Artikelen bij COM(2022)697 - Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van [xxxx] tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 575/2013 en (EU) 2017/1131 voor wat betreft maatregelen ter beperking van buitensporige blootstellingen aan centrale tegenpartijen uit derde landen en ter verbetering van de efficiëntie van de clearingmarkten in de Unie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 648/2012

Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Artikel 3 wordt vervangen door:

“Artikel 3

Intragroeptransacties

1. Met betrekking tot een niet-financiële tegenpartij wordt onder een intragroeptransactie verstaan een otc-derivatencontract dat wordt gesloten met een andere tegenpartij die deel uitmaakt van dezelfde groep, op voorwaarde dat beide tegenpartijen zijn opgenomen in dezelfde volledige consolidatie en onderworpen zijn aan passende gecentraliseerde risicobeoordelings-, meet- en controleprocedures en die tegenpartij gevestigd is in de Unie of, indien zij gevestigd is in een derde land, dat derde land niet is opgenomen in een lijst op grond van de leden 4 en 5.

2. Met betrekking tot een financiële tegenpartij wordt onder een intragroeptransactie verstaan:

(a)een otc-derivatencontract dat wordt gesloten met een andere tegenpartij die deel uitmaakt van dezelfde groep, op voorwaarde dat aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

(a)de financiële tegenpartij is gevestigd in de Unie of, indien zij in een derde land is gevestigd, dat derde land is niet opgenomen in een lijst op grond van de leden 4 en 5;

(b)de andere tegenpartij is een financiële tegenpartij, een financiële holding, een financiële instelling, of een nevendiensten verrichtende onderneming waarop passende prudentiële vereisten van toepassing zijn;

(c)beide tegenpartijen op volledige basis zijn opgenomen in dezelfde consolidatie;

(d)beide tegenpartijen zijn onderworpen aan passende gecentraliseerde risicobeoordelings-, risicometings- en risicocontroleprocedures;

(b)een otc-derivatencontract dat wordt gesloten met een andere tegenpartij waarbij beide tegenpartijen behoren tot hetzelfde institutioneel protectiestelsel, als bedoeld in artikel 113, lid 7, van Verordening (EU) nr. 575/2013, mits de voorwaarde als bedoeld in punt a, ii), van dit lid is vervuld;

(c)een otc-derivatencontract dat wordt gesloten tussen kredietinstellingen die zijn aangesloten bij hetzelfde centraal orgaan, of tussen een dergelijke kredietinstelling en dat centraal orgaan als bedoeld in artikel 10, lid 1 van Verordening (EU) nr. 575/2013;

(d)een otc-derivatencontract dat wordt gesloten met een niet-financiële tegenpartij die deel uitmaakt van dezelfde groep, omits aan de beide volgende voorwaarden is voldaan:

(a)beide tegenpartijen bij het derivatencontract zijn opgenomen in dezelfde volledige consolidatie en zijn onderworpen aan een passende gecentraliseerde risicobeoordeling, meting en passende controleprocedures;

(b) de niet-financiële tegenpartij is gevestigd in de Unie of, indien zij in een derde land gevestigd is, dat derde land is niet opgenomen in een lijst op grond van de leden 4 en 5.

3. Voor de toepassing van dit artikel worden tegenpartijen geacht in dezelfde consolidatie te zijn opgenomen wanneer zij beide:

a) hetzij in een consolidatie zijn opgenomen overeenkomstig Richtlijn 2013/34/EU of in overeenstemming met de Internationale Standaarden voor financiële verslaglegging (IFRS) die zijn vastgesteld op grond van Verordening (EG) nr. 1606/2002 dan wel, wanneer het een groep betreft waarvan de moederonderneming haar hoofdkantoor in een derde land heeft, overeenkomstig de algemeen aanvaarde boekhoudbeginselen van een derde land die worden geacht gelijkwaardig te zijn aan de IFRS in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1569/2007 of overeenkomstig de boekhoudkundige normen van een derde land waarvan het gebruik is toegestaan op grond van artikel 4 van die verordening; hetzij

b) gedekt worden door hetzelfde geconsolideerde toezicht overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU dan wel, in verband met een groep waarvan de moederonderneming haar hoofdkantoor in een derde land heeft, hetzelfde geconsolideerde toezicht door een bevoegde autoriteit van een derde land geverifieerd als zijnde equivalent aan het geconsolideerde toezicht dat is onderworpen aan de beginselen van artikel 127 van Richtlijn 2013/36/EU.

4. Voor de toepassing van dit artikel komen transacties met tegenpartijen die in een van de volgende derde landen zijn gevestigd, niet in aanmerking voor de vrijstellingen voor intragroeptransacties:

a) indien het derde land is opgenomen in de lijst van derde landen met een hoog risico die strategische tekortkomingen vertonen in hun regelgeving ter bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering, overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad*1;

b) indien het derde land is opgenomen in bijlage I bij de conclusies van de Raad over de herziene EU-lijst van jurisdicties die niet-coöperatief zijn op belastinggebied*2 en de latere bijwerkingen daarvan, die tweemaal per jaar, gewoonlijk in februari en oktober, specifiek worden goedgekeurd en in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.

5. Indien zulks nodig is in het licht van het juridisch, toezichthoudend en handhavingskader van een derde land met betrekking tot risico’s, waaronder het tegenpartijkredietrisico en juridisch risico, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 82 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met betrekking tot de derde landen waarvan de entiteiten niet in aanmerking komen voor de vrijstellingen voor intragroeptransacties, ondanks het feit dat zij niet in de lijst op grond van lid 4 zijn opgenomen.

___________________________________________________

*1    Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).”

*2    De conclusies van de Raad over de herziene EU-lijst van jurisdicties die niet-coöperatief zijn op belastinggebied en de bijlagen daarbij (PB C 413 I van 12.10.2021, blz. 1).”.

(2) Aan artikel 4, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

“De verplichting tot het clearen van alle otc-derivatencontracten is niet van toepassing op contracten die zijn gesloten in situaties als bedoeld in de eerste alinea, punt a), iv), tussen, enerzijds, een financiële tegenpartij die voldoet aan de in artikel 4 bis, lid 1, tweede alinea, vastgestelde voorwaarden, of een niet-financiële tegenpartij die voldoet aan de in artikel 10, lid 1, tweede alinea, vastgestelde voorwaarden en, anderzijds, een in een derde land gevestigde pensioenregeling die op een nationale basis functioneert, op voorwaarde dat deze entiteit of regeling een vergunning is verleend, onder toezicht staat en is erkend op grond van het nationale recht, hoofdzakelijk ten doel heeft in pensioenuitkeringen te voorzien, en op grond van het nationale recht is vrijgesteld van de clearingverplichting.”.

(3) In artikel 4 bis, lid 3, wordt de eerste alinea vervangen door:

“Bij het berekenen van de in lid 1 bedoelde posities neemt de financiële tegenpartij alle otc-derivatencontracten mee die niet zijn gecleard bij een CTP die beschikt over een vergunning overeenkomstig artikel 14 of een erkenning overeenkomstig artikel 25, en die zijn gesloten door die financiële tegenpartij of door andere entiteiten binnen de groep waartoe die financiële tegenpartij behoort.”.

(4) De volgende artikelen 7 bis en 7 ter worden ingevoegd:

“Artikel 7 bis

Actieve rekening

1. Financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen die zijn onderworpen aan de clearingverplichting overeenkomstig de artikelen 4 bis en 10 en categorieën derivatencontracten clearen waarnaar in lid 2 wordt verwezen, clearen ten minste een gedeelte van die contracten op rekeningen bij CTP’s die beschikken over een vergunning overeenkomstig artikel 14.

2. De categorieën derivatencontracten die zijn onderworpen aan de verplichtingen als bedoeld in lid 1 zijn:

a) in euro en Poolse zloty luidende rentederivaten;

b) in euro luidende kredietverzuimswaps (CDS);

c) in euro luidende kortetermijnrentederivaten (STIR).

