Artikelen bij COM(2023)106 - Tijdelijke liberalisering van de handel bovenop de handelsconcessies die op Oekraïense producten van toepassing zijn krachtens de Associatieovereenkomst met Oekraïne

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1 - Handelsliberaliseringsmaatregelen

1. De volgende preferentiële regelingen worden ingevoerd:

a) de toepassing van het stelsel van invoerprijzen wordt opgeschort voor de producten waarop het van toepassing is zoals bepaald in bijlage I-A bij de Associatieovereenkomst; op de invoer van die producten zijn geen douanerechten van toepassing;

b) alle in bijlage I-A bij de Associatieovereenkomst vastgestelde tariefcontingenten worden opgeschort en de onder die contingenten vallende producten mogen zonder douanerechten uit Oekraïne in de Unie worden ingevoerd.

2. In afwijking van artikel 14, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) 2016/1036 worden antidumpingrechten op invoer van oorsprong uit Oekraïne tijdens de periode van toepassing van deze verordening op geen enkel tijdstip geïnd, ook niet na het verstrijken van deze verordening.

3. De toepassing van Verordening (EU) 2015/478 wordt tijdelijk opgeschort ten aanzien van invoer van oorsprong uit Oekraïne.

Artikel 2 - Voorwaarden voor de preferentiële regelingen

Voor de in artikel 1, lid 1), punten a) en b), vastgestelde preferentiële regelingen gelden de volgende voorwaarden:

a) naleving van de regels inzake de oorsprong van producten en de daarmee samenhangende procedures, zoals bepaald in de Associatieovereenkomst;

b) Oekraïne stelt geen nieuwe douanerechten of heffingen van gelijke werking noch nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking in voor de invoer van producten van oorsprong uit de Unie, verhoogt de bestaande douanerechten of heffingen niet en voert geen andere beperkingen van de handel met de Unie in, met inbegrip van discriminerende interne administratieve maatregelen, tenzij de oorlogssituatie dat duidelijk rechtvaardigt, en

c) Oekraïne respecteert de democratische beginselen, de mensenrechten, de fundamentele vrijheden alsmede het principe van de rechtsstaat, en de aanhoudende inspanningen in de strijd tegen corruptie en illegale activiteiten worden voortgezet, overeenkomstig de artikelen 2, 3 en 22 van de Associatieovereenkomst.

Artikel 3 - Tijdelijke opschorting

1. Indien de Commissie oordeelt dat er voldoende bewijs is dat Oekraïne de in artikel 2 uiteengezette voorwaarden niet naleeft, kan zij de in artikel 1, lid 1, punten a) en b), vastgestelde preferentiële regelingen bij uitvoeringshandeling geheel of gedeeltelijk opschorten. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 5, lid 3.

2. Indien een lidstaat de Commissie verzoekt een van de preferentiële regelingen op te schorten op basis van het verzuim van Oekraïne om de in artikel 2, punt b), uiteengezette voorwaarden na te leven, verstrekt de Commissie binnen vier maanden na de indiening van dat verzoek een met redenen omkleed advies over de vraag of de bewering dat Oekraïne die voorwaarden niet naleeft, onderbouwd is. Indien de Commissie tot de conclusie komt dat dit inderdaad het geval is, leidt zij de procedure in als bedoeld in lid 1 van dit artikel.

Artikel 4 - Versnelde vrijwaring

1. Wanneer een product van oorsprong uit Oekraïne wordt ingevoerd onder voorwaarden die nadelige gevolgen hebben voor de markt van de Unie voor soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten, kan de Commissie de douanerechten die anders krachtens de Associatieovereenkomst op de invoer van dat product van toepassing zijn, te allen tijde opnieuw instellen door een uitvoeringshandeling vast te stellen. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 5, lid 3.

2. De Commissie houdt regelmatig toezicht op de effecten van deze verordening, met inachtneming van de informatie over uitvoer, invoer, prijzen op de markt van de Unie en productie in de Unie van de producten waarop de in artikel 1, lid 1, punt b), vastgestelde handelsliberaliseringsmaatregelen van toepassing zijn.

