Artikelen bij JOIN(2023)19 - Nieuwe visie op het verband tussen klimaat en veiligheid: Aanpak van de gevolgen van klimaatverandering en aantasting van het milieu voor vrede, veiligheid en defensie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.




INLEIDING

Klimaatverandering en de aantasting van het milieu vormen een steeds groter risico voor internationale vrede en veiligheid. Extreem weer, stijging van de temperatuur en van de zeespiegel, woestijnvorming, waterschaarste, afnemende biodiversiteit, milieuverontreiniging en -vervuiling en verlies van bestaansmiddelen bedreigen de gezondheid en het welzijn van mensen, en kunnen tot meer migratiebewegingen en ontheemding, pandemieën, sociale onrust, instabiliteit en onveiligheid leiden. Van de twintig kwetsbaarste landen die het minst op klimaatverandering zijn voorbereid, waren er in 2020 twaalf bij een conflict betrokken1.

Sinds 2008 loopt de EU voorop in de aanpak van de klimaatverandering, die meerdere dreigingen behelst die elkaar versterken2, en sinds 2020 legt zij daarbij prominent een koppeling met de crisisbeheersing van de EU en met de Europese defensie3. Het is echter nodig ook de effecten van de aantasting van het milieu in de discussie te betrekken, naast de huidige realiteit en de toekomstverwachtingen als het gaat om de omvang van de klimaatverandering en de gevolgen daarvan. Daarom moet er een nieuwe visie op het verband tussen klimaat en veiligheid worden ontwikkeld, dit alles tegen de achtergrond van een intensievere strategische concurrentie en complexe veiligheidsdreigingen. De in dit document gebruikte term “verband tussen klimaat en veiligheid” verwijst naar de gevolgen van zowel klimaatverandering als aantasting van het milieu, waaronder biodiversiteitsverlies en verontreiniging, voor vrede, veiligheid en defensie.

- Klimaatverandering en aantasting van het milieu zijn intrinsiek met elkaar verbonden en versterken elkaar. Ze hebben al een nadelige invloed op de voedselzekerheid: de opbrengst van belangrijke gewassen als maïs, rijst en tarwe wordt lager en in grote producerende landen neemt het risico toe dat oogsten gelijktijdig mislukken. Tegelijk zorgt niet-duurzame voedselproductie ook voor aantasting van het milieu en waterschaarste. In 2050 zullen naar schatting meer dan één miljard mensen onvoldoende toegang tot water hebben, zou tot maar liefst 90 % van de bodems verslechterd kunnen zijn en de vraag naar voedsel met 60 % kunnen zijn gestegen4.


- Instabiliteit en schaarste van hulpbronnen als gevolg van klimaatverandering en aantasting van het milieu kunnen actief worden misbruikt door gewapende groepen en netwerken van georganiseerde criminaliteit, corrupte of autoritaire regimes of andere partijen, onder meer in de vorm van milieucriminaliteit. Deze laatste vorm van criminaliteit staat wereldwijd inmiddels al op plaats vier in de misdaad top vijf en zorgt voor versnelling van de milieucrisis, onder meer door de niet-duurzame exploitatie van natuurlijke hulpbronnen5.


- De Hoge Commissaris voor vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) schat dat sinds 2008 jaarlijks gemiddeld 21,5 miljoen mensen zijn ontheemd door slechte weersomstandigheden zoals overstromingen en hittegolven. Deze aantallen zullen naar verwachting in de komende decennia stijgen6. Er zullen grotere demografische veranderingen plaatsvinden en steden en stedelijke gebieden komen onder druk te staan doordat de vraag naar woningen, voedsel, energie en banen stijgt. Dit zal bijdragen aan een grotere sociale impact van de klimaatverandering. Daarnaast kunnen natuurrampen of extreem weer ook fysieke schade aan kritieke infrastructuur toebrengen, waardoor de toegang tot en de verlening van essentiële en nooddiensten wordt verstoord. Verder lopen kwetsbare bevolkingsgroepen in nood het risico slachtoffer te worden van smokkelaars en andere criminele organisaties, terwijl gewapende groepen gebruik kunnen maken van toegenomen kwetsbaarheden en dat ook doen bij het rekruteren van kindsoldaten en strijders.


- Klimaatverandering en aantasting van het milieu hebben op meerdere manieren een nadelige invloed op de gezondheid7. Ze ondermijnen ook veel sociale factoren voor een goede gezondheid, zoals bestaansmiddelen, toegang tot gezondheidszorg en sociale ondersteuning. Deze negatieve gevolgen kunnen tot instabiliteit en een bedreiging van de veiligheid leiden.


- Klimaatverandering is de meest alomvattende dreiging voor de noordpoolregio’s met een temperatuur die drie- tot viermaal zo snel stijgt als het mondiale gemiddelde. Steeds meer externe partijen krijgen interesse in het noordpoolgebied, met diverse gevolgen op sociaal, ecologisch en economisch gebied. Door het ontdooien van het zeeijs in dit gebied ontstaan er tevens potentiële scheepvaartroutes en worden er natuurlijke hulpbronnen ontsloten, wat tot grotere veiligheidsspanningen in de regio kan leiden8. Wereldwijd heeft klimaatverandering een toenemend geopolitiek effect in het maritieme domein, zowel rondom Europa (bv. in de Oostzee en de Zwarte Zee) als in de Indo-Pacifische regio.


- Klimaatverandering heeft nadelige effecten op de samenstelling en verspreiding van visbestanden in de oceaan, wat tot destabilisering van visserijovereenkomsten kan leiden en het risico op internationale geschillen kan vergroten. De stijging van de zeespiegel vormt ook een veiligheidsrisico vanwege een mogelijk grote verplaatsing en migratie van personen9. Tevens kan deze stijging het lastiger maken zeegrenzen te bepalen die van belang zijn voor het vaststellen van verschillende economische rechten, wat op zijn beurt instabiliteit en conflicten kan veroorzaken.


- Hulpmiddelen en technologieën die wezenlijk zijn voor de energietransitie en de uitfasering van fossiele brandstoffen, zijn in toenemende mate onderworpen aan strategische concurrentie. Dit proces is verder versneld sinds Rusland zonder enige aanleiding of rechtvaardiging Oekraïne heeft aangevallen.


- De veiligheidstroepen en strijdkrachten van de lidstaten worden geconfronteerd met een veranderende en steeds uitdagendere veiligheidsomgeving in Europa en daarbuiten, waaronder meer ernstige klimatologische omstandigheden die hun werk bemoeilijken. Tegelijk moeten ze hun broeikasgasemissies en afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderen, zonder dat hun operaties aan effectiviteit inboeten.

De groene energietransitie is de enige manier om wereldwijd en gelijktijdig te zorgen voor duurzame, zekere en betaalbare energie. Om de transitie te laten slagen, moet deze sociaal rechtvaardig en eerlijk zijn en mag niemand aan zijn lot worden overgelaten. Dit houdt niet alleen de uitfasering van fossiele brandstoffen en achterhaalde praktijken in, maar ook de geleidelijke invoering van groene energie, innovatieve technologie, betere markten en een circulaire economie. Ook moeten potentiële toekomstige risico’s en afhankelijkheden nu al worden aangepakt.

Daarom is het van essentieel belang in zowel klimaatadaptatie en -mitigatie als in de bescherming en het herstel van het milieu te blijven investeren. Hoewel er al veel werk wordt verricht om de groene transitie te bevorderen en de uitdagingen die daar bij komen kijken in goede banen te leiden, bestaat er een groter risico op instabiliteit, onveiligheid en zelfs conflicten. We moeten ons voorbereiden op grotere overloopeffecten op de Europese Unie. Zulke effecten kunnen ontstaan door een grotere vraag naar hulpverlening, door de verstoring van toeleveringsketens of doordat mensen uit onbewoonbare gebieden of uit zeer slechte omstandigheden wegvluchten, wat interne ontheemding en meer irreguliere migratie tot gevolg kan hebben. Deze effecten kunnen echter ook worden veroorzaakt door georganiseerde criminaliteit, terroristische organisaties en de toenemende beschikbaarheid van wapens.

De implicaties van klimaatverandering en aantasting van het milieu voor veiligheid en defensie zijn dus urgenter, uitdagender en diverser geworden. Dit wordt ook consistent onder de aandacht gebracht door de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC)10 en tevens in vele rapporten en onderzoeken. Partnerorganisaties als de Verenigde Naties en de NAVO en bilaterale partners integreren deze risico’s in hun beleidsplanning. Zoals valt op te maken uit de conclusies van de Raad over klimaat- en energiediplomatie van maart 202311, moet de EU het verband tussen klimaat, vrede en veiligheid beter in het externe beleid integreren, waaronder in het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) en internationale samenwerking en partnerschappen. De lidstaten spelen hierbij een wezenlijke rol.

De ontwikkeling en uitvoering van deze nieuwe visie op het verband tussen klimaat en veiligheid is van cruciaal belang en in lijn met de doelstellingen van de externe dimensie van de Europese Green Deal12 en het strategisch kompas voor veiligheid en defensie13. Het is beslist nodig de verschillende beleidsonderdelen beter met elkaar te verbinden en ervoor te zorgen dat extern optreden, beleid en capaciteit klaar zijn voor de toekomst. De EU moet op meer proactieve en integrale wijze op de diverse uitdagingen reageren. Omdat het mondiale uitdagingen betreft, zal de EU nog nauwere samenwerking met haar internationale partners en belanghebbenden zoeken om multilaterale oplossingen te bevorderen.