3. Een financiële tegenpartij of een niet-financiële tegenpartij die onder de in lid 1 bedoelde verplichting valt, berekent haar activiteiten in de in lid 1 bedoelde categorieën derivatencontracten bij CTP’s die beschikken over een vergunning overeenkomstig artikel 14.

4. Een financiële tegenpartij of een niet-financiële tegenpartij die onder de in lid 1 bedoelde verplichting valt, rapporteert jaarlijks aan de bevoegde autoriteit voor de CTP of CTP’s waarvan zij gebruikmaakt het resultaat van de in lid 2 bedoelde berekening en bevestigt daarbij dat zij de in dat lid neergelegde verplichting nakomt. De voor de CTP bevoegde autoriteit geeft deze informatie onmiddellijk door aan ESMA en aan het in artikel 23 quater bedoelde mechanisme voor gezamenlijk toezicht.

5. De ESMA stelt, in samenwerking met de EBA, de EIOPA en het ESRB en na raadpleging van het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen op tot nadere bepaling van:

a) het gedeelte van de activiteiten in elke categorie van de in lid 2 bedoelde derivatencontracten; dat gedeelte wordt vastgesteld op een niveau dat resulteert in een vermindering van clearing van die derivatencontracten bij die tier 2-CTP’s die diensten aanbieden die van wezenlijk systemisch belang zijn voor de financiële stabiliteit van de Unie of een of meer van haar lidstaten overeenkomstig artikel 25, lid 2 quater, en dat ervoor zorgt dat de clearing van die derivatencontracten niet langer van wezenlijk systemisch belang is;

b) de methodiek voor de berekening uit hoofde van lid 3.

De ESMA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op … [PB: in te voegen datum = 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] bij de Commissie in.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.

6. Wanneer de ESMA een beoordeling overeenkomstig artikel 25, lid 2 quater, uitvoert en concludeert dat bepaalde door tier 2-CTP’s verrichte diensten of activiteiten van wezenlijk systemisch belang zijn voor de Unie of een of meer van haar lidstaten, of dat diensten of activiteiten die eerder door de ESMA van wezenlijk systemisch belang voor de Unie of een of meer van haar lidstaten zijn bevonden, dat niet langer zijn, is de Commissie bevoegd een gedelegeerde handeling vast te stellen om lid 2 dienovereenkomstig te wijzigen, in overeenstemming met artikel 82.

Artikel 7 ter

Informatie over clearingdiensten

1. Clearingleden en cliënten die clearingdiensten verrichten bij zowel een CTP die beschikt over een vergunning overeenkomstig artikel 14 als een CTP die beschikt over een erkenning overeenkomstig artikel 25, stellen, wanneer een van hun cliënten een contract voor clearing voorlegt, die cliënt in kennis van de mogelijkheid om dat contract te clearen bij de CTP die beschikt over een vergunning overeenkomstig artikel 14.

2. Clearingleden en cliënten die in de Unie gevestigd zijn of die deel uitmaken van een groep waarop geconsolideerd toezicht wordt uitgeoefend in de Unie en die clearen bij een CTP die erkend is overeenkomstig artikel 25, brengen aan hun bevoegde autoriteit jaarlijks verslag uit over hun clearingactiviteit bij die CTP, waarbij zij het volgende specificeren:

a) het type financiële instrumenten of niet-financiële contracten dat wordt gecleard;

b) de gemiddelde waarden die gedurende 1 jaar per Unievaluta en per activaklasse zijn gecleard;

c) het bedrag van de geïnde marges;

d) de bijdragen aan wanbetalingsfondsen;

e) de grootste betalingsverplichting.

Die bevoegde autoriteit geeft deze informatie onmiddellijk door aan de ESMA en aan het in artikel 23 quater bedoelde mechanisme voor gezamenlijk toezicht.

3. De ESMA stelt, in samenwerking met de EBA, de EIOPA en het ESRB en na raadpleging van het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter nadere bepaling van de inhoud van de overeenkomstig lid 2 te rapporteren informatie en de mate van gedetailleerdheid van de te verstrekken informatie, rekening houdend met de informatie waarover de ESMA reeds beschikt uit hoofde van het bestaande rapportagekader.

De ESMA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op … [PB: in te voegen datum = 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] bij de Commissie in.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.

4. De ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op ter specificatie van het format van de informatie die aan de in lid 2 bedoelde bevoegde autoriteit moet worden verstrekt.

De ESMA dient die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op … [PB: in te voegen datum = 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] bij de Commissie in.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

(5) Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 1 worden de derde en vierde alinea geschrapt;

b) in lid 1 bis, vierde alinea,

- wordt punt a) vervangen door:

“a) die entiteit uit het derde land als een financiële tegenpartij zou worden beschouwd indien zij in de Unie gevestigd zou zijn; en”

- wordt punt b) geschrapt.

(6) In artikel 10 worden de leden 2 bis tot en met 5 vervangen door:

“2 bis.    De betrokken bevoegde autoriteiten van de niet-financiële tegenpartij en van de andere entiteiten binnen de groep zetten samenwerkingsprocedures op met het oog op het doeltreffend berekenen van de posities en evaluatie en beoordeling van het niveau van blootstelling in otc-derivatencontracten op groepsniveau.

3. Bij de berekening van de in lid 1 bedoelde posities houdt de niet-financiële tegenpartij rekening met alle door de niet-financiële tegenpartij gesloten otc-derivatencontracten die niet zijn gecleard bij een CTP die beschikt over een vergunning overeenkomstig artikel 14 of een erkenning overeenkomstig artikel 25, en waarvan niet objectief kan worden aangetoond dat ze risico’s verminderen die rechtstreeks met de commerciële bedrijvigheid of de activiteiten betreffende het beheer van de kasmiddelen van de niet-financiële tegenpartij verband houden.

4. De ESMA stelt, na raadpleging van het ESRB en andere relevante autoriteiten, ontwerpen van technische reguleringsnormen op waarin het volgende wordt gespecificeerd:

a) criteria om te bepalen van welke otc-derivatencontracten objectief kan worden vastgesteld, dat zij risico’s verminderen die rechtstreeks verband houden met de commerciële activiteiten of de activiteiten betreffende kasbeheer als bedoeld in lid 3;

b) de waarden van de clearingdrempels die worden vastgesteld met inachtneming van de systeemrelevantie van de open posities en toekomstige nettoblootstelling per tegenpartij en per otc-derivatenklasse.

c) de mechanismen die aanleiding geven tot een toetsing van de waarden van de clearingdrempels na aanzienlijke prijsschommelingen in de onderliggende otc-derivatenklasse.

De ESMA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op … [PB: in te voegen datum = 12 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening] bij de Commissie in.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.

De ESMA toetst, in overleg met het ESRB, de in de eerste alinea, punt b), bedoelde clearingdrempels, en houdt hierbij met name rekening met de verwevenheid van financiële tegenpartijen. Deze toetsing vindt ten minste om de twee jaar plaats, en eerder indien nodig of indien vereist uit hoofde van het overeenkomstig de eerste alinea, punt c), ingestelde mechanisme, en kan wijzigingen van de in de eerste alinea, punt b), gespecificeerde drempels voorstellen door middel van de overeenkomstig dit artikel vastgestelde technische reguleringsnormen. Bij de toetsing van de clearingdrempels overweegt de ESMA of de otc-derivatenklassen waarvoor een clearingdrempel is vastgesteld, nog steeds de relevante otc-derivatenklassen zijn, dan wel of er nieuwe klassen moeten worden ingevoerd.

Die periodieke toetsing gaat vergezeld van een verslag ter zake van de ESMA.

5. Elke lidstaat wijst een autoriteit aan die ervoor moet zorgen dat de verplichtingen van niet-financiële tegenpartijen uit hoofde van deze verordening worden nagekomen. Die autoriteit brengt ten minste eenmaal per jaar, en vaker indien overeenkomstig artikel 24 een noodsituatie wordt geconstateerd, verslag uit aan de ESMA over de activiteiten in otc-derivaten van de niet-financiële tegenpartijen waarvoor zij verantwoordelijk is en over die van de groep waartoe zij behoren.

