeringen in onderzoek en innovatie zijn van cruciale betekenis voor het vermogen van de ICT-sector om op korte en lange termijn voor nieuwe banen en groei te blijven zorgen. Uit tabel 1 blijkt evenwel dat Europa veel te weinig in ICT investeert.

Tabel 1 – Investeringen in ICT-onderzoek (2002)7

O&O op ICT-gebied8EU-15

VS

Japan

Investeringen van de particuliere sector23 mld. €

83 mld. €

40 mld. €

Investeringen van de publieke sector8 mld. €

20 mld. €

11 mld. €

Aantal inwoners383 mln.

296 mln.

127 mln.

Investeringen per inwoner80 €350 €400 €.
O&O op ICT-gebied18%34%35%

Bron: IDATE (voor de EU-15); OESO

Strategisch ICT-onderzoek is nodig om Europa's leiderschap op gebieden waarop Europa het goed doet (zoals nano-elektronica, ingebedde systemen en communicatie) en op opkomende terreinen (zoals internetdiensten en kennissystemen) veilig te stellen. Gericht onderzoek is noodzakelijk met betrekking tot knelpunten zoals geïntegreerde oplossingen, gebruiksvriendelijkheid en veiligheid. Het bevordert ook Europa's internationale concurrentievermogen op cruciale terreinen zoals normen en O&O-locatiebesluiten. Europa dient de investeringen in ICT-onderzoek op te voeren om de Barcelona-doelstelling te halen, d.w.z. om 3% van het BBP in O&O te investeren.

Introductie en acceptatie van ICT: Onderzoek alleen volstaat niet. De voordelen van de ICT zijn te danken aan het inbedden ervan in producten en diensten, nieuwe businessmodellen, organisatorische veranderingen en vaardigheden. Bedrijven kunnen hun productiviteit dankzij ICT opvoeren, maar kampen nog steeds met een gebrek aan interoperabiliteit, betrouwbaarheid en veiligheid, met moeilijkheden bij de reorganisatie en integratie van ICT op de werkplek, alsmede met hoge supportkosten. Met name het MKB ondervindt problemen bij de introductie van ICT.

Er staat een nieuw tijdperk van "e-business solutions" voor de deur, gebaseerd op geïntegreerde ICT-oplossingen, veilige webdiensten en samenwerkingsinstrumenten die de productiviteit van de werknemer moeten opvoeren. Nieuwe ontwikkelingen wijzen erop dat het aantal zakelijke toepassingen van ICT in de komende jaren zal toenemen. Voorts is het essentieel de werkomgeving aan te passen door ICT op de werkplek efficiënt te gebruiken teneinde te zorgen voor een flexibele organisatie van veilig werk van hoge kwaliteit.

Doelstelling 2: Prestaties van wereldformaat op het gebied van ICT-onderzoek en ‑innovatie door de kloof met Europa's belangrijkste concurrenten te dichten.

De Lissabon-strategie legt de nadruk op investeringen in onderzoek en innovatie die voor groei en werkgelegenheid moeten zorgen. Europa doet het weliswaar goed als het gaat om nieuwe vindingen, maar laat het soms afweten bij de innovatie. Met i2010 wordt er daarom naar gestreefd de barrières tussen onderzoekresultaten en economische resultaten te slechten.

De Commissie heeft onlangs twee belangrijke voorstellen ingediend die de positie van Europa in de ICT-sector moeten verbeteren: het zevende kaderprogramma voor onderzoek (KP7) en het Programma voor concurrentievermogen en innovatie (PCI)9. In haar voorstel voor KP7 vraagt de Commissie om een aanmerkelijke verhoging van het budget voor ICT-onderzoek. Hierdoor kan worden bijgedragen tot het dichten van de kloof op ICT-gebied met andere toonaangevende economieën, mits dit samengaat met een verhoging van de particuliere en publieke uitgaven voor onderzoek.

