Artikelen bij COM(2023)335 - Platform voor strategische technologieën voor Europa ("STEP")

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2023)335 - Platform voor strategische technologieën voor Europa ("STEP").
document COM(2023)335
datum 29 februari 2024



HOOFDSTUK 1

STEP
Bij deze verordening wordt een platform voor strategische technologieën voor Europa ("STEP" of 'het platform') opgericht ter ondersteuning van kritieke en opkomende strategische technologieën.

De verordening legt de doelstellingen van het platform vast, het bedrag aan financiële steun dat in het kader van het platform beschikbaar is, en regels voor de uitvoering van het soevereiniteitszegel en het soevereniteitsportaal en voor de verslaglegging over de doelstellingen van het platform.

Artikel 2

STEP-doelstellingen

1. Om de Europese soevereiniteit en veiligheid te versterken, de groene en de digitale transitie van de Unie te versnellen en haar concurrentievermogen te vergroten, haar strategische afhankelijkheden te verminderen, gelijke voorwaarden op de eengemaakte markt voor investeringen in de hele Unie te bevorderen en inclusieve toegang tot aantrekkelijke, hoogwaardige banen te stimuleren, heeft het platform de volgende doelstellingen:

a) het ondersteunen van de ontwikkeling of vervaardiging in de hele Unie, of het beschermen en versterken van de respectieve waardeketens van kritieke technologieën op de volgende gebieden:

i) diepe en digitale technologieën

ii) schone technologieën

iii) biotechnologie;

b) het aanpakken van tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden die van cruciaal belang zijn voor alle soorten kwaliteitsbanen ter ondersteuning van de doelstelling onder a).

2. De in de eerste alinea, punt a), bedoelde technologieën worden als kritiek beschouwd indien zij aan ten minste een van de volgende voorwaarden voldoen:

a) een innovatief, geavanceerd element met een aanzienlijk economisch potentieel naar de interne markt brengen;

b) bijdragen aan het verminderen of voorkomen van strategische afhankelijkheden van de Unie.

3. Wanneer een door de Commissie overeenkomstig artikel 107, lid 3, punt b), VWEU goedgekeurd belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang betrekking heeft op een van de in lid 1, punt a), bedoelde technologiegebieden, worden de desbetreffende technologieën als kritiek beschouwd.

4. De in de eerste alinea genoemde waardeketen voor de vervaardiging van kritieke technologieën heeft betrekking op eindproducten, maar ook op belangrijke onderdelen, specifieke machines en kritieke grondstoffen die hoofdzakelijk voor de productie van die producten worden gebruikt.

Artikel 3

Financiële ondersteuning

1. De uitvoering van het platform wordt met name ondersteund door:

a) een garantie van de Unie als bedoeld in artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) nr. 2021/523, voor een indicatief bedrag van 7 500 000 000 EUR. Die garantie wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU) 2021/523;

b) een bedrag van 500 000 000 EUR in lopende prijzen van de in artikel 12, lid 2, punt c), i), van Verordening (EU) 2021/695 bedoelde financiële middelen. Dat bedrag wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU) 2021/695;

c) een bedrag van 5 000 000 000 EUR in lopende prijzen van de in artikel 10 bis, lid 8, zesde alinea van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde financiële middelen. Dit bedrag wordt besteed in kader van het Innovatiefonds overeenkomstig de regels van artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG en Gedelegeerde Verordening [2019/856] van de Commissie.

d) Een bedrag van 1 500 000 000 EUR in lopende prijzen van de in artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) 2021/697 bedoelde financiële middelen. Dat bedrag wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU) 2021/697.

2. De in lid 1 bedoelde bedragen worden gebruikt om de in artikel 2 genoemde doelstellingen te bereiken.

Artikel 4

Soevereiniteitszegel en cumulatieve financiering

1. De Commissie kent een soevereiniteitszegel toe aan elke actie die bijdraagt tot een van de doelstellingen van het platform, op voorwaarde dat de actie is beoordeeld en voldoet aan de minimale kwaliteitseisen, met name subsidiabiliteits-, uitsluitings- en toekenningscriteria, die zijn vastgesteld in een oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van Verordening (EU) 2021/695, Verordening (EU) 2021/694, Verordening (EU) 2021/697, Verordening (EU) 2021/522 of Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie.

2. Het soevereiniteitszegel mag worden gebruikt als kwaliteitslabel, met name voor:

a) het ontvangen van steun voor de actie in het kader van een ander fonds of programma van de Unie overeenkomstig de regels die van toepassing zijn op dat fonds of programma, of

b) financiering van de actie door cumulatieve of gecombineerde financiering met een ander instrument van de Unie in overeenstemming met de regels van de toepasselijke basisbesluiten.

3. Bij de herziening van hun plannen voor herstel en veerkracht overeenkomstig Verordening (EU) 2021/241 beschouwen de lidstaten, onverminderd de bepalingen van die verordening, acties waaraan overeenkomstig lid 1 een soevereiniteitszegel is toegekend als prioriteit.

4. Bij het nemen van een besluit over investeringsprojecten die moeten worden gefinancierd uit hun respectieve aandelen van het Moderniseringsfonds overeenkomstig artikel 10 quinquies van Richtlijn 2003/87/EG, beschouwen de lidstaten als prioriteit projecten voor kritieke schone technologieën die overeenkomstig lid 1 het soevereiniteitszegel hebben gekregen. Daarnaast kunnen de lidstaten besluiten nationale steun toe te kennen aan projecten met een soevereiniteitszegel die bijdragen tot de in artikel 2, lid 1, punt a), ii), bedoelde doelstelling van het platform.