Ten minste om de twee jaar dient de ESMA bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een verslag in over de activiteiten van niet-financiële tegenpartijen uit de Unie met betrekking tot otc-derivaten, waarin zij aangeeft op welke gebieden er een gebrek aan convergentie en samenhang is bij de toepassing van deze verordening, alsook welke potentiële risico’s er zijn voor de financiële stabiliteit van de Unie.”;.

(7) Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

a) aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Een niet-financiële tegenpartij die voor het eerst wordt onderworpen aan de in de eerste alinea neergelegde verplichtingen, treft binnen vier maanden na de in artikel 10, lid 1, tweede alinea, punt a), bedoelde kennisgeving de nodige regelingen om aan die verplichtingen te voldoen. Een niet-financiële tegenpartij wordt vrijgesteld van deze verplichtingen voor contracten die in de vier maanden na deze kennisgeving worden gesloten.”;

b) aan lid 3 worden de volgende alinea’s toegevoegd:

“Een niet-financiële tegenpartij die voor het eerst wordt onderworpen aan de in de eerste alinea vastgelegde verplichtingen, treft binnen vier maanden na de in artikel 10, lid 1, tweede alinea, punt a), bedoelde kennisgeving de nodige regelingen om aan die verplichtingen te voldoen. Een niet-financiële tegenpartij wordt vrijgesteld van deze verplichtingen voor contracten die in de vier maanden na deze kennisgeving worden gesloten.

EBA kan, overeenkomstig de in artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 neergelegde procedure, richtsnoeren of aanbevelingen uitgeven om te zorgen voor een uniforme toepassing van de in de eerste alinea bedoelde risicobeheerprocedures.

EBA stelt de ontwerpen van deze richtsnoeren of aanbevelingen op in samenwerking met de ETA’s.”;

c) in lid 15, eerste alinea, wordt punt a bis) geschrapt.

(8) Artikel 13 wordt geschrapt.

(9) Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 3 wordt vervangen door:

“3.    De in lid 1 bedoelde vergunning wordt voor met clearing verband houdende activiteiten verleend en specificeert welke diensten of activiteiten de centrale tegenpartij mag verrichten, met inbegrip van de klassen financiële instrumenten die onder dergelijke vergunning ressorteren.

Een entiteit die een vergunning aanvraagt om als CTP financiële instrumenten te mogen clearen, vermeldt in haar aanvraag, naast de klassen financiële instrumenten die zij voornemens is te clearen, ook de voor clearing geschikte klassen niet-financiële instrumenten die de CTP voornemens is te clearen.

Wanneer een CTP waaraan op grond van dit artikel een vergunning is verleend, voornemens is voor clearing geschikte klassen niet-financiële instrumenten te clearen, vraagt zij een uitbreiding van haar vergunning overeenkomstig artikel 15 aan.”;

b) de volgende leden 6 en 7 worden toegevoegd:

“6.    Om een consistente toepassing van dit artikel te garanderen, stelt de ESMA, in nauwe samenwerking met het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter specificatie van de lijst van vereiste documenten die een vergunningsaanvraag op grond van lid 1 moeten vergezellen en ter specificatie van de informatie die deze documenten moeten bevatten om aan te tonen dat de CTP aan alle relevante vereisten van deze verordening voldoet.

De ESMA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op … [PB: in te voegen datum = 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] bij de Commissie in.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.

7. De ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op ter specificatie van het elektronische format van de aanvraag die bij de centrale database moet worden ingediend voor de in lid 1 bedoelde vergunning.

De ESMA dient die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op … [PB: in te voegen datum = 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] bij de Commissie in.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

(10) Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1.    Een CTP die haar bedrijvigheid tot niet onder de bestaande vergunning vallende bijkomende diensten of activiteiten wenst uit te breiden, dient bij de voor de CTP bevoegde autoriteit een verzoek in tot uitbreiding. Het aanbieden van clearingdiensten of -activiteiten waarvoor aan de CTP niet reeds een vergunning is verleend, wordt als een uitbreiding van die vergunning beschouwd.

De uitbreiding van een vergunning vindt plaats in overeenstemming met een van de volgende procedures:

(a)de in artikel 17 vastgelegde procedure;

(b)de in artikel 17 bis vastgelegde procedure indien de aanvragende CTP daarom verzoekt overeenkomstig artikel 17 bis, lid 3.”;

b) lid 3 wordt vervangen door:

“3.    De ESMA stelt, in nauwe samenwerking met het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter specificatie van de lijst van vereiste documenten die een aanvraag voor een uitbreiding van een vergunning op grond van lid 1 moeten vergezellen, en ter specificatie van de informatie die deze documenten moeten bevatten om aan te tonen dat de CTP aan alle relevante vereisten van deze verordening voldoet.

De ESMA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op … [PB: in te voegen datum = 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] bij de Commissie in.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;

c) het volgende lid 4 wordt toegevoegd:

“4.    De ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op ter specificatie van het elektronische format van de aanvraag die bij de centrale database moet worden ingediend voor een uitbreiding van de in lid 1 bedoelde vergunning.

De ESMA dient die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op … [PB: in te voegen datum = 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] bij de Commissie in.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

(11) Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

a) de titel van het artikel wordt vervangen door:

“Procedure voor verlening en weigering van een aanvraag van een vergunning of uitbreiding van een vergunning”;

b) de leden 1, 2 en 3 worden vervangen door:

“1.    De aanvragende CTP dient een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 14, lid 1, of een aanvraag voor een uitbreiding van haar vergunning als bedoeld in artikel 15, lid 1, in een elektronisch format in via de in lid 7 bedoelde centrale database. De aanvraag wordt onmiddellijk gedeeld met de voor de CTP bevoegde autoriteit, de ESMA en het in artikel 18, lid 1, bedoelde college.

De voor de CTP bevoegde autoriteit bevestigt binnen twee werkdagen na ontvangst van de aanvraag de ontvangst ervan en deelt de CTP mee of de aanvraag de documenten bevat die vereist zijn op grond van artikel 14, leden 6 en 7, dan wel, indien de CTP om uitbreiding van haar vergunning heeft verzocht, op grond van artikel 15, leden 3 en 4.

Indien de voor de CTP bevoegde autoriteit vaststelt dat niet alle overeenkomstig artikel 14, leden 6 en 7, dan wel artikel 15, leden 3 en 4, vereiste documenten zijn ingediend, weigert zij de aanvraag van de CTP.

2. De aanvragende CTP verstrekt alle informatie die noodzakelijk is om aan te tonen dat deze op het moment van de vergunning alle regelingen heeft getroffen die noodzakelijk zijn om aan de vereisten zoals neergelegd in deze verordening te voldoen.

3. Binnen veertig werkdagen na het einde van de in de tweede alinea van lid 1 vastgestelde periode (“de risicobeoordelingsperiode”) verrichten de voor de CTP bevoegde autoriteit, de ESMA en het college elk een risicobeoordeling om te bepalen of de CTP aan de in deze verordening neergelegde relevante vereisten voldoet. Tegen het einde van de risicobeoordelingsperiode:

(a)zendt de voor de CTP bevoegde autoriteit haar ontwerp-besluit en verslag aan de ESMA en het college;

(b)stelt de ESMA een advies vast overeenkomstig artikel 24 bis, lid 7, en zendt zij dit aan de voor de CTP bevoegde autoriteit en het college;

(c)stelt het college een advies vast overeenkomstig artikel 19 en zendt dit aan de voor de CTP bevoegde autoriteit en de ESMA.

Voor de toepassing van punt b) kan de ESMA in haar advies voorwaarden of aanbevelingen opnemen die zij nodig acht ter beperking van eventuele tekortkomingen in het risicobeheer van de CTP, met name in verband met vastgestelde grensoverschrijdende risico’s of risico’s voor de financiële stabiliteit van de Unie.

