Artikelen bij COM(2023)79 - Gedelegeerde handelingen van de Commissie onder artikel 284 van het douanewetboek van de Unie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 17.2.2023

COM(2023) 79 final


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de uitoefening van de bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen op grond van artikel 284 van het douanewetboek van de Unie


1.Inleiding

Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (“DWU” of “het wetboek”) 1 is op 30 oktober 2013 in werking getreden, hoewel de meeste van de materiële bepalingen van kracht werden vanaf 1 mei 2016. Ze biedt een bijgewerkt en alomvattend juridisch en IT-kader voor de douaneregels en -procedures voor het goederenverkeer tussen de EU en derde landen. De bedoeling van het douanewetboek is een volledig papierloze omgeving tot stand te brengen om de goederenstroom in, uit en door de Unie te vereenvoudigen; daardoor wordt de concurrentiekracht van Europese bedrijven verhoogd en worden de financiële en economische belangen van de Unie en de lidstaten evenals de veiligheid van de consumenten in de EU verbeterd.

Krachtens artikel 284 van het DWU is de Commissie bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig de procedure van artikel 290 VWEU, met het oog op de aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële elementen van de DWU-verordening 2 . De bevoegdheidsdelegatie aan de Commissie wordt toegekend voor een termijn van vijf jaar, met ingang van 30 oktober 2013, en wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich tegen deze verlenging verzet. De bevoegdheidsdelegatie is in 2018 stilzwijgend verlengd voor een periode van dezelfde duur (tot en met 30 januari 2023).

Volgens artikel 284, lid 2, moet de Commissie een verslag over de uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie krachtens het DWU opstellen voor het Europees Parlement en de Raad. Dit verslag moet uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar worden opgesteld.

Het eerste verslag werd gepubliceerd op 22 februari 2018 3  en had betrekking op de periode van oktober 2013 tot november 2017. De Commissie heeft in die periode haar bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen viermaal uitgeoefend: 1) tot vaststelling van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015, ter aanvulling van bepaalde aantal niet-essentiële onderdelen van het wetboek (gedelegeerde DWU-verordening) 4 ; 2) tot vaststelling van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 van de Commissie van 17 december 2015, die voorziet in alternatieve middelen voor de uitwisseling en opslag van douane-informatie zolang de elektronische systemen van het DWU niet operationeel zijn (gedelegeerde DWU-overgangsverordening) 5 ; 3) ter correctie van de artikelen 136 en 141 van de gedelegeerde DWU-verordening 6 ; en 4) ter correctie van bijlage 12 van de gedelegeerde DWU-overgangsverordening 7 .

In dit verslag wordt uiteengezet hoe de Commissie van december 2017 tot en met december 2022 de bevoegdheid heeft uitgeoefend om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 284 van het DWU. De Commissie is tevens van mening dat de haar bij het DWU verleende bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, overeenkomstig artikel 284, lid 2, DWU met nog eens vijf jaar moet worden verlengd (stilzwijgende verlenging).


2.Uitoefening van gedelegeerde bevoegdheden


De Commissie heeft in de periode van december 2017 tot en met december 2022 acht keer haar bevoegdheid uitgeoefend om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 284 van het DWU. Alle gedelegeerde handelingen hadden tot doel de gedelegeerde DWU-verordening te wijzigen en/of te corrigeren en hadden in twee gevallen ook tot doel de gedelegeerde DWU-overgangsverordening te wijzigen. Deze zijn met name de volgende:

1. Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1063 van de Commissie van 16 mei 2018, met gebruikmaking van de artikelen 2, 7, 24, 65, 88, 99, 142, 151, 156, 160, 212, 216, 231 en 253 van het DWU, diende tot wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie 8 .

Deze wijziging had betrekking op verschillende kwesties die na de inwerkingtreding van het kader van het douanewetboek van de Unie zijn vastgesteld. De belangrijkste wijzigingen omvatten een herziene definitie van “exporteur”; een verlenging van de termijn voor het vaststellen van een beschikking betreffende terugbetaling of kwijtschelding van douanerechten; de invoering van enkele versoepelingen in de douaneformaliteiten die van toepassing zijn bij transacties tussen een gebied met een bijzonder fiscaal regime en het continentale deel van zijn grondgebied binnen dezelfde lidstaat en de mogelijkheid voor inwoners van de EU om een auto die voor een korte periode, zoals een vakantie, buiten de EU is gehuurd, in te voeren zonder invoerrechten te betalen.