Deze gezamenlijke mededeling bevat een versterkt kader en concrete maatregelen in lijn met de geïntegreerde aanpak van externe conflicten en crises14 van de EU, met als doel:

- de planning, besluitvorming en uitvoering met het oog op klimaat en milieu te versterken door meer empirisch onderbouwde analyses en prognoses;
- het verband tussen klimaat en veiligheid een belangrijke rol te geven in het externe optreden van de EU, van beleid tot uitvoering;
- de maatregelen op het gebied van klimaatadaptatie en -mitigatie uit te breiden met het oog op de ontwikkeling van de civiele en militaire capaciteit van de lidstaten en de bijbehorende infrastructuur; en
- internationale partnerschappen en de werkzaamheden van de EU in multilaterale fora te versterken, in overeenstemming met de bredere multilaterale agenda van de EU voor klimaatverandering en milieu.


1. Empirisch onderbouwde analyses en prognoses als drijfveer voor actie: ondersteuning van planning, besluitvorming en uitvoering met het oog op klimaat en milieu

De reactie van de EU op de veiligheidsimplicaties van klimaatverandering en aantasting van het milieu zullen ook in de toekomst zijn gebaseerd op empirisch onderbouwd beleid en acties, waaronder nieuwe informatie en inzichten die zich ontwikkelen. Daarom is het voor alle betrokken partijen belangrijk dat er betrouwbare en toegankelijke analyses zijn.


1. Gegevens en analyses over veiligheidsrisico’s die met klimaat en milieu te maken hebben

De initiatieven op het gebied van gegevens en analytische kaders van de EU omvatten reeds een aantal klimaat- en milieufactoren. Zo richten de methoden voor vroegtijdige waarschuwing en conflictanalyse zich onder meer op klimaat, milieu en natuurlijke hulpbronnen, wat indien nodig tot aanbevelingen voor preventieve maatregelen en voor conflictbewuste programmering en externe acties leidt. Deze insteek zal in toekomstige analyses verder worden versterkt.

Daarnaast kan een gezamenlijke, gedeelde analyse alleen volledig worden benut en geïntegreerd als deze voldoende wordt verspreid en toegankelijk is. Daarbij moet onder meer de bewustwording van klimaat- en milieurisico’s als geheel en ook wat betreft de analytische producten worden vergroot.

Om EU-gegevens en -analyses beter voor alle relevante plannings- en uitvoeringsprocessen beschikbaar te maken, zal het Satellietcentrum van de Europese Unie (SatCen) de mogelijkheid onderzoeken om een geïntegreerd kenniscentrum te ontwikkelen. Het Centrum voor veiligheidsgegevens en -analyses op het gebied van klimaat en milieu, dat binnen SatCen zal worden opgericht, zal voortbouwen op bestaande ervaringen en initiatieven en gegevens aanleveren voor beoordelingen van veiligheidsrisico’s die met klimaat verband houden. De Commissie blijft ook via bestaande platforms als het Science4peace-portaal15 de toegang verbeteren tot gegevens en analyses die relevant zijn voor klimaatverandering, aantasting van het milieu en de effecten daarvan op veiligheid en defensie.

De diensten van de Commissie en de EDEO willen bevorderen dat het verband tussen klimaat en veiligheid onderdeel wordt van besprekingen en beleidsvorming op politiek en strategisch niveau. Daartoe gaan zij jaarlijks een alomvattende trendanalyse uitvoeren, onder meer wat betreft de gevolgen van klimaatverandering en aantasting van het milieu voor conflicten, ontheemding en migratiebewegingen en de concurrentie om natuurlijke hulpbronnen. Het Centrum voor veiligheidsgegevens en -analyses op het gebied van klimaat en milieu zal informatie verstrekken voor deze trendanalyse en er zal nauw worden samengewerkt met verschillende diensten, zoals het Europees coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties. Tevens zal gebruik worden gemaakt van Copernicus, het programma voor aardobservatie van de EU.

Het JRC heeft de Global Conflict Risk Index16 ontwikkeld als kwantitatieve input voor de methoden van de EU voor vroegtijdige waarschuwing en conflictanalyse. In de toekomst zal hierbij verder worden gekeken dan droogte. Zo zal worden beoordeeld welke gevolgen een toename van migratie en ontheemding heeft en ook zullen de indirecte effecten van klimaatverandering en aantasting van het milieu worden onderzocht, bijvoorbeeld op prijzen van goederen als voedsel, gas en olie. Verder zullen de geopolitieke en veiligheidsimplicaties van een toenemende afhankelijkheid van fossiele brandstoffen onder de loep worden genomen.

Daarnaast zal een dynamisch, subnationaal conflictrisicomodel voor de korte termijn worden ontwikkeld, met als doel de capaciteit van de EU op het gebied van vroegtijdige waarschuwing en anticipatie te verbeteren. Daarbij zal bijzondere aandacht aan milieu- en klimaatgerelateerde variabelen worden geschonken.

Andere voorbeelden van EU-initiatieven op het gebied van gegevens en analyses over klimaat- en milieugerelateerde risico’s:

- De Copernicusdienst voor het beheer van noodsituaties ondersteunt vroegtijdige-waarschuwingscapaciteit en kijkt naar droogtes17, branden en overstromingsrisico’s18 en de Copernicusdienst voor landmonitoring19 biedt geospatiale informatie over bodembedekking en de veranderingen daarin, bodemgebruik, de staat van de vegetatie, waterkringloop en energievariabelen op het aardoppervlak20.

- INFORM, een forum met meerdere belanghebbenden voor de analyse van humanitaire crises en rampen. INFORM Climate Change21 (van start gegaan in november 2022) biedt kwantitatieve ramingen van de effecten van klimaatverandering op het toekomstige risico van humanitaire crises.

- Het Europees marien observatie- en datanetwerk (EMODnet)22 bestaat uit meer dan 120 samenwerkende organisaties die de zee observeren en de verkregen gegevens conform internationale normen verwerken om interoperabele gegevenslagen en -producten te verstrekken.

- Het initiatief Bestemming Aarde23 heeft als doel een uiterst accuraat digitaal model van de hele aarde te ontwikkelen. Daarmee kan het prognoses en simulaties van natuurlijke verschijnselen en extremen maken.

Nauwe samenwerking met de lidstaten, partnerlanden, waaronder met hun systemen voor vroegtijdige waarschuwing en lokale kenniscentra, en internationale organisaties zal tot een beter begrip van het verband tussen klimaat en veiligheid leiden. 24 De EU bevordert ook de ontwikkeling van analysemogelijkheden in andere regio’s om opkomende en zich ontwikkelende risico’s in verband met klimaatverandering en aantasting van het milieu te voorspellen en snel daarop in te spelen. Zo steunt de EU, als lid van de Intergouvernementele groep voor aardobservaties, wereldwijde initiatieven voor empirisch onderbouwde besluitvorming met betrekking tot klimaatverandering en aantasting van het milieu. Tevens ondersteunt zij empirisch onderbouwde analyses van de wereldwijde voedselzekerheid via het mondiale netwerk tegen voedselcrises.



2. Verzamelen en analyseren van defensiegegevens

Het Europees Defensieagentschap (EDA) heeft de lidstaten reeds opgedragen gegevens over het energieverbruik en broeikasgasemissies van hun strijdkrachten te verzamelen25 en nu werkt het aan een gestructureerde methode, de Defence Energy Suite, om energiegegevens van de defensie van de lidstaten te vergaren en te controleren. Samen met de Commissie verricht het EDA ook studies en onderzoek naar de veerkracht van de energie-infrastructuur van defensie26. Het verzamelen en analyseren van zulke gegevens is nodig om binnen de lidstaten vanuit klimaatperspectief plannings- en investeringsbesluiten over defensie te nemen.


3. Gebruikmaken van onderzoek en innovatie

Onderzoek en studies naar klimaat- en milieurisico’s zijn essentieel om veiligheids- en defensiebeleid te ontwikkelen, te plannen en uit te voeren.

Onderzoeksprojecten betreffende het verband tussen klimaat en veiligheid

EU-kaderprogramma’s voor onderzoek en innovatie, zoals Horizon 2020 (2014-2020) en het huidige Horizon Europa (2021-2027), spelen een belangrijke rol in het opvullen van hiaten in de kennis over klimaatverandering en aantasting van het milieu als grondslag voor het ontwikkelen van doeltreffende beleidsreacties die in het best beschikbare wetenschappelijke bewijs zijn verankerd27. Over het geheel genomen is 35 % van Horizon Europa bestemd voor de financiering van activiteiten die verband houden met het klimaat28. Daarnaast is in 2024-2025 7,5 % van Horizon Europa en vanaf 2026 10 % bestemd voor activiteiten die met biodiversiteit verband houden29. Andere voorbeelden van relevante onderzoeken zijn het gezamenlijke onderzoek van het EDA en JRC naar de gevolgen van klimaatverandering voor defensiegerelateerde kritieke energie-infrastructuur en de militaire capaciteit.

Belangrijke acties op EU-niveau:

- Het Satellietcentrum van de EU zal, met alle relevante actoren en initiatieven, onderzoek doen naar de mogelijkheden om intern een Centrum voor veiligheidsgegevens en -analyses op het gebied van klimaat en milieu op te richten om de gegevens en analyses over klimaat en veiligheid beter toegankelijk en beschikbaar te maken.

- De betrokken diensten van de Commissie en de EDEO zullen jaarlijks een trendanalyse op het gebied van klimaat en veiligheid verstrekken om de besprekingen en besluitvorming op politiek en strategisch niveau te ondersteunen.

- De Commissie zal ervoor zorgen dat relevante en empirisch onderbouwde milieu- en klimaatgerelateerde indicatoren in de Global Conflict Risk Index worden opgenomen om betere handvatten aan te reiken voor de keuze van prioriteiten voor conflictpreventie.

- In overleg met de EDEO zal de Commissie een dynamisch subnationaal conflictrisicomodel voor de korte termijn ontwikkelen. Hierbij krijgen milieu- en klimaatgerelateerde variabelen een grotere rol toebedeeld om de vroegtijdige-waarschuwings- en anticipatiecapaciteit van de EU te verbeteren.