Voor de toepassing van punt c) kan het college in zijn advies voorwaarden of aanbevelingen opnemen die het nodig acht ter beperking van eventuele tekortkomingen in het risicobeheer van de CTP.”;

d) de volgende leden 3 bis en 3 ter worden ingevoegd:

“3 bis.    Tijdens de in lid 3 bedoelde risicobeoordelingsperiode kunnen de voor de CTP bevoegde autoriteit, de ESMA of elk van de leden van het college rechtstreeks vragen stellen aan de CTP. Indien de CTP die vragen niet binnen de door de verzoekende autoriteit gestelde termijn beantwoordt, kan de voor de CTP bevoegde autoriteit, de ESMA of het college een besluit bij ontstentenis van een antwoord van de CTP nemen of besluiten de beoordelingsperiode met maximaal tien werkdagen te verlengen, indien de vraag naar hun oordeel van wezenlijk belang is voor de beoordeling.

3 ter.    Binnen tien werkdagen na ontvangst van zowel het de ESMA-advies als het advies van het college stelt de voor de CTP bevoegde autoriteit haar besluit vast en zendt dit aan de ESMA en het college.

Indien de voor de CTP bevoegde autoriteit een advies van de ESMA of het college, met inbegrip van daarin vervatte voorwaarden of aanbevelingen, niet volgt, bevat haar besluit een volledige opgaaf van redenen en een toelichting op elke aanzienlijke afwijking van dat advies of die voorwaarden of aanbevelingen.

Wanneer een bevoegde autoriteit het advies van de ESMA of van het college of daarin vervatte voorwaarden of aanbevelingen niet opvolgt, wordt dit door de ESMA bekendgemaakt. De ESMA kan eveneens per geval beslissen om de door de bevoegde autoriteit aangevoerde redenen voor het niet volgen van het advies van de ESMA of het college dan wel de daarin vervatte voorwaarden of aanbevelingen openbaar te maken.”;

e) lid 4 wordt vervangen door:

“4.    De voor de CTP bevoegde autoriteit verleent, na afweging van de adviezen van de ESMA en het in lid 3 bedoelde college, met inbegrip van de daarin vervatte voorwaarden en aanbevelingen, uitsluitend een vergunning als bedoeld in artikel 14 en artikel 15, lid 1, tweede alinea, punt a), indien zij er ten volle van overtuigd is dat de aanvragende CTP:

(a)voldoet aan alle vereisten van deze verordening, ook, in voorkomend geval, voor het verrichten van clearingdiensten of -activiteiten met betrekking tot niet-financiële instrumenten; en

(b)overeenkomstig Richtlijn 98/26/EG als systeem is aangemeld.

De CTP wordt geen vergunning verleend wanneer alle leden van het college, met uitzondering van de autoriteiten van de lidstaat waar de CTP is gevestigd, overeenkomstig artikel 19, lid 1, in onderlinge overeenstemming tot een gezamenlijk advies zijn gekomen dat aan de CTP geen vergunning verleend wordt. In dat advies moeten uitdrukkelijk de volledige en gedetailleerde redenen worden opgegeven waarom het college van oordeel is dat de vereisten van deze verordening of van andere delen van het Unierecht niet zijn vervuld.

Daar waar er niet in onderlinge overeenstemming tot een gezamenlijk advies kan worden gekomen overeenkomstig de tweede alinea, en een twee derde meerderheid in het college een negatief advies heeft uitgebracht, kan elke van de betrokken bevoegde autoriteiten binnen 30 kalenderdagen na de aanneming van dat negatieve advies op basis van een twee derde meerderheid in het college de aangelegenheid overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 naar de ESMA doorverwijzen.

In dat besluit moeten uitdrukkelijk de volledige en gedetailleerde redenen worden opgegeven waarom de betrokken leden van het college van oordeel zijn dat de vereisten van deze verordening of van andere delen van het Unierecht niet zijn vervuld. In dat geval stelt de voor de CTP bevoegde autoriteit haar vergunningsbesluit uit in afwachting van een besluit dat de ESMA overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1095/2010 kan nemen met betrekking tot het verlenen van een vergunning aan die CTP, en neemt zij haar besluit in overeenstemming met het besluit van de ESMA. Na het verstrijken van de periode van 30 dagen als bedoeld in de derde alinea mag de aangelegenheid niet meer naar de ESMA worden doorverwezen.

Indien alle leden van het college, met uitzondering van de autoriteiten van het land waarin de CTP gevestigd is, in onderlinge overeenstemming tot een gezamenlijk advies komen, op grond van artikel 19, lid 1, dat de CTP geen vergunning moet krijgen, kan de voor de CTP bevoegde autoriteit de aangelegenheid overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 naar de ESMA doorverwijzen.

De bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de CTP is gevestigd, zendt het besluit toe aan de andere betrokken bevoegde autoriteiten.”;

f) lid 7 wordt vervangen door:

“7.    De ESMA houdt een centrale database bij die de voor de CTP bevoegde autoriteit, de ESMA, en de leden van het college voor die CTP (“geregistreerde ontvangers”) toegang biedt tot alle documenten die in de database voor die CTP zijn geregistreerd. De CTP dient de in artikel 14, artikel 15, lid 1, tweede alinea, punt a), en artikel 49 bedoelde aanvraag in via die database.

De geregistreerde ontvangers uploaden onmiddellijk alle documenten die zij van de CTP ontvangen met betrekking tot een aanvraag overeenkomstig lid 1 en de centrale database stelt de geregistreerde ontvangers automatisch in kennis wanneer de inhoud ervan is gewijzigd. De centrale database bevat alle documenten die door een aanvragende CTP overeenkomstig lid 1 zijn verstrekt en alle andere documenten die voor de beoordeling door de voor de CTP bevoegde autoriteit, de ESMA en het college relevant zijn.

De leden van het comité voor toezicht op CTP’s hebben voor de uitvoering van hun taken overeenkomstig artikel 24 bis, lid 7, eveneens toegang tot de centrale database. De voorzitter van het comité voor toezicht op CTP’s kan de toegang tot sommige documenten voor de leden van het comité voor toezicht op CTP’s als bedoeld in artikel 24 bis, punt c) en d), ii), beperken wanneer dit om redenen van vertrouwelijkheid gerechtvaardigd is.”.

(12) De volgende artikelen 17 bis en 17 ter worden ingevoegd:

“Artikel 17 bis

Geen-bezwaarprocedure voor inwilliging van verzoeken tot uitbreiding van activiteiten of diensten


1. De geen-bezwaarprocedure wordt toegepast bij niet-materiële wijzigingen in de bestaande vergunning van een CTP in de volgende gevallen waarin de voorgestelde aanvullende clearingdienst of -activiteit:

a) aan alle volgende voorwaarden voldoet:

i) de CTP is voornemens een of meer financiële instrumenten te clearen die behoren tot dezelfde klassen financiële instrumenten waarvoor zij op grond van artikel 14 of 15 een clearingvergunning heeft gekregen;

ii) de in punt i) bedoelde financiële instrumenten worden verhandeld op een handelsplatform waarvoor de CTP reeds clearingdiensten of -activiteiten verricht; en

iii) bij de voorgestelde aanvullende clearingdienst of -activiteit is geen betaling in een nieuwe valuta nodig;

b) een nieuwe Unievaluta toevoegt aan een klasse financiële instrumenten die reeds onder de vergunning van de CTP vallen; of

c) een of meer extra looptijden toevoegt aan een klasse financiële instrumenten die reeds onder de vergunning van de CTP vallen, op voorwaarde dat het looptijdbereik niet aanzienlijk wordt vergroot.

