Artikelen bij COM(2023)714 - Gedelegeerde handelingen van de Commissie onder Richtlijn 2014/90/EU inzake uitrusting van zeeschepen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitoefening van de bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen die aan de Commissie is toegekend bij Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 inzake uitrusting van zeeschepen


1. ACHTERGROND

Bij artikel 37, lid 1, van Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 inzake uitrusting van zeeschepen1 is aan de Commissie de bevoegdheid toegekend om gedelegeerde handelingen vast te stellen onder de in dat artikel neergelegde voorwaarden. Bij artikel 37, lid 2, van die richtlijn is de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 17 september 2014. Die eerste periode liep af op 17 september 2019. De Commissie heeft daarom haar goedkeuring gehecht aan een verslag (COM(2019) 34 final) conform artikel 37, lid 2, en de delegatie van de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen is stilzwijgend met nog eens vijf jaar verlengd, tot 17 september 2024.

De Commissie is overeenkomstig artikel 37 bevoegd om de in de artikelen 8, 11, 27 en 36 van de richtlijn bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen.

Die gedelegeerde handelingen kunnen betrekking hebben op:

- artikel 8: de vaststelling van geharmoniseerde technische specificaties en beproevingsnormen,






- bij gebrek aan een internationale norm en

- ingevolge een ernstige tekortkoming of onregelmatigheid in een bestaande norm

voor een specifiek uitrustingsonderdeel van zeeschepen in uitzonderlijke omstandigheden die naar behoren, aan de hand van een passende analyse, gerechtvaardigd zijn met het oog op het wegnemen van een ernstige en onaanvaardbare bedreiging voor de maritieme veiligheid, de gezondheid of het milieu en rekening houdend met eventuele lopende werkzaamheden op het niveau van de IMO;

- artikel 11: de bepaling van specifieke uitrustingsonderdelen van zeeschepen waarvoor elektronische labels geschikt zouden zijn;

- artikel 27: voorlopige geharmoniseerde vereisten en beproevingsnormen voor een specifiek uitrustingsonderdeel van zeeschepen dat onder een EU-vrijwaringsprocedure valt, indien de niet-conformiteit van de uitrusting van zeeschepen wordt toegeschreven aan tekortkomingen in de beproevingsnormen;

- artikel 36: actualisering van de verwijzingen naar normen in bijlage III betreffende de eisen waaraan conformiteitsbeoordelingsinstanties moeten voldoen om aangemelde instanties te worden (momenteel EN ISO/IEC 17065:2012 en EN ISO/IEC 17025/2005).


Overeenkomstig artikel 37, lid 2, van Richtlijn 2014/90/EU moet de Commissie uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag opstellen over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

2. UITOEFENING DOOR DE COMMISSIE VAN DE GEDELEGEERDE BEVOEGDHEDEN UIT HOOFDE VAN RICHTLIJN 2014/90/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 23 JULI 2014 INZAKE UITRUSTING VAN ZEESCHEPEN

De Commissie heeft tijdens de verslagperiode eenmaal gebruik gemaakt van de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen uit hoofde van Richtlijn 2014/90/EU.

De vastgestelde handeling is Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2021/1206 van de Commissie van 30 april 2021 tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake uitrusting van zeeschepen wat betreft de toepasselijke norm voor laboratoria die worden gebruikt door conformiteitsbeoordelingsinstanties voor uitrusting van zeeschepen.

De handeling is vastgesteld in overeenstemming met artikel 36 van de richtlijn inzake uitrusting van zeeschepen.

In 2017 heeft de ISO een herziening van norm EN ISO/IEC 17025 gepubliceerd en heeft zij de vorige versie van de norm ingetrokken; die kan wel nog worden gebruikt gedurende een overgangsperiode van drie jaar die afloopt in november 2020.

In punt 19 van bijlage III bij Richtlijn 2014/90/EU moest “EN ISO/IEC 17025:2005” daarom worden vervangen door “EN ISO/IEC 17025:2017”.

3. CONCLUSIES

De Commissie acht het noodzakelijk de bevoegdheidsdelegatie te verlengen omdat een aantal bepalingen van de richtlijn moet worden aangevuld of gewijzigd als gevolg van een voortdurend veranderende lijst van uitrustingsonderdelen die onder het toepassingsgebied van de richtlijn vallen (artikel 11), om internationale normen te actualiseren die verband houden met de eisen waaraan conformiteitsbeoordelingsinstanties moeten voldoen (artikel 36) en om, als dat noodzakelijk zou zijn, ernstige en onaanvaardbare bedreigingen voor de maritieme veiligheid, de gezondheid of het milieu binnen een korte tijdspanne weg te nemen (artikelen 8 en 27).

1 PB L 257 van 28.8.2014, blz. 168.

NL NL