De Commissie zal stimuleren dat de technologische vooruitgang in innovatieve toepassingen en diensten voor de publieke en de particuliere sector wordt omgezet. Zij zal tevens risicodragende, creatieve en schaalvergrotende benaderingen ondersteunen waarbij via privaat-publieke partnerschappen10 kennis, vaardigheden en financiële middelen uit de industrie en het onderzoek op strategische onderzoekprioriteiten worden geconcentreerd11. De Commissie zal haar strategisch onderzoek in de eerste plaats richten op gebieden waar de toegevoegde waarde van Europa het hoogst is en die het grootste effect hebben op de groei en de werkgelegenheid. De technologiepijlers van KP7 zijn:

- technologieën gericht op kennis, inhoud en creativiteit – waaronder cognitie, simulatie en visualisatie;

- geavanceerde en open communicatienetwerken;

- veilige en betrouwbare software;

- ingebedde systemen;

- nano-elektronica.

De coördinatie van de onderzoek- en introductie-instrumenten van de Commissie zal worden verbeterd door deze te concentreren op de belangrijkste knelpunten, zoals interoperabiliteit, veiligheid en betrouwbaarheid, identiteitsbeheer, rechtenbeheer en gebruiksgemak. Onderzoek- en introductie-instrumenten zullen worden gecoördineerd om de haalbaarheid van technologische en organisatorische oplossingen aan te tonen in gevallen waarin een gezamenlijke aanpak op EU-niveau schaalvoordelen oplevert en de investeringen stimuleert.

De Commissie is ook van plan aanvullende maatregelen te treffen om de investeringen in ICT-onderzoek en -innovatie in Europa te stimuleren. Zij zal strategische samenwerking tussen ICT-onderzoekprogramma's bevorderen door nationale en Europese activiteiten te bundelen en door voort te bouwen op de ervaringen met gedeelde infrastructuurvoorzieningen zoals GÉANT. Zij zal de hoogte van de uitgaven van zowel de publieke als de particuliere sector in het oog houden. Daarnaast zal zij het onderwijs- en opleidingsbeleid een impuls geven zodat Europa over de noodzakelijke vaardigheden voor ICT-onderzoek, -innovatie en ‑toepassingen kan beschikken.

Met het oog op een betere acceptatie van ICT is de Commissie voornemens met een voorstel te komen voor een geïntegreerd e-business-beleid waarin zij bijzondere aandacht aan het MKB zal schenken. Ter aanvulling zal steun worden verleend in het kader van de structuurfondsen en de fondsen voor plattelandsontwikkeling.

7.

Samengevat zal de Commissie met de i2010-agenda de investeringen in onderzoek en innovatie verhogen door:


een voorstel te doen om de steun voor ICT-onderzoek van de Gemeenschap met 80% te verhogen en te lidstaten te verzoeken dit voorbeeld te volgen;

de ICT-onderzoekpriorititeiten vast te stellen rondom de belangrijke technologiepijlers van KP7 (2007);

onderzoek- en introductie-initiatieven te ontplooien om grote knelpunten uit te weg te ruimen waarvoor technologische en organisatorische oplossingen moeten worden gevonden (2006);

aanvullende maatregelen vast te stellen om de particuliere investeringen in ICT-onderzoek en ‑innovatie aan te moedigen (2006);

specifieke voorstellen te doen voor een informatiemaatschappij voor iedereen in het kader van de Communautaire Strategische Richtsnoeren inzake Cohesie 2007-2013;

een e-business-beleid te ontwikkelen dat erop gericht is de technologische, organisatorische en juridische hinderpalen voor de acceptatie van ICT uit te weg te ruimen en daarbij de nadruk te leggen op het MKB;

instrumenten te ontwikkelen om nieuwe arbeidspatronen te ondersteunen waarmee de innovatie van bedrijven en de aanpassing aan nieuwe vaardigheidsbehoeften worden verbeterd.

4. Inclusie, betere overheidsdiensten en kwaliteit van leven

Naarmate de ICT ruimere toepassing vinden, wordt ook het effect ervan op onze samenleving groter. i2010 speelt hier op drie manieren op in: door ervoor te zorgen dat de ICT ten goede komen aan alle burgers, door overheidsdiensten beter, kostenefficiënter en toegankelijker te maken en door de kwaliteit van leven te verbeteren.

Op steeds grotere schaal wordt van ICT gebruik gemaakt en steeds meer mensen plukken de vruchten ervan. Maar meer dan de helft van de EU-bevolking profiteert nog steeds niet of niet volledig van de voordelen ervan of blijft er feitelijk van verstoken. Het verhogen van de sociale, economische en territoriale samenhang door ICT-producten en –diensten toegankelijker te maken, ook in achtergestelde regio's, is een economische, sociale, ethische en politieke noodzaak. Bij i2010 wordt sterk de nadruk gelegd op volwaardige deelname en het aanleren van digitale basisvaardigheden.