2. De voor de CTP bevoegde autoriteit kan, na afweging van de input van het overeenkomstig artikel 23 ter voor die CTP opgerichte gezamenlijke toezichtsteam, ook besluiten de in dit artikel omschreven geen-bezwaarprocedure toe te passen wanneer een CTP daarom verzoekt en de voorgestelde aanvullende clearingdienst of -activiteit aan geen van de volgende voorwaarden voldoet:

(a)deze leidt ertoe dat de CTP haar operationele structuur op enig punt van de contractcyclus aanzienlijk moet aanpassen:

(b)deze omvat het aanbieden van contracten die niet op dezelfde manier kunnen worden geliquideerd, zoals via een direct bod of een veiling, of samen met contracten die reeds door de CTP zijn gecleard;

(c)deze leidt ertoe dat de CTP rekening moet houden met materiële nieuwe contractspecificaties, zoals aanzienlijke uitbreidingen van de bandbreedten van de looptijden of nieuwe stijlen voor uitoefening van opties binnen een categorie contracten;

(d)deze leidt tot de invoering van materiële nieuwe risico’s, die verband houden met de verschillende kenmerken van de activa waaraan wordt gerefereerd;

(e)deze omvat het aanbieden van een nieuw afwikkelings- of leveringsmechanisme of een nieuwe afwikkelings- of leveringsdienst waarbij koppelingen tot stand worden gebracht met een ander afwikkelingssysteem, andere centrale effectenbewaarinstelling of een ander betalingssysteem waarvan de CTP voorheen geen gebruikmaakte.

3. Een CTP die een verzoek om uitbreiding indient en hierbij om toepassing van de geen-bezwaarprocedure vraagt, moet aantonen waarom de voorgestelde uitbreiding van haar activiteiten tot bijkomende clearingdiensten of -activiteiten op grond van de leden 1 of 2 in aanmerking komt voor beoordeling volgens de procedure voor goedkeuring bij geen bezwaar. De CTP dient haar aanvraag in een elektronisch format in via de in artikel 17, lid 7, bedoelde centrale database en verstrekt alle informatie die noodzakelijk is om aan te tonen dat deze op het moment van de vergunning alle regelingen heeft getroffen die noodzakelijk zijn om aan de vereisten zoals neergelegd in deze verordening te voldoen.

Een CTP die een aanvraag tot uitbreiding van haar vergunning indient met het verzoek om de geen-bezwaarprocedure toe te passen, mag, indien de voorgestelde aanvullende clearingdiensten of -activiteiten binnen het toepassingsgebied van lid 1 vallen, beginnen met het clearen van dergelijke aanvullende financiële instrumenten of niet-financiële instrumenten die voor clearing in aanmerking komen voordat de voor de CTP bevoegde autoriteit een besluit heeft genomen overeenkomstig lid 4.

4. Binnen tien werkdagen na ontvangst van een aanvraag overeenkomstig lid 2 besluit de voor de CTP bevoegde autoriteit, na afweging van de input van het overeenkomstig artikel 23 ter voor die CTP opgerichte gezamenlijke toezichtsteam, of de aanvraag in aanmerking komt voor de in dit artikel beschreven geen-bezwaarprocedure of, indien de voor de CTP bevoegde autoriteit materiële risico’s als gevolg van de voorgestelde uitbreiding van de activiteiten van de CTP tot bijkomende clearingdiensten of -activiteiten heeft vastgesteld, dat de in artikel 17 beschreven procedure wordt toegepast. De voor de CTP bevoegde autoriteit stelt de aanvragende CTP in kennis van haar besluit. Indien de voor de CTP bevoegde autoriteit heeft besloten dat de procedure van artikel 17 moet worden toegepast, staakt de CTP binnen vijf werkdagen na ontvangst van die kennisgeving de verrichting van de betreffende clearingdienst of -activiteit.

5. Wanneer een voor de CTP bevoegde autoriteit, na afweging van de input van het overeenkomstig artikel 23 ter voor die CTP opgerichte gezamenlijke toezichtsteam, geen bezwaar heeft gemaakt tegen de voorgestelde aanvullende diensten of activiteiten van de CTP binnen tien werkdagen na ontvangst van de aanvraag indien lid 1 van toepassing is of na ontvangst van de in lid 4 bedoelde kennisgeving indien dat lid van toepassing is, waarmee wordt bevestigd dat de in dit artikel uiteengezette geen-bezwaarprocedure van toepassing is, wordt de vergunning geacht te zijn verleend.

6. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 82 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen met wijzigingen in de lijst van niet-materiële wijzigingen op grond van lid 1, indien een dergelijke wijziging geen verhoogd risico voor de CTP met zich meebrengt.

Artikel 17 ter

Procedure voor aanvraag van advies van de ESMA en het college

1. Een voor een CTP bevoegde autoriteit dient via de in artikel 17, lid 7, bedoelde centrale database een aanvraag in elektronisch format in voor een advies van:

(a)De ESMA overeenkomstig artikel 23 bis, lid 2, wanneer de bevoegde autoriteit voornemens is een besluit te nemen met betrekking tot de artikelen 7, 8, 20, 21, 29, 30, 31, 32, 33, 35, 36, 41 en 54;

(b)het college overeenkomstig artikel 18, wanneer de bevoegde autoriteit voornemens is een besluit te nemen met betrekking tot de artikelen 20, 21, 30, 31, 32, 35, 41, 49, 51 en 54.

Deze adviesaanvraag wordt onmiddellijk gedeeld met de geregistreerde ontvangers.

2. Tenzij in het desbetreffende artikel anderszins is aangegeven, beoordelen de ESMA en het college binnen dertig werkdagen na ontvangst van de in lid 1 bedoelde aanvraag (“de beoordelingsperiode”) of de CTP aan de respectieve vereisten voldoet. Tegen het einde van de beoordelingsperiode:

a) zendt de voor de CTP bevoegde autoriteit haar ontwerpbesluit en verslag aan de ESMA en het college;

b) stelt de ESMA een advies vast overeenkomstig artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b), onder c), en zendt zij dit aan de voor de CTP bevoegde autoriteit en het college; De ESMA kan in haar advies voorwaarden of aanbevelingen opnemen die zij nodig acht ter beperking van eventuele tekortkomingen in het risicobeheer van de CTP, met name in verband met vastgestelde grensoverschrijdende risico’s of risico’s voor de financiële stabiliteit van de Unie;

c) stelt het college een advies vast overeenkomstig artikel 19 en zendt het aan de ESMA en de voor de CTP bevoegde autoriteit. Het college kan in zijn advies voorwaarden of aanbevelingen opnemen die het nodig acht ter beperking van eventuele tekortkomingen in het risicobeheer van de CTP.

3. Binnen tien werkdagen na ontvangst van het advies van de ESMA en, indien vereist, het advies van het college, stelt de voor de CTP bevoegde autoriteit, na de adviezen van de ESMA en het college, met inbegrip van de daarin vervatte voorwaarden of aanbevelingen, naar behoren in overweging te hebben genomen, haar besluit vast en zendt zij dit aan de ESMA en het college.

Indien de voor de CTP bevoegde autoriteit een advies van de ESMA of het college, met inbegrip van daarin vervatte voorwaarden of aanbevelingen, niet volgt, bevat haar besluit een volledige opgaaf van redenen en een toelichting op elke aanzienlijke afwijking van dat advies of die voorwaarden of aanbevelingen.

Wanneer een bevoegde autoriteit het advies van de ESMA of van het college of daarin vervatte voorwaarden of aanbevelingen niet opvolgt, wordt dit door de ESMA bekendgemaakt. De ESMA kan eveneens per geval beslissen om de door de bevoegde autoriteit aangevoerde redenen voor het niet volgen van het advies van de ESMA of het college dan wel de daarin vervatte voorwaarden of aanbevelingen openbaar te maken.”.

(13) Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. Uiterlijk 30 kalenderdagen na de indiening van een volledige aanvraag overeenkomstig artikel 17, richt de voor de CTP bevoegde autoriteit een college op teneinde de uitvoering van de in de artikelen 15, 17, 20, 21, 30, 31, 32, 35, 41, 49, 51 en 54 bedoelde taken te faciliteren.”;

b) in lid 2 wordt punt a) vervangen door:

“a)    de voorzitter of een van de onafhankelijke leden van het comité voor toezicht op CTP’s, als bedoeld in artikel 24 bis, lid 2, punten a) en b), die het college beheert en voorzit;”.

(14) Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1.    Wanneer het college op grond van deze verordening een advies moet uitbrengen, komt het tot een gezamenlijk advies waarin wordt bepaald of de CTP voldoet aan alle vereisten die in deze verordening zijn neergelegd.