2. Het verband tussen klimaat en veiligheid een belangrijke rol geven in het externe optreden van de EU

Het verband tussen klimaat en veiligheid moet in alle externe acties van de EU een belangrijke, coherente rol krijgen, van beleidsformulering en besluitvorming tot de uitvoering. De verschillende EU-initiatieven, van klimaatactie en -adaptatie tot conflictpreventie, crisisbeheersing en humanitaire maatregelen, hebben het meeste effect wanneer maximaal wordt ingezet op synergie en complementariteit in lijn met de geïntegreerde aanpak van de EU. Het gaat er ook om de middelen van de EU en haar lidstaten te optimaliseren, onder meer door actie van Team Europa30 te bevorderen.

In de NDICI-Europa in de wereld-verordening31 wordt een conflictanalyse verlangd voor landen en regio’s die zich in een situatie van crisis of na een crisis bevinden of die kwetsbaar zijn. In overeenstemming met die verordening zullen de betrokken diensten van de Commissie en de EDEO, waaronder de EU-delegaties, de analyse van het verband tussen klimaat/milieu, vrede en veiligheid voor hun relevante beleid en acties versterken, vooral in geografische gebieden die kwetsbaar zijn voor deze gevolgen, zoals, op regionaal niveau, de Sahel of Hoorn van Afrika of kleine eilandstaten in ontwikkeling. Met behulp van deze analyse kunnen zij hun aanpak in deze situaties vorm geven. Tevens kan de analyse een bron van informatie voor toekomstige programmering vormen. Dit zal worden opgenomen in de richtsnoeren voor EU-delegaties in het kader van de tussentijdse evaluatie van NDICI-Europa in de wereld.

Het is van groot belang dat de verschillen in de effecten van klimaatverandering en aantasting van het milieu voor vrouwen, kinderen en kwetsbare groepen worden erkend. Om bij de uitvoering van initiatieven met betrekking tot het verband tussen klimaat en veiligheid terdege met deze verschillen rekening te houden, moet een op mensenrechten gebaseerde aanpak worden gehanteerd en is de integratie van een genderperspectief en de dimensies kinderbescherming en jeugd essentieel. Dit gaat hand in hand met de ondersteuning van benaderingen die contextgevoeligheid, lokale inbreng en geen schade berokkenen als basis hebben.


1. Investeringen in klimaat en milieu als investeringen in vrede en veiligheid

Wereldwijd loopt de EU voorop in de strijd tegen klimaatverandering, verontreiniging en biodiversiteitsverlies en dit doet zij via collectieve inspanningen om de financiële middelen voor klimaat en biodiversiteit te vergroten. In de praktijk betekent dit dat kwetsbare landen en gemeenschappen met lage inkomens weerbaarder worden gemaakt, onder meer door voedselzekerheid te verschaffen. Daarbij wordt een duurzaam beheer van belangrijke natuurlijke hulpbronnen voor de lange termijn bevorderd. Door vanuit een genderperspectief alternatieve bestaansmiddelen te ontwikkelen en goed bestuur te ondersteunen, wordt tevens een bijdrage aan conflictpreventie en vrede geleverd.

Het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld (NDICI-Europa in de wereld) speelt hierin een cruciale rol. Van het budget van dit instrument is 30 % bestemd voor klimaatactie waarbij het accent ligt op maatregelen in verband met klimaatverandering en -adaptatie. De Commissie doet daar nog eens 4 miljard EUR bovenop, zoals voorzitter Von der Leyen in september 2021 heeft aangekondigd. Het instrument draagt ook bij aan de doelstelling van de EU om in 2024 7,5 % van de beschikbare middelen en in 2026 en 2027 10 % aan biodiversiteit te besteden. De voorzitter heeft ook een verdubbeling van de internationale financiering van biodiversiteit door de Commissie aangekondigd, vooral voor de meest kwetsbare landen. In de periode 2021-2027 komt dit neer op 7 miljard EUR.

Bij het bestemmen van deze gelden wordt rekening gehouden met bepaalde koppelingen die er bestaan tussen klimaatverandering, aantasting van het milieu en onveiligheid. Indirect helpen ze ontheemding en migratie in verband met het klimaat in goede banen te leiden. Evenzo financiert de EU via NDICI-Europa in de wereld en de begroting voor humanitaire hulp ook maatregelen die van vitaal belang zijn om de risico’s op rampen te verminderen en de paraatheid en anticipatie met betrekking tot zulke rampen te versterken. Dit leidt tot een grotere veerkracht, wat een positieve bijdrage aan het verband tussen klimaat en veiligheid betekent. De kennis en ervaring met betrekking tot dit verband groeit en daarom moeten de EU en haar lidstaten hun afspraken via de Team Europa-benadering daarop afstemmen.

De Global Gateway-strategie, het positieve aanbod van de EU aan partners om wereldwijd de meest urgente uitdagingen aan te pakken, zal de EU helpen vrede en stabiliteit te bevorderen. Het gaat daarbij om projecten die de partnerlanden helpen de groene en de digitale transitie en menselijke ontwikkeling te realiseren, terwijl tegelijk de mondiale investeringskloof wordt verkleind.

Zo werd als onderdeel van het EU-Afrika Global Gateway-investeringspakket het Team Europa-initiatief voor klimaatadaptatie en -bestendigheid in Afrika geïntroduceerd om de weerbaarheid van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen tegen klimaatrisico’s en het risico op natuurrampen te versterken. Daarbij werden verschillende programma’s van de EU en de EU-lidstaten, ter waarde van in totaal 1 miljard EUR, samengebracht. In Centraal-Azië levert het Team Europa-initiatief voor water, energie en klimaatverandering een bijdrage aan het duurzame beheer van water en energiebronnen, waarbij milieuproblemen en klimaatverandering worden aangepakt. In eerste instantie heeft Team Europa 700 miljoen EUR in dit project gestoken. In Latijns-Amerika worden de aspecten met betrekking tot klimaatverandering en ontbossing aangepakt via Team Europa-initiatieven in het Amazonebekken, waaronder een initiatief inzake tropische bossen in Brazilië met een indicatief bedrag van 430 miljoen EUR.

Bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de veerkracht van gemeenschappen en van steden en stedelijke gebieden, omdat zij vaak het brandpunt van migratie en ontheemding vormen. Dit is vooral belangrijk als het gaat om het aanbieden van bestendige, koolstofarme, betaalbare en toegankelijke woningen voor mensen in zeer kwetsbare en onzekere (woon)situaties, onder wie veel vrouwen en kinderen. Wat dit betreft financiert de EU al enkele lopende acties. Toch gaat zij onderzoeken hoe zij nog nauwer met het Wereldwijde Burgemeestersconvenant voor klimaat en energie, dat aan mondiale campagnes op dit gebied deelneemt, kan samenwerken.

Verder kunnen economische en investeringsplannen, die samen met EU-partners voor de Westelijke Balkan en de oostelijke en zuidelijke buurlanden worden ontwikkeld, helpen stabiliteit tot stand te brengen of te behouden door de weerbaarheid tegen de gevolgen van klimaatverandering en aantasting van het milieu te vergroten. Ook kunnen met zulke plannen enkele van de grondoorzaken van migratie en ontheemding worden aangepakt.


2. Inspelen op het verband tussen klimaat en veiligheid in conflict- en crisissituaties

De EU moet meer rekening houden met de verbindingen in de hele conflictcyclus tussen de klimaat- en milieucrises, vrede en veiligheid, in overeenstemming met haar eigen geïntegreerde aanpak. Deze uitdaging is tweeledig: klimaat- en milieugerelateerde beleidslijnen en praktijken moeten als steeds meer conflictbewust worden beschouwd en tegelijk moeten klimaat- en milieuoverwegingen worden meegenomen in activiteiten van de EU die te maken hebben met vredesopbouw, stabilisering, crisisbeheersing en herstel na een conflict.



1. Vredesopbouw en stabilisering

Wanneer natuurlijke hulpbronnen niet adequaat worden beheerd, kan dat reeds bestaande spanningen binnen en tussen landen verergeren. Dit probleem wordt met name aangepakt door vredesopbouwinitiatieven van de EU in kwetsbare situaties en regio’s. Zo kunnen met stabiliseringsmaatregelen van de EU32 bepaalde veiligheidsrisico’s op het gebied van klimaat en milieu worden beperkt, door te voorzien in de behoeften van intern ontheemden, vooral vrouwen en meisjes en mensen met een beperking, die vaak onevenredig door milieu- en klimaatproblemen worden getroffen, en hun gastgemeenschappen. Daarom zal de EU, als zij in de toekomst de stabilisering onder de loep neemt, op basis van een inclusieve, gender- en conflictbewuste aanpak klimaat- en milieuoverwegingen in haar responsopties opnemen.

Toegang tot natuurlijke hulpbronnen en andere milieuonderwerpen kunnen ook nieuwe mogelijkheden voor samenwerking en verzoening bieden, bijvoorbeeld via inclusieve beheerstructuren, en als basis voor bemiddeling en dialoog dienen33. Zo kan grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van water34 conflictpreventie en vredesopbouw aanjagen. De EU zal blijven investeren in de opleiding van een bestand van bemiddelaars met als doel de capaciteitsontwikkeling van zulke bemiddelaars op lokaal niveau te ondersteunen. Zo kunnen zij beter inspelen op de gevolgen voor vrede en veiligheid van klimaat- en milieuproblemen.



2. Humanitaire actie, paraatheid bij en respons op rampen

Klimaat- en milieuoverwegingen worden steeds vaker in alle humanitaire interventies geïntegreerd, omdat wordt erkend hoe humanitaire behoeften en kwetsbaarheden door conflicten en klimaatverandering en aantasting van het milieu worden verergerd35.