Overheidsdiensten spelen een belangrijke rol in de Europese economie. De overheidsuitgaven vertegenwoordigen maar liefst 16% van het BBP. Het is een grote uitdaging om deze diensten beter, toegankelijker en rendabeler te maken. Er is aanmerkelijke vooruitgang geboekt bij de introductie van overheidsdiensten die op ICT zijn gebaseerd. Er zijn al successen bereikt, zoals de internetbelastingaangifte, waarmee jaarlijks miljoenen werkuren worden uitgespaard. Er moet echter nog veel worden gedaan om de economische impact en de maatschappelijke acceptatie aan te tonen.

Met ICT kan een belangrijke bijdrage worden geleverd aan de kwaliteit van leven. De ICT kunnen de gezondheid van de burgers verbeteren via nieuwe gezondheids- en welzijnsdiensten die door de ICT mogelijk worden gemaakt. In het licht van de demografische uitdagingen waarvoor Europa zich gesteld ziet, kunnen de ICT helpen de publieke gezondheids- en welzijnssystemen efficiënter en doeltreffender te maken. De ICT kunnen als een krachtige motor dienen voor de versterking van de culturele verscheidenheid in Europa door ons erfgoed en onze culturele scheppingen voor meer burgers toegankelijk te maken. De ICT vormen ook een instrument voor ecologische duurzaamheid, bijvoorbeeld omdat zij een rol spelen bij milieubewaking, rampenbeheersing en schone, energiezuinige en efficiënte productieprocessen12. De ICT dragen voorts bij tot een veiliger, schoner en energiezuiniger vervoer.

Doelstelling 3: Een inclusieve informatiemaatschappij die overheidsdiensten van hoge kwaliteit biedt en de kwaliteit van leven bevordert

De digitale convergentie zorgt voor nieuwe uitdagingen op het gebied van e-inclusie. De Commissie zal daarom een totaalaanpak definiëren. In de loop van 2005 zal zij met een mix van onderzoek- en stimuleringsmaatregelen voor e-toegankelijkheid komen teneinde ervoor te zorgen dat allerlei mensen met meer gemak gebruik kunnen maken van ICT-systemen. Zij zal richtsnoeren geven voor de verbetering van de geografische dekking van breedband in gebieden waar deze nog niet goed van de grond is gekomen. In 2005 zal zij met een voorstel voor een herziening van het toepassingsgebied van de Universele-dienstrichtlijn komen, in 2006 gevolgd door een totale herziening. In 2006 zal de Commissie tevens nagaan in hoeverre de ICT en digitale vaardigheden bijdragen tot de doelstellingen ten aanzien van essentiële kwalificaties van het initiatief 'Onderwijs en opleiding 2010'.

Bovendien is de Commissie voornemens in 2008 met een voorstel te komen voor een Europees e-inclusie-initiatief om kwesties zoals gelijke kansen, ICT-vaardigheden en discrepanties tussen regio's aan te pakken. Daarbij zullen activiteiten plaatsvinden op het gebied van actief toezicht, digitale vaardigheden en onderzoek naar toegankelijke technologische oplossingen. Alle beschikbare instrumenten moeten worden ingezet, onder meer opname in de strategische richtsnoeren voor de structuurfondsen, fondsen voor plattelandsontwikkeling, nationale steun, wettelijke maatregelen en onderzoek.

De Commissie is van plan op ICT steunende overheidsdiensten te promoten die transparanter, toegankelijker en kostenefficiënter zijn, op de eerste plaats natuurlijk via haar eigen project e-Commissie. Toch blijft er nog een niet gering aantal uitdagingen bestaan. In technisch opzicht is er behoefte aan gemeenschappelijke interfaces en aan portabiliteit van identiteiten tussen verschillende systemen en authenticatiesystemen. Bij organisatorische veranderingen moet rekening worden gehouden met nieuwe praktijken, vaardigheden en voorschriften. Dergelijke zaken kunnen het best op geïntegreerde wijze worden aangepakt met initiatieven zoals de recente actieplannen op het gebied van e‑gezondheidszorg en e‑aanbestedingen. De Commissie zal ook een voorstel doen voor een e-overheidsactieplan en strategische richtsnoeren voor op ICT steunende overheidsdiensten. Zij zal deze inspanningen steunen door middel van een beperkte reeks duidelijk geprofileerde demonstratieprojecten teneinde technische, juridische en organisatorische oplossingen te testen. De prioriteiten en het toepassingsgebied van deze projecten zullen in overleg met de lidstaten worden vastgesteld.

