Toelichting bij COM(2006)458 - Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en toekenning van gunsten daaraan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Het doel van dit voorstel is bij beschikking van de Raad krachtens artikel 49 van het Euratom-Verdrag een gemeenschappelijke onderneming op te richten, via welke Euratom zijn bijdrage zou leveren tot het voorgestelde internationale project voor fusieonderzoek van ITER en specifieke daaraan gerelateerde activiteiten voor fusieonderzoek.

Bij besluit van 16 november 2000 heeft de Raad de Commissie opdracht gegeven onderhandelingen te voeren over een internationaal kader waardoor gezamenlijk voorbereidingen kunnen worden getroffen voor de toekomstige oprichting van een juridische entiteit voor ITER voor de bouw en exploitatie van ITER, indien en wanneer daartoe wordt besloten.

In dat verband heeft de Raad in november 2003 conclusies aangenomen waarbij de Commissie werd gemachtigd ' om Cadarache (Frankrijk) als Europese locatie voor het ITER-project voor te dragen. De Raad besloot tevens met eenparigheid van stemmen dat de Europese rechtsentiteit voor ITER in Spanje zal worden gehuisvest '[1].

Bij Besluit van de Raad van 26 november 2004[2] tot wijziging van de onderhandelingsrichtsnoeren van 16 november 2000 is de realisatie van het ITER-project in Europa in het kader van de 'bredere aanpak' voor fusie-energie aangewezen als het belangrijkste element van de krachtens de kaderprogramma's voor onderzoek van Euratom uit te voeren activiteiten voor fusieonderzoek.

De partijen[3] bij de onderhandelingen zijn het er in juni 2005 over eens geworden om het ITER-project te bouwen in Europa. Over de voorgestelde Internationale Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project (hierna de 'ITER-Overeenkomst' en de 'ITER-Organisatie') werd op 24 mei 2006[4] overeenstemming bereikt en bedoelde overeenkomst is overeenkomstig artikel 101 van het Euratom-Verdrag ter goedkeuring bij de Raad ingediend.

Luidens de ITER-Overeenkomst heeft Euratom onder meer de volgende verplichtingen:

- oprichting van een 'Binnenlands Agentschap' via hetwelk Euratom bijdragen in natura en financiële bijdragen, inclusief personele middelen, levert aan de ITER-Organisatie;

- ondersteuning van de voorbereiding van de locatie voor het ITER-project, in overeenstemming met de bijzondere verantwoordelijkheden van Euratom als partij die gastheer is.

Bovendien zal Euratom, in eerste instantie overeenkomstig een hiertoe gesloten bilaterale overeenkomst, bijdragen in natura en financiële bijdragen leveren voor activiteiten in het kader van de bredere aanpak in Japan.

In zijn beschikking van 30 september 2004[5] heeft de Raad het specifiek programma (Euratom) voor het zesde kaderprogramma (2002-2006) vastgesteld, waarin werd erkend: " Zodra het besluit wordt genomen het (ITER-) project uit te voeren, zal het nodig zijn […] organisatorische veranderingen door te voeren, met name om de Europese bijdrage aan ITER gezamenlijk in goede banen te leiden."

Gezien de schaal en de omvang van de verplichtingen die Euratom moet vervullen, met name de noodzaak om voor de toekomstige ITER-Organisatie met inachtneming van de vastgestelde specificaties en termijnen hoogtechnologische componenten aan te kopen en te leveren en daaraan gerelateerd O&O te ondersteunen, is het nodig een entiteit op te richten met een eigen rechtspersoonlijkheid die flexibel kan opereren en als een onderneming snel kan reageren.

In haar Mededeling aan de Raad van 28 februari[6] 2003 heeft de Commissie verslag uitgebracht over de stand van zaken betreffende de ITER-onderhandelingen inclusief de geplande structuur voor het beheer van de Europese bijdrage aan de ITER-Organisatie. Op basis van overleg met de relevante belanghebbenden is een juridische entiteit in de vorm van een gemeenschappelijke onderneming op grond van de bepalingen van de artikelen 45-51, hoofdstuk 5 van titel II, van het Euratom-Verdrag geschikt bevonden.

