Toelichting bij SEC(2007)140 - Advies van de Raad overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Verordening 1466/97 over het geactualiseerde convergentieprogramma van Malta voor de periode 2006-2009

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Algemene achtergrond

Het stabiliteits- en groeipact, dat op 1 juli 1998 in werking is getreden, is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren. Bij de hervorming van het pact in 2005 werd het nut ervan bij het verankeren van begrotingsdiscipline erkend, maar werd tevens versterking van de doeltreffendheid en de economische onderbouwing, alsook waarborging van de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn beoogd.

In Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid i, die deel uitmaakt van het pact, is bepaald dat de lidstaten bij de Raad en de Commissie stabiliteits- of convergentieprogramma's moeten indienen, alsook jaarlijkse actualiseringen daarvan (de lidstaten die de gemeenschappelijke munt al hebben aangenomen dienen (geactualiseerde) stabiliteitsprogramma's in en lidstaten die deze nog niet hebben aangenomen dienen (geactualiseerde) convergentieprogramma's in). Het eerste convergentieprogramma van Malta is in mei 2004 ingediend. Overeenkomstig de verordening bracht de Raad op basis van een aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité op 5 juli 2004 hierover advies uit. Geactualiseerde stabiliteits- en convergentieprogramma's worden volgens dezelfde procedure door de Commissie beoordeeld en door bovengenoemd Comité onderzocht, terwijl ook de Raad over de mogelijkheid beschikt deze programma's te evalueren.

1.

Achtergrond voor de beoordeling van het geactualiseerde programma


De Commissie heeft het op 7 december 2006 ingediende meest recente geactualiseerde convergentieprogramma van Malta onderzocht en een aanbeveling voor een advies van de Raad aangenomen (zie het kader voor de belangrijkste beoordelingspunten).

Om de achtergrond te schetsen waartegen de begrotingsstrategie in het geactualiseerde convergentieprogramma wordt beoordeeld, bevatten de volgende punten een overzicht van:

1. de economische en budgettaire resultaten over de afgelopen tien jaar;

2. de positie van het land overeenkomstig het corrigerende deel van het stabiliteits- en groeipact (buitensporigtekortprocedure);

3. de meest recente beoordeling van de positie van het land overeenkomstig het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact (samenvatting van het advies van de Raad over de vorige actualisering van het convergentieprogramma);

4. de beoordeling van de Commissie van het nationale hervormingsprogramma van oktober 2006.

2.

Recente economische en budgettaire resultaten


Na een periode van sterke economische groei in de tweede helft van de jaren negentig heeft de Maltese economie tussen 2001 en 2005 duidelijk minder gepresteerd i. Hoewel ongunstige conjuncturele ontwikkelingen daaraan mede debet waren, is ook het externe concurrentievermogen van Malta gaandeweg aangetast door binnenlandse structurele zwakheden, die nog werden versterkt door een sectorale concentratie in de verwerkende industrie. Daardoor is de uitvoer gedaald en is het externe tekort verslechterd tot rond de 11% van het BBP in 2005. Aangezien in TFP-groeiramingen 'kwalitatieve' aspecten van factorinputs tot uiting kunnen komen, lijkt de lage totale factorproductiviteit in de afgelopen jaren een andere oorzaak van de lage economische groei van Malta. In de afgelopen jaren had Malta een overheidstekort. Ook al is het gelukt om de tekortquote sinds 1998 terug te dringen, toch is de aanpassing niet altijd van duurzame aard geweest. In de meeste jaren is de aanpassing tot stand gebracht dankzij hogere ontvangsten, maar sinds kort worden daartoe juist de uitgaven in de hand gehouden, hetgeen zou moeten leiden tot een duurzamere consolidatie. Ook al is men er in de afgelopen jaren in geslaagd de totale uitgaven in te dammen, toch hebben bepaalde uitgaven, waaronder die aan gezondheidszorg en sociale bescherming, tussen 1998 en 2004 wel een stijgende lijn vertoond.

3.