Onverminderd het bepaalde in artikel 17, lid 4, derde alinea, en indien geen gezamenlijk advies wordt bereikt in overeenstemming met de eerste alinea, stelt het college, binnen dezelfde termijn een meerderheidsadvies vast.”;

b) in lid 3 wordt de vierde alinea vervangen door:

“De in artikel 18, lid 2, punten c bis) en i), bedoelde leden van het college hebben geen stemrecht over de adviezen van het college.”;

c) lid 4 wordt geschrapt.

(15) In Artikel 20, worden de leden 3 tot en met 7 vervangen door:

“3.    De voor de CTP bevoegde autoriteit raadpleegt de ESMA en de leden van het college, in overeenstemming met lid 6, over de noodzaak om de vergunning van de CTP in te trekken, tenzij dat besluit dringend moet worden genomen.

4. De ESMA en elk lid van het college kan te allen tijde verzoeken dat de voor de CTP bevoegde autoriteit nagaat of de CTP blijft voldoen aan de voorwaarden waarop de vergunning is verleend.

5. De voor de CTP bevoegde autoriteit mag de intrekking beperken tot een bepaalde dienst, activiteit of een bepaalde klasse financiële instrumenten of niet-financiële instrumenten.

6. Voordat de voor de CTP bevoegde autoriteit een besluit neemt om een bepaalde dienst, activiteit of klasse van financiële instrumenten of niet-financiële instrumenten in te trekken, vraagt zij de ESMA en het college overeenkomstig artikel 17 ter om advies.

7. Indien een voor een CTP bevoegde autoriteit een besluit neemt over de intrekking van de volledige vergunning of de vergunning met betrekking tot een bepaalde dienst, activiteit of klasse van financiële instrumenten of niet-financiële instrumenten, wordt dat besluit in de gehele Unie van kracht.”.

(16) Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1.    De bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 22 verrichten alle volgende taken:

a) zij toetsen of de door de CTP’s ingevoerde regelingen, strategieën, processen en mechanismen aan deze verordening voldoen;

b) zij toetsen de diensten of activiteiten die de CTP is begonnen te verrichten na geen-bezwaarprocedures overeenkomstig artikel 17 bis of artikel 49;

c) zij evalueren de risico’s, waaronder financiële en operationele risico’s, waaraan CTP’s zijn of mogelijkerwijs worden blootgesteld.”;

b) de leden 3 en 4 worden vervangen door:

“3.    De bevoegde autoriteiten stellen, na de input van het overeenkomstig artikel 23 ter voor de betreffende CTP opgerichte gezamenlijke toezichtsteam in overweging te hebben genomen, de frequentie en grondigheid van de in lid 1 van dit artikel bedoelde toetsing en evaluatie vast, met bijzondere aandacht voor de omvang, het systeembelang, de aard, de schaal, de complexiteit van de activiteiten en de verwevenheid met andere financiëlemarktinfrastructuren van de betrokken CTP’s en voor de door de ESMA overeenkomstig artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b bis), vastgestelde toezichtprioriteiten. De bevoegde autoriteiten werken de toetsing en evaluatie ten minste jaarlijks bij.

CTP’s worden onderworpen aan inspecties ter plaatse. De bevoegde autoriteiten nodigen de leden van het overeenkomstig artikel 23 ter voor de betreffende CTP opgerichte gezamenlijke toezichtsteam uit om deel te nemen aan inspecties ter plaatse.

De bevoegde autoriteit stuurt alle informatie die zij tijdens of in verband met inspecties ter plaatse van de CTP’s ontvangt, door naar de leden van het overeenkomstig artikel 23 ter voor de betreffende CTP opgerichte gezamenlijke toezichtsteam.

4     De bevoegde autoriteiten brengen regelmatig en ten minste eenmaal per jaar verslag uit aan het college over de resultaten van de in lid 1 bedoelde toetsing en evaluatie, en over eventuele corrigerende maatregelen die door de bevoegde autoriteiten zijn genomen of sancties die zij hebben opgelegd. De bevoegde autoriteiten brengen het verslag over een kalenderjaar uiterlijk op 30 maart van het volgende kalenderjaar ter kennis van de ESMA. Dit verslag wordt onderworpen aan een advies van het college overeenkomstig artikel 19 en een advies van de ESMA overeenkomstig artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b quater), welke adviezen worden uitgebracht volgens de procedure van artikel 17 ter.”.

(17) Artikel 23 bis wordt als volgt gewijzigd:

a) de leden 1 en 2 worden vervangen door:

“1.    De ESMA vervult een coördinerende rol tussen de bevoegde autoriteiten en onder de colleges met het oog op:

a) de totstandbrenging van een gemeenschappelijke toezichtcultuur en van consistente toezichtpraktijken;

b) uniforme procedures en consistente strategieën;

c) versterking van de consistentie in de toezichtresultaten, met name in verband met toezichtgebieden met een grensoverschrijdende dimensie of een mogelijk grensoverschrijdend effect;

d) coördinatie van krachten in noodsituaties overeenkomstig artikel 24;

e) de beoordeling van risico’s wanneer zij overeenkomstig lid 2 de bevoegde autoriteiten adviezen verstrekken over de naleving door de CTP’s van de vereisten van deze verordening, met name in verband met geïdentificeerde grensoverschrijdende risico’s of risico’s voor de financiële stabiliteit van de Unie, en aanbevelingen doen over de wijze waarop een CTP deze risico’s moet beperken.

2. De bevoegde autoriteiten dienen hun ontwerpbesluiten bij de ESMA in voordat zij optreden of maatregelen treffen op grond van de artikelen 7, 8 en 14, artikel 15, lid 1, tweede alinea, punt a), en de artikelen 20 en 21, de artikelen 29 tot en met 33, en de artikelen 35, 36, 41 en 54.

De bevoegde autoriteiten kunnen ook ontwerpbesluiten voor advies bij de ESMA indienen voordat zij anderszins optreden of maatregelen treffen overeenkomstig hun taken op grond van artikel 22, lid 1.”;

b) de leden 3 en 4 worden geschrapt.

(18) De volgende artikelen 23 ter en 23 quater worden ingevoegd:

“Artikel 23 ter

Gezamenlijke toezichtsteams

1. Er wordt een gezamenlijk toezichtsteam opgericht voor het toezicht op elke CTP waaraan overeenkomstig artikel 14 een vergunning is verleend. Elk gezamenlijk toezichtsteam bestaat uit personeelsleden van de voor de CTP bevoegde autoriteit, de ESMA en de leden van het in artikel 18, punten c), g) en h), bedoelde college. Ook andere leden van het college kunnen verzoeken om deel te nemen aan het gezamenlijke toezichtsteam. De gezamenlijke toezichtsteams werken onder de coördinatie van een aangewezen personeelslid van de bevoegde autoriteit.

2. De taken van een gezamenlijk toezichtsteam omvatten, maar zijn niet beperkt tot, al het volgende:

a) verstrekking van input aan de bevoegde autoriteiten, de ESMA en de colleges overeenkomstig artikel 17 bis, leden 2, 4 en 5, en artikel 21, lid 3;

b) deelname aan inspecties ter plaatse overeenkomstig artikel 21, lid 3;

c) onderhoud van contacten met bevoegde autoriteiten en leden van het college, naar gelang het geval;

d) verlening van bijstand aan de voor een CTP bevoegde autoriteit bij de beoordeling van de naleving van de vereisten van deze verordening door de CTP, indien die bevoegde autoriteit daarom verzoekt.

3. De voor de CTP bevoegde autoriteit is belast met de oprichting van gezamenlijke toezichtsteams.

4. De ESMA en de autoriteiten die aan de gezamenlijke toezichtsteams deelnemen, voeren onderling overleg en maken afspraken over het gebruik van middelen met betrekking tot de gezamenlijke toezichtsteams.

