Artikelen bij COM(2023)108 - Wijziging mbt de instandhoudings- en handhavingsmaatregelen die van toepassing zijn in het gereglementeerde gebied van de Visserijorganisatie voor de NW Atlantische Oceaan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1 - Wijzigingen van Verordening (EU) 2019/833

Verordening (EU) 2019/833 wordt als volgt gewijzigd:

1) In artikel 4 wordt lid 2 vervangen door:

“2. De vlaggenlidstaat:

a) stelt de Commissie vóór aanvang van het onderzoek via elektronische doorzending in het formaat voorgeschreven in bijlage II.C bij de CEM (punt 5 van de bijlage bij deze verordening), in kennis van alle onderzoeksvaartuigen die onder zijn vlag mogen varen en gemachtigd zijn om in het gereglementeerde gebied onderzoeksactiviteiten te verrichten;

b) verstrekt de Commissie, in het geval van eenmalige nieuwe surveys en onderzoeksactiviteiten en wanneer het de bedoeling is om de tijdens onderzoeksactiviteiten aan boord gehouden vangsten in de handel te brengen, uiterlijk veertig dagen vóór de in juni te houden vergadering van de Wetenschappelijke Raad van de NAFO een onderzoeksplan voor alle vaartuigen die onder zijn vlag mogen varen en gemachtigd zijn om onderzoeksactiviteiten te verrichten. In andere gevallen wordt het onderzoeksplan uiterlijk tien dagen vóór aanvang van het onderzoek ingediend;

c) zorgt ervoor dat onderzoeksplannen voor surveys in het gereglementeerde gebied die gericht zijn op bestanden waarvoor vangstmogelijkheden gelden, ten minste de volgende informatie bevatten:

i) de identificatiegegevens van het vaartuig;

ii) het doel;

iii) een samenvatting van de wetenschappelijke methoden of procedures;

iv) de locatie en de datums van de onderzoeksactiviteit;

v) de naam van de hoofdonderzoeker;

vi) of enige aan boord gehouden vangsten in de handel zullen worden gebracht;

vii) de totale geraamde onderzoeksvangsten van de doelsoorten in het kader van de survey, en of er een waarnemer met voldoende wetenschappelijke deskundigheid aan boord zal zijn;

viii) informatie over de vraag wanneer de onderzoeksresultaten aan de Wetenschappelijke Raad van de NAFO worden voorgelegd;

ix) in voorkomend geval, verzoeken om af te wijken van de bepalingen van dit punt; en

x) in voorkomend geval, de vermelding dat de activiteit een eenmalige nieuwe survey of een eenmalig nieuw onderzoek betreft; en

d) stelt de Commissie onmiddellijk in kennis van het begin en het einde van onderzoeksactiviteiten van vaartuigen die tijdelijk voor onderzoek worden ingezet, ook tijdens visreizen waarin zowel commerciële als onderzoeksactiviteiten plaatsvinden.”.

2) In artikel 4 wordt lid 3 vervangen door:

“3. Vaartuigen die worden ingezet voor onderzoek:

a) houden te allen tijde aan boord een Engelstalige kopie van het onderzoeksplan, met eventuele wijzigingen daarin; en

b) houden bij surveys in het gereglementeerde gebied die gericht zijn op bestanden waarvoor vangstmogelijkheden gelden, vangsten die tijdens onderzoeksactiviteiten zijn gedaan, met netten, multiplexhout, kisten of andere middelen gescheiden van alle andere vangsten die gedaan zijn tijdens visreizen waarbij zowel commerciële als onderzoeksactiviteiten worden verricht, en geven de locatie van de vangsten die in het kader van onderzoeksactiviteiten zijn gedaan, aan in het opslagschema.”.

3) In artikel 4 wordt lid 4 vervangen door:

“4. Tenzij het advies van de Wetenschappelijke Raad van de NAFO anders luidt, zorgen onderzoeksvaartuigen die in het gereglementeerde gebied surveys uitvoeren op bestanden waarvoor vangstmogelijkheden gelden, en vangsten die tijdens dergelijke onderzoeksactiviteiten zijn gedaan, aan boord houden en in de handel willen brengen, ervoor dat zij:

a) voldoen aan de registratie- en rapportagevereisten van hoofdstuk V van deze verordening;

b) een waarnemer aan boord hebben die over voldoende deskundigheid beschikt;

c) deze vangsten in mindering brengen op het betrokken quotum van de lidstaat en op de visserijinspanningsbeperkingen die zijn vermeld bij de vangstmogelijkheden.”.

4) In artikel 4 wordt lid 5 vervangen door:

“5. Tenzij in deze verordening of de CEM anders is bepaald, zijn onderzoeksvaartuigen van de Unie niet gebonden door instandhoudings- en beheersmaatregelen die betrekking hebben op de visserij in het gereglementeerde gebied, en met name op de maaswijdte, minimumafmetingen, gesloten gebieden en seizoenen.”.

5) In artikel 4 wordt lid 6 vervangen door:

“6. De Commissie zendt de door de vlaggenlidstaten overeenkomstig lid 2 gemelde informatie onverwijld door aan de uitvoerend secretaris van de NAFO.”.

6) In artikel 6, lid 1, wordt punt e) vervangen door:

“e) sluit zijn visserij op roodbaars in sector 3M om 24:00 UTC op de dag waarop de geaccumuleerde gemelde vangst naar raming honderd procent van de TAC voor roodbaars in sector 3M bereikt, zoals gemeld overeenkomstig lid 3;”.

7) In artikel 8 wordt het volgende lid 5 toegevoegd:

“5. Een vaartuig dat een sector tijdens een visreis voor het eerst binnenvaart, mag één proeftrek uitvoeren gedurende ten hoogste drie uur. Indien de bestanden waarvoor bijvangstbeperkingen gelden, in gewichtsprocent het grootste deel van de totale uit de trek resulterende vangst uitmaken, wordt dit niet als een gerichte visserij op die bestanden beschouwd en moet het vaartuig zich onmiddellijk verplaatsen overeenkomstig lid 1, punt b). De vaartuigen moeten elke overeenkomstig dit lid verrichte proeftrek identificeren en in het visserijlogboek de coördinaten van de begin- en eindlocatie van elke verrichte proeftrek registreren.”.

8) In artikel 12 wordt lid 9 vervangen door:

“9. Het is verboden in het gereglementeerde gebied gericht te vissen op Groenlandse haai (Somniosus microcephalus) of deze geheel of in delen aan boord te houden, over te laden of aan te landen.”.

9) In artikel 44 wordt punt c) vervangen door:

“c) het is opgenomen in de IOO-lijst van de Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren 5 , de Commissie voor de instandhouding van de zuidelijke blauwvintonijn 6 , de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn 7 , de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen 8 , de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan 9 , de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee 10 , de Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan 11 , de Commissie voor de visserij in het noordelijke deel van de Stille Oceaan 12 , de Visserijorganisatie voor het zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan 13 , de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan 14 , de Regionale Organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan 15 en de Commissie voor de visserij in de westelijke en centrale Stille Oceaan 16 .”.

10) In artikel 50, lid 2, wordt punt m) vervangen door:

“m) taken van de vlaggenlidstaat in verband met de in artikel 4, lid 2, bedoelde onderzoeksplannen;”.

11) In artikel 50, lid 2, wordt het volgende punt n) toegevoegd:

“n) vereisten waaraan vaartuigen moeten voldoen die worden ingezet voor onderzoek als bedoeld in artikel 4, leden 3, 4 en 5.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.