Buitensporigtekortprocedure ten aanzien van Malta


Op 5 juli 2004 heeft de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 6, een beschikking vastgesteld waarin werd geconstateerd dat in Malta een buitensporig tekort bestond. Tegelijk heeft hij overeenkomstig artikel 104, lid 7, een aanbeveling gedaan die erin bestond dat het buitensporige tekort uiterlijk in 2006 moest zijn gecorrigeerd. Met name is Malta aanbevolen om krachtdadig maatregelen, en in het bijzonder maatregelen van structurele aard, ten uitvoer te leggen om de uitgaven te stroomlijnen en terug te dringen. Ook is Malta aanbevolen de stijging van de schuldquote in 2005 een halt toe te roepen en deze daarna terug te dringen.

4.

Beoordeling in het advies van de Raad over het vorige programma


Op 14 maart 2006 heeft de Raad advies uitgebracht over de vorige actualisering van het convergentieprogramma voor de periode 2005-2008. De Raad was van oordeel dat het programma over het geheel voldeed aan de eis om het buitensporige tekort in 2006 te verhelpen. De Raad heeft Malta verzocht de begrotingsmaatregelen voor 2006 strikt ten uitvoer te leggen en ervoor te zorgen dat het buitensporige tekort dat jaar overeenkomstig het geactualiseerde convergentieprogramma zou worden verholpen, alsmede erop toe te zien dat de begrotingsconsolidatie in de richting van de middellangetermijndoelstelling van het programma zou worden voortgezet nadat het buitensporig tekort was verholpen, erop toe te zien dat de schuldquote vanaf 2006 in een bevredigend tempo zou afnemen in de richting van de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60% van het BBP, en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn te verbeteren door verdere vorderingen te maken bij de voorbereiding en uitvoering van de pensioenhervorming.

5.

Beoordeling van de Commissie van het nationale hervormingsprogramma van oktober 2006


Het uitvoeringsverslag van het nationale hervormingsprogramma van Malta in het kader van de vernieuwde Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid is op 15 oktober 2006 ingediend. In het nationale hervormingsprogramma van Malta worden als belangrijkste uitdagingen/prioriteiten aangemerkt: houdbaarheid van de overheidsfinanciën, concurrentievermogen, milieu, werkgelegenheid en onderwijs en opleiding. Uit de beoordeling door de Commissie van dit programma (goedgekeurd als onderdeel van het jaarlijkse voortgangsverslag van december 2006 i ) blijkt dat Malta goede vorderingen maakt bij de tenuitvoerlegging van zijn nationale hervormingsprogramma. Vooral op het gebied van de houdbaarheid van de begroting, die door de Maltese autoriteiten als cruciaal element voor meer groei en werkgelegenheid en de invoering van de euro wordt beschouwd, vordert de tenuitvoerlegging goed. Op micro-economisch en werkgelegenheidsgebied worden echter minder inspanningen geleverd.

Gezien de onderkende sterke en zwakke punten is Malta aanbevolen actie te ondernemen op de volgende terreinen: vergroting van de concurrentie, beperking en ombuiging van staatssteun, meer mensen in het arbeidsproces krijgen, aanpakken van zwartwerken en wijziging van het belasting- en het uitkeringsstelsel.