In haar voorstellen[7] voor het zevende kaderprogramma van Euratom voor activiteiten op het gebied van onderzoek en opleiding (2007-2011) en het desbetreffende specifiek programma[8] (hierna 'KP7') heeft de Commissie voorgesteld een juridische entiteit op te richten in de vorm van een gemeenschappelijke onderneming waarvoor financiële voorzieningen worden getroffen.

De voorgestelde gemeenschappelijke onderneming, de 'Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie', is het doeltreffendste middel voor de levering van de Euratom-bijdrage aan de ITER-Organisatie, de uitvoering van de activiteiten in het kader van de bredere aanpak en, op langere termijn, de voorbereiding van de bouw van demonstratiefusiecentrales (DEMO) en daarmee verband houdende faciliteiten, inclusief de International Fusion Materials Irradiation Facility (IFMIF).

Algemene context



Gezien de toenemende mondiale vraag naar energie en de economische, politieke en milieurisico's van blijvende afhankelijkheid van fossiele brandstoffen heeft fusie-energie het potentieel om over enkele decennia een belangrijke bijdrage te leveren tot een gevarieerd, duurzaam en zeker energievoorzieningssysteem.

Wereldwijd zijn er belangrijke inspanningen geleverd om het potentieel van fusie te benutten, en er is aanzienlijke vooruitgang geboekt. Europa speelt nu een vooraanstaande rol, vooral door de integratie van nationale fusieprogramma's in één gecoördineerd Euratom-programma voor fusieonderzoek, in de eerste plaats door de bouw en exploitatie, via een krachtens het Euratom-Verdrag opgerichte gemeenschappelijke onderneming, van de Joint European Torus, JET, 's werelds leidende fusiemachine.

Het doel op lange termijn van het Europese fusieprogramma is het gezamenlijk creëren van economisch levensvatbare demonstratiereactoren. Deze strategie vereist als eerste prioriteit de bouw en exploitatie van ITER ( 'the way' ) – een grote experimentele machine ontworpen om de wetenschappelijke en technologische haalbaarheid aan te tonen van fusie als een grootschalige bron van energie met gunstige veiligheids- en milieukenmerken.

Het ITER-project is, gezien de schaal ervan en de wetenschappelijke en technische uitdagingen die erbij komen kijken, de afgelopen zeventien jaar uitgevoerd in internationaal samenwerkingsverband. Na een conceptuele ontwerpfase werden van 1992 tot 2001 de activiteiten in verband met het engineering-ontwerp van ITER (EDA) uitgevoerd in het kader van een intergouvernementele overeenkomst onder de auspiciën van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie.[9]

Aan het einde van de EDA-activiteiten, en na uitgebreide interne wetenschappelijke, technologische en economische beoordelingen door de partijen bij de overeenkomst[10], heeft de ITER-Raad geconcludeerd dat het doel volledig was gerealiseerd en de partijen aanbevolen 'de nodige stappen te ondernemen om de gemeenschappelijke uitvoering van ITER mogelijk te maken als de volgende stap in de ontwikkeling van fusie als een energiebron voor vreedzame doeleinden. '[11]

Sinds 2001 zijn onderhandelingen aan de gang om een internationale overeenkomst uit te werken voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project. Bij de vier oorspronkelijke deelnemers aan het samenwerkingsverband – Euratom, Japan, Russische Federatie en VS – hebben zich nu China, Korea en India gevoegd – die meer dan de helft van de wereldbevolking vertegenwoordigen.

In verband met de ITER-onderhandelingen hebben de partijen, als onderdeel van een bredere aanpak voor de snelle totstandbrenging van fusie-energie, eveneens aanvullende gezamenlijke activiteiten voor fusieonderzoek overwogen. De voordelen van een dergelijke aanpak werden aangestipt in de conclusies van de Raad van 24 september 2004[12]; bij Besluit van de Raad van 26 november 2004[13] werd de Commissie gemachtigd in de financierings- en kostendelingsregelingen voor de bouw van ITER te voorzien in " Europese deelname aan internationale onderzoeksactiviteiten in samenwerkingsverband (…) in het kader van een bredere aanpak voor de verwezenlijking van fusie-energie. " In deze context stelt Euratom nu voor om in het kader van het bevoorrechte partnerschap dat momenteel wordt gevormd met Japan en volgens een tijdschema dat verenigbaar is met de bouwfase van het ITER-project deel te nemen aan een aantal projecten voor fusieonderzoek van wederzijds belang.