De verordening is na een controleperiode van twee maanden door de Raad en het Europees Parlement op 30 juli 2018 bekendgemaakt en op 31 juli 2018 in werking getreden overeenkomstig artikel 3 ervan, met uitzondering van artikel 1, lid 3, op grond waarvan het gebruik van papieren procedures voor specifieke douanebesluiten kan worden voortgezet. Dit artikel is in werking getreden op 2 oktober 2017, op de dag waarop het DWU-systeem Douanebeschikkingen is ingevoerd.

2. Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1118 van de Commissie 9 van 7 juni 2018, met gebruikmaking van artikel 99, punt c), van het DWU, diende tot wijziging van artikel 84 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446. Ze is na een controleperiode van twee maanden door de Raad en het Europees Parlement op 18 augustus 2018 bekendgemaakt en op 2 september 2018 in werking getreden (artikel 2). De wijziging was bedoeld om enige flexibiliteit te bieden met betrekking tot de voorwaarden voor het verkrijgen van een doorlopende zekerheid met een verminderd bedrag, of een ontheffing van zekerheidsstelling.

3.Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/841 van de Commissie van 14 maart 2019, met gebruikmaking van artikel 212 van het DWU, diende tot correctie van slechts bepaalde taalversies van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie 10 , die in verscheidene artikelen en in bijlage 22-01 enkele taalfouten bevatten. Ze is op 24 mei 2019 bekendgemaakt en na een controleperiode van twee maanden door de Raad en het Europees Parlement op 13 juni 2019 in werking getreden (artikel 2).

4. Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1143 van de Commissie van 14 maart 2019 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wat betreft de aangifte van bepaalde zendingen met een geringe waarde 11 is na de controleperiode van twee maanden door de Raad en het Europees Parlement op 5 juli 2019 bekendgemaakt en op 13 juni 2019 in werking getreden (artikel 2). Op grond van artikel 160 en artikel 7 van het DWU heeft zij een aantal bepalingen van de Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 gewijzigd om deze aan te passen aan de in december 2017 aangenomen btw-regels voor e-commerce 12 . De wijzigingen omvatten, met ingang van de datum van toepassing van de nieuwe btw-regels, d.w.z. 1 juli 2021, de afschaffing van het in het vrije verkeer brengen door enige andere handeling van zendingen met een waarde van niet meer dan 22 EUR en de invoering van een specifieke (beperkte) gegevensreeks in bijlage B voor de aangifte voor het vrije verkeer van zendingen met een lage waarde en vrij van rechten.

5.Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/877 van de Commissie van 3 april 2020 houdende wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 en houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie 13 . Zij is na een controleperiode van twee maanden door de Raad en het Europees Parlement op 26 juni 2020 bekendgemaakt en op 15 maart 2020 in werking getreden wat betreft artikel 1, lid 13, punt b), en artikel 1, lid 16, punt b), i), en op 16 juli 2020 voor wat betreft alle overige bepalingen (artikel 4). De inwerkingtreding met terugwerkende kracht van de bepalingen op grond waarvan organen, menselijk of dierlijk weefsel of menselijk bloed voor transplantatie kunnen worden aangegeven, was noodzakelijk vanwege de verstoringen aan de buitengrenzen van de EU als gevolg van de lockdowns in verband met de COVID-19-pandemie. Met gebruikmaking van de artikelen 7, 10, 24, 88, 131, 156, 160, 168, 175, 183, 212, 216, 253 en 265 van het DWU wijzigt deze verordening een aantal bepalingen van de gedelegeerde DWU-verordening en, met gebruikmaking van artikel 279 van het DWU, van de gedelegeerde DWU-overgangsverordening. Bij de wijzigingen zijn nieuwe regels ingevoerd met betrekking tot de vrijstellingen en termijnen voor het indienen van een summiere aangifte bij binnenkomst (ENS) en overgangsbepalingen totdat de versies van het DWU-invoercontrolesysteem 2 (ICS2) worden ingevoerd. Daarnaast wordt bij de verordening een nieuwe definitie van de intrinsieke waarde ingevoerd, alsook enkele overgangsbepalingen voor postbedrijven en lidstaten om een soepele uitvoering van de btw-regels voor elektronische handel mogelijk te maken, en wordt een nieuw EU-formulier 302 goederen die in het kader van militaire activiteiten worden vervoerd, ingevoerd.