5. Op grond van Verordening (EU) 2021/523 wordt in het kader van de procedure van artikel 19 van de statuten van de Europese Investeringsbank en van de beleidscontrole als bedoeld in artikel 23, lid 3, van die verordening rekening gehouden met het soevereiniteitszegel. Daarnaast onderzoeken de uitvoerende partners projecten waaraan het soevereiniteitszegel is toegekend indien deze binnen hun geografische en activiteitentoepassingsgebied vallen, zoals bepaald in artikel 26, lid 5, van die verordening.

6. Strategische projecten die zijn geïdentificeerd overeenkomstig de [verordening nettonulindustrie] en de [verordening kritieke grondstoffen] binnen het toepassingsgebied van artikel 2 en die een bijdrage ontvangen in het kader van de in artikel 3 bedoelde programma’s, kunnen ook een bijdrage ontvangen uit andere programma’s van de Unie, met inbegrip van fondsen onder gedeeld beheer, op voorwaarde dat de bijdragen niet dezelfde kosten dekken. De regels van het desbetreffende programma van de Unie zijn van toepassing op de overeenkomstige bijdrage aan het strategische project. De cumulatieve financiering bedraagt niet meer dan de totale subsidiabele kosten van het strategische project. De steun uit de verschillende programma's van de Unie kan op een pro-ratabasis worden berekend in overeenstemming met de documenten waarin de steunvoorwaarden zijn vastgesteld.

7. De toekenning van een soevereiniteitszegel en verstrekking van cumulatieve middelen laat de toepasselijke staatssteunregels en de internationale verplichtingen van de Unie onverlet.

Artikel 5

Monitoring van de uitvoering

1. De Commissie houdt toezicht op de uitvoering van het platform en meet de verwezenlijking van de in artikel 2 vastgestelde doelstellingen van het platform. Het toezicht op de uitvoering is gericht op en staat in verhouding tot de activiteiten die in het kader van het platform worden uitgevoerd.

2. Het monitoringsysteem van de Commissie zorgt ervoor dat de gegevens voor het toezicht op de uitvoering van de in het kader van het platform uitgevoerde activiteiten en de resultaten van die activiteiten efficiënt, doeltreffend en tijdig worden verzameld.

3. De Commissie brengt verslag uit over de door het platform gefinancierde uitgaven. Zij brengt zo nodig verslag uit over de verwezenlijkingen met betrekking tot elk van de specifieke doelstellingen van het platform.

Artikel 6

Soevereiniteitsportaal

1. De Commissie zet een speciaal voor het publiek toegankelijke website op (het “soevereiniteitsportaal”), die investeerders informatie verschaft over financieringsmogelijkheden voor projecten die verband houden met de doelstellingen van het platform en die projecten zichtbaar maakt, met name door de volgende informatie te tonen:

a) lopende en komende oproepen tot het indienen van voorstellen en aanbestedingen in verband met de doelstellingen van het platform in het kader van de respectieve programma's en fondsen;

b) projecten waaraan overeenkomstig artikel 4 het kwaliteitslabel soevereiniteitszegel is toegekend;

c) projecten die zijn aangemerkt als strategische projecten in het kader van de [verordening nettonulindustrie] en de [verordening kritieke grondstoffen], voor zover zij binnen het toepassingsgebied van artikel 2 vallen;

d) contacten met de overeenkomstig lid 4 aangewezen nationale bevoegde autoriteiten;

2. Het soevereiniteitsportaal bevat ook informatie over de uitvoering van het platform en met betrekking tot de in artikel 5 bedoelde uitgaven uit de begroting van de Unie, alsook de in het kader van de respectieve programma's vastgestelde prestatie-indicatoren.

3. Het soevereiniteitsportaal wordt gelanceerd op [datum van inwerkingtreding van deze verordening] en wordt regelmatig door de Commissie bijgewerkt.

4. Uiterlijk [3 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] wijzen de lidstaten één bevoegde nationale instantie aan die fungeert als belangrijkste contactpunt voor de uitvoering van het platform op nationaal niveau.

Artikel 7

Jaarverslag

1. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van het platform.

2. Het jaarverslag bevat geconsolideerde informatie over de vooruitgang die is geboekt bij de uitvoering van de doelstellingen van het platform in het kader van elk van de programma's en fondsen.

3. Het jaarverslag bevat ook de volgende informatie:

a) de totale uitgaven van de in het kader van STEP gefinancierde respectieve programma's;

b) de resultaten van het STEP op basis van de prestatie-indicatoren die in het kader van de respectieve programma's zijn gedefinieerd.

Artikel 8

Evaluatie van het platform

1. Uiterlijk op 31 december 2025 legt de Commissie een evaluatieverslag over de uitvoering van het platform voor aan het Europees Parlement en de Raad.

2. In het evaluatieverslag wordt met name beoordeeld in hoeverre de doelstellingen zijn bereikt, of de middelen efficiënt zijn ingezet en of er sprake is van Europese meerwaarde. Tevens wordt nagegaan of alle doelstellingen en maatregelen nog steeds relevant zijn, met het oog op een mogelijke opschaling.