De EU reageert vooral via humanitaire hulp en civiele bescherming op extreem weer en de humanitaire gevolgen daarvan36. Via het begrotingsonderdeel paraatheid bij rampen (78 miljoen EUR) steunt de EU gerichte maatregelen op dit gebied, waaronder acties ter voorbereiding op en beperking van humanitaire gevolgen voordat deze in alle hevigheid voelbaar worden. De EU maakt zich ook sterk voor verkleining van de ecologische voetafdruk van door de EU gefinancierde humanitaire operaties en ondersteunt en stimuleert de inspanningen van haar partners op dit gebied, vooral als het gaat om duurzamere toeleveringsketens.

Aangezien extreme weersomstandigheden tegenwoordig frequenter voorkomen, is het waarschijnlijk dat er vaker een beroep op de veiligheids- en defensiecapaciteit van de lidstaten zal worden gedaan om rampenbeheer en humanitaire hulp te ondersteunen, zowel binnen de EU als daarbuiten. Het is van cruciaal belang de civiel-militaire coördinatie en paraatheid op EU- en nationaal niveau verder te versterken in lijn met het kader voor het gebruik van militaire middelen van de EU ter ondersteuning van humanitaire bijstand en de hulpverlening bij rampen37. Alleen dan kan de EU tijdig en effectief reageren op een manier die verenigbaar is met de principiële aanpak van de humanitaire bijstand van de EU. Dit proces moet versneld worden uitgevoerd.



3. Crisisbeheersing

De 13 civiele en 9 militaire missies en operaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de EU (GVDB) worden vaak ingezet in landen die bijzonder kwetsbaar zijn voor klimaat- en milieugerelateerde veiligheidsrisico’s. De EU zal geleidelijk klimaat- en milieuaspecten in de planning, uitvoering en herziening van haar mandaten opnemen. In het strategisch kompas staat dat uiterlijk in 2025 voor alle militaire en civiele missies en operaties een milieuadviseur moet zijn aangesteld en dat zij in datzelfde jaar over hun ecologische voetafdruk verslag moeten uitbrengen. In het pact inzake het civiele GVDB38 hebben de lidstaten afgesproken bij alle externe missiewerkzaamheden inspanningen te leveren om veiligheidsuitdagingen in verband met klimaatverandering en milieuverloedering en -uitputting aan te gaan.

Om de GVDB-missies en -operaties in staat te stellen deze klimaatdoelstellingen daadwerkelijk te realiseren, moet samen met de lidstaten een reeks maatregelen worden ontwikkeld en uitgevoerd. Zo’n nieuw GVDB-klimaatpakket zal een coherente basis voor verschillende onderling verbonden activiteiten verschaffen en ervoor zorgen dat middelen zo efficiënt mogelijk worden benut. Hierbij speelt het volgende een rol:

- Er moeten verschillende profielen voor milieuadviseurs worden opgesteld met het oog op opleidings- en wervingsbehoeften39, rekening houdend met het bereik van GVDB-missies en -operaties40 en mogelijke toekomstige ontwikkelingen.

- Bij de besluitvorming over GVDB-mandaten moet rekening worden gehouden met de nieuwe jaarlijks trendanalyses over klimaat, milieu en veiligheid41 en andere bronnen van analyse voor de planning en periodieke evaluatie van missiemandaten. Daarbij moet tevens de integratie van de geleerde lessen in alle verschillende werkstromen worden bevorderd. De lessen die wij hebben geleerd van onze partners die in hetzelfde werkveld actief zijn, vooral de VN42, moeten in ogenschouw worden genomen, ook om na te gaan op welke terreinen nauwere samenwerking wellicht mogelijk is.

- Een verslagleggingsmechanisme voor de ecologische voetafdruk zal in alle missies en operaties worden uitgerold, voortbouwend op lessen van proefprojecten. Daarbij zal worden gezorgd voor synergieën en uitwisseling van beste praktijken met andere gebieden van het externe optreden van de EU, zoals afspraken in verband met humanitaire hulp. Tevens moet een passende koppeling met de Europese Vredesfaciliteit worden gemaakt om de klimaat- en milieuprestaties43 te optimaliseren.

Tot slot kan het ook van belang zijn om na te denken over de integratie van klimaat- en milieufactoren in de scenario’s die helpen de snel inzetbare capaciteit van de EU operationeel te maken.



4. Gevolgen van gewapende conflicten voor het milieu en het herstel na conflicten

De effecten die gewapende conflicten op het milieu hebben, zijn een belangrijk punt als het gaat om het verband tussen klimaat en veiligheid. Hoewel het internationaal humanitair recht (IHR) voorziet in de bescherming van het milieu tijdens gewapende conflicten, zijn schendingen van dit recht wijdverbreid, wat grote en langdurige schade tot gevolg heeft. Na een conflict worden water, bodem en land vaak door overblijfselen van explosieven verontreinigd, van de vernietiging van ecosystemen tot verontreiniging en noodzakelijk afvalbeheer, als gevolg van bombardementen, landmijnen en olie- en gaslekken. Naast lopende EU-initiatieven voor milieubescherming, milieu- en afvalbeheer, waaronder bevordering van de naleving van het internationaal humanitair recht, worden aanvullende gerichte acties overwogen met het oog op milieubeoordelingen na een conflict, onder andere in het kader van het incubatieforum inzake circulaire economie op het gebied van Europese defensie.

Voorbeelden van EU-optreden in het kader van het verband tussen klimaat en veiligheid in diverse beleidsdimensies:

- Ontheemding en migratie: De EU pakt ontheemding en migratie als gevolg van rampen, klimaatverandering en aantasting van het milieu aan, vooral door humanitaire hulp, ontwikkeling en vredesinitiatieven44. De EU lanceert tevens samen met het Internal Displacement Monitoring Centre (monitoringcentrum voor interne ontheemding) een nieuwe mondiale EU-actie (8 miljoen EUR) om grotere kennis te verkrijgen van de factoren, kwetsbaarheden en risico’s die tot interne ontheemding leiden en om de getroffen partnerlanden meer capaciteit te verschaffen om deze risico’s aan te pakken.

- Milieucriminaliteit: Milieucriminaliteit is een van de tien prioriteiten binnen het Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreigingen (Empact). Op basis hiervan kunnen de rechtshandhavingsinstanties van de EU met de betrokken autoriteiten van derde landen gezamenlijk opereren om milieumisdrijven op te lossen. Ook kunnen GVDB-missies nationale autoriteiten helpen milieucriminaliteit te bestrijden45.

- Maritieme veiligheid: In de onlangs bijgewerkte maritieme veiligheidsstrategie van de EU46 wordt beschreven welke grote gevolgen klimaatverandering en aantasting van het milieu op het mariene milieu en de maritieme veiligheid hebben en in de strategie worden diverse maatregelen voorgesteld. Ook wordt er actie ondernomen om hernieuwbare offshore-energie en defensieoperaties en -systemen naast elkaar te laten bestaan47.

- Ruimtevaart: Het ruimtevaartprogramma van de EU ondersteunt de bescherming van het milieu, helpt de effecten van klimaatverandering te monitoren en te beperken en zorgt voor veiligheid en civiele bescherming in heel Europa.

Belangrijke acties op EU-niveau:

- De betrokken diensten van de Commissie en de EDEO, waaronder de EU-delegaties, zullen de analyse betreffende het verband tussen klimaat/milieu, vrede en veiligheid voor hun relevante beleid en acties versterken, vooral in geografische gebieden die gevoelig voor deze gevolgen zijn, zoals, op regionaal niveau, de Sahel of Hoorn van Afrika of kleine eilandstaten in ontwikkeling.

- De EDEO zal er in samenwerking met de betrokken diensten van de Commissie op toezien dat toekomstige evaluaties van de stabilisering mede gebaseerd zijn op klimaat- en milieuoverwegingen die te maken hebben met de bestaansmiddelen van de lokale bevolkingsgroepen wanneer de dienst onderzoekt welke responsopties er zijn.

- De EDEO zal het EU-bestand van bemiddelaars en andere bemiddelingsactoren van de EU opleiden en toerusten zodat zij kunnen inspelen op de gevolgen die klimaat- en milieuproblemen op vrede en veiligheid hebben.

- De betrokken diensten van de Commissie en de EDEO, waaronder de militaire staf van de EU, blijven de civiel-militaire coördinatie in het kader van de humanitaire bijstand en de hulpverlening bij rampen van de EU versterken en verbeteren, daarbij voortbouwend op eerdere stappen en geleerde lessen.

- De hoge vertegenwoordiger zal er samen met de lidstaten voor zorgen dat het nieuwe GVDB-klimaatpakket integraal wordt uitgevoerd, inclusief de snelle ontwikkeling van duidelijke profielen voor milieuadviseurs.

- De EDEO zal waar nodig klimaat- en milieuoverwegingen in operationele scenario’s opnemen om te helpen de snel inzetbare capaciteit operationeel te maken. Hiertoe versterkt de dienst de paraatheid en biedt hij realistische kaders voor werkgelegenheid.

- De betrokken diensten van de Commissie en het EDA zullen onderzoek doen naar de ontwikkeling van samenwerkingsprojecten voor milieubeoordelingen en herstel na een conflict in het kader van het incubatieforum inzake circulaire economie op het gebied van Europese defensie.


3. Zorgen voor een duurzame en klimaatbestendige Europese veiligheid en defensie

Door klimaatverandering en de aantasting van het milieu zullen de bij vrede, veiligheid en defensie betrokken actoren op een andere manier gaan plannen, investeren en opereren. De EU moet meer toezeggingen doen om de lidstaten te helpen de groeiende omvang, complexiteit en urgentie van de uitdagingen die voorliggen het hoofd te bieden, in lijn met de doelstellingen van de Europese Green Deal en het strategisch kompas.


1. Deskundigheid op het vlak van klimaat en milieu ontwikkelen en bewustwording vergroten

Het is dringend nodig om de bewustwording verder te vergroten en de vereiste specialistische vaardigheden te ontwikkelen om klimaatadaptatie en -mitigatie op het gebied van veiligheid en defensie te helpen realiseren. Dit geldt voor alle betrokken EU-actoren, waaronder EU-delegaties en GVDB-missies/-operaties en, op nationaal niveau, de verschillende ministeries in de lidstaten.