6.Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/2191 van de Commissie van 20 november 2020, met toepassing van artikel 131, punt b), en artikel 265, punt a), van het DWU, diende tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wat betreft de termijnen voor de indiening van summiere aangiften bij binnenbrengen en aangiften vóór vertrek bij vervoer over zee van en naar het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, alsmede de Kanaaleilanden en Man 14 . Zij is op 23 december 2020 bekendgemaakt, nadat de Raad op 21 december 2020 en het Europees Parlement op 15 december 2020 vroegtijdig geen bezwaar hadden gemaakt, en is op 24 december 2020 in werking getreden. Zij is van toepassing sinds 1 januari 2021 (artikel 2).

7. Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/234 van de Commissie van 7 december 2020, met gebruikmaking van artikel 7 van het DWU, diende tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wat de gemeenschappelijke gegevensvereisten betreft, en met gebruikmaking van artikel 279 van het DWU, tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 wat de te gebruiken codes in bepaalde formulieren betreft 15 . Na een controleperiode van twee maanden door de Raad en het Europees Parlement is zij op 23 februari 2021 bekendgemaakt en op 15 maart 2021 in werking getreden (artikel 3).

8. Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1934 van de Commissie van 30 juli 2021, met gebruikmaking van de artikelen 63 en 65 DWU, diende tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wat betreft een aantal bepalingen met betrekking tot de niet-preferentiële oorsprong van goederen 16 . De verordening is na een controleperiode van twee maanden door de Raad en het Europees Parlement op 10 november 2021 bekendgemaakt en op 30 november 2021 in werking getreden; de punten 5, 6 en 7 van artikel 1 zijn vanaf 1 januari 2022 van toepassing (artikel 2), overeenkomstig de datum van inwerkingtreding van de versie van 2022 van het geharmoniseerd systeem.


Daarnaast zijn tijdens de verslagperiode bij twee van de bovengenoemde verordeningen wijzigingen aangebracht in de gedelegeerde DWU-overgangsverordening, op basis van artikel 279 DWU. Deze aanpassingen waren nodig omdat bepaalde elektronische DWU-systemen nog niet operationeel zijn en de overgangsregels op de betrokken gebieden derhalve van toepassing blijven.

1. Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/877 van de Commissie van 3 april 2020 houdende wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 en houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie 17 .

2. Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/234 van de Commissie van 7 december 2020 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wat de gemeenschappelijke gegevensvereisten betreft en van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 wat de te gebruiken codes in bepaalde formulieren betreft 18 .

Tijdens de voorbereiding en aanpassing van de gedelegeerde handelingen heeft de Commissie alle betrokken belanghebbenden geraadpleegd, met name deskundigen uit de lidstaten en marktdeelnemers uit de handel, de logistiek en de bedrijfswereld. Deskundigen uit de lidstaten en het bedrijfsleven hebben de bepalingen van de gedelegeerde handelingen besproken en gesteund.

Tijdens de hele procedure en het besluitvormingsproces zorgde de Commissie ervoor dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze werden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad. Het Europees Parlement en de Raad hebben geen bezwaar aangetekend tegen de vaststelling van de handelingen.

De Commissie is van mening dat de haar bij het douanewetboek verleende bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, overeenkomstig artikel 284, lid 2, van het DWU (stilzwijgende verlenging) met nog eens vijf jaar moet worden verlengd om te waarborgen dat de EU-douanewetgeving permanent wordt aangepast aan de technische vereisten en de technologische vooruitgang op het vlak van douaneactiviteiten.


3.Conclusie

Met dit verslag voldoet de Commissie aan haar verplichting om aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit te brengen over haar gebruik van gedelegeerde bevoegdheden uit hoofde van artikel 284, lid 2, van het DWU.

De Commissie heeft de gedelegeerde bevoegdheden die haar door het DWU zijn verleend, de afgelopen vijf jaar actief en op passende wijze uitgeoefend. De Commissie is tevens van mening dat deze bevoegdheidsdelegatie om gedelegeerde handelingen vast te stellen met nog eens vijf jaar moet worden verlengd, overeenkomstig artikel 284, lid 2, van het DWU (stilzwijgende verlenging). Zo kan de Commissie de douaneregels blijven aanvullen in het licht van de politieke, technische en technologische vooruitgang en van veranderingen in de handelspatronen, die allemaal gevolgen hebben voor de douane.

De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad om van dit verslag nota te nemen.