3. De evaluatie gaat in voorkomend geval vergezeld van een voorstel tot wijzigingen van deze verordening.

HOOFDSTUK 2

WIJZIGINGEN

Artikel 9

Wijzigingen van Richtlijn 2003/87/EG [ETS]

Richtlijn 2003/87/EG wordt als volgt gewijzigd:

(1) In artikel 10 bis, lid 8 wordt de volgende zesde alinea ingevoegd:

"Naast de in de eerste tot en met vijfde alinea van dit lid bedoelde toewijzingen voert het Innovatiefonds voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027 ook een financiële toewijzing uit van 5 000 000 000 EUR in lopende prijzen ter ondersteuning van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de in artikel 2, punt a), ii), van Verordening .../...63 bedoelde STEP-doelstelling [STEP-verordening]. Deze financiële middelen worden alleen beschikbaar gesteld ter ondersteuning van investeringen in lidstaten waarvan het gemiddelde bbp per hoofd van de bevolking lager is dan het EU-gemiddelde van de EU-27, gemeten in koopkrachtstandaarden (KKS) en berekend op basis van cijfers van de Unie voor de periode 2015-2017”

Artikel 10

Wijzigingen in Verordening (EU) 2021/1058 [EFRO en CF]

Verordening (EU) 2021/1058 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Aan artikel 3, lid 1, punt a), wordt het volgende punt toegevoegd:

“vi) het ondersteunen van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening.../...64 [STEP-verordening]"

(2) Aan artikel 3, lid 1, punt b), wordt het volgende punt toegevoegd:

“ix) het ondersteunen van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstelling als bedoeld in artikel 2, lid 1, punt a), ii), van Verordening.../... [STEP-verordening]"

(3) In artikel 3 wordt het volgende lid 1 bis ingevoegd:

De middelen voor de in artikel 3, lid 1, eerste alinea, onder a), punt vi), en punt b), punt ix), bedoelde specifieke doelstelling worden geprogrammeerd in het kader van specifieke prioriteiten die met de respectieve beleidsdoelstelling overeenstemmen.

De Commissie betaalt 30 % van de EFRO-toewijzing aan die prioriteit, zoals vastgesteld in het besluit tot goedkeuring van de programmawijziging als uitzonderlijke eenmalige voorfinanciering, naast de jaarlijkse voorfinanciering voor het programma als bedoeld in artikel 90, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/1060 of in artikel 51, leden 2, 3 en 4, van Verordening (EU) 2021/1059. De uitzonderlijke voorfinanciering wordt uiterlijk op 31 december 2024 betaald, mits de Commissie het besluit tot goedkeuring van de programmawijziging uiterlijk op 31 oktober 2024 heeft vastgesteld.

Overeenkomstig artikel 90, lid 5, van Verordening (EU) 2021/1060 en artikel 51, lid 5, van Verordening (EU) 2021/1059 wordt het als uitzonderlijke voorfinanciering betaalde bedrag uiterlijk in het laatste boekjaar verrekend.

Overeenkomstig artikel 90, lid 6, van Verordening (EU) 2021/1060 moet rente die wordt gegenereerd door de uitzonderlijke voorfinanciering op dezelfde wijze voor het betrokken programma worden gebruikt als het EFRO en worden opgenomen in de rekeningen voor het laatste boekjaar.

Overeenkomstig artikel 97, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1060 wordt de uitzonderlijke voorfinanciering niet opgeschort.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1060 omvat de voorfinanciering die in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van de vrij te maken bedragen, de buitengewone voorfinanciering die is betaald.

In afwijking van artikel 112 van Verordening (EU) 2021/1060 worden de maximale medefinancieringspercentages voor specifieke prioriteiten die zijn vastgesteld ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen, verhoogd tot 100 %.”

(4) In artikel 5, lid 2 wordt het volgende punt e) toegevoegd:

“e) wanneer zij bijdragen aan de specifieke doelstelling in het kader van BD 1 als bedoeld in artikel 3, lid 1, eerste alinea, punt a), vi) of aan de specifieke doelstelling in het kader van BD 2 als bedoeld in punt b), ix),, van die alinea, in minder ontwikkelde en overgangsregio’s, alsook in meer ontwikkelde regio’s in lidstaten waarvan het gemiddelde bbp per hoofd van de bevolking lager is dan het EU-gemiddelde van de EU-27, gemeten in koopkrachtstandaarden (KKS) en berekend op basis van de cijfers van de Unie voor de periode 2015-2017.

Punt e) is van toepassing op Interreg-programma's wanneer het geografische toepassingsgebied van het programma binnen de Unie uitsluitend bestaat uit de in dat punt vermelde categorieën regio's."

(5) In artikel 5 wordt het volgende lid 3 bis ingevoegd:

“3 bis. Om bij te dragen tot de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen van BO 1 in artikel 3, lid 1, eerste alinea, punt a), vi), en van BO 2 in die alinea, punt b), ix), steunt het EFRO ook activiteiten op het gebied van opleiding, een leven lang leren, omscholing en onderwijs.”

