Toelichting bij COM(2008)82 - Aanpassing met ingang van 1 juli 2007 van de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


In december 2007 heeft de Raad, op basis van het verslag van Eurostat, een besluit genomen over de aanpassing van de bezoldigingen en pensioenen met ingang van 1 juli. Nadat de Commissie haar voorstel bij de Raad had ingediend, heeft Italië naar aanleiding van de in december 2007 goedgekeurde nationale wet meegedeeld dat de nettobezoldiging van ambtenaren bij de centrale overheid met terugwerkende kracht vanaf 1 februari 2007 wordt verhoogd. Dit valt in de referentieperiode van 1 juli 2006 tot 1 juli 2007 en Eurostat heeft de specifieke indicator voor de referentieperiode gewijzigd. Om ervoor te zorgen dat de koopkracht van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen gelijke tred houdt met die van de nationale ambtenaren in de lidstaten, dienen de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen op basis van een aanvullend onderzoek te worden aangepast.

Algemene context


Overeenkomstig artikel 3 van bijlage XI bij het Statuut vloeit de aanpassing van de bezoldigingen en pensioenen rechtstreeks voort uit de ontwikkeling van de koopkracht van de nationale ambtenaren (specifieke indicator), de ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud voor Brussel (internationaal indexcijfer) en de door Eurostat vastgestelde economische pariteiten. De specifieke indicator meet de ontwikkeling van de nettobezoldigingen van de nationale ambtenaren in dienst van de centrale overheid van de lidstaten. Eurostat heeft deze indicator vastgesteld aan de hand van de gegevens die zijn verstrekt door de in artikel 1, lid 4, van bijlage XI genoemde acht lidstaten. In december 2007 heeft Eurostat de specifieke indicator gewijzigd op basis van de door het Italiaanse bureau voor de statistiek verstrekte cijfers, na de goedkeuring van nieuwe wetgeving in Italië, die met terugwerkende kracht op 1 februari 2007 in werking is getreden en dus binnen de referentieperiode valt. Het internationale indexcijfer van Brussel meet de ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud in Brussel voor de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen. Eurostat heeft deze index vastgesteld aan de hand van de door de Belgische autoriteiten verstrekte gegevens.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Elk jaar wordt een voorstel ingediend om de bezoldigingen en pensioenen aan te passen.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU


Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Wijze van raadpleging, voornaamste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten Over de elementen van het voorstel is volgens de geldende procedures overleg gepleegd met de vertegenwoordigers van het personeel.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden


In het voorstel wordt rekening gehouden met de adviezen van de geraadpleegde partijen.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


- Het voorstel beoogt de bezoldigingen en pensioenen aan te passen overeenkomstig de vigerende wetgeving. - De vigerende wetgeving laat geen ruimte voor alternatieven.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde actie


Overeenkomstig artikel 1 van bijlage XI bij het Statuut heeft Eurostat een verslag opgesteld over de ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud voor Brussel, de ontwikkeling van de koopkracht van de bezoldigingen van de nationale ambtenaren en de economische pariteiten waaruit de aanpassingscoëfficiënten voortvloeien. 3.1. AANPASSING VAN DE BEZOLDIGINGEN EN PENSIOENEN IN BELGIË EN LUXEMBURG De gemiddelde ontwikkeling van de koopkracht van de bezoldigingen van de nationale ambtenaren voor de referentieperiode, gemeten met de specifieke indicator, is gelijk aan 0,0%. De ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud in Brussel voor de referentieperiode, gemeten met het internationale indexcijfer dat door Eurostat werd berekend, is gelijk aan 1,4%. Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van bijlage XI bij het Statuut is de waarde van de aanpassing gelijk aan het product van de specifieke indicator en het internationale indexcijfer van Brussel, berekend door Eurostat. De voorgestelde aanpassing van de bezoldigingen en pensioenen in België en in Luxemburg is derhalve 1,4%. Op grond van artikel 3, lid 5, van bijlage XI bij het Statuut is in België en Luxemburg geen aanpassingscoëfficiënt van toepassing.

Rechtsgrondslag


De rechtsgrondslag is het Statuut en met name bijlage XI.

Subsidiariteitsbeginsel


Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

- In bijlage XI bij het Statuut is bepaald dat de Raad een verordening vaststelt.

- De financiële last is het rechtstreekse gevolg van de toepassing van de bij het Statuut vastgestelde aanpassingsmethode.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden niet geschikt zijn: - In bijlage XI bij het Statuut is bepaald dat de Raad een verordening vaststelt.

3.

Gevolgen voor de begroting



De gevolgen voor de administratieve uitgaven en voor de ontvangsten van de aanpassing van de bezoldigingen en de pensioenen worden uiteengezet in bijgaand financieel memorandum.