Bijlage

Machtigingsbepalingen

van het douanewetboek
Bepalingen van de gedelegeerde DWU-verordening die zijn vastgesteld volgens de bevoegdheidsdelegatie van 2013 tot en met november 2017 en gerapporteerd in 2018 19Bepalingen van de gedelegeerde DWU-verordening die zijn vastgesteld volgens de bevoegdheidsdelegatie van december 2017 tot en met december 2022
Artikel 2Artikelen 114, 134, 188Artikelen 114, 134
Artikel 7 (middelen voor de uitwisseling en opslag van informatie en gemeenschappelijke gegevensvereisten)Artikelen 2, 3, 4, 9, 19, 21, 38, 39, 40, 82, 85, 86, 87, 92, 93, 94, 95, 96, 116, 124, 124 bis, 125, 126, 126 bis, 127, 129 bis, 129 ter, 130, 131, 132, 133, 144, 154, 157, 160, 163, 164, 165, 175, 178, 181, 184, 185, 190, 196, 238, 241, 246, 247, 249Artikelen 2, 7 bis, 40, 82, 124 bis, 126 bis, 127, 128 quinquies, 131, 133, 143 bis, 144, 163
Artikel 10Artikelen 5, 6, 7Artikel 6
Artikel 20Artikel 210
Artikel 24 (beschikkingen betreffende de toepassing van de douanewetgeving)Artikelen 5, 8, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 22, 26, 27, 28, 29, 30, 82, 92, 97, 121, 123, 156, 162, 171, 172, 173, 186, 192, 194, 205Artikelen 5, 10, 13, 17, 82, 97, 197 bis
Artikel 31 (intrekking en wijziging van gunstige beschikkingen)Bevoegdheid niet gebruikt in de verslagperiode, aangezien er nog geen sprake is van een concreet geval.

De bepaling betreft: 1) gevallen waarin een gunstige beschikking voor meerdere geadresseerden kan worden ingetrokken zowel ten aanzien van een persoon die een op hem krachtens die beschikking rustende verplichting niet nakomt als ten aanzien van andere betrokken personen; 2) uitzonderlijke gevallen waarin de douaneautoriteiten de datum waarop de intrekking of de wijziging van kracht wordt, later kunnen doen ingaan.
Artikel 36 (beheer van beschikkingen betreffende bindende inlichtingen)De diensten van de Commissie hebben in de verslagperiode de eerste stappen gezet om de gedelegeerde bevoegdheden uit hoofde van artikel 36, punt b), uit te oefenen door middel van publicatie voor feedback van een ontwerp van gedelegeerde verordening tot invoering van de regels betreffende besluiten inzake de bindende informatie over de waardering (Binding valuation information (BVI)) 20 . De vaststelling van deze gedelegeerde verordening is gepland voor het eerste halfjaar van 2023. De bepaling betreft: 1) de specifieke gevallen waarnaar wordt verwezen in artikel 34, lid 7, punt b), en artikel 34, lid 8, waarin beschikkingen betreffende bindende tariefinlichtingen (BTI) en bindende oorsprongsinlichtingen (BOI) moeten worden ingetrokken; 2) de in artikel 35 bedoelde gevallen waarin beschikkingen betreffende bindende inlichtingen worden gegeven in verband met de overige factoren die ten grondslag liggen aan de toepassing van invoer- of uitvoerrechten en andere maatregelen waaraan het goederenverkeer is onderworpen.
Artikel 40Artikelen 23, 24, 25
Artikel 62Artikelen 31, 32, 33, 34, 35, 36Artikelen 31, 33, 34, 35
Artikel 65 (preferentiële oorsprong)Artikelen 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 65, 66, 67, 68, 69, 70Artikelen 37, 53, 55
Artikel 75Artikel 71
Artikel 88 (douaneschuld)Artikelen 72, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 168Artikelen 76, 21
Artikel 99Artikelen 81, 82, 83, 84, 85, 86Artikelen 82, 83, 84,
Artikel 106Artikelen 88, 92
Artikel 115Artikelen 89, 90, 91
Artikel 122Artikelen 98, 99, 100, 101, 102
Artikel 126Artikel 103
Artikel 131 (summiere aangifte bij binnenkomst)Artikelen 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110, 111, 112, 113Artikelen 104, 105, 106, 112, 113, 113 bis
Artikel 142 (specifieke plaatsen voor het aanbrengen van de goederen die het douanegebied van de EU zijn binnengebracht)Artikel 115Artikel 115
Artikel 151 (voorwaarden en toestemming voor tijdelijke opslag)Artikelen 115, 116, 117, 118Artikel 115
Artikel 156 (douanestatus van goederen)Artikelen 119, 120, 121, 122, 122 bis, 128, 129, 129 quater, 129 quinquies, 182Artikelen 124 bis, 128 bis, 128 quinquies,
Artikel 160 (plaatsing van goederen onder een douaneregeling)Artikelen 135, 136, 137, 138, 139, 140, 141, 142, 143Artikelen 136, 138, 139, 140, 141, 142
Artikel 164Artikel 155
Artikel 168 (vereenvoudigde aangifte)Artikelen 145, 146, 147, 183Artikelen 146, 147
Artikel 175Artikelen 148, 248Artikel 248
Artikel 180Artikel 149
Artikel 183 (EIDR)Artikel 150Artikel 150
Artikel 186Artikelen 151, 152
Artikel 196Artikel 153
Artikel 206Artikelen 158, 159
Artikel 212 (algemene bepalingen inzake speciale regelingen)Artikelen 161, 163, 165, 166, 167, 170, 175, 176, 177, 178, 201, 202, 203, 204, 206, 207, 218, 239, 240, 242, 243Artikelen 163, 166, 167, 177, 177 bis, 207, 218
Artikel 216Artikelen 174, 217, 218, 237Artikelen 218, 237
Artikel 221Artikelen 179, 180
Artikel 224Artikel 169
Artikel 231Artikelen 187, 189Artikel 189
Artikel 235 (Uniedouanevervoer)Artikelen 191, 193, 195, 197, 198, 199, 200Artikelen 193, 195 en 197
Artikel 253 (specifieke bestemming)Artikelen 206, 208, 209, 210, 211, 212, 213, 214, 215, 216, 219, 220, 221, 222, 223, 224, 225, 226, 227, 228, 229, 230, 231, 232, 233, 234, 235, 236Artikelen 212, 215, 220, 223, 224, 227, 228, 229, 230, 231, 232, 233, 234, 235, 235 bis, 236
Artikel 265Artikelen 244, 245Artikelen 244, 245


