Toelichting bij COM(2010)444 - Niet-opneming van 1, 3-dichloorpropeen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Het aangehechte ontwerpvoorstel voor een besluit van de Raad betreft de niet-opneming van 1,3-dichloorpropeen als werkzame stof in de positieve lijst (bijlage I) van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad. Het voorstel voor niet-opneming is gebaseerd op een aantal problemen die zijn geconstateerd tijdens de tweede evaluatie van deze werkzame stof, die sinds september 2007 niet is goedgekeurd.

In Richtlijn 91/414/EEG betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen is een geharmoniseerd communautair kader vastgesteld voor de toelating en het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. Artikel 8, lid 2, van deze richtlijn voorziet in de uitvoering van een programma over een periode van 12 jaar voor het geleidelijke onderzoek van de werkzame stoffen in de bestrijdingsmiddelen die op de markt zijn, met het oog op de opneming daarvan in bijlage I bij de richtlijn. Verordening (EG) nr. 451/2000 en Verordening (EG) nr. 1490/2002 bevatten bepalingen voor de uitvoering van de tweede en de derde fase van voornoemd werkprogramma.

1,3-dichloorpropeen is een van de in de tweede fase van dit werkprogramma te onderzoeken werkzame stoffen. Het is bij Beschikking 2007/619/EG niet in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen, met name wegens het vrijkomen in het milieu van grote hoeveelheden bekende en onbekende polygechloreerde onzuiverheden, waarvoor geen informatie over persistentie, toxicologisch gedrag, opname door gewassen, accumulatie, metabolisme en residugehalte beschikbaar was, alsook wegens de onbesliste aard van de beoordeling van de risico's voor de consument en het risico van grondwaterverontreiniging, voor vogels, zoogdieren, in het water levende organismen en andere niet tot de doelsoorten behorende organismen.

In juni 2008 heeft de kennisgever van de werkzame stof een nieuw dossier ingediend volgens de versnelde procedure van Verordening (EG) nr. 33/2008. Dit dossier is geëvalueerd door de daartoe aangewezen, als rapporteur optredende lidstaat (Spanje) en door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA), die op 30 september 2009 haar conclusies over de risicobeoordeling van 1,3-dichloorpropeen bekend heeft gemaakt.

Uit de door de kennisgever verstrekte aanvullende gegevens en informatie kon echter niet worden afgeleid dat alle specifieke problemen die tot de eerste niet-opneming hadden geleid, uit de weg waren geruimd. Daarom heeft de Commissie op 9 juli 2010 bij het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid een ontwerpbesluit van de Commissie betreffende de niet-opneming van 1,3-dichloorpropeen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad ingediend.

Het comité heeft geen advies uitgebracht en het resultaat van de stemming was als volgt:

- 14 lidstaten hebben voor het ontwerp gestemd (150 stemmen)

- 11 lidstaten hebben tegen het ontwerp gestemd (154 stemmen)

- 2 lidstaten hebben zich onthouden (41 stemmen).

Daarom moet de Commissie krachtens artikel 19 van Richtlijn 91/414/EEG en overeenkomstig artikel 5 van Besluit 1999/468/EG van de Raad nu een voorstel betreffende de te nemen maatregelen indienen bij de Raad, die drie maanden de tijd heeft om daarover met gekwalificeerde meerderheid een besluit te nemen.

Het recht van controle van het Europees Parlement (artikel 8 van Besluit 1999/468/EG) is op dit ontwerpbesluit niet van toepassing.