In verband met de in juni 2005 tussen de partijen bereikte consensus om ITER in Europa (Cadarache, Frankrijk) te bouwen en de aanstaande sluiting van de ITER-Overeenkomst zijn alle toekomstige partijen verplicht 'binnenlandse agentschappen' op te richten om daarlangs de vereiste bijdragen aan de ITER-Organisatie te kanaliseren. Tegelijk heeft de Commissie onderhandelingen beëindigd over een overeenkomst tussen Japan en Euratom voor het opzetten van een rechtskader voor de activiteiten i.v.m. de bredere aanpak. Op grond van deze overeenkomst moet het Binnenlands Agentschap van Euratom voor ITER de verplichtingen van Euratom i.v.m. de bredere aanpak vervullen. Om tot maximale synergie te komen, wordt het nodig geacht het Binnenlands Agentschap van Euratom voor ITER eveneens te belasten met activiteiten ter voorbereiding van de bouw van DEMO en daaraan gerelateerde faciliteiten inclusief IFMIF.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



In overeenstemming met artikel 46 van het Euratom-Verdrag heeft de Commissie alle relevante belanghebbenden, inclusief het CCE-FU[14] en de associaties[15] uitvoerig geraadpleegd. Profiterend van de ervaring die is opgedaan met de integratie van fusieactiviteiten in Europa, vooral in het kader van JET, is sinds 2001 een brede discussie aan de gang[16]. Met name heeft het CCE-FU ad-hocwerkgroepen opgericht om de materie grondig te bestuderen en heeft dit comité de noodzaak vastgesteld van een nieuwe juridische entiteit met een takenpakket bestaande uit ITER-activiteiten, activiteiten in het kader van de bredere aanpak en werkzaamheden ter voorbereiding van de bouw van DEMO[17].

Bij de indiening van de voorstellen voor KP7 heeft de Commissie een uitgebreide effectbeoordeling uitgevoerd op basis van de inbreng van belanghebbenden, interne en externe evaluaties en andere studies, alsmede bijdragen van erkende Europese deskundigen inzake evaluatie en effectbeoordeling[18]. In deze context is aandacht besteed aan het belang van fusieonderzoek en ITER, en is erop gewezen dat de invoering van een volledig geïntegreerd Europees fusieprogramma model staat voor de totstandbrenging van de Europese Onderzoeksruimte (EOR).

Het Europese fusieprogramma genereert ongeveer 2000 wetenschappelijke publicaties per jaar, ondersteunt de voortgezette opleiding van onderzoekers via 4-5 zomercursussen en workshops per jaar en is een motor van innovatie, technologieoverdracht en spin-offs, alsmede voor de ontwikkeling van geavanceerde technologieën via een groot aantal industriële contacten.[19] Bovendien versterkt het leiderschap van de EU op dit gebied het industriële concurrentievermogen in gerelateerde technologieën (bv. supergeleidende magneten).

Volgens de effectbeoordeling van KP7 zorgen investeringen in onderzoek, inclusief fusie, op Europees niveau voor de opbouw van een kritische massa van middelen, voor de deling van kennis en faciliteiten door veel landen, voor een bredere verspreiding van resultaten en voor efficiëntere onderzoeksmechanismen. Zij hebben ook een belangrijke impact, vooral op lange termijn, hoofdzakelijk wegens economische multiplicatoreffecten. De bouw en exploitatie van ITER in Europa zal bovendien tot substantiële directe industriële en economische voordelen leiden die het Europese concurrentievermogen vergroten en de industrie versterken.