Artikel 23 quater

Mechanisme voor gezamenlijk toezicht

1. De ESMA stelt een mechanisme voor gezamenlijk toezicht in voor de uitoefening van de in lid 2 bedoelde taken.

Het mechanisme voor gezamenlijk toezicht bestaat uit:

a) vertegenwoordigers van de ESMA;

b) vertegenwoordigers van de EBA en de EIOPA;

c) vertegenwoordigers van de Commissie, het ESRB en de ECB, alsook van de ECB in het kader van de taken betreffende het prudentieel toezicht op kredietinstellingen binnen het gemeenschappelijke toezichtsmechanisme dat haar overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad is toevertrouwd.

De ESMA beheert de vergaderingen van het mechanisme voor gezamenlijk toezicht en zit deze voor. De voorzitter van het mechanisme voor gezamenlijk toezicht kan, op verzoek van de andere leden van het mechanisme voor gezamenlijk toezicht of op eigen initiatief, andere autoriteiten uitnodigen om aan de vergaderingen deel te nemen wanneer dit relevant is voor de te bespreken onderwerpen.

2. Het mechanisme voor gezamenlijk toezicht:

a) ziet toe op de uitvoering van de vereisten die in de artikelen 7 bis en 7 ter zijn vastgelegd, waaronder alle volgende:

i) de totale blootstellingen en de vermindering van de blootstellingen aan overeenkomstig artikel 25, lid 2 quater, geïdentificeerde clearingdiensten van wezenlijk systemisch belang;

ii) de ontwikkelingen in verband met de clearing bij CTP’s waaraan overeenkomstig artikel 14 een vergunning is verleend en de toegang tot clearing voor cliënten tot die CTP’s, met inbegrip van vergoedingen die door die CTP’s in rekening worden gebracht voor het openen van rekeningen overeenkomstig artikel 7 bis en vergoedingen die door clearingleden aan hun cliënten in rekening worden gebracht voor het openen van rekeningen en het verrichten van clearing overeenkomstig artikel 7 bis;

iii) andere belangrijke ontwikkelingen in de clearingpraktijken die van invloed zijn op het niveau van clearing bij CTP’s waaraan overeenkomstig artikel 14 een vergunning is verleend;

b) ziet toe op de clearingrelaties van cliënten, waaronder de overdraagbaarheid en de onderlinge afhankelijkheden en interacties van clearingleden en cliënten met andere financiëlemarktinfrastructuren;

c) dragen bij tot de ontwikkeling van Uniebrede beoordelingen van de veerkracht van CTP’s, waarbij de nadruk ligt op liquiditeitsrisico’s betreffende CTP’s, clearingleden en cliënten;

d) stelt concentratierisico’s vast, met name bij clearing van cliënten, als gevolg van de integratie van de financiële markten van de Unie, waaronder in geval verschillende CTP’s, clearingleden of cliënten gebruikmaken van dezelfde dienstverleners;

e) ziet toe op de effectiviteit van de maatregelen die erop gericht zijn de aantrekkelijkheid van CTP’s uit de Unie te vergroten, clearing bij CTP’s uit de Unie aan te moedigen en het toezicht op grensoverschrijdende risico’s te verbeteren.

De organen die deelnemen aan het mechanisme voor gezamenlijk toezicht en de nationale bevoegde autoriteiten werken samen en delen de informatie die nodig is voor uitvoering van de in de eerste alinea bedoelde toezichtactiviteiten.

Indien de vereiste informatie, waaronder de in artikel 7 bis, lid 4, bedoelde informatie, niet beschikbaar wordt gesteld, kan de ESMA, middels een eenvoudig verzoek, vergunninghoudende CTP’s, hun clearingleden en hun cliënten verplichten de nodige informatie te verstrekken om de ESMA en de andere aan het mechanisme voor gezamenlijk toezicht deelnemende organen in staat te stellen de in de eerste alinea bedoelde beoordeling uit te voeren.

3. De ESMA brengt, in samenwerking met de andere organen die aan het mechanisme voor gezamenlijk toezicht deelnemen, jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de resultaten van de activiteiten overeenkomstig lid 2.

4. De ESMA handelt overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 wanneer zij, op basis van de in het kader van het mechanisme voor gezamenlijk toezicht ontvangen informatie en na de daarin gevoerde besprekingen:

a) van oordeel is dat de bevoegde autoriteiten er niet voor zorgen dat clearingleden en cliënten het in artikel 7 bis vastgelegde vereiste naleven;

b) een risico voor de financiële stabiliteit van de Unie constateert als gevolg van een vermeende inbreuk op of niet-toepassing van het Unierecht.

Alvorens overeenkomstig de eerste alinea te handelen, kan de ESMA richtsnoeren of aanbevelingen uitvaardigen overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

5. Wanneer de ESMA, op basis van de in het kader van het mechanisme voor gezamenlijk toezicht ontvangen informatie en na de daarin gevoerde besprekingen, van oordeel is dat naleving van het in artikel 7 bis neergelegde vereiste niet effectief waarborgt dat de buitensporige blootstelling van clearingleden en cliënten uit de Unie aan tier 2-CTP’s wordt verminderd, herziet zij de in artikel 7 bis, lid 5, bedoelde technische reguleringsnormen en stelt zij, indien nodig, een passende aanpassingsperiode vast die niet langer dan 12 maanden mag duren.”.

(19) Artikel 24 wordt vervangen door:

“Artikel 24

Noodsituaties

1. De voor de CTP bevoegde autoriteit of een andere betrokken autoriteit stelt de ESMA, het college, de betrokken leden van het ESCB, de Commissie en andere betrokken autoriteiten onverwijld in kennis van elke noodsituatie met betrekking tot een CTP, met inbegrip van al het volgende:

a) situaties of gebeurtenissen die gevolgen hebben of waarschijnlijk zullen hebben voor de prudentiële of financiële soliditeit of de veerkracht van CTP’s waaraan overeenkomstig artikel 14 een vergunning is verleend, hun clearingleden of cliënten;

b) wanneer een CTP voornemens is haar herstelplan overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. 2021/23 te activeren, een bevoegde autoriteit een vroegtijdige interventiemaatregel overeenkomstig artikel 18 van die verordening heeft genomen of een bevoegde autoriteit een volledige of gedeeltelijke verwijdering van de directie of de raad van de CTP heeft geëist overeenkomstig artikel 19 van die verordening;

c) wanneer er ontwikkelingen op de financiële markten zijn die een negatief effect kunnen hebben op de marktliquiditeit, de transmissie van monetair beleid, de soepele werking van betalingssystemen of de stabiliteit van het financiële stelsel in een van de lidstaten waar de CTP of een van haar clearingleden is gevestigd.

2. De ESMA coördineert de bevoegde autoriteiten, de overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2021/23 aangewezen afwikkelingsautoriteit en de colleges om een gemeenschappelijke reactie op noodsituaties met betrekking tot een CTP op te bouwen.

3. In geval van noodsituaties, behalve wanneer een afwikkelingsautoriteit overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) nr. 2021/23 een afwikkelingsmaatregel met betrekking tot een CTP heeft genomen, en om de reacties van de bevoegde autoriteiten te coördineren:

a) kan een vergadering van het comité voor toezicht op CTP’s door de voorzitter van het comité worden bijeengeroepen;

b) wordt een vergadering van het comité voor toezicht op CTP’s door de voorzitter van het comité bijeengeroepen indien twee leden van het comité zulks verzoeken.

4. Ook elk van de volgende autoriteiten kan, in voorkomend geval, worden uitgenodigd voor de in lid 3 bedoelde vergadering, rekening houdend met de tijdens de vergadering te bespreken onderwerpen:

a) de betrokken centrale banken van uitgifte;

b) de betrokken, met het toezicht op clearingleden belaste bevoegde autoriteiten, met inbegrip van, waar passend, de ECB in het kader van de taken betreffende het prudentieel toezicht op kredietinstellingen binnen het gemeenschappelijke toezichtsmechanisme dat haar overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad is toevertrouwd;

c) de betrokken, met het toezicht op handelsplatforms belaste bevoegde autoriteiten;

d) de betrokken, met het toezicht op cliënten belaste bevoegde autoriteiten, wanneer deze bekend zijn;

e) de betrokken afwikkelingsautoriteiten die zijn aangewezen uit hoofde van artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2021/23.