(6) In bijlage I, tabel I, wordt de volgende rij toegevoegd onder beleidsdoelstelling 1:

vi) het ondersteunen van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening.../... [STEP-verordening]

Elke VRK die is opgenomen voor specifieke doelstellingen i), iii) en iv)

RCO125 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in diepe en digitale technologieën

RCO126 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in schone technologieën

RCO127 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in biotechnologieën

[Deze indicatoren moeten worden gerapporteerd als subsets van RC001-RCO04]

Alle RCR vermeld voor specifieke doelstellingen i), iii) en iv)

(7) In bijlage I, tabel I wordt de volgende rij toegevoegd onder beleidsdoelstelling 2:

ix) het ondersteunen van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening]

Elke VRK die is opgenomen voor specifieke doelstellingen i), iii), iv) en vi) onder beleidsdoelstelling 1

RCO125 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in diepe en digitale technologieën

RCO126 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in schone technologieën

RCO127 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in biotechnologieën

[Deze indicatoren moeten worden gerapporteerd als subsets van RC001-RCO04]

Alle RCR vermeld voor specifieke doelstellingen i), iii) en iv) onder beleidsdoelstelling 1

(8) In de tabel van bijlage II wordt de volgende rij toegevoegd onder beleidsdoelstelling 1:

vi) het ondersteunen van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening.../... [STEP-verordening]
Alle CCO's vermeld voor specifieke doelstellingen i), iii) en iv) onder beleidsdoelstelling 1Alle CCR vermeld voor specifieke doelstellingen i), iii) en iv) onder beleidsdoelstelling 1

(9) In de tabel van bijlage II wordt de volgende rij toegevoegd onder beleidsdoelstelling 2:

ix) het ondersteunen van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening.../... [STEP-verordening]
Alle CCO's vermeld voor specifieke doelstellingen i), iii) en iv) onder beleidsdoelstelling 1Alle CCR vermeld voor specifieke doelstellingen i), iii) en iv) onder beleidsdoelstelling 1

Artikel 11

Wijzigingen van Verordening (EU) 2021/1056 [JTF]

Verordening (EU) 2021/1056 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Artikel 2 wordt vervangen door:

“Overeenkomstig artikel 5, lid 1, tweede alinea van Verordening (EU) 2021/1060 draagt het JTF bij tot de specifieke doelstelling om regio’s en mensen in staat te stellen de sociale, werkgelegenheids-, economische en milieueffecten aan te pakken van de transitie naar de 2030-streefcijfers voor energie en klimaat van de Unie en een klimaatneutrale economie van de Unie tegen 2050, op basis van de Overeenkomst van Parijs. De JTF kan ook investeringen ondersteunen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstelling als genoemd in artikel 2, lid 1, punt a), ii), van Verordening .../... [STEP-verordening].”

(2) In artikel 8, lid 2, wordt de volgende alinea ingevoegd:

“Het JTF kan ook steun verlenen voor productieve investeringen in andere ondernemingen dan kleine en middelgrote ondernemingen die bijdragen tot de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening.../...65. [STEP-verordening]. Die steun kan worden verleend ongeacht of de kloofanalyse is uitgevoerd overeenkomstig artikel 11, lid 2, punt h) en ongeacht het resultaat ervan. Dergelijke investeringen komen alleen in aanmerking wanneer zij niet leiden tot verplaatsingen in de zin van artikel 2, punt 27, van Verordening (EU) 2021/1060. Voor het verlenen van dergelijke steun is geen herziening van het territoriale plan voor een rechtvaardige transitie vereist indien die herziening uitsluitend verband houdt met de kloofanalyse.”

(3) Aan artikel 10 wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

“De Commissie betaalt 30 % van de JTF-toewijzing, met inbegrip van de bedragen die overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) 2021/1060 zijn overgedragen, aan een programma als vermeld in het besluit tot goedkeuring van het programma als uitzonderlijke eenmalige voorfinanciering naast de jaarlijkse voorfinanciering voor het programma als bedoeld in artikel 90, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/1060. De uitzonderlijke voorfinanciering wordt betaald vanaf [de inwerkingtreding van deze verordening].

Overeenkomstig artikel 90, lid 5, van Verordening (EU) 2021/1060 wordt het als uitzonderlijke voorfinanciering betaalde bedrag uiterlijk in het laatste boekjaar verrekend.

Overeenkomstig artikel 90, lid 6, van Verordening (EU) 2021/1060 moet rente die wordt gegenereerd door de uitzonderlijke voorfinanciering op dezelfde wijze voor het betrokken programma worden gebruikt als het EFRO en worden opgenomen in de rekeningen voor het laatste boekjaar.

Overeenkomstig artikel 97, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1060 wordt de uitzonderlijke voorfinanciering niet opgeschort.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1060 omvat de voorfinanciering die in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van de vrij te maken bedragen, de betaalde uitzonderlijke voorfinanciering.

In afwijking van artikel 112 van Verordening (EU) 2021/1060 worden de maximale medefinancieringspercentages voor specifieke prioriteiten die zijn vastgesteld ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen, verhoogd tot 100 %.”

Artikel 12

Wijzigingen van Verordening (EU) 2021/1057 [ESF+]

Verordening (EU) 2021/1057 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Een nieuw artikel 12 bis wordt ingevoegd:

Artikel 12 bis

In aanvulling op de voorfinanciering voor het programma als bedoeld in artikel 90, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/1060, zal de Commissie, indien zij een wijziging van een programma goedkeurt, met inbegrip van een of meer prioriteiten voor concrete acties die worden ondersteund door het ESF+ en die bijdragen aan de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening.../...66 [STEP-verordening] een uitzonderlijke voorfinanciering betalen van 30 % op basis van de toewijzing aan die prioriteiten. De uitzonderlijke voorfinanciering wordt uiterlijk op 31 december 2024 betaald, mits de Commissie het besluit tot goedkeuring van de programmawijziging uiterlijk op 31 oktober 2024 heeft vastgesteld.

Overeenkomstig artikel 90, lid 5, van Verordening (EU) 2021/1060 wordt het als uitzonderlijke voorfinanciering betaalde bedrag uiterlijk in het laatste boekjaar verrekend.