Kader: Belangrijkste beoordelingspunten Overeenkomstig artikel 5, lid 1, (voor stabiliteitsprogramma´s) en artikel 9, lid 1, (voor convergentieprogramma´s) van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad wordt beoordeeld: of de economische hypothesen waarop het programma gebaseerd is, realistisch zijn; de middellangetermijnbegrotingsdoelstelling (MTD) van de lidstaat en of het aanpassingstraject richting de MTD passend is; of de met het oog op de naleving van dit aanpassingstraject genomen of voorgenomen maatregelen afdoende zijn om de MTD gedurende de cyclus te halen; bij de beoordeling van het aanpassingstraject richting de MTD: of in economisch goede tijden een grotere aanpassing wordt nagestreefd en in economisch slechte tijden juist een minder zware inspanning toelaatbaar is, en - voor de lidstaten van het eurogebied en het WKM II – of de lidstaat een jaarlijkse verbetering van het conjunctuurgezuiverde begrotingssaldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen, met 0,5% van het BBP als benchmark nastreeft om zijn MTD te bereiken; bij de bepaling van het aanpassingstraject richting de MTD (voor de lidstaten die deze doelstelling nog niet bereikt hebben) en bij het toestaan van een tijdelijke afwijking van de MTD (voor landen die de doelstelling wel hebben bereikt): de uitvoering van grote structurele hervormingen die op lange termijn rechtstreekse kostenbesparende effecten hebben (mede doordat zij de potentiële groei verhogen) en bijgevolg een verifieerbare positieve invloed op de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn hebben (met dien verstande dat een passende veiligheidsmarge voor de naleving van de referentiewaarde van 3% van het BBP gewaarborgd moet zijn en dat een terugkeer naar de MTD binnen de programmaperiode wordt verwacht), waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan pensioenhervormingen die gepaard gaan met de invoering van een meerpijlerstelsel dat een verplichte pijler met volledige kapitaaldekking omvat; of het economisch beleid van de betrokken lidstaat strookt met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid. Bij de beoordeling van de aannemelijkheid van de macro-economische hypothesen wordt gekeken naar de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie en wordt ook gebruikgemaakt van de algemeen aanvaarde methode voor de raming van de potentiële productie en de conjunctuurgezuiverde saldi. De consistentie met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid wordt getoetst aan de globale richtsnoeren voor het economisch beleid op het gebied van de openbare financiën, zoals opgenomen in de geïntegreerde richtsnoeren voor de periode 2005-2008. Voorts worden beoordeeld: de ontwikkeling van de schuldquote en de vooruitzichten voor de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn, waaraan volgens het verslag van de Raad van 20 maart 2005 over de verbetering van de uitvoering van het stabiliteits- en groeipact 'bij het toezicht op de begrotingssituatie voldoende aandacht' zou moeten worden geschonken. In een mededeling van de Commissie van 12 oktober 2006 wordt de aanpak voor de toetsing van de houdbaarheid op lange termijn uiteengezet i; de mate van integratie met het nationale hervormingsprogramma van de lidstaten in het kader van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid. In zijn begeleidende nota van 7 juni 2005 aan de Europese Raad over de globale richtsnoeren voor het economisch beleid voor de periode 2005-2008 heeft de Raad (Ecofin) verklaard dat de nationale hervormingsprogramma´s moeten stroken met de stabiliteits- en convergentieprogramma´s; de inachtneming van de gedragscode i, die voor de stabiliteits- en convergentieprogramma´s onder meer een gemeenschappelijke structuur en een reeks gegevenstabellen voorschrijft.

- Aanbeveling voor een

ADVIES VAN DE RAAD

overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over het geactualiseerde convergentieprogramma van Malta voor de periode 2006-2009

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid i, en met name op artikel 9, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

5. Op [27 februari 2007] heeft de Raad het geactualiseerde convergentieprogramma van Malta voor de periode 2006-2009 behandeld.

6. In het macro-economische scenario dat aan het programma ten grondslag ligt, wordt ervan uitgegaan dat de reële BBP-groei in de gehele programmaperiode rond de 3% zal blijven hangen. Afgaande op de thans beschikbare informatie lijkt dit scenario te berusten op groeihypothesen die voor 2007 gunstig en voor de jaren daarna nog gunstiger zijn, met name vanwege de voorspoedige langetermijnontwikkelingen in de externe sector. Als de netto-uitvoer op middellange termijn ongunstiger uitvalt dan in het programma wordt verwacht, kunnen de externe onevenwichtigheden van de afgelopen jaren nog verder toenemen.

7. Het overheidstekort over 2006 wordt in de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie geraamd op 2,9% van het BBP, tegen een streefcijfer van 2,7% van het BBP in de vorige actualisering van het convergentieprogramma. De raming voor 2006 in de nieuwe actualisering (2,6% van het BBP) ligt onder de najaarsprognose 2006 van de diensten van de Commissie en lijkt plausibel gezien de recente informatie over de BBP-groei en de kasgegevens over de overheidsfinanciën.

8. De in de actualisering uitgestippelde begrotingsstrategie is erop gericht het tekort in 2006 terug te dringen tot onder de referentiewaarde van 3% van het BBP en de begroting daarna verder te consolideren. In de actualisering wordt gerekend op een geleidelijke vermindering van het overheidstekort, die in 2009 zou moeten uitmonden in een min of meer sluitende begroting. Met een geprognosticeerde daling van de rentelast komt het primaire overschot in 2009 naar verwachting uit op 3¼% van het BBP. De aanpassing moet tot stand komen door een daling van de primaire-uitgavenquote van bijna 5¾ procentpunten, die de daling van de ontvangstenquote van bijna 3¾ procentpunten meer dan goedmaakt. Ook al is men erin geslaagd de totale uitgaven in te dammen, toch hebben de uitgaven aan gezondheidszorg in de afgelopen jaren wel een stijgende lijn vertoond. Er zal minder gebruik worden gemaakt van eenmalige maatregelen met een tekortverminderend effect dan in het verleden. Ondanks een veel gunstiger macro-economisch scenario wordt in het programma in grote lijnen vastgehouden aan de beoogde nominale budgettaire aanpassing van de vorige actualisering.

9. Het volgens de algemeen aanvaarde methode berekende structurele tekort (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde saldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen) verbetert van circa 3% van het BBP in 2006 naar ½% aan het eind van de programmaperiode. Evenals in de vorige actualisering van het convergentieprogramma wordt als middellangetermijndoelstelling (MTD) voor de begrotingssituatie een structureel sluitende begroting gehanteerd, maar in het nieuwe programma wordt er niet naar gestreefd om deze doelstelling binnen de programmaperiode te bereiken. Aangezien de MTD ambitieuzer is dan de minimumbenchmark (geraamd op een tekort van circa 1¾% van het BBP), zou de verwezenlijking ervan een veiligheidsmarge tegen het ontstaan van een buitensporig tekort moeten bieden. De MTD ligt binnen de marge die in het stabiliteits- en groeipact en in de gedragscode is vastgesteld voor de lidstaten die tot het eurogebied en het WKM II behoren, en houdt voldoende rekening met de schuldquote en de gemiddelde potentiële productiegroei op lange termijn.

10. De aan de begrotingsprognoses in het programma verbonden risico's lijken elkaar voor 2007 min of meer in evenwicht te houden, maar daarna kunnen de begrotingsresultaten slechter uitvallen dan waarop in het programma wordt gerekend. Dit komt doordat voor 2007 wordt uitgegaan van een gunstige BBP-groei en aan de prognoses van de actualisering voor 2008 en 2009 een nog gunstiger macro-economisch scenario ten grondslag ligt (hoewel de belastingprognoses voor deze jaren aan de voorzichtige kant lijken). Daarnaast worden voor de periode na 2007 geen bijzonderheden verstrekt over de aanpassingsstrategie, waardoor de risico´s met betrekking tot de beoogde budgettaire consolidatie toenemen.

11. Gezien deze risicobeoordeling lijkt de begrotingskoers van het programma te voldoen aan de eis dat het buitensporig tekort in 2006 wordt gecorrigeerd, zoals de Raad heeft aanbevolen. Bovendien lijkt deze koers een veiligheidsmarge te verschaffen die ruim genoeg is om vanaf 2008 te voorkomen dat het tekort bij normale macro-economische fluctuaties de drempel van 3% van het BBP overschrijdt. In de jaren na de correctie van het buitensporig tekort is het uit het programma blijkende tempo van de aanpassing richting de MTD grotendeels in overeenstemming met het stabiliteits- en groeipact, dat voorschrijft dat de lidstaten die tot het eurogebied en WKM II behoren, een jaarlijkse verbetering van het structurele begrotingssaldo moeten nastreven met 0,5% van het BBP als benchmark, en dat in goede economische tijden een grotere aanpassing moet worden bewerkstelligd, terwijl in slechte economische tijden een minder zware inspanning toelaatbaar is.

12. De bruto overheidsschuld is volgens de ramingen in 2006 uitgekomen op 68¼% van het BBP, waarmee deze boven de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 60% van het BBP ligt. In het programma daalt de schuldquote in de programmaperiode met 8¾ procentpunten van het BBP. Gezien de bovenbeschreven risico's met betrekking tot de begrotingsdoelstellingen zal de schuldquote waarschijnlijk een minder gunstige ontwikkeling te zien geven dan waarop in het programma wordt gerekend. Al met al lijkt de schuldquote in de programmaperiode in voldoende mate af te nemen in de richting van de referentiewaarde.

13. Malta heeft onlangs een pensioenhervorming vastgesteld die gericht is op een verhoging van de effectieve pensioengerechtigde leeftijd en de pensioenen. Uit de ramingen van het programma blijkt dan ook dat de pensioenuitgaven zullen oplopen en dat de leeftijdsgerelateerde uitgaven daardoor sneller zullen stijgen en zullen uitkomen op vrijwel het EU-gemiddelde. Uit de prognoses blijkt voorts dat de uitgaven aan gezondheidszorg, als de huidige trend doorzet, op lange termijn rond 1¾ procentpunt van het BBP zullen stijgen. Daarmee ligt de stijging wel iets onder de historische trend. In de huidige begrotingssituatie is niet gewaarborgd dat de schuld geleidelijk wordt teruggedrongen tot onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde. Door de verbetering van de begrotingssituatie, zoals geprojecteerd in het programma, zouden de risico´s voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën dan ook verminderen. Al met al lijkt Malta een middelgroot risico te lopen wat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën betreft.

14. Het convergentieprogramma bevat geen kwalitatieve beoordeling van de algemene gevolgen van het uitvoeringsverslag van oktober 2006 van het nationale hervormingsprogramma binnen het kader van de begrotingsstrategie op middellange termijn. Wel verschaft het systematisch informatie over de rechtstreekse budgettaire kosten of besparingen van de voornaamste hervormingen waarin het nationale hervormingsprogramma voorziet, en wordt in de begrotingsprognoses expliciet rekening gehouden met de gevolgen van de in het nationale hervormingsprogramma geschetste maatregelen voor de openbare financiën. De in het convergentieprogramma opgenomen maatregelen op het gebied van de openbare financiën lijken aan te sluiten bij de in het kader van het nationale hervormingsprogramma voorgenomen acties. Met name zijn in beide programma´s plannen opgenomen om de pensioenhervorming ten uitvoer te leggen, terwijl het convergentieprogramma bijzonderheden bevat over de in de het nationale hervormingsprogramma aangekondigde belastinghervorming.

15. De in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie is grotendeels in overeenstemming met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid die in de geïntegreerde richtsnoeren voor de periode 2005-2008 zijn opgenomen.

16. Wat de in de gedragscode voor stabiliteits- en convergentieprogramma's gespecificeerde gegevensvereisten betreft, vertoont het programma enkele lacunes in de verplichte en facultatieve gegevens i.

Al met al voldoet het programma aan de eis dat het buitensporige tekort in 2006 wordt gecorrigeerd en wordt daarna met de uitstekende groeivooruitzichten gemikt op voldoende vooruitgang richting de MTD. De schuldquote in het programma lijkt voldoende snel af te nemen richting de referentiewaarde van 60% van het BBP. Na 2007 is de verwezenlijking van de begrotingsdoelstellingen evenwel aan risico's onderhevig. Met name gezien de recente toename van externe onevenwichtigheden is het van belang om een begrotingssituatie vast te houden die zo solide is dat een mogelijke omslag in het verwachte dynamische groeipatroon kan worden opgevangen. Gezien de bovenstaande evaluatie wordt Malta verzocht om:

i) voldoende vooruitgang richting de MTD te boeken en ervoor te zorgen dat de schuldquote navenant wordt teruggebracht, alsook met name voor de uitgavenzijde een begrotingsstrategie met een langer tijdsperspectief uit te stippelen;

ii) gezien de omvang van de schuld en de verwachte stijging van leeftijdsgerelateerde uitgaven de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn te verbeteren door de MTD te verwezenlijken en verdere vooruitgang te boeken bij de voorbereiding en tenuitvoerlegging van de hervorming van de gezondheidszorg.

6.

Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses




Reëel BBP (Verandering in %) CP dec 2, 2, 3, 3, 3,

COM nov 2, 2, 2, 2, n.b.

CP jan 0, 1, 1, 2, n.b.

HICP-inflatie (%) CP dec 2, 3, 2, 2, 2,

COM nov 2, 3, 2, 2, n.b.

CP jan 2, 3, 2, 1, n.b.

Output gap (% van het potentiële BBP) CP dec -2, -2, -1, -0, 0,

COM nov -2, -1, -1, -0, n.b.

CP jan -2, -3, -4, -4, n.b.

Overheidssaldo (% van het BBP) CP dec -3, -2, -2, -0, 0,

COM nov -3, -2, -2, -2, n.b.

CP jan -3, -2, -2, -1, n.b.

Primair saldo (% van het BBP) CP dec 0, 1, 1, 2, 3,

COM nov 0, 0, 0, 0, n.b.

CP jan 0, 1, 1, 2, n.b.

Conjunctuurgezuiverd saldo (% van het BBP) CP dec -2, -1, -1, -0, -0,

COM nov -2, -2, -2, -2, n.b.

CP jan -2, -1, -0, 0, n.b.

Structureel saldo2 (% van het BBP) CP dec -3, -2, -2, -1, -0,

COM nov -4, -3, -2, -2, n.b.

CP jan -3, -2, -1, 0, n.b.

Bruto overheidsschuld (% van het BBP) CP dec 74, 68, 66, 63, 59,

COM nov 74, 69, 69, 68, n.b.

CP jan 76, 70, 68, 67, n.b.

Noten: 1Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de in het programma voorkomende informatie. 2Conjunctuurgezuiverd saldo (zoals in de voorgaande rijen), ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen. 3Eenmalige en tijdelijke maatregelen uit het programma (1,6% van het BBP in 2005, 1,1% van het BBP in 2006, 0,2% van het BBP in 2007, 0,2% van het BBP in 2008 en 0,2% van het BBP in 2009, alle met een tekortverminderend effect). 4Eenmalige en tijdelijke maatregelen uit de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie (1,6% van het BBP in 2005, 1,1% van het BBP in 2006, 0,2% van het BBP in 2007 en 0% van het BBP in 2008, alle met een tekortverminderend effect). 5Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens 2,2%, 1,7%, 1,7% en 1,6% in de periode 2005-2008. 6 De CP-cijfers van januari 2006 stemmen overeen met het indexcijfer van de detailhandelsprijzen. Bronnen: Convergentieprogramma (CP); economische najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.

europa.eu.int/comm/economy_finance/about
zo´n 1%. Voor 2004, 2005 en de eerste helft van 2006 is het nominale BBP opwaarts bijgesteld met respectievelijk 0,4%, 0,9% en 1,1%. Deze bijstellingen zijn verricht in het kader van het periodieke proces waarbij wordt gekeken of de statistische Eurostatbenadering in acht wordt genomen. In haar beoordeling van het geactualiseerde programma heeft de Commissie de meest recente cijfers gehanteerd.

europa.eu.int/comm/economy_finance/about .
saldo´s, en in het bijzonder ramingen van de netto opgenomen/verstrekte leningen tegenover de rest van de wereld in de periode 2006-2009, en over de arbeidsproductiviteit in gewerkte uren.