Wanneer overeenkomstig de eerste alinea een vergadering van het comité voor toezicht op CTP’s wordt gehouden, stelt de voorzitter de EBA, de EIOPA, het ESRB en de Commissie daarvan in kennis, waarbij zij worden uitgenodigd om op verzoek aan die vergadering deel te nemen.

5. De ESMA kan, middels een eenvoudig verzoek, vergunninghoudende CTP’s, hun clearingleden en cliënten, verbonden financiëlemarktinfrastructuren en gelieerde derden waaraan die CTP’s operationele functies of activiteiten hebben uitbesteed, verplichten alle informatie te verstrekken die zij nodig heeft voor het vervullen van haar coördinatiefunctie op grond van dit artikel.

6. De ESMA kan, op voorstel van het comité voor toezicht op CTP’s, overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 noodaanbevelingen aan een of meer bevoegde autoriteiten doen waarin hen wordt aanbevolen tijdelijke of permanente toezichtbesluiten te nemen in overeenstemming met de vereisten van artikel 16 en de titels IV en V om aanzienlijke nadelige gevolgen voor de financiële stabiliteit van de Unie te voorkomen of te beperken. De ESMA kan alleen noodaanbevelingen doen wanneer er meer dan één vergunninghoudende CTP is getroffen of wanneer gebeurtenissen in de gehele Unie grensoverschrijdende geclearde markten destabiliseren.”.

(20) Artikel 24 bis wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 2, wordt punt d), ii), vervangen door:

“ii)    indien het comité voor toezicht op CTP’s bijeenkomt in verband met CTP’s waaraan overeenkomstig artikel 14 een vergunning is verleend, in het kader van besprekingen met betrekking tot lid 7 van dit artikel de centrale banken van uitgifte van de EU-valuta’s van de door vergunninghoudende CTP’s geclearde financiële instrumenten, die hebben verzocht om lidmaatschap van het comité voor toezicht op CTP’s, die niet-stemgerechtigd zijn.”;

b) lid 3 wordt vervangen door:

“3.    De voorzitter kan, indien dit passend en noodzakelijk is, leden van de in artikel 18 bedoelde colleges, vertegenwoordigers van de betrokken, voor cliënten bevoegde autoriteiten, indien deze bekend zijn, en van de betrokken instellingen en organen van de Unie als waarnemers voor de vergaderingen van het comité voor toezicht op CTP’s uitnodigen.”;

c) lid 7 wordt als volgt gewijzigd:

i) de aanhef wordt vervangen door:

“In verband met CTP’s waaraan een vergunning is verleend of die een vergunning aanvragen overeenkomstig artikel 14 stelt het comité voor toezicht op CTP’s, voor de toepassing van artikel 23 bis, lid 2, besluiten op en oefent het de taken uit die aan de ESMA worden toevertrouwd in de volgende punten:”;

ii) de volgende punten b bis), b ter) en b quater) worden toegevoegd:

“b bis)    minstens eenmaal per jaar de prioriteiten voor het toezicht op CTP’s waaraan overeenkomstig artikel 14 een vergunning is verstrekt, bespreken en vaststellen, als input voor de voorbereiding van de strategische toezichtprioriteiten van de Unie door de ESMA overeenkomstig artikel 29 bis van Verordening (EU) nr. 1095/2010;

b ter)    in samenwerking met de EBA, de EIOPA, alsook de ECB bij de uitoefening van haar taken in het kader van een gemeenschappelijk toezichtsmechanisme uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1024/2013, alle grensoverschrijdende risico’s overwegen die voortvloeien uit de activiteiten van CTP’s, onder meer als gevolg van de verwevenheid, onderlinge verbanden en concentratierisico’s van CTP’s als gevolg van dergelijke grensoverschrijdende verbindingen;

b quater)    ontwerpadviezen voor vaststelling door de raad van toezichthouders overeenkomstig de artikelen 17 en 17 ter, alsook ontwerpvalidatiebesluiten overeenkomstig artikel 49 opstellen;”;

iii) de volgende alinea wordt toegevoegd:

“ESMA brengt jaarlijks verslag uit aan de Commissie over de grensoverschrijdende risico’s die voortvloeien uit activiteiten van CTP’s als bedoeld in punt b ter) in de eerste alinea.”.

(21) Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 4 wordt de derde alinea vervangen door;

“Het erkenningsbesluit wordt gebaseerd op de voorwaarden van lid 2 voor tier 1-CTP’s en de voorwaarden van lid 2, punten a) tot en met d), en lid 2 ter voor tier 2-CTP’s. Binnen honderdtachtig werkdagen na de vaststelling dat een aanvraag volledig is overeenkomstig de tweede alinea, informeert de ESMA de aanvragende CTP schriftelijk onder opgaaf van alle redenen of de erkenning is verleend dan wel geweigerd.”;

b) in lid 5 wordt de tweede alinea vervangen door:

“Wanneer de toetsing overeenkomstig punt a) van de eerste alinea wordt uitgevoerd, geschiedt deze overeenkomstig de leden 2 tot en met 4. Wanneer de toetsing overeenkomstig punt b) van de eerste alinea wordt uitgevoerd, geschiedt deze eveneens overeenkomstig de leden 2 tot en met 4, maar hoeft de in lid 1 bedoelde CTP geen nieuwe aanvraag in te dienen; wel verstrekt zij de ESMA alle informatie die nodig is voor de toetsing van haar erkenning.”;

c) aan lid 6 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Indien dit in het belang van de Unie is en rekening houdend met de potentiële risico’s voor de financiële stabiliteit van de Unie als gevolg van de verwachte deelname van in de Unie gevestigde clearingleden en handelsplatforms aan in een derde land gevestigde CTP’s, kan de Commissie de in de eerste alinea bedoelde uitvoeringshandeling vaststellen, ongeacht of aan punt c) van die alinea is voldaan.”;

d) lid 7 wordt vervangen door:

“7.    De ESMA brengt doeltreffende samenwerkingsregelingen tot stand met de betrokken bevoegde autoriteiten van derde landen waarvan het rechts- en het toezichtskader overeenkomstig lid 6 gelijkwaardig is bevonden aan deze verordening.”;

e) de volgende leden 7 bis, 7 ter en 7 quater worden ingevoegd:

“7 bis.    Indien de ESMA de tier van een CTP nog niet heeft vastgesteld of de ESMA heeft vastgesteld dat alle of sommige CTP’s in een betrokken derde land tier 1-CTP’s zijn, wordt in de in lid 7 bedoelde samenwerkingsregelingen rekening gehouden met het risico dat het verrichten van clearingdiensten door die CTP’s met zich meebrengt en wordt hierin het volgende gespecificeerd:

a) het mechanisme voor de jaarlijkse uitwisseling van informatie tussen de ESMA, de in lid 3, punt f), bedoelde centrale banken van uitgifte en de bevoegde autoriteiten van de betrokken derde landen, dat de ESMA in staat stelt:

i) te controleren of de CTP voldoet aan de voorwaarden voor erkenning op grond van lid 2;

ii) potentiële materiële effecten op de marktliquiditeit of de financiële stabiliteit van de Unie of een of meer van haar lidstaten vast te stellen; en

iii) toezicht te houden op clearingactiviteiten bij een of meer CTP’s die door in de Unie gevestigde clearingleden in dat derde land zijn gevestigd, of die deel uitmaken van een groep waarop in de Unie toezicht op geconsolideerde basis wordt uitgeoefend.

b) bij wijze van uitzondering, het mechanisme voor de driemaandelijkse uitwisseling van informatie waarbij gedetailleerde informatie wordt verlangd over de in lid 2 bis bedoelde aspecten en met name informatie over aanzienlijke wijzigingen in risicomodellen en parameters, uitbreiding van de activiteiten en diensten van de CTP en wijzigingen in de structuur van de cliëntenrekeningen, teneinde na te gaan of een CTP mogelijk van wezenlijk systemisch belang is of kan worden voor de financiële stabiliteit van de Unie of een of meer van haar