Toelichting bij COM(2007)290 - Niet-opneming van methomyl in bijlage I bij richtlijn 91/414/EEG en de intrekking van de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Dit ontwerpvoorstel voor een beschikking van de Raad betreft de niet-opneming van methomyl als werkzame stof in de positieve lijst (bijlage I) van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die die stof bevatten. Het voorstel voor de niet-opneming is gebaseerd op een aantal tijdens de evaluatie van deze werkzame stof geconstateerde problemen.

Met Richtlijn 91/414/EEG is een geharmoniseerd kader tot stand gebracht voor de toelating en het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. Voor gewasbeschermingsmiddelen bedoelde werkzame stoffen worden op communautair niveau geëvalueerd en toegelaten en vervolgens in bijlage I bij die richtlijn opgenomen. De afzonderlijke gewasbeschermingsmiddelen die werkzame stoffen bevatten, worden volgens geharmoniseerde voorschriften door de lidstaten geëvalueerd en toegelaten.

De door het bedrijfsleven ingediende gegevens zijn eerst geëvalueerd door een als rapporteur optredende lidstaat, in dit geval het Verenigd Koninkrijk, die een ontwerpbeoordelingsverslag heeft ingediend. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft een intercollegiale toetsing van de eerste evaluatie georganiseerd en heeft op 23 juni 2006 bij de Commissie een conclusie van de risico-evaluatie voor methomyl ingediend.

Tijdens de evaluatie van deze werkzame stof is een aantal problemen geconstateerd. Met name zou op basis van de beschikbare informatie de blootstelling van de toedieners de AOEL (aanvaardbaar niveau van blootstelling van de toediener) overschrijden en er is niet aangetoond dat de blootstelling van de werknemers en de omstanders aanvaardbaar is. Wat de ecotoxiciteit betreft, zijn er bovendien problemen wegens het hoge risico voor vogels en zoogdieren, in het water levende organismen, bijen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen.

De ontwerpbeschikking voor niet-opneming is op 16 maart 2007 aan het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid voorgelegd en

- 18 lidstaten hebben voor het ontwerp gestemd (199 stemmen)

- 7 lidstaten hebben tegen het ontwerp gestemd (107 stemmen)

- 2 lidstaten hebben zich onthouden (39 stemmen).

Het comité heeft geen advies uitgebracht. Daarom moet de Commissie krachtens artikel 19 van Richtlijn 91/414/EEG en overeenkomstig artikel 5 van Besluit 1999/468/EG van de Raad nu een voorstel betreffende de te nemen maatregelen indienen bij de Raad, die drie maanden de tijd heeft om daarover met gekwalificeerde meerderheid een besluit te nemen.

Het recht van controle van het Europees Parlement (artikel 8 van Besluit 1999/468/EG) is op deze ontwerpbeschikking niet van toepassing.