Overeenkomstig artikel 90, lid 6, van Verordening (EU) 2021/1060 worden eventuele renteopbrengsten van de uitzonderlijke voorfinanciering op dezelfde wijze voor het betrokken programma gebruikt als het ESF+ en worden deze opgenomen in de rekeningen over het laatste boekjaar.

Overeenkomstig artikel 97, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1060 wordt de uitzonderlijke voorfinanciering niet opgeschort.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1060 omvat de voorfinanciering die in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van de vrij te maken bedragen, de betaalde uitzonderlijke voorfinanciering.

In afwijking van artikel 112 van Verordening (EU) 2021/1060 worden de maximale medefinancieringspercentages voor specifieke prioriteiten die zijn vastgesteld ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen, verhoogd tot 100 %.”

Artikel 13

Wijzigingen van Verordening (EU) 2021/1060 [GB-verordening]

Verordening (EU) 2021/1060 wordt als volgt gewijzigd:

(1) In artikel 2 wordt punt 45) vervangen door:

“(45) “Excellentiekeurmerk”: het door de Commissie ten aanzien van een voorstel toegekend kwaliteitskeurmerk, waaruit blijkt dat het voorstel dat in het kader van een oproep tot het indienen van voorstellen uit hoofde van een instrument van de Unie is beoordeeld, geacht wordt te voldoen aan de minimumkwaliteitseisen van dat instrument van de Unie, maar bij gebrek aan beschikbare begrotingsmiddelen voor die oproep tot het indienen van voorstellen niet kon worden gefinancierd, en steun zou kunnen ontvangen uit andere Unie- of nationale financieringsbronnen; of het 'soevereiniteitszegel' als bedoeld in artikel 4 van Verordening .../...67. [STEP-verordening].

(2) In artikel 14 lid 5 wordt de eerste alinea vervangen door:

“Indien binnen 12 maanden na de sluiting van de bijdrageovereenkomst geen garantieovereenkomst overeenkomstig artikel 10, lid 4, tweede alinea, van de InvestEU-verordening is gesloten, wordt de bijdrageovereenkomst in onderlinge overeenstemming beëindigd of verlengd.”

(3) In artikel 49 wordt het volgende lid 2 bis ingevoegd:

"Wanneer steun wordt geprogrammeerd voor de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening] ziet de beheersautoriteit erop toe dat alle overeenkomstig lid 2 van dit artikel bekend te maken informatie ook bij de Commissie wordt ingediend in het in lid 4 van dit artikel vastgestelde formaat voor publicatie op het in artikel 6 van Verordening .../.... [STEP-verordening] genoemde soevereiniteitsportaal, inclusief een kalender van de geplande uitnodigingen tot het indienen van voorstellen die ten minste drie keer per jaar wordt bijgewerkt, evenals de link naar de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen op de dag van bekendmaking daarvan.”

(4) In de bijlage I, tabel 1 worden de volgende rijen toegevoegd:

STEUNVERLENINGSGEBIEDCoëfficiënt voor de berekening van steun voor klimaatveranderings-doelstellingenCoëfficiënt voor de berekening van steun voor milieudoelstellingen
145aSteun voor de ontwikkeling van vaardigheden of toegang tot werkgelegenheid in diepe en digitale technologieën, biotechnologieën.0 %0 %
145bSteun voor de ontwikkeling van vaardigheden of toegang tot werkgelegenheid in schone technologieën.100 %40 %
188Productieve investeringen in grote ondernemingen die voornamelijk verband houden met schone technologieën.100 %40 %
189Productieve investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen die voornamelijk verband houden met schone technologieën.100 %40 %
190Productieve investeringen in grote ondernemingen die voornamelijk verband houden met biotechnologieën.0 %0 %
191Productieve investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen die voornamelijk verband houden met biotechnologieën.0 %0 %
192Productieve investeringen in grote ondernemingen die voornamelijk verband houden met diepe en digitale technologieën.0 %0 %
193Productieve investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen die voornamelijk verband houden met diepe en digitale technologieën.0 %0 %

(5) In bijlage I, tabel 6 wordt de volgende rij toegevoegd:

11Bijdragen aan vaardigheden en banen op het gebied van diepe en digitale technologieën, schone technologieën, biotechnologieën0 %0 %

Artikel 14

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 [GB-verordening]

Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Aan artikel 135 wordt het volgende lid 6 toegevoegd:

“6. In afwijking van lid 2 is de uiterste datum voor de indiening van de definitieve aanvraag voor een tussentijdse betaling voor het laatste boekjaar 31 juli 2025. De laatste aanvraag voor tussentijdse betaling die uiterlijk op 31 juli 2025 is ingediend, wordt beschouwd als de laatste aanvraag voor een tussentijdse betaling voor het laatste boekjaar.

Bedragen uit andere middelen dan REACT-EU die door de Commissie als tussentijdse betalingen in 2025 worden terugbetaald, mogen niet meer bedragen dan 1 % van de totale financiële kredieten per fonds voor het betrokken programma, REACT-EU-middelen niet meegerekend. De bedragen die de Commissie in 2025 boven dit percentage zou moeten betalen, worden niet betaald en worden uitsluitend gebruikt voor de vereffening van voorfinanciering bij afsluiting.”

(2) Aan artikel 138 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“In afwijking van de in de eerste alinea vastgestelde termijn kunnen de lidstaten de punt a), b), en c), bedoelde documenten voor het laatste boekjaar uiterlijk op 15 februari 2026 indienen.”

