Artikelen bij COM(2023)42 - Standpunt EU aangaande de procedure mbt geïnformeerde toestemming voor bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in internationale handel (wijziging bijlage III)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen op de elfde vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Rotterdam en tijdens eventuele daaropvolgende Conferenties van de Partijen waar het punt op de agenda staat, is het steunen van de aanneming van de wijzigingen van bijlage III bij het Verdrag in verband met de opneming van acetochloor, carbosulfan, wit asbest (chrysotiel), fenthion (ULV-formuleringen (Ultra Low Volume) met 640 g werkzame stof/liter of meer), iprodion, vloeibare formuleringen (emulgeerbaar concentraat en oplosbaar concentraat) die paraquatdichloride in een concentratie van 276 g/liter of meer bevatten, wat overeenkomt met een paraquat-ion-concentratie van 200 g/liter of meer, en terbufos.

Artikel 2

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen op de elfde vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Rotterdam en tijdens eventuele daaropvolgende Conferenties van de Partijen waar het punt op de agenda, bestaat erin te pleiten voor een wijziging waarbij een stemmechanisme wordt ingevoerd voor de opneming van chemische stoffen in bijlage III bij het Verdrag. Het alternatieve standpunt bestaat erin de aanneming van de door Zwitserland, Australië en Mali ingediende wijzigingen (document XXX) te steunen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan en de nodige wijzigingen in die zin worden aangebracht:

a) er is onvoldoende steun van andere partijen voor een wijziging van de besluitvormingsprocedure voor opname van chemische stoffen in bijlage III die de mogelijkheid biedt om te stemmen overeenkomstig artikel 22, lid 4, in samenhang met artikel 22, lid 3, van het Verdrag, maar zonder toepassing van artikel 22, lid 3, punt b),

b) de bij de wijzigingen ingevoerde aanvullende regels en procedures zijn in overeenstemming met de bestaande regels en procedures in het kader van het Verdrag,

c) de wijzigingen waarborgen dat de voorkeur wordt gegeven aan de opname van chemische stoffen in bijlage III bij het Verdrag en dat de aanvullende regels geen afbreuk doen aan de opname van een chemische stof in bijlage III, ook wanneer een chemische stof reeds in bijlage VIII bij het Verdrag is opgenomen,

d) de wijzigingen waarborgen dat de regels die van toepassing zullen zijn op de uitvoer van in bijlage VIII bij het Verdrag opgenomen chemische stoffen niet minder streng zijn wat de bescherming van invoerende partijen betreft dan die welke van toepassing zijn op de uitvoer van chemische stoffen die zijn opgenomen in bijlage III bij het Verdrag,

e) de wijzigingen waarborgen dat alle partijen die de wijziging ratificeren, gebonden zijn door elk besluit om een chemische stof in bijlage VIII bij het Verdrag op te nemen, met inbegrip van besluiten die bij stemming worden genomen.

Artikel 3

Het in de artikelen 1 en 2 bedoelde standpunt kan in het licht van de ontwikkelingen tijdens de elfde vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag en eventuele daaropvolgende Conferenties van de Partijen waar het punt op de agenda staat door vertegenwoordigers van de Unie worden verfijnd en goedgekeurd in overleg met de lidstaten na coördinatie ter plaatse, zonder verder besluit van de Raad.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de Commissie.