De essentiële bijdrage van de ICT tot de kwaliteit van leven wordt vaak niet opgemerkt en de acceptatie op dit gebied is derhalve beperkt. Om de zichtbaarheid te verhogen stelt de Commissie daarom voor een aantal initiatieven op ICT-gebied te ontplooien die als visitekaartje dienen. Voorlopig wordt prioriteit gegeven aan een drietal zaken: de behoeften van de vergrijzende samenleving, veilig en schoon vervoer en culturele diversiteit. Het eerste initiatief zal betrekking hebben op de zorg in een vergrijzende samenleving, waarbij het gaat om technologieën die welzijn, zelfstandigheid en gezondheid bevorderen. Het tweede initiatief is de intelligente auto: slimmer, veiliger en schoner, waarbij de milieu- en veiligheidsproblematiek in verband met het toenemende autoverkeer wordt aangepakt. Het derde initiatief betreft digitale bibliotheken, waarbij het gebruiksgemak en de aantrekkelijkheid van multimediabronnen moeten worden verbeterd. Om te profiteren van het rijke Europese erfgoed zullen hierbij multiculturele en meertalige omgevingen worden gecombineerd met technologische vooruitgang en nieuwe businessmodellen.

8.

Samengevat zal de Commissie voor de tenuitvoerlegging van de maatschappelijke agenda van i2010:


beleidsoriëntaties inzake e-toegankelijkheid en breedbanddekking opstellen (2005);

een voorstel doen voor een Europees initiatief ten aanzien van e-inclusie (2008);

een voorstel doen voor een e-overheidsactieplan en strategische richtsnoeren voor op ICT steunende overheidsdiensten (2006);

demonstratieprojecten opstarten om op werkelijke schaal de technologische, juridische en organisatorische oplossingen voor het online brengen van overheidsdiensten uit te testen (2007);

als voorlopige stap drie initiatieven ontplooien op het gebied van 'kwaliteit van leven' die als visitekaartje dienen (2007).

5. Conclusie: i2010 in de context van de nieuwe governance-cyclus van de Lissabon-strategie

De Europese Unie heeft de Lissabon-strategie een nieuwe start laten maken. De nadruk is daarbij gelegd op het partnerschap voor groei en werkgelegenheid. i2010 zal helpen Europa aantrekkelijker te maken voor investeringen en innovaties op het gebied van op kennis gebaseerde goederen en diensten. Alle betrokkenen hebben hierin hun eigen taak:

- De Europese Commissie zal via het Lissabon-programma van de Gemeenschap en in het bijzonder i2010 het voortouw nemen bij:

- de ontwikkeling van voorstellen om de regelgevingskaders voor elektronische communicatie, de informatiemaatschappij en de mediadiensten om zo goed mogelijk gebruik te maken van de mogelijkheden van de interne markt;

- de toepassing van de financiële instrumenten van de Gemeenschap om investeringen in strategisch onderzoek te stimuleren en de knelpunten voor grootschalige innovatie op ICT-gebied uit de weg te ruimen;

- flankerend beleid te ontwikkelen om de e-inclusie en de kwaliteit van leven te bevorderen.

- De lidstaten dienen door middel van de half oktober 2005 vast te stellen nationale hervormingsprogramma's prioriteiten voor de informatiemaatschappij te bepalen die zijn afgestemd op de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid, waarbij veel belang wordt gehecht aan ICT-acceptatie, ICT-infrastructuur en ICT voor werkgelegenheid en onderwijs. Deze programma's zouden de lidstaten kunnen helpen om:

- te zorgen voor een snelle en grondige omzetting van de nieuwe, voor de digitale convergentie relevante regelgevingskaders waarbij de nadruk wordt gelegd op open en concurrerende markten;

- het budget voor ICT-onderzoek in de nationale begrotingen te verhogen;

- moderne en interoperabele, op ICT steunende overheidsdiensten te ontwikkelen;

- hun aanzienlijk koopkracht aan te wenden om de innovatie in de ICT te stimuleren;

- op nationaal niveau ambitieuze doelstellingen voor de ontwikkeling van de informatiemaatschappij vast te stellen.