(1)

PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1

(2)

Het betreft de gedelegeerde handelingen bedoeld in de artikelen 2, 7, 10, 20, 24, 31, 36, 40, 62, 65, 75, 88, 99, 106, 115, 122, 126, 131, 142, 151, 156, 160, 164, 168, 175, 180, 183, 186, 196, 206, 212, 216, 221, 224, 231, 235, 253, 265 en 279 van het DWU.

(3)

COM(2018) 39 final

(4)

PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1

(5)

PB L 69 van 15.3.2016, blz. 1

(6)

PB L 111 van 27.4.2016, blz. 1

(7)

PB L 121 van 11.5.2016, blz. 1

(8)

PB L 192 van 30.7.2018, blz. 1

(9)

PB L 204 van 13.8.2018, blz. 11

(10)

PB L 138 van 24.5.2019, blz. 76

(11)

PB L 181 van 5.7.2019, blz. 2

(12)

Richtlijn (EU) 2017/2455 van de Raad van 5 december 2017 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG en Richtlijn 2009/132/EG wat betreft bepaalde btw-verplichtingen voor diensten en afstandsverkopen van goederen: PB L 348 van 29.12.2017, blz. 7; Verordening (EU) 2017/2454 van de Raad van 5 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde: PB L 348 van 29.12.2017, blz. 1, en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2459 van de Raad van 5 december 2017 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: PB L 348 van 29.12.2017, blz. 32.

(13)

PB L 203 van 26.6.2020, blz. 1

(14)

PB L 434 van 23.12.2020, blz. 8

(15)

PB L 63 van 23.2.2021, blz. 1

(16)

PB L 396 van 10.11.2021, blz. 10

(17)

PB L 203 van 26.6.2020, blz. 1

(18)

PB L 63 van 23.2.2021, blz. 1

(19)

COM(2018) 39 final van 22.1.2018

(20)

  Besluiten inzake bindende informatie over de waardering (Binding valuation information (BVI)) - opneming in EU-wetgeving en vereenvoudiging van douaneformaliteiten (europa.eu)

(21)

Dit artikel is geschrapt overeenkomstig artikel 1, lid 24, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/877 van de Commissie van 3 april 2020 houdende wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 en houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie; PB L 203 van 26.6.2020, blz. 1