Toelichting bij COM(2009)524 - Ondertekening en voorlopige toepassing van een overeenkomst met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein over extra voorschriften in verband met het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

POLITIEKE EN JURIDISCHE ACHTERGROND

Op 18 mei 1999 heeft de Raad van de Europese Unie met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen een overeenkomst gesloten inzake de wijze waarop deze landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

Op 26 oktober 2004 hebben de Raad van de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat een overeenkomst gesloten inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

Op 21 juni 2006 hebben de Raad van de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein een protocol geparafeerd betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis. Dit protocol is ondertekend op 28 februari 2008 en zal naar verwachting in 2009 worden gesloten.

Om redenen van doeltreffendheid en om te voorkomen dat er afzonderlijke onderhandelingen moeten worden gevoerd, werd Liechtenstein vóór de sluiting van het protocol betrokken bij de onderhandelingen over zijn deelname aan het Fonds. Deze overeenkomst zal ten aanzien van Liechtenstein pas worden toegepast na de inwerkingtreding van het protocol.

Krachtens artikel 11 van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma 'Solidariteit en beheer van de migratiestromen'[1] (hierna 'de beschikking' genoemd) nemen de landen die betrokken zijn bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis overeenkomstig de beschikking deel aan het Fonds. Bovendien worden regelingen vastgesteld met extra voorschriften voor deze deelname, waarbij ook de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap en de controlebevoegdheid van de Rekenkamer worden geregeld.

In de overeenkomst moet worden bepaald dat in Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein voorschriften worden toegepast die de Commissie in staat stellen de eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van de begroting van het Fonds in deze staten op zich te nemen. Noch de beschikking noch de bovengenoemde overeenkomsten inzake deelname aan het Schengenacquis bevatten dergelijke voorschriften. Na de op 20 december 2007 door de Raad aan de Commissie verleende machtiging zijn onderhandelingen gevoerd met de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein. Op 30 juni 2009 zijn de onderhandelingen afgerond en is de ontwerp-overeenkomst geparafeerd.

De partijen zijn overeengekomen deze overeenkomst voorlopig toe te passen met ingang van de dag volgende op die van de ondertekening ervan, onverminderd eventuele grondwettelijke vereisten. Een uitzondering op dit beginsel is de toepassing van artikel 6 betreffende de tenuitvoerlegging van geldelijke verplichtingen, waarvoor in de bij het Schengenacquis betrokken landen specifieke wetgevende maatregelen moeten worden genomen.

De lidstaten zijn geïnformeerd en geraadpleegd in de werkgroep 'Grenzen' en de werkgroep 'Europese Vrijhandelsassociatie (EVA)' van de Raad.

Artikel 62, punt 2, juncto artikel 300 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is de rechtsgrondslag voor de overeenkomst.

Dit voorstel en het daarmee samenhangende voorstel zijn de rechtsinstrumenten voor de ondertekening en de sluiting van de overeenkomst. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen. Conform artikel 300, lid 3, van het EG-Verdrag moet het Europees Parlement formeel worden geraadpleegd over de sluiting van de overeenkomst.

RESULTATEN VAN DE ONDERHANDELINGEN

De Commissie is van mening dat de door de Raad in zijn onderhandelingsrichtsnoeren geformuleerde doelstellingen zijn bereikt en dat de ontwerp-overeenkomst aanvaardbaar is voor de Gemeenschap.

De uiteindelijke inhoud van de ontwerp-overeenkomst kan als volgt worden samengevat:

Doel en toepassingsgebied

Met betrekking tot de voorschriften die de Commissie in staat moeten stellen de eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van de begroting van het Fonds in deze staten op zich te nemen, worden in de overeenkomst de volgende aspecten inzake het financiële beheer en de controle van het Fonds geregeld: het beginsel van goed financieel beheer, het beginsel van de voorkoming van belangenconflicten, de maatregelen die nodig zijn als gevolg van de delegatie van de uitvoering van EU-fondsen aan de bij het Schengenacquis betrokken landen, de tenuitvoerlegging van geldelijke verplichtingen, de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen tegen fraude, controles en verificaties ter plaatse, de Rekenkamer, overheidsopdrachten.

Bovendien bevat de overeenkomst een regeling voor de financiële bijdragen van deze landen aan de begroting van het Fonds. In de overeenkomst worden voor de periode 2009-2013 vaste bedragen vastgesteld voor deze bijdragen. Door te kiezen voor vaste bedragen kan het totaalbedrag van de jaarlijks voor het Fonds beschikbare kredieten gemakkelijker worden berekend. De vaste bedragen zijn echter aan een correctiemechanisme onderworpen dat in het laatste jaar van het meerjarenprogramma moet worden toegepast, rekening houdend met de berekeningsmethoden op basis van het BBP die in de desbetreffende overeenkomsten inzake deelname aan het Schengenacquis zijn opgenomen. Voorts zijn aanpassingen mogelijk wanneer het totale in artikel 13, lid 1, van de beschikking vermelde referentiebedrag wijzigt dan wel wanneer de in de tekst vermelde jaarlijkse kredieten wijzigen. Gelet op het verwachte tijdstip van de sluiting van deze overeenkomst, zijn de bijdragen voor 2009 slechts in 2010 verschuldigd als uitzonderlijke bijdragen. Evenzo zullen de voor 2009 geplande toewijzingen aan de bij het Schengenacquis betrokken landen, zoals medegedeeld in juli 2008, uitzonderlijk pas in 2010 verschuldigd zijn. In de overeenkomst is ook het tijdschema voor de betaling van deze bijdragen vastgesteld.

Tot slot bevat de overeenkomst voor de bij het Schengenacquis betrokken landen een aantal specifieke regelingen betreffende de indiening van programma's en verslagen, gelet op het feit dat hun deelname aan het Fonds vertraging heeft opgelopen.

Verklaringen

Aan de overeenkomst is een gezamenlijke verklaring gehecht die Liechtenstein de mogelijkheid biedt niet deel te nemen aan het Fonds, onverminderd zijn verplichting financieel bij te dragen aan het Fonds, dat immers moet zorgen voor lastenverdeling en voor de financiële ondersteuning van de uitvoering van het Schengenacquis op het gebied van de buitengrenzen en het visumbeleid.

Bovendien is er een uitwisseling van verklaringen tussen Noorwegen en de Europese Gemeenschap over de toepassing van het beginsel van de rechtstreekse uitvoerbaarheid van besluiten van de Europese Gemeenschap. Deze uitwisseling van verklaringen is gebaseerd op de verklaring die aan de overeenkomst inzake de deelname van Noorwegen aan het Schengenacquis is gehecht.

CONCLUSIES

Rekening houdend met de hierboven beschreven resultaten, stelt de Commissie voor dat de Raad:

- besluit dat de overeenkomst namens de Gemeenschap wordt ondertekend en de voorzitter van de Raad machtigt om de persoon (personen) aan te wijzen die is (zijn) gemachtigd om de overeenkomst namens de Gemeenschap te ondertekenen;

- na raadpleging van het Europees Parlement zijn goedkeuring hecht aan de bijgevoegde overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein over extra voorschriften in verband met het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007–2013.