Op basis van de resultaten van haar raadpleging heeft de Commissie een positief advies uitgebracht over het voorstel tot oprichting van een gemeenschappelijke onderneming met het oog op de levering van de Euratom-bijdrage aan de ITER-Organisatie, de uitvoering van de activiteiten in het kader van de bredere aanpak en, op langere termijn, de voorbereiding van de bouw van DEMO, in overeenstemming met de langetermijndoelstelling van het Europese programma voor fusieonderzoek en de versterking van het industriële concurrentievermogen.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)



De ITER-Overeenkomst verplicht Euratom tot de oprichting van een Binnenlands Agentschap voor het leveren van zijn bijdrage aan de ITER-Organisatie. Afgezien van beheer van deze bijdrage door de Commissie zelf, hetgeen niet aangewezen zou zijn voor een project met deze technische complexiteit en schaal, is het enige rechtsinstrument uit hoofde van het Euratom-verdrag de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming op basis van de artiken 45-51, hoofdstuk 5 van titel II, van het Euratom-verdrag. De gemeenschappelijke onderneming JET, opgericht krachtens dezelfde bepalingen van het Verdrag, heeft de effectiviteit van dit rechtsinstrument aangetoond. Voortbouwend op deze ervaring stelt de Commissie dan ook voor een gemeenschappelijke onderneming op te richten voor het vervullen van de Euratom-verplichtingen ten aanzien van de ITER-Organisatie en de activiteiten in het kader van de bredere aanpak alsmede voor de voorbereiding van de bouw van DEMO. Bovendien stelt de Commissie voor aan de gemeenschappelijke onderneming de gunsten toe te kennen van bijlage III bij het Verdrag.

Rechtsgrondslag



Het Euratom-Verdrag bepaalt in artikel 45 van hoofdstuk 5 van titel II: ' Ondernemingen welke van fundamenteel belang zijn voor de ontwikkeling van de industrie op het gebied van de kernenergie binnen de Gemeenschap, kunnen worden opgericht als Gemeenschappelijke Ondernemingen in de zin van dit Verdrag '. Aangezien de gemeenschappelijke onderneming een centrale rol zal spelen in het behoud van Europa's strategische positie inzake fusieonderzoek, zijn er duidelijke gronden om een beroep te doen op dit hoofdstuk. Dankzij het JET-project heeft de Gemeenschap uitgebreide ervaring opgedaan met het oprichten, exploiteren en liquideren van een dergelijke gemeenschappelijke onderneming. De Commissie heeft een raadpleging gehouden en staat gunstig tegenover deze wijze van optreden.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het financieel memorandum dat aan deze beschikking is gehecht, geeft een overzicht van de gevolgen voor de begroting, de vereiste personele en administratieve middelen en de indicatieve cijfers voor de periode 2007-2016 en daarna. De bijdragen van de leden zijn vastgesteld in artikel 12 van de statuten en bijlage II daarbij. Deze laatste voorziet in een algemeen kader, dat nader zal worden uitgewerkt in het financieel reglement van de gemeenschappelijke onderneming.

5. VOORBEREIDENDE MAATREGELEN

Bovenop het bepaalde in artikel 51 van het Euratom-Verdrag en vóór de aanneming van de statuten door de Raad, zal de Commissie voorbereidende maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de gemeenschappelijke onderneming haar activiteiten tijdig kan beginnen en daarmee zowel haar politieke als juridische verbintenissen ten aanzien van de ITER-Overeenkomst honoreert. Deze maatregelen omvatten met name:

- het in gang zetten van de personeelsaanwervingsprocedures, behoudens de oprichting van de organisatie en de beschikbaarheid van begrotingsmiddelen, om zo snel mogelijk personeel te kunnen aanstellen na de formele oprichting van de gemeenschappelijke onderneming;

- de voorbereidende maatregelen met het oog op het opstellen van ontwerpdocumenten, inclusief onder meer het financieel reglement, het regelement van orde, het projectplan, de regels inzake intellectuele eigendom, enz.;

- alle nodige maatregelen die ervoor moeten zorgen dat de gemeenschappelijke onderneming vanaf de eerste dag operationeel is, bv. voorbereiding van aanbestedingen, ontwikkeling van logistieke systemen, enz.