- Met de overige betrokkenen dient een open en constructieve dialoog te worden gevoerd die steun geeft aan de ontwikkeling van een innovatieve kennismaatschappij. In het bijzonder dienen de industriële partners ernaar te streven de investeringen in ICT-onderzoek en technologie op te voeren, terwijl constructieve pogingen moeten worden ondernomen op gebieden waarop er kritische knelpunten bestaan voor ontwikkelingen in de digitale economie.

De lidstaten dienen vervolgens over de prestaties jaarlijks verslag uit te brengen in de uitvoeringsverslagen voor de nationale hervormingsprogramma's overeenkomstig de nieuwe governance-cyclus van de Lissabon-strategie. De vooruitgang hierbij zal worden geëvalueerd in het jaarlijkse voortgangsverslag voor de Lissabon-agenda.

De Commissie zal tegelijkertijd een bredere en intensievere dialoog met de betrokkenen gaan voeren en deze kwesties samen met de lidstaten gaan aanpakken, met name via de open coördinatiemethode13. Zij kan bijvoorbeeld de uitwisseling van goede praktijken bevorderen en de ontwikkeling ten aanzien van de acceptatie van breedband-, e-business- en e-overheidsdiensten, de investeringen in ICT-onderzoek, de sociale en economische ongelijkheid en de digitale vaardigheden volgen door middel van voortgangsrapporten. Dit brengt, afgezien van de uitvoeringsverslagen voor de nationale hervormingsprogramma's, geen nieuwe rapportageverplichtingen voor de lidstaten mee.

Met i2010 heeft de Commissie het startschot gegeven voor een nieuwe geïntegreerde beleidsaanpak voor de informatiemaatschappij. Geheel overeenkomstig de nieuwe governance-cyclus van de herziene opzet voor de Lissabon-strategie, draagt i2010 bij tot de realisatie van de voornaamste doelstellingen van de Lissabon-strategie, namelijk duurzame groei en werkgelegenheid.

1De diensten van de sector informatiemaatschappij en media zijn al beschreven in het Groenboek (1998) over de convergentie van de sectoren telecommunicatie, media en informatietechnologie en de implicaties daarvan voor de regelgeving – Naar een aanpak voor de informatiemaatschappij – COM(97) 623 en, om rekening te houden met nieuwe ontwikkelingen, in de mededeling (2003) De toekomst van het Europese audiovisuele regelgevingsbeleid COM(2003) 784. Deze diensten weerspiegelen de huidige convergentie van elektronische communicatiediensten, diensten van de informatiemaatschappij en omroepdiensten en de opkomst van nieuwe diensten op het gebied van inhoud als gevolg daarvan.

2De eEurope-initiatieven en de mededeling De toekomst van het Europese audiovisuele regelgevingsbeleid - COM(2003) 784.

3European Information Technology Observatory (EITO) 2005.

4Door middel van de programma's MEDIA, eLearning en eContent en hun opvolgers.

5Zoals breedbandige mobiele en draadloze lokale en wide area netwerken (WiFi en WiMax) en digitale tv.

6OECD Information Technology Outlook 2004.

7Vergelijkbare gegevens voor de EU 25 zullen eind 2005 beschikbaar zijn.

8“Investment in ICT Research, Comparative Study”, IDATE 2002.

9Volgens het voorstel voor KP7 zal jaarlijks 1,8 mld. euro voor ICT worden uitgetrokken. Het is de bedoeling om in het kader van het ICT-steunprogramma van het PCI in de periode 2007-2003 800 mln. euro te investeren in de verbetering van de acceptatie en de toepassing van ICT.

10Waaronder Europese Technologieplatforms en Gemeenschappelijke technologie-initatieven.

11Het onderzoek op het gebied van nano-elektronica zal door de Commissie worden gesteund en gecoördineerd conform het voorstel voor KP6 en overeenkomstig de visie en de strategische onderzoekagenda van het Europese Technologieplatform voor nano-elektronica.

12Bij i2010 worden deze mogelijkheden in samenwerking met het Actieplan inzake Milieutechnologieën (ETAP) benut.

13Working together for growth and jobs. Next steps in implementing the revised Lisbon strategy - SEC(2005) 622.

NL NL