Artikel 15

Wijziging van Verordening (EU) nr. 223/2014 [FEAD]

Verordening (EU) nr. 223/2014 wordt als volgt gewijzigd:

(1) In artikel 13 wordt lid 5 vervangen door:

“5. De lidstaat dient uiterlijk op 15 februari 2026 een eindverslag in over de uitvoering van het operationele programma, samen met de in artikel 52 bedoelde afsluitingsdocumenten.”

(2) In artikel 22 wordt het volgende punt 2 bis toegevoegd:

“2 bis. In het geval van kosten die worden vergoed overeenkomstig artikel 26, lid 2, punt b), c), d) en e), worden de overeenkomstige acties die worden vergoed, uitgevoerd door de indiening van de definitieve aanvraag voor een tussentijdse betaling voor het laatste boekjaar overeenkomstig artikel 45, lid 6."

(3) Aan artikel 45 wordt het volgende lid 6 toegevoegd:

“6. In afwijking van lid 2 is de uiterste datum voor de indiening van de definitieve aanvraag voor een tussentijdse betaling voor het laatste boekjaar 31 juli 2025. De laatste aanvraag voor tussentijdse betaling die uiterlijk op 31 juli 2025 is ingediend, wordt beschouwd als de laatste aanvraag voor een tussentijdse betaling voor het laatste boekjaar.

De door de Commissie als tussentijdse betalingen in 2025 terugbetaalde bedragen mogen niet meer bedragen dan 1 % van de totale financiële kredieten voor het betrokken programma. De bedragen die de Commissie in 2025 boven dit percentage zou moeten betalen, worden niet betaald en worden uitsluitend gebruikt voor de vereffening van voorfinanciering bij afsluiting.”

(4) Aan artikel 48 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“In afwijking van de in de eerste alinea vastgestelde termijn kunnen de lidstaten de punt a), b), en c), bedoelde documenten voor het laatste boekjaar uiterlijk op 15 februari 2026 indienen.”

Artikel 16

Wijzigingen van Verordening (EU) 2021/523 [InvestEU]

Verordening (EU) 2021/523 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a) In lid 1 wordt het volgende toegevoegd:

“h) het ondersteunen van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening.../...68 [STEP-verordening]"

b) aan lid 2 wordt het volgende punt toegevoegd:

“e) het ondersteunen van financierings- en investeringsverrichtingen met betrekking tot de in artikel 8, lid 1, punt e), bedoelde gebieden.”

(2) Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 1 wordt de eerste alinea vervangen door:

“De EU-garantie voor het in artikel 9, lid 1, punt a), bedoelde EU-compartiment bedraagt 33 652 310 073 EUR in lopende prijzen. Er wordt een voorzieningspercentage van 40 % ingesteld. Het in artikel 35, lid 3, eerste alinea, punt a), bedoelde bedrag wordt ook in aanmerking genomen om bij te dragen aan de voorziening die voortvloeit uit dat voorzieningspercentage.”

b) in lid 2 wordt de tweede alinea vervangen door:

Een bedrag van 18 827 310 073 EUR in lopende prijzen van het in lid 1, eerste alinea van dit artikel vermelde bedrag wordt toegewezen voor de in artikel 3, lid 2, bedoelde doelstellingen.

c) in lid 2 wordt de vierde alinea vervangen door:

“De indicatieve verdeling van de EU-garantie ten behoeve van het EU-compartiment is vastgesteld in bijlage I bij deze verordening. In voorkomend geval kan de Commissie voor elke in artikel 3, lid 2, punten a) tot en met e), genoemde doelstelling maximaal 15 % afwijken van de in bijlage I vermelde bedragen. De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad van een dergelijke afwijking in kennis.”

(3) Aan artikel 7, lid 3, wordt een tweede alinea toegevoegd:

“In afwijking van de eerste alinea kunnen, wanneer steun uit de financieringsinstrumenten wordt gecombineerd in een financieel product in een achtergestelde positie ten opzichte van de EU-garantie uit hoofde van deze verordening en/of de EU-garantie die is ingesteld bij Verordening (EU) 2015/1017, de verliezen, inkomsten en terugbetalingen uit hoofde van financiële producten als bedoeld in lid 1, alsmede mogelijke terugvorderingen, ook pro rata tussen de financieringsinstrumenten en de EU-garantie in het kader van deze verordening en/of de bij Verordening (EU) 2015/1017 vastgestelde EU-garantie worden toegerekend.”

(4) Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a) In lid 1 wordt de inleidende zin vervangen door:

“1. Het InvestEU-fonds opereert via de volgende vijf beleidsterreinen om marktfalen of suboptimale investeringssituaties aan te pakken met hun specifieke toepassingsgebied:”;

b) Aan lid 1 wordt het volgende punt e) toegevoegd:

“e) een STEP-beleidsonderdeel, dat investeringen omvat die bijdragen aan de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening].”