6. NADERE OMSCHRIJVING VAN HET VOORSTEL

In overeenstemming met de conclusies van de Raad van november 2003 en verdere beslissingen van de Spaanse autoriteiten bepaalt artikel 1 van de statuten de naam van de gemeenschappelijke onderneming en wijst het Barcelona, Spanje, aan als haar vestigingsplaats. De leden van de gemeenschappelijke onderneming buiten Euratom zijn de lidstaten van de Europese Unie en geassocieerde derde landen die met Euratom samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van kernfusie hebben gesloten en de wens hebben uitgesproken om lid te worden van de gemeenschappelijke onderneming.

De doelstellingen en activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming zijn vastgesteld in respectievelijk de artikelen 2 en 3 van de statuten en sluiten aan bij de resultaten van de raadpleging door de Commissie. De vervulling van de doelstellingen i.v.m. de rol van de gemeenschappelijke onderneming als het Binnenlands Agentschap van Euratom voor ITER heeft de topprioriteit. Het programma van activiteiten ter voorbereiding van DEMO zal naar verwachting geleidelijk aan worden opgebouwd.

Naar het einde van de bouwfase van ITER toe (een periode van 8-10 jaar) zal een evaluatie van de voortgang van de gemeenschappelijke onderneming bij de realisering van haar doelstellingen worden uitgevoerd. Afhankelijk van de uitkomst van deze evaluatie kan een wijziging van haar doelstellingen en activiteiten worden voorgesteld in overeenstemming met artikel 21 van de statuten.

Artikel 4 van de statuten verleent rechtspersoonlijkheid aan de gemeenschappelijke onderneming in overeenstemming met artikel 49 van het Verdrag. Dit is essentieel om het mogelijk te maken dat de gemeenschappelijke onderneming efficiënt en als een echte onderneming contracten kan sluiten en de verschillende haar opgedragen taken kan uitvoeren.

In artikel 5 van de statuten worden de organen van de gemeenschappelijke onderneming genoemd; het gaat om de raad van bestuur en de directeur, eerstgenoemde bijgestaan door het uitvoerend comité. Met het oog op het voorhanden zijn van wetenschappelijke en technische expertise heeft elk lid twee vertegenwoordigers in de raad van bestuur. De activiteiten van de raad van bestuur hebben onder meer betrekking op de aanstelling van de directeur en de goedkeuring van de werkprogramma's en desbetreffende begrotingen.

De verdeling van de stemrechten van de leden van de raad van bestuur is geregeld in bijlage I bij de statuten en is gebaseerd op het EFDA-systeem[20]. Over de stemrechten voor nieuwe leden beslist de raad van bestuur rekening houdend met de samenwerkingsovereenkomsten met Euratom. Op die manier hoeven de statuten niet te worden gewijzigd telkens als nieuwe leden toetreden, zoals het geval was bij JET.

De leden van het uitvoerend comité worden gezamenlijk door de raad van bestuur aangesteld uit personen met een erkende reputatie (artikel 7). Het uitvoerend comité zal vaak moeten samenkomen en heeft als hoofdtaak de goedkeuring van contracten. Met het oog op een efficiënte werking heeft het uitvoerend comité 13 leden, die in verband met het delicate karakter van hun taken om de twee jaar minstens voor de helft worden vervangen.

Gezien de juridische verplichtingen van Euratom die aan de gemeenschappelijke onderneming worden overgedragen, alsmede het volume en aandeel van de te verstrekken communautaire middelen, geldt zowel in de raad van bestuur als in het uitvoerend comité de volgende regel: beslissingen die bij meerderheid van stemmen worden genomen zijn slechts geldig indien de meerderheidsstemmen de stemmen van Euratom omvatten (artikelen 6 en 7). De raad van bestuur neemt passende maatregelen en bepaalt regels voor het adequaat beheren van potentiële belangenconflicten. Deze maatregelen worden ook toegepast door het uitvoerend comité en de wetenschappelijke programmaraden.