De Commissie stelt de lidstaten om de twee maanden in kennis van de resultaten van het regelmatige toezicht, te beginnen bij de inwerkingtreding van deze verordening.

3. De Commissie start een beoordeling van de situatie op de markt van de Unie voor soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten met het oog op de herinvoering van de douanerechten.

Deze beoordeling wordt afgesloten binnen een termijn van ten hoogste drie maanden:

a) naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek van een lidstaat, met voldoende voorlopig bewijs waarover de klager redelijkerwijze kan beschikken overeenkomstig lid 5, van invoer die nadelige gevolgen heeft voor de markt als bedoeld in lid 1, of

b) op eigen initiatief, nadat het de Commissie duidelijk is geworden dat er voldoende voorlopig bewijs is dat er sprake is van de in lid 1 bedoelde invoer onder voorwaarden die nadelige gevolgen hebben voor de markt van de Unie.

4. Indien de Commissie op grond van deze beoordeling van oordeel is dat de markt van de Unie van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten is benadeeld en voornemens is de douanerechten opnieuw in te voeren, maakt zij in het Publicatieblad van de Europese Unie een bericht bekend waarin zij de herinvoering aankondigt van de douanerechten die anders overeenkomstig lid 1 van toepassing zijn. Het bericht bevat een samenvatting van de belangrijkste resultaten van de versnelde beoordeling en vermeldt de termijn waarbinnen belanghebbenden hun standpunt schriftelijk kenbaar kunnen maken. Deze termijn mag niet meer dan tien bedragen, te rekenen vanaf de datum van bekendmaking van het bericht.

5. Bij haar beoordeling of maatregelen overeenkomstig lid 1 moeten worden toegepast, houdt de Commissie rekening met alle relevante marktontwikkelingen, met inbegrip van de gevolgen van de betrokken invoer voor de situatie op de markt van de Unie van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten. Die beoordeling omvat factoren zoals:

a) de snelheid en de omvang van de toename van de invoer uit Oekraïne van het betrokken product in absolute en relatieve cijfers,

b) de gevolgen van de desbetreffende invoer voor de productie en de prijzen in de EU, rekening houdend met de ontwikkeling van de invoer uit andere bronnen.

Deze opsomming is niet volledig en andere relevante factoren kunnen in aanmerking worden genomen.

6. De douanerechten die op grond van de associatieovereenkomst anders van toepassing zijn, kunnen opnieuw worden ingesteld zolang als nodig is om de nadelige gevolgen van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten voor de markt van de Unie op te vangen.

7. Wanneer als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden onmiddellijke maatregelen nodig zijn, mag de Commissie, zonder de procedure van lid 4 te volgen en nadat zij het in artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2015/478 bedoelde Comité vrijwaringsmaatregelen daarvan in kennis heeft gesteld, alle noodzakelijke preventieve maatregelen nemen.

Artikel 5 - Comitéprocedure

1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 285, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad 13 ingestelde Comité douanewetboek, wat artikel 3, lid 1, van deze verordening betreft. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2015/478 ingestelde Comité vrijwaringsmaatregelen, wat artikel 4, lid 1, van deze verordening betreft. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 6 - Beoordeling van de uitvoering van de handelsliberaliseringsmaatregelen

Het jaarverslag van de Commissie over de uitvoering van de diepe en brede vrijhandelsruimte bevat een gedetailleerde beoordeling van de uitvoering van de handelsliberaliseringsmaatregelen waarin wordt voorzien in deze verordening en bevat, voor zover passend, een beoordeling van de sociale gevolgen van die maatregelen in Oekraïne en in de Unie. Informatie over de invoer van producten als bedoeld in artikel 1, lid 1, punt b), wordt maandelijks beschikbaar gesteld op de website van de Commissie.

Artikel 7 - Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op 6 juni 2023.

Deze verordening is van toepassing tot en met 5 juni 2024.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.