(5) Artikel 10, lid 4, tweede alinea wordt vervangen door:

“Indien binnen 12 maanden na de sluiting van de bijdrageovereenkomst geen garantieovereenkomst is gesloten, wordt de bijdrageovereenkomst in onderlinge overeenstemming beëindigd of verlengd. Indien het bedrag van een bijdrageovereenkomst niet binnen twaalf maanden na de sluiting van de bijdrageovereenkomst volledig is vastgelegd in het kader van een of meer garantieovereenkomsten, wordt dat bedrag dienovereenkomstig gewijzigd. Het ongebruikte bedrag van de voorziening dat toe te schrijven is aan bedragen die door de lidstaten zijn toegewezen op grond van de in Verordening (EU) 2021/1060 vastgestelde bepalingen inzake het gebruik van het EFRO, het ESF+, het Cohesiefonds en het EFMZVA via het InvestEU-programma of de in de verordening inzake de strategische GLB-plannen vastgestelde bepalingen inzake het gebruik van het Elfpo via het InvestEU-programma, wordt hergebruikt overeenkomstig die respectieve verordeningen. Het ongebruikte bedrag van de voorziening dat toe te schrijven is aan bedragen die door een lidstaat overeenkomstig artikel 4, lid 1, derde alinea van deze verordening zijn toegewezen, wordt aan de lidstaat terugbetaald.”

(6) Artikel 13 lid 4 wordt vervangen door:

“4. Aan de EIB-groep wordt ten minste 75 % van de EU-garantie in het kader van het EU-compartiment als bedoeld in artikel 4, lid 1, eerste alinea ten bedrage van ten minste 25 239 232 554 EUR toegekend. De EIB-groep levert een totale financiële bijdrage van ten minste 6 309 808 138 EUR. Die bijdrage wordt verstrekt op een wijze en in een vorm die de uitvoering van het InvestEU-fonds en de verwezenlijking van de in artikel 15, lid 2, genoemde doelstellingen vergemakkelijkt.”;

(7) Aan artikel 23 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

“3. In het kader van de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde procedures houdt de Commissie rekening met alle soevereiniteitszegelen die overeenkomstig artikel 4 van Verordening .../... [STEP-verordening] zijn toegekend aan een project".

(8) Artikel 24 lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

a) de eerste alinea wordt vervangen door:

“Het investeringscomité komt bijeen in vijf verschillende formaties, die overeenkomen met de vijf in artikel 8, lid 1, bedoelde beleidsterreinen.”

b) De vijfde alinea wordt vervangen door:

“Vier leden van het investeringscomité zijn permanente leden van elk van de vijf formaties van het investeringscomité. Ten minste een van de permanente leden beschikt over deskundigheid op het gebied van duurzame investeringen. Bovendien heeft elk van de vijf formaties twee deskundigen met ervaring op het gebied van investeringen in de sectoren die behoren tot het overeenkomstige beleidsterrein. Het bestuur wijst de leden van het investeringscomité aan de passende formatie of formaties toe. Een niet-permanent lid kan in maximaal twee formaties zitting hebben, mits het voor beide formaties aan de vereisten voldoet. Het investeringscomité kiest uit zijn permanente leden een voorzitter.”

(9) In artikel 25 wordt aan lid 2 het volgende punt j) toegevoegd:

“j) adviserende ondersteuning verlenen aan beheerders van aandelenfondsen die actief zijn op de in artikel 8, lid 1, punt e), bedoelde gebieden."

(10) Aan artikel 26 wordt het volgende lid 5 toegevoegd:

“5. In aanvulling op lid 4 onderzoeken de uitvoerende partners ook projecten waaraan overeenkomstig artikel 4 van Verordening .../... [STEP-verordeningen] het soevereiniteitszegel is toegekend, wanneer die projecten binnen het geografische toepassingsgebied en de reikwijdte van hun activiteiten vallen.”

(11) In Artikel 35 wordt lid 5 toegevoegd dat luidt als volgt:

“5. In afwijking van artikel 16, tweede alinea van deze verordening kunnen financierings- en investeringsverrichtingen die met ingang van 1 januari 2023 door de uitvoerende partner zijn goedgekeurd tot de ondertekening van een garantieovereenkomst of van een wijziging van een bestaande garantieovereenkomst of wijziging van een bestaande overeenkomst die het STEP-beleidsterrein omvat, door de EU-garantie worden gedekt, mits die verrichtingen in de garantieovereenkomst zijn vermeld, de in artikel 23, lid 1, bedoelde beleidscontrole doorstaan of een gunstig advies krijgen in het kader van de procedure van artikel 19 van de statuten van de EIB en in beide gevallen door het investeringscomité worden goedgekeurd overeenkomstig artikel 24.”

(12) Aan bijlage I wordt het volgende punt e) toegevoegd:

“e) tot 7 500 000 000 EUR voor de in artikel 3, lid 2, punt e), bedoelde doelstellingen

(13) In bijlage II wordt het volgende punt (16) ingevoegd:

“(16) opschaling, uitrol en grootschalige vervaardiging van de in artikel 2, lid 1, punt a), van Verordening.../... [STEP-verordening] bedoelde kritieke technologieën, alsmede de respectieve in artikel 2, lid 4, van die verordening bedoelde waardeketen.”

(14) In bijlage III wordt het volgende punt (9) ingevoegd:

“7 bis. STEP

7a.1 Gemobiliseerde investeringen per technologiegebied: i) diepe en digitale technologieën, ii) schone technologieën en iii) biotechnologieën.”

7a.2 gecreëerde of ondersteunde banen.

7a.2 Aantal ondersteunde bedrijven per technologiegebied: i) diepe en digitale technologieën, ii) schone technologieën en iii) biotechnologieën.