De directeur, waarin artikel 8 van de statuten voorziet, is de algemeen directeur en juridisch vertegenwoordiger die de dagelijkse verantwoordelijkheid draagt voor de gemeenschappelijke onderneming. Hij/zij ondertekent alle contracten namens de gemeenschappelijke onderneming en stelt de arbeidscontracten op met het personeel. De directeur heeft een brede waaier van taken en verantwoordelijkheden.

Met het oog op de adviesverlening over de in artikel 11 beschreven werkprogramma's en de zorg voor wetenschappelijke en technische complementariteit met andere activiteiten in het kader van het fusieprogramma van Euratom (bv. EDFA en de associaties) voorziet artikel 9 in wetenschappelijke programmaraden waarvan de leden door de raad van bestuur worden aangesteld.

Alle personeel wordt in dienst genomen overeenkomstig de regels en voorschriften die van toepassing zijn op de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen (artikel 10). Dit is anders dan bij JET, waar twee personeelscategorieën ertoe heben geleid dat eisen werden ingesteld tegen de Commissie. Bovendien zal de gemeenschappelijke onderneming dankzij deze regelingen het vereiste wetenschappelijke, technische en administratieve personeel van hoog niveau kunnen aantrekken.

De basisbeginselen inzake de middelen zijn vastgesteld in artikel 12 van de statuten. Dit voorziet in bijdragen in de middelen van de gemeenschappelijke onderneming in contanten en natura. Ondanks het feit dat Euratom de meeste middelen bijdraagt, moeten ook de andere leden een bescheiden lidmaatschapsbijdrage betalen. Het totaal van deze jaarlijkse lidmaatschapsbijdragen mag niet meer bedragen dan 10% van de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming, en de bijdrage wordt berekend op basis van de evenredige deelname van elke lidstaat aan het Fusieprogramma van Euratom zoals beschreven in bijlage II.

Wegens het gespecialiseerde karakter van haar activiteiten moeten voor de gemeenschappelijke onderneming een afzonderlijk financieel reglement en desbetreffende uitvoeringsregelingen worden vastgesteld, opdat zij kan opereren als een echte onderneming en tegelijkertijd maatregelen kan treffen en controles kan instellen die een goed financieel beheer waarborgen en de belangen van de Gemeenschap beschermen. Er wordt voorzien in op basis van aanbestedingen toegekende contracten en in kostendelende contracten. Het financieel reglement wordt aangenomen door de raad van bestuur, met instemming van de Commissie, volgens de beginselen in bijlage III bij de statuten.

Audit- en toezichtsmechanismen worden geregeld in artikel 15 en in bijlage III, onder meer: de oprichting van een interne auditeenheid die rapporteert aan de directeur, de rol van de Rekenkamer voor het onderzoeken van de boekhouding en de maatregelen die nodig zijn om interne onderzoeken door OLAF te vergemakkelijken.

De mogelijkheid dat nieuwe leden tot de onderneming toetreden, zoals bepaald in artikel 16 van de statuten, houdt ofwel verband met hun toetreding tot Euratom of gebeurt in hun hoedanigheid van geassocieerd derde land dat met Euratom een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten op het gebied van beheerste kernfusie en de wens heeft uitgesproken om lid te worden van de gemeenschappelijke onderneming.

Artikel 17 bepaalt de levensduur van de gemeenschappelijke onderneming op 35 jaar, hetgeen aansluit bij het tijdschema voor de bouw en exploitatie van ITER alsook bij de 'fast track'-benadering van fusie waarbij beoogd wordt binnen een redelijke termijn te komen tot grootschalige elektricteitsproductie. Deze periode kan worden verlengd overeenkomstig de procedure van artikel 21 van de statuten.

Spanje, als gastland voor de gemeenschappelijke onderneming, zal, afgezien van de gunsten waarin bijlage III bij het Verdrag voorziet, een locatie ter beschikking stellen en ondersteuning verlenen; er wordt een afzonderlijke overeenkomst gesloten tussen de gemeenschappelijke onderneming en Spanje (artikel 18). De overblijvende artikelen van de statuten voorzien in de liquidatie van de gemeenschappelijke onderneming, eigendom en toekenning van rechten, wijziging van de statuten en de regelingen voor de beslechting van geschillen.