Om verschillende aanbieders van opleidingen samen te brengen en systematisch in de behoeften van verschillende cursisten te voorzien, wordt in het kader van de Europese veiligheids- en defensieacademie (EVDA) een EU-platform voor klimaat- en veiligheidsopleidingen opgericht. Het doel hiervan is de vereiste expertise op EU- en nationaal niveau te ontwikkelen, bijvoorbeeld door deskundigen op het gebied van milieurecht en -criminaliteit, milieukundig ingenieurs en analisten van klimaatgerelateerde veiligheidsrisico’s op te leiden. Hiermee kan de EU geleidelijk een bestand van (gecertificeerde) deskundigen opzetten die, naast hun werk binnen nationale ministeries, op voordracht van de lidstaten aan GVDB-missies/-operaties kunnen deelnemen. Het platform kan ook de coördinatie met andere internationale partijen ondersteunen.

De meerlagige oefeningen in crisisbeheersing van de EU bieden een andere mogelijkheid om de bewustwording te vergroten, en te testen en te bepalen hoe via crisisbeheersingsmechanismen op klimaatgerelateerde veiligheidsproblemen kan worden gereageerd. Het EDA en de betrokken diensten van de Commissie ontwikkelen simulatieoefeningen om na te gaan in welke opzichten er sprake is van afhankelijkheid van defensiegerelateerde kritieke energie-infrastructuur, met het oog op hybride bedreigingen die deze infrastructuur in gevaar kunnen brengen of buiten werking kunnen stellen. Deze oefeningen vormen een onderdeel van hun gezamenlijke onderzoek naar deze vraagstukken.


2. Militaire capaciteit en infrastructuur

De strijdkrachten van de lidstaten gebruiken veel energie48 en zijn ook de grootste publieke eigenaars van onbebouwde grond en infrastructuren in de EU. Dit biedt mogelijkheden om efficiënter te werken en grote voordelen voor klimaat en biodiversiteit te behalen. Met een samenhangende en slimme aanpak van de klimaatadaptatie en -mitigatie moet de militaire sector zijn operationele effectiviteit behouden of waar mogelijk versterken. Een betere energie-efficiëntie en duurzaamheid zorgt niet alleen voor een kleinere ecologische voetafdruk, maar ook voor lagere kosten49 en een beperktere logistieke belasting. Tevens bevordert het zelfredzaamheid in de operationele context, wat de strijdkrachten meer veiligheid en bewegingsvrijheid verschaft. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met het feit dat de strijdkrachten met een gespecialiseerde uitrusting werken die gewoonlijk een zeer lange levenscyclus heeft, terwijl het ontwikkelen van capaciteit van de volgende generatie jaren, zo niet tientallen jaren in beslag kan nemen.

Het is belangrijk de talrijke gevolgen en risico’s van klimaatverandering te beoordelen met het oog op de defensieplanning en -investeringen op de lange termijn, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat materieel onder lastige klimaatomstandigheden kan opereren, om de strijdkrachten op te leiden en toe te rusten voor frequentere militaire bijstand aan civiele autoriteiten bij natuurrampen of om de veerkracht van de door de militaire sector gebruikte infrastructuur te verbeteren en erop toe te zien dat de militaire capaciteit op een betrouwbare en duurzame manier op het land, in de lucht en op zee kan worden ingezet. De lidstaten zijn bezig hun defensiebegroting te verhogen50 en daarom moeten zulke maatregelen integraal deel uitmaken van de ontwikkeling van klimaatbestendige strijdkrachten. Het is net zo belangrijk dat ander horizontaal beleid, zoals initiatieven voor duurzame financiering, blijft stroken met de inspanningen van de Europese Unie om de Europese defensie-industrie voldoende toegang tot financiering en investeringen te verschaffen.

Er wordt al heel wat werk verzet om deze uitdagingen van de strijdkrachten op klimaat- en energiegebied op te pakken, onder meer door bij het EDA verschillende soorten expertise bij elkaar te brengen, die deels door de Europese Commissie worden gefinancierd (zie kader hieronder). Bovendien proberen de lidstaten veel van deze problemen momenteel te verhelpen door nationale strategieën te ontwikkelen en uit te voeren om de strijdkrachten op klimaatverandering voor te bereiden. Dat doen zij op basis van de oproep in het strategisch kompas. Het EU-klimaat- en defensienetwerk van deskundigen van de nationale ministeries van defensie is opgericht als vervolg op het strategisch kompas op initiatief van de EDEO en het EDA. Het is een bruikbaar format gebleken om samenwerking, coördinatie en de uitwisseling van beste praktijken op dit gebied te bevorderen51.

Vanwege het momentum dat met deze nationale strategieën wordt gecreëerd, wordt het van cruciaal belang om de samenwerking tussen de lidstaten in EU-verband sterk uit te breiden. Hierdoor neemt de kans op versnippering af en wordt er gezorgd voor interoperabiliteit tussen de strijdkrachten van de EU terwijl tegelijk schaalvoordelen worden bewerkstelligd. Deze doelstellingen kunnen alleen worden bereikt door een goed afgestemde aanpak voor alle overheden op nationaal en EU-niveau. Als er bijvoorbeeld normen voor duurzame brandstoffen worden ontwikkeld, kunnen deze brandstoffen door de strijdkrachten van de lidstaten onderling worden uitgewisseld.

Tegen deze achtergrond gaan de Commissie en de hoge vertegenwoordiger bekijken hoe de lidstaten zowel afzonderlijk als via versnelde civiel-militaire samenwerking kunnen worden ondersteund, conform de doelstellingen van het strategisch kompas en de Europese Green Deal. Hiertoe gaan de betrokken diensten van de Commissie, de EDEO en het EDA een nieuw steunmechanisme voor klimaat en defensie oprichten. Met de lidstaten zullen zij hiaten opsporen en op zoek gaan naar mogelijkheden om samen te werken, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van vaardigheden, het delen of verrichten van onderzoek en studies, het formuleren van groene normen, het verzamelen van gegevens, het opzetten van methoden of technische concepten, het versterken van prikkels en het bevorderen van samenwerkingsprojecten. In dit kader overwegen de Commissie en de hoge vertegenwoordiger, als onderdeel van een gefaseerde aanpak en in nauw overleg met het EDA, een specifiek kenniscentrum voor klimaatverandering, veiligheid en defensie op te richten dat onder leiding van de EU staat, met als doel de klimaatadaptatie- en -mitigatie-inspanning van de strijdkrachten van de lidstaten te versterken, onder meer via de Europese Investeringsbank wanneer dat passend is.

Relevante EU-instrumenten, -beleidslijnen en -hulpmiddelen die een stevig fundament voor verdere werkzaamheden verschaffen:

- In 2021 werden vanuit het Europees Defensiefonds (EDF) drie projecten opgestart. Het ging er daarbij om defensiegerichte oplossingen te bedenken om steun te geven aan het onderzoeken en ontwikkelen van defensietechnologieën en -producten op het vlak van klimaat en energiebeheer en -efficiëntie, met een begroting van 84 miljoen EUR.

- In het actieplan voor militaire mobiliteit 2.052 worden duurzaamheid en energie-efficiëntie als belangrijke doelstellingen in de ontwikkeling van toekomstige vervoersinfrastructuur en -capaciteit voor tweeërlei gebruik geïntegreerd, waaronder de brandstoftoeleveringsketen voor de grootschalige verplaatsing van strijdkrachten en hun uitrusting53.

- De lidstaten houden zich met energie-efficiëntie, circulariteit en energiebestendigheid in de defensiesector bezig via door de Commissie gefinancierde activiteiten onder de paraplu van het Europees Defensieagentschap, waaronder het overlegforum over duurzame energie in de defensie- en veiligheidssector (CF SEDSS)54, het incubatieforum inzake circulaire economie op het gebied van de Europese defensie (IF CEED)55 en het Symbiosis-initiatief (hernieuwbare offshore-energie voor defensie)56. Daarnaast richt de EDA-technologiegroep voor energie- en milieucapaciteit (EnE CapTech) zich op het vaststellen van technologische hiaten en doet voorstellen voor samenwerkingsprojecten57.

- Bij samenwerkingsprojecten in het kader van de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) gaat men aan de slag met uitdagingen in verband met klimaat en aantasting van het milieu, met name het project operationele functie energie58 en hot-and-high-helikoptertraining.

- Het JRC heeft een project gelanceerd om klimaatrisico’s voor de EU-defensie vast te stellen, te beoordelen en aan te pakken. Op die manier wil het de lidstaten wetenschappelijke en technische ondersteuning bieden om defensie klimaatbestendiger te maken.

Belangrijke acties op EU-niveau:

- De EVDA zal een EU-platform voor klimaat- en veiligheidsopleidingen opzetten dat wordt ondersteund door de EDEO, de betrokken diensten van de Commissie, het EDA en SatCen, met als doel de EU de benodigde expertise te verschaffen. Ook zullen hiermee onze partners ondersteuning krijgen.

- De betrokken diensten van de Commissie, de EDEO en het EDA gaan een steunmechanisme voor klimaat en defensie opzetten. Met de lidstaten zullen zij hiaten opsporen en op zoek gaan naar mogelijkheden om samen te werken. Op deze manier willen zij bevorderen dat de strijdkrachten concrete maatregelen op het gebied van klimaatadaptatie en -mitigatie nemen. In de tweede helft van 2024 zal een eerste verslag over de bevindingen aan de lidstaten worden gepresenteerd.

- Als onderdeel van een gefaseerde aanpak overwegen de Commissie en de hoge vertegenwoordiger in overleg met het EDA een specifiek kenniscentrum voor klimaatverandering, veiligheid en defensie op te richten, ter ondersteuning van de lidstaten.

- De betrokken diensten van de Commissie, de EDEO en het EDA blijven speuren naar uitdagingen en mogelijkheden voor groene overheidsopdrachten voor defensie.

- De EDEO zal aspecten die met klimaatverandering verband houden in de Integrated Resolve-oefening van de EU voor 2024 opnemen.

- De betrokken diensten van de Commissie en het EDA zullen verder onderzoek verrichten om te helpen in militaire installaties van de EU klimaat- en milieurisico’s systematisch en integraal te beheersen, en schade, verlies en ontwrichting als gevolg van gevaarlijke klimaat- en weersomstandigheden zoveel mogelijk te beperken.

- De betrokken diensten van de Commissie, de EDEO en het EDA blijven samen met de lidstaten werken aan de energietransitie van vervoersinfrastructuur en -capaciteit voor tweeërlei gebruik, waaronder brandstoftoeleveringsketens, als vervolg op het actieplan voor militaire mobiliteit 2.0.

- De betrokken diensten van de Commissie en het EDA blijven analyseren welke gevolgen de herziene energiegerelateerde richtlijnen en een herzien beleidskader voor militaire infrastructuur hebben. Ook gaan zij verder met het bestuderen van de projectideeën en studies die in het kader van het CF SEDSS zijn ontwikkeld, bijvoorbeeld wat betreft het verbeteren van de energie-efficiëntie en de prestaties van gebouwen op het vlak van defensie.

- De EDEO en het EDA gaan met de lidstaten overleggen over het voorstel om het klimaat- en defensienetwerk een permanent karakter te geven, om zo de uitvoering van nationale strategieën te monitoren en te ondersteunen en mogelijkheden om samen te werken te verkennen.

- De betrokken diensten van de Commissie, de EDEO en het EDA blijven samen met de lidstaten via PESCO en het EDF een consequente aanpak in de diverse lopende samenwerkingsprojecten op het gebied van klimaat en defensie bevorderen. Daarbij maken zij optimaal gebruik van het kader voor een gecoördineerde jaarlijkse evaluatie inzake defensie om nieuwe mogelijke projecten te identificeren.


4. Internationale samenwerking

Klimaatverandering en aantasting van het milieu vormen mondiale uitdagingen die een actieve geconsolideerde multilaterale agenda vereisen. De EU zal verdere afspraken maken met internationale en regionale organisaties en derde landen, op politiek en operationeel niveau.


1. Een ambitieuze wereldwijde agenda vaststellen

De EU gaat door met werken aan een ambitieuze wereldwijde agenda met betrekking tot het verband tussen klimaat en veiligheid. Veel initiatieven die door de EU worden geleid of ondersteund, vooral met betrekking tot water, oceanen, voedselzekerheid, energietransitie en grondstofwaardeketens, hebben een sterke partnerschapscomponent, zoals het EU-energieplatform59, dat voor het verband tussen klimaat en veiligheid van groot belang is. Verder zal de EU internationale initiatieven met een grensoverschrijdende dimensie stimuleren om in te spelen op het verband tussen klimaat en veiligheid en om mondiale actie op het gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie op conflictbewuste wijze te versterken60.

Voorbeelden van door de EU geleide of ondersteunde initiatieven:

- Waterzekerheid en droogtes: Samen met haar partners zal de EU zich sterk maken voor wereldwijde uitvoering van een geïntegreerd beheer van watervoorraden, een grotere focus op het verband tussen water, energie, voedsel en ecosysteem en een meer solide waterbeheer op alle niveaus61. De EU promoot ook een proactief droogtebeheer in internationale fora, zoals het VN-verdrag ter bestrijding van woestijnvorming en de Internationale Alliantie voor veerkracht bij droogte.

- Oceaangovernance: De EU en haar lidstaten zullen zich sterk maken voor de universele ratificatie, inwerkingtreding en doeltreffende uitvoering van het VN-verdrag inzake de volle zee om de oceaan beter te beschermen.

- Energietransitie: De EU en haar lidstaten blijven ook, samen met de G7-partners, actief via een nieuw model van langdurige partnerschappen genaamd partnerschappen voor een rechtvaardige energietransitie met snelgroeiende ontwikkelingslanden. Zij bieden financiële steun om een verschuiving naar schone energiebronnen en een ambitieuze nationaal vastgestelde bijdrage mogelijk te maken, met grote nadruk op een sociaal rechtvaardige transitie.

- Kritieke grondstoffen: Als onderdeel van de externe dimensie van haar kritieke-grondstoffenpakket zal de EU nog meer toezeggingen doen om wereldwijd investeringen, productie en handel met betrouwbare partners tot stand te brengen en te diversifiëren. Tevens zal zij nieuwe diplomatieke initiatieven ontplooien, zoals de club voor kritieke grondstoffen, waarin consumerende landen en landen die rijk zijn aan hulpbronnen worden samengebracht om een veilige en duurzame aanvoer van kritieke grondstoffen te bevorderen. Deze partnerschappen helpen opkomende landen en ontwikkelingslanden duurzame grondstofwaardeketens te ontwikkelen, lokale waarde toe te voegen en hun economieën te diversifiëren, met inachtneming van sociale en milieunormen.

De EU en haar lidstaten zijn bestuursleden van multilaterale ontwikkelingsbanken en internationale financiële instellingen. In die hoedanigheid zullen zij ambitieuze en innovatieve voorstellen blijven bepleiten en ondersteunen om de strategieën van deze banken en instellingen en de geldstromen beter op de doelen van de Overeenkomst van Parijs af te stemmen, en meer mogelijkheden creëren om klimaatverandering, biodiversiteitsverlies, verontreiniging en kwetsbaarheid aan te pakken, zonder afbreuk te doen aan hun sterke focus op armoedebestrijding. Dit soort steun van deze banken en instellingen draagt ook bij aan stabiliteit, vrede en veiligheid.

Als het gaat om de versnelde opwarming van de aarde komt er meer aandacht voor doelbewuste grootschalige interventie in de natuurlijke systemen van de aarde (“geo-engineering” genoemd), zoals veranderingen in de zonnestraling. De risico’s, effecten en onbedoelde gevolgen van deze technologieën worden echter slecht begrepen, waardoor men heeft verzuimd de benodigde regels, procedures en instellingen in het leven te roepen62. Met deze technologieën ontstaan nieuwe risico’s voor mensen en ecosystemen en ook kunnen ze de ongelijke machtsposities van landen verder vergroten, conflicten doen ontbranden en talloze ethische, juridische, bestuurlijke en politieke problemen veroorzaken. Op grond van het voorzorgsbeginsel zal de EU internationale inspanningen steunen om de risico’s en onzekerheden van klimaatinterventies integraal te beoordelen, waaronder de veranderingen in de zonnestraling. Tevens zal zij gesprekken bevorderen over een potentieel internationaal kader voor het beheer ervan, waaronder onderzoeksgerelateerde aspecten.


2. Samen met partners inspelen op het verband tussen klimaat en veiligheid

Als het gaat om klimaat- en milieurisico’s voor vrede en veiligheid zal de EU haar inspanningen in alle betrokken VN-fora voortzetten, waaronder de VN-Veiligheidsraad en de Commissie voor vredesopbouw. Daarbij blijft zij ook samenwerken met verschillende VN-agentschappen. Dit alles vindt plaats via reeds bestaande dialogen en partnerschappen. In dit kader is de uitvoering van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling eveneens van belang.

Uit de prioriteiten voor het strategische partnerschap tussen de EU en de VN inzake vredesoperaties en crisisbeheersing voor 2022-2024 blijkt dat het verband tussen klimaat en veiligheid daarin reeds een centrale plaats inneemt. De EU zal VN-inspanningen op grond van de “nieuwe agenda voor vrede” ondersteunen en blijven werken aan een verdere versterking van een effectieve operationele samenwerking in het veld, onder meer via EU-delegaties en tussen VN-vredesoperaties en missies en operaties van EU en GVDB. De inzet van de EU en de VN in Somalië63 fungeert als een goed startpunt voor nauwere samenwerking, bijvoorbeeld als het gaat om de gezamenlijke opleiding van lokale kustwachters. Dankzij de geleidelijke inzet van milieuadviseurs bij alle GVDB-missies en -operaties kunnen er synergieën tot stand worden gebracht, zoals gezamenlijke lokale capaciteitsopbouw, delen van gegevens en beheer van de ecologische voetafdruk. De EU zal ook haar uitwisseling met het VN-mechanisme voor klimaatveiligheid versterken om geleerde lessen uitgebreider te kunnen delen en de coördinatie en samenwerking op het gebied van beleid en programmering, en de opleidingen, te verbeteren.


Voorbeeld van EU-UNEP-partnerschap voor klimaatverandering en veiligheid

In de eerste fase van het EU-UNEP-partnerschap voor klimaatverandering en veiligheid werden instrumenten en capaciteit ontwikkeld om milieu- en klimaatveiligheid beter te analyseren en meer preventieve maatregelen te treffen om het risico op conflicten en kwetsbare situaties in twee proeflanden, Nepal en Sudan, aan te pakken. Nu het partnerschap van de proeffase opschaalt naar regionaal niveau, gaat het zich richten op opkomende klimaat- en milieurisico’s in drie prioritaire regio’s: de Hoorn van Afrika, het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA) en West-Afrika en de Sahel.

De EU zal ook op andere wijze in internationaal verband in actie komen als het gaat om klimaatverandering, aantasting van het milieu en veiligheid. Zij zal gebruikmaken van alle kanalen en bestaande dialogen op bilateraal niveau64 en met internationale organisaties als de NAVO, de Afrikaanse Unie, de Associatie van Zuidoost-Aziatische staten, de Arctische Raad, de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische staten, de Liga van Arabische staten, en met de G7 en G20.

Voorbeeld van een partnerschap tussen de Afrikaanse Unie en de EU: innovatieagenda

De Afrikaanse Unie en de EU hebben afgesproken een ambitieuze agenda vast te stellen om wetenschappelijke samenwerking tussen onderzoekers te bevorderen en zo samen kennis te ontwikkelen en technologie en deskundigheid met elkaar te delen65. Hierbij worden vooral krachten gebundeld om klimaatbestendigheid, -adaptatie en -mitigatie te bevorderen, rekening houdend met de gevolgen van klimaatverandering voor de veiligheid.

In de gezamenlijke verklaring over de samenwerking tussen de EU en de NAVO66 van januari 2023 werd de noodzaak benadrukt om gezamenlijk actie te ondernemen met het oog op de veiligheidsimplicaties van klimaatverandering. Beide organisaties hebben aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de ondersteuning van de strijdkrachten van hun leden die trachten zich aan de nadelige effecten van klimaatverandering en aantasting van het milieu aan te passen, en bij het verminderen van de negatieve gevolgen via mitigerende maatregelen. Daarom is nauwere samenwerking nodig en een mogelijkheid om concreet samen te werken op geselecteerde werkterreinen, zoals gegevensanalyse en vroegtijdige waarschuwing, opleidingen en vergroten van de bewustwording, versterken van de weerbaarheid en capaciteitsontwikkeling (onder meer met betrekking tot energie-efficiëntie en de energietransitie). De hoge vertegenwoordiger en de Commissie zullen met de NAVO overleggen over de mogelijkheid om voor deze onderwerpen een gestructureerde EU-NAVO-dialoog op te zetten. Indien nodig zal worden gekeken naar synergieën met andere EU-NAVO-dialogen over verwante gebieden, bijvoorbeeld de gestructureerde dialoog over veerkracht en de taskforce voor veerkracht van kritieke infrastructuur.

De EU zal ook regionale klimaat-, milieu- en veiligheidsdialogen organiseren om meer met partners samen te werken, zowel in regio’s die uiterst kwetsbaar zijn voor klimaatverandering als regio’s die momenteel minder aandacht krijgen als het gaat om klimaat en veiligheid. Met deze dialogen wordt ook de coördinatie tussen verschillende partijen binnen en tussen regio’s ondersteund.

Naast al deze pogingen van de EU om in te spelen op het verband tussen klimaat en veiligheid via nauwe samenwerkingsverbanden op multilateraal, regionaal en bilateraal niveau, zal ook de samenwerking met het maatschappelijk middenveld als geheel, waaronder lokale actoren, onderzoeksinstellingen en denktanks, worden versterkt.

Belangrijke acties op EU-niveau:

- De hoge vertegenwoordiger en de Commissie zullen samen met de EU-lidstaten en internationale partners ambitieuze en innovatieve voorstellen bepleiten en ondersteunen om de strategieën van multilaterale ontwikkelingsbanken en internationale financiële instellingen en de geldstromen beter op de doelen van de Overeenkomst van Parijs af te stemmen.

- Op grond van het voorzorgsbeginsel zullen de Commissie en de hoge vertegenwoordiger internationale inspanningen steunen om de risico’s en onzekerheden van klimaatinterventies integraal te beoordelen, waaronder de veranderingen in de zonnestraling. Tevens zullen zij gesprekken bevorderen over een potentieel internationaal kader voor het beheer ervan, waaronder onderzoeksgerelateerde aspecten.

- De EDEO zal streven naar nauwere samenwerking tussen EU- en VN-deskundigen in het veld om meer synergie tussen hun respectieve activiteiten te bewerkstelligen en verder onderzoek te verrichten naar gezamenlijke initiatieven, bijvoorbeeld op het gebied van opleidingen en capaciteitsontwikkeling.

- De EDEO en de betrokken diensten van de Commissie zullen klimaat en milieu verder integreren in dialogen met bilaterale partners en regionale organisaties, en waar nodig met diverse maatschappelijke organisaties.

- De hoge vertegenwoordiger en de Commissie zullen met de NAVO overleggen over het opzetten van een gestructureerde EU-NAVO-dialoog met het oog op de talrijke koppelingen die er bestaan tussen klimaatverandering, aantasting van het milieu, veiligheid en defensie. Het doel hiervan is na te gaan welke synergieën er tussen beide organisaties zijn en of er een voor beide partijen vruchtbare samenwerking mogelijk is. Dit moet plaatsvinden binnen het kader van een alomvattend uitvoeringsdocument over de samenwerking tussen de EU en de NAVO.

- De EDEO en de betrokken diensten van de Commissie zullen bekijken welke mogelijkheden er zijn om met het NAVO-expertisecentrum voor klimaatverandering en veiligheid geleerde lessen en beste praktijken uit te wisselen.

- De betrokken diensten van de Commissie en de EDEO zullen klimaat-, milieu- en veiligheidsdialogen in relevante prioritaire regio’s organiseren, plekken ondersteunen waar specifieke uitdagingen worden besproken en samenwerking bevorderen.

5. Volgende stappen

De Commissie en de hoge vertegenwoordiger verzoeken het Europees Parlement en de Raad om de gezamenlijke mededeling te verwelkomen en de nieuwe visie op het verband tussen klimaat en veiligheid te steunen. Zij zullen aan de lidstaten verslag uitbrengen over de voortgang in de uitvoering van deze gezamenlijke mededeling.

Bijlage 1


Bron: https://erccportal.jrc.ec.europa.eu/ECHO-Products/Maps#/maps/4526

1 Voortgangsverslag van het mechanisme van de Verenigde Naties voor klimaatveiligheid, mei 2021. Zie ook bijlage 1.

2 Nota van de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie aan de Europese Raad over “klimaatverandering en internationale veiligheid” (S113/08, 14 maart 2008).

3 Met name via de routekaart voor klimaatverandering en defensie (doc. 12741/20, 9 november 2020) en het concept voor een geïntegreerde aanpak van klimaatverandering en veiligheid (doc. 12537/21, 5 oktober 2021). In het gezamenlijke voortgangsverslag worden de vorderingen beschreven die met de inhoudelijke uitvoering van deze documenten zijn gemaakt (doc. WK 15770/2022 INIT, 16 november 2022).

4 Zie: SIPRI, “Environment of Risk: Security in a New Era of Risk (2022)” en het Groundswell-rapport van de Wereldbank (2021).

5 Zie: Eurojust: Report on Eurojust’s Casework on Environmental Crime (2021).

6 Volgens het Instituut voor Economie en Vrede zullen in 2050 wereldwijd mogelijk ongeveer 1,2 miljard mensen door klimaatverandering en natuurrampen van huis en haard zijn verdreven.

7 Onder meer door overlijden en ziekte als gevolg van extreem weer, frequentere door vectoren, voedsel of water overgedragen en zoönotische ziekten, en de opkomst van virussen als gevolg van het smelten van de permafrost.

8 Gezamenlijke mededeling over een sterker engagement van de EU voor een vreedzaam, duurzaam en welvarend noordpoolgebied (JOIN(2021) 27 final, 13.10.2021).

9 IPCC, 2019: Speciaal rapport van de IPCC over de oceaan en de cryosfeer in een veranderend klimaat: bij het scenario met heel hoge broeikasgasemissies zal het zeeniveau blijven stijgen met ongeveer 0,3 meter in 2050 en met 2 meter in 2100, met het risico dat in 2050 tot 340 miljoen mensen en in 2100 tot 630 miljoen mensen getroffen zullen worden door gedwongen ontheemding.

10 Zesde evaluatierapport van de IPCC, augustus 2021.

11 Doc. 7248/23, 9 maart 2023.

12 COM(2019) 640, 11 december 2019.

13 https://www.eeas.europa.eu/sites/default/files/documents/strategic_compass_en3_web.pdf

14


15 https://science4peace.jrc.ec.europa.eu/

16 https://drmkc.jrc.ec.europa.eu/initiatives-services/global-conflict-risk-index#documents/1059/list

17 https://edo.jrc.ec.europa.eu/edov2/php/index.php?id=1000

18 https://www.efas.eu/en

19 https://land.copernicus.eu/

20 Tevens beschikken de beveiligingsdiensten van Copernicus over nieuwe geospatiale producten om klimaatveiligheid handen en voeten te geven en de Copernicusdienst voor klimaatverandering verschaft informatie en hulpmiddelen om klimaatmitigatie en -adaptatie mogelijk te maken.

21 https://drmkc.jrc.ec.europa.eu/inform-index/INFORM-Climate-Change/Methodology

22 https://emodnet.ec.europa.eu/en

23 https://digital-strategy.ec.europa.eu/en/policies/destination-earth

24 Een goed voorbeeld van deze samenwerking zijn jaarlijkse dialogen over gegevens in een regionale setting, binnen het kader van het EU-UNEP-partnerschap inzake klimaat, milieu en veiligheid.

25 [verwijzing naar de energiegegevens met betrekking tot defensie van het EDA invoegen].

26 Tavares da Costa, R., Krausmann, E., Hadjisavvas, C., “Impacts of climate change on defence-related critical energy infrastructure”, 2023, doi:10.2760/03454.

27 EU-missies in Horizon Europa

28 Voorbeelden van door de EU gefinancierde projecten die met het oog op het verband tussen klimaat en veiligheid van groot belang zijn: HABITABLE (koppelen van klimaatverandering, bewoonbaarheid en sociale omslagpunten: scenario’s voor klimaatmigratie); CASCADES (CAScading Climate risks: towards ADaptive and resilient European Societies — opstapelen van klimaatrisico’s: op weg naar weerbare Europese samenlevingen die zich kunnen aanpassen); RECEIPT (REmote Climate Effects and their Impact on European sustainability, Policy and Trade — klimaateffecten op afstand en de gevolgen daarvan voor duurzaamheid, beleid en handel in Europa); CoCliCo (Coastal Climate Core Service); CLIMAAX (CLIMAte risk and vulnerability Assessment framework and toolboX — kader en instrumentarium voor de beoordeling van klimaatrisico’s en kwetsbaarheid voor klimaatverandering); ESPREssO (Enhancing Synergies for disaster PRevention in the EurOpean Union — versterken van synergieën voor rampenpreventie in de Europese Unie); CaseXtreme (ChAnges in the Statistics of EXTremes Events in climate — veranderingen in de statistieken van extreme klimaatgebeurtenissen); MIRACA (Multi-hazard Infrastructure Risk Assessment for Climate Adaptation — integrale risicobeoordeling van infrastructuur met het oog op klimaatadaptatie); ARCOS (Artic Observatory for Copernicus SEA Security Service - Arctisch observatorium voor Copernicus-beveiligingsdienst (SEA); CENTAUR (Copernicus Enhanced Tools for Anticipative Response to Climate Change in the Emergency and Security Domain — verbeterde instrumenten voor anticipatie op klimaatverandering op het gebied van noodsituaties en veiligheid); EGSIEM (European Gravity Service for Improved Emergency Management — Europese dienst op het vlak van zwaartekracht voor een beter beheer van noodsituaties); GPP (GEOSS Platform Plus); PLACARD (PLAtform for Climate Adaptation and Risk reduction — platform voor klimaatadaptatie en risicobeperking); AD4GD (All Data 4 Green Deal) BIOSEC (BIOdiversity and SECurity — biodiversiteit en veiligheid: inzicht in milieucriminaliteit, illegale handel in wilde dieren en planten en schadelijke financiering) en ConFooBio (Resolving CONflicts between FOOd security and BIOdiversity conservation under uncertainty — oplossen van tegenstellingen tussen voedselzekerheid en behoud van biodiversiteit in onzekere situaties).

29 https://research-and-innovation.ec.europa.eu/funding/funding-opportunities/funding-programmes-and-open-calls/horizon-europe/cluster-6-food-bioeconomy-natural-resources-agriculture-and-environment_nl

30 Team Europa bestaat uit de Europese Unie, haar lidstaten, de Europese Investeringsbank (EIB) en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO).

31 Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juni 2021 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld.

32 Zie het EU-stabiliseringsconcept, doc. WK 13776/2022 INIT, 12 oktober 2022.

33 Zie het concept en de daaropvolgende conclusies van de Raad over vredesbemiddeling door de EU (7 december 2020) en de richtsnoeren van de EDEO voor vredesbemiddeling.

34 Tijdens de VN-waterconferentie in maart 2023 heeft de EU het Team Europa-initiatief voor grensoverschrijdend waterbeheer in Afrika gelanceerd.

35 De EU reageert vooral via humanitaire hulp en het mechanisme voor civiele bescherming op extreem weer en de humanitaire gevolgen daarvan. Een deel van de begroting voor humanitaire hulp van de EU (1,7 miljard EUR voor 2023) is bestemd voor de leniging van humanitaire behoeften die worden veroorzaakt door klimaatrampen, waarvan de frequentie, duur en omvang als gevolg van klimaatverandering toenemen.

36 Een deel van de begroting voor humanitaire hulp van de EU (1,7 miljard EUR voor 2023) is bestemd voor de leniging van humanitaire behoeften die worden veroorzaakt door klimaatrampen, waarvan de frequentie, duur en omvang als gevolg van klimaatverandering toenemen. In 2022 werd de capaciteit voor de Europese humanitaire respons opgericht om de EU te helpen adequaat op crisissituaties, waaronder door het klimaat veroorzaakte rampen, te reageren.

37 Zoals omschreven in het EU-concept betreffende effectieve CIVMIL-coördinatie ter ondersteuning van humanitaire bijstand en hulpverlening bij rampen.

38 ST 9588 2023 INIT, 22 mei 2023.

39 Zie ook de koppeling met het EU-platform voor klimaat- en veiligheidsopleidingen dat in hoofdstuk 3 van deze gezamenlijke mededeling als een nieuwe actie wordt omschreven.

40 De mandaten van het GVDB hebben betrekking op conflictpreventie en vredeshandhaving, crisisbeheersing, gezamenlijke ontwapeningsacties, advies en bijstand op militair gebied, en tevens stabiliseringsoperaties in verband met humanitaire en reddingsmissies en na afloop van conflicten.

41 Zie hoofdstuk 1 van deze gezamenlijke mededeling.

42 Zo kijkt de ondersteuningsmissie van de Verenigde Naties in Somalië (UNSOM) momenteel naar manieren om waterbronnen via vredeshandhavers te beschermen, waardoor de toegang tot noodwatervoorzieningen en tot duurzame watervoorraden kan worden verzekerd en de terroristische organisatie Al-Shabaab niet de macht kan grijpen.

43 In de uitvoeringsvoorschriften van de Europese Vredesfaciliteit vormen klimaat- en milieuprestaties een criterium voor aankoopprocedures in het kader van de hulp die op de faciliteit is gebaseerd.

44 Zie ook het werkdocument van de diensten van de Commissie over de aanpak van ontheemding en migratie als gevolg van rampen, klimaatverandering en aantasting van het milieu.

45 Zie het miniconcept over mogelijke civiele GVDB-steun om milieucriminaliteit te bestrijden en de ecologische voetafdruk van de binnenlandse veiligheidsdiensten van het gastland te verminderen, EEAS(2022) 2086, december 2022.

46 Doc. JOIN/2023/8, 10 maart 2023.

47 https://eda.europa.eu/what-we-do/eu-policies/symbiosis

48 https://eda.europa.eu/docs/default-source/eda-factsheets/2019-06-07-factsheet-energy-defence (nieuwe gegevens worden in de komende dagen gepubliceerd).

49 Uit binnenkort te verschijnen EDA-gegevens blijkt dat in de periode 2016-2020 ongeveer 33 % efficiëntiewinst is geboekt.

50 Zie ook de gezamenlijke mededeling over de analyse van de lacunes op het gebied van defensie-investeringen en de te volgen koers, JOIN(2022)24 final, 18 mei 2022.

51 Het netwerk staat onder gezamenlijk voorzitterschap van de EDEO en het EDA en heeft een indicatief model ontwikkeld en goedgekeurd dat de lidstaten voor het opzetten van hun nationale strategieën kunnen gebruiken om de strijdkrachten op klimaatverandering voor te bereiden.

52 Doc. JOIN(2022) 48 final, 10 november 2022.

53 Dit strookt met het TEN-T-beleid, dat tot doel heeft de CO2-voetafdruk van de vervoerssector en de effecten van klimaatverandering te verkleinen, terwijl de nieuwe verordening betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen bindende streefcijfers bevat voor de uitrol van elektrische laadinfrastructuur voor elektrisch laden en waterstoftankstations.

54 Tavares da Costa, R., Krausmann, E., Hadjisavvas, C., “Impacts of climate change on defence-related critical energy infrastructure”, 2023, doi:10.2760/03454.

55 Een door de Commissie gefinancierd initiatief dat door het EDA wordt geleid. Het draagt ideeën aan voor projecten die gebaseerd zijn op circulariteitsprincipes op het gebied van kritieke grondstoffen, additieve productie, materialen voor textiel, ecologisch ontwerp, groene overheidsopdrachten, SCIP-databank op grond van de kaderrichtlijn afval, gegevens, gebruik van EMAS op militaire oefenterreinen en beheer van reserveonderdelen. Een specifieke projectcirkel houdt zich bezig met relevante kritieke grondstoffen voor de EU-defensie, zoals titanium, wolfraam, antimoon, mede om de circulariteit ervan in verschillende geledingen van de toeleveringsketen te bevorderen.

56 https://eda.europa.eu/what-we-do/eu-policies/symbiosis

57 Hiertoe behoort onder meer een nieuw E+ZERO-project dat tot doel heeft een snel inzetbaar modulair kamp voor te stellen en op te tuigen met een positieve energiebalans, geavanceerde technologieën voor waterbeheer en -zuivering en zonder uitstoot van broeikasgassen.

58 https://www.pesco.europa.eu/project/energy-operational-function/

59 De EU heeft zijn energieplatform opengesteld voor de buurlanden die het zwaarst door de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne worden getroffen zodat zij gezamenlijk hun energieproblemen kunnen aanpakken.

60 De gezamenlijke mededeling over de externe energiebetrokkenheid van de EU in een veranderende wereld (JOIN(2022) 23), die samen met het REPowerEU-plan op 18 mei 2022 werd gepubliceerd, heeft tot doel de totale mondiale vraag naar energie te verminderen, de internationale ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen te bevorderen en wereldwijd voor eerlijke concurrentie te zorgen als het gaat om hulpbronnen.

61 Zie de conclusies van de Europese Raad van 23 maart 2023: “De Europese Raad is ingenomen met de VN-waterconferentie 2023 en de bijbehorende wateractieagenda. Hij erkent dat er op EU- en mondiaal niveau meer maatregelen moeten worden genomen op het gebied van water en onderstreept het belang van een strategische EU-aanpak van waterzekerheid.”

62 De EU blijft achter het eerder overeengekomen internationale standpunt staan dat in besluit X/30 van het Verdrag inzake biologische diversiteit is verwoord.

63 De EU geeft leiding aan een militaire opleidingsmissie (EUTM Somalia) en een civiele missie voor de opbouw van maritieme capaciteit (EUCAP Somalia) en de VN leidt een bijstandsmissie (UNSOM).

64 De EU organiseert klimaat- en milieudialogen en regionale en bilaterale samenwerkingsactiviteiten, waaronder dialogen op hoog niveau over klimaatverandering en milieu met Canada, India, Japan, Zuid-Korea, de VS en andere landen, en streeft naar groene allianties met partners die zeer ambitieuze plannen hebben. De EU blijft ook dialogen over politiek en veiligheid met bilaterale partners organiseren waarin klimaatverandering en milieu een rol spelen, voortbouwend op goede ervaringen met zulke dialogen met de VS, Canada, het Verenigd Koninkrijk en Rwanda.

65 https://www.consilium.europa.eu/media/54412/final_declaration-en.pdf

66 https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2023/01/10/eu-nato-joint-declaration-10-january-2023/

NL NL