Artikel 17

Wijzigingen van Verordening (EU) 2021/695 [Horizon Europa]

Verordening (EU) 2021/695 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. De financiële middelen voor de uitvoering van het programma voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2027 bedragen 86 623 000 000 EUR in lopende prijzen voor het in artikel 1, lid 2, punt a), bedoelde specifieke programma en voor het EIT en 9 453 000 000 EUR in lopende prijzen voor het in artikel 1, lid 2, punt c), bedoelde specifieke programma. ”

b) in lid 2 worden de punten b) en c) vervangen door:

“b) 46 628 000 000 EUR voor pijler II “Wereldwijde uitdagingen en Europees industrieel concurrentievermogen” voor de periode 2021-2027, waarvan:

i) 6 775 000 000 EUR voor de cluster 'Gezondheid';

ii) 1 350 000 000 EUR voor de cluster “Cultuur, creativiteit en inclusieve samenleving”;

iii) 1 276 000 000 EUR voor de cluster “Civiele veiligheid voor de samenleving”;

iv) 13 229 000 000 EUR voor de cluster “Digitaal, industrie en ruimtevaart”;

v) 13 229 000 000 EUR voor de cluster “Klimaat, energie en mobiliteit”;

vi) 8 799 000 000 EUR voor de cluster “Levensmiddelen, bio-economie, natuurlijke hulpbronnen, landbouw en milieu”;

vii) 1 970 000 000 EUR voor de niet-nucleaire directe acties van het JRC;

c) 13 237 000 000 EUR voor pijler III “Innovatief Europa” voor de periode 2021-2027, waarvan:

i) 10 052 000 000 EUR voor het EIC;

ii) 459 000 000 EUR voor Europese innovatie-ecosystemen;

iii) 2 726 000 000 EUR voor het EIT;"

(2) In artikel 46 wordt het volgende lid 4 bis ingevoegd:

“4 bis. In afwijking van artikel 209, lid 3, van het Financieel Reglement worden terugbetalingen, met inbegrip van terugbetaalde voorschotten, inkomsten en ongebruikte bedragen, exclusief vergoedingen en kosten van gemengde EIC-financiering van het EIC-proefproject in het kader van Horizon 2020, beschouwd als interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, punt f), en artikel 21, leden 4 en 5, van het Financieel Reglement. De in artikel 209, lid 3, tweede alinea, van het Financieel Reglement bedoelde beperking in de tijd tot twee jaar is van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van Verordening .../...69 [STEP-verordening].”

(3) In artikel 48, eerste alinea, wordt punt d) toegevoegd:

“d) steun op basis van uitsluitend kapitaal die noodzakelijk is voor schaalvergroting aan niet-bankabele kleine en middelgrote ondernemingen, met inbegrip van start-ups, en niet-bankabele kleine midcapondernemingen, met inbegrip van entiteiten die reeds steun hebben ontvangen overeenkomstig de punten a) tot en met c), die werken aan baanbrekende en disruptieve niet-financierbare innovatie op het gebied van de kritieke technologieën als bedoeld in artikel 2, lid 1, punt  a), van Verordening.../... [STEP-verordening], gefinancierd uit hoofde van artikel 3, punt b), van die verordening.”

Artikel 18

Wijzigingen van Verordening (EU) 2021/697 [EOF]

Verordening (EU) 2021/697 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a) Lid 1 wordt vervangen door:

“1. Overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EU) 2021/695 bedragen de financiële middelen voor de uitvoering van het Fonds in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2027 9 453 000 000 EUR in lopende prijzen.”

b) In artikel 2 worden de punten a) en b) vervangen door:

“a) 3 151 000 000 EUR voor onderzoeksactiviteiten;

b) 6 302 000 000 EUR voor ontwikkelingsacties."

c) Lid 5 wordt toegevoegd:

“Een bedrag van 1 500 000 000 EUR in lopende prijzen van het in lid 2 bedoelde bedrag wordt toegewezen aan oproepen tot het indienen van voorstellen of toekenning van financiering ter ondersteuning van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2, lid 1, punt a), i), van Verordening.../...70 [STEP-verordening].”

Artikel 19

Wijzigingen van Verordening (EU) 2021/241 [RRF]

Verordening (EU) 2021/241 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Aan artikel 7 wordt het volgende lid toegevoegd:

“3. Onverminderd lid 2 kunnen de lidstaten ook voorstellen om in hun herstel- en veerkrachtplan het bedrag van de bijdrage in contanten voor het lidstaatcompartiment overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de InvestEU-verordening als geraamde kosten op te nemen, uitsluitend voor maatregelen ter ondersteuning van investeringsverrichtingen die bijdragen tot de STEP-doelstelling als bedoeld in artikel 2 van Verordening.../...71 [STEP-verordening]. Die kosten bedragen niet meer dan 6 % van de totale financiële toewijzing van het herstel- en veerkrachtplan en de desbetreffende maatregelen, zoals uiteengezet in het herstel- en veerkrachtplan, en voldoen aan de vereisten van deze verordening.

(2) Aan artikel 29 wordt het volgende lid 6 toegevoegd:

“6. Voorafgaand aan het uitschrijven van oproepen tot het indienen van voorstellen of aanbestedingsprocedures in verband met de STEP-doelstellingen, zoals gedefinieerd in artikel 2 van Verordening.../... [STEP-verordening] stellen de lidstaten de volgende informatie beschikbaar in het in artikel 6 van die verordening bedoelde soevereiniteitsportaal:

a) geografisch gebied waarop de oproep tot het indienen van voorstellen betrekking heeft;

b) betrokken investering;

c) type in aanmerking komende aanvragers;

d) totaal bedrag aan steun voor de oproep;

e) begin- en einddatum van de oproep;

f) link naar de website waar de oproep wordt gepubliceerd.”

HOOFDSTUK 3

SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Inwerkingtreding en toepassing


Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.