Toelichting bij COM(2010)181 - Afsluiting van het overleg met Madagaskar overeenkomstig artikel 96 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Na de gewelddadige machtsovername in Madagaskar op 17 maart 2009 is de heer Andry Rajoelina uitgeroepen tot president van de hoge overgangsautoriteit.

Aangezien deze gewelddadige machtsovername een flagrante schending is van de essentiƫle elementen die worden bedoeld in artikel 9 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst, hierna 'Overeenkomst van Cotonou' genoemd, hebben de Raad en de Commissie overeenkomstig artikel 96 van dat akkoord op 9 juni 2009 een brief gericht aan de Malagassische hoge overgangsautoriteit met het verzoek in overleg te treden.

Tijdens de openingszitting van dit overleg op 6 juli 2009 in Brussel hoorde de Europese Unie geen bevredigende voorstellen van de kant van Madagaskar.

In een geest van openheid voor dialoog en in het volle besef van de complexe politieke situatie in Madagaskar, stelde de Europese Unie voor het overleg te laten voortduren om de Malagassische hoge overgangsautoriteit te stimuleren de onderhandelingen met de Malagassische politieke groeperingen voort te zetten, onder toezicht van het gezamenlijke bemiddelingsondersteuningsteam bestaande uit de Afrikaanse Unie (AU), de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC), de Organisation Internationale de la Francophonie (OIF) en de Verenigde Naties, teneinde tot een consensus te komen die de terugkeer naar de grondwettelijke orde mogelijk maakt.

In het kader van het mandaat van het gezamenlijke bemiddelingsondersteuningsteam voor Madagaskar, en met name na de benoeming van President Chissano tijdens de SADC-top in juni 2009, hebben de leiders van vier politieke groeperingen op 9 augustus 2009 in Maputo de 'Overeenkomst van Maputo' en het 'Overgangshandvest' ondertekend, evenals andere overeenkomsten, die in het bijzonder voorzien in de oprichting van instellingen die een overgangsproces moeten opzetten en die binnen 15 maanden presidents- en parlementsverkiezingen moeten organiseren. Deze overeenkomsten, die uiterlijk 30 dagen later moesten worden uitgevoerd door benoemingen in overleg op sleutelposten in de overgangsinstellingen, zijn vervolledigd met de aanvullende akte bij het 'Overgangshandvest' die op 6 november 2009 in Addis Abeba door de leiders van de vier politieke groeperingen werd ondertekend.

Ondanks de intensieve inspanningen van de laatste maanden die het gezamenlijke bemiddelingsondersteuningsteam met de steun van de internationale gemeenschap heeft ondernomen, en het meest recente ad-hocinitiatief van de voorzitter van de commissie van de AU, hebben de politieke groeperingen geen akkoord bereikt over de uitvoering van het overgangsproces dat door hen werd overeengekomen in Maputo en in Addis Abeba. De heer Rajoelina is daarentegen een eenzijdig overgangsproces gestart, heeft een eerste minister en een regering benoemd en heeft verkiezingen uitgeschreven voor mei 2010, wat volledig in strijd is met de geest en de inhoud van de overeenkomsten van Maputo en de Akte van Addis Abeba.

De Europese Unie is van oordeel dat zij dit eenzijdig overgangsplan, dat geen duurzame oplossing biedt voor de huidige crisis en de terugkeer naar de grondwettelijke orde in Madagaskar niet mogelijk maakt, niet kan goedkeuren.

Op basis hiervan wordt voorgesteld:

- over te gaan tot afsluiting van het overleg met de Malagassische hoge overgangsautoriteit overeenkomstig de artikelen 9 en 96 van de Overeenkomst van Cotonou, en de Malagassische autoriteiten een aantal passende maatregelen mee te delen inzake de EU-ontwikkelingssamenwerking met Madagaskar. De maatregelen zullen geen afbreuk doen aan de maatregelen die kunnen worden uitgevoerd om de terugkeer naar de grondwettelijke orde te vergemakkelijken, of aan de rechtstreekse humanitaire hulp of steun aan de bevolking, en respecteren de rechtszekerheid van de uitvoeringscontracten van de reeds ondernomen activiteiten.

- indien er een positief scenario in het vooruitzicht is, dat een consensus tussen alle Malagassische partijen inzake een overgangsproces inhoudt, behoudt de Europese Unie zich het recht voor bijhorende maatregelen te nemen.