Toelichting bij COM(2007)75 - Voorstel voor een verordening van de Raad waarbij Bulgarije en Roemenië wordt toegestaan af te wijken van een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 2371/2002 met betrekking tot de referentieniveaus van de vissersvloten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Het acquis met betrekking tot het gemeenschappelijk visserijbeleid moet enigszins worden aangepast om de regelgeving toepasselijk te maken in Bulgarije en Roemenië.

Bijgaand voorstel voor een verordening van de Raad betreft een aanpassing van technische aard.

Op grond van artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de toetreding is het de Raad en de Commissie toegestaan om vóór de toetreding maatregelen te nemen als bedoeld in o.m. artikel 56 van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden. Deze maatregelen treden slechts in werking onder voorbehoud en op de datum van inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding.

Op grond van artikel 56 van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden kan de Raad of de Commissie vóór de toetreding de besluiten aanpassen die wegens de toetreding moeten worden aangepast, voor zover de noodzakelijke aanpassingen nog niet zijn opgenomen in de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden of de bijlagen daarbij. Deze aanpassingen worden van toepassing vanaf de datum van toetreding.

Aangezien de referentieniveaus voor de vissersvloten als bedoeld in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad gelijk zijn aan de som van de doelstellingen per segment van de meerjarige oriëntatieprogramma’s 1997-2002, is het niet dienstig dergelijke niveaus vast te stellen voor lidstaten die pas tot de Gemeenschap zijn toegetreden nadat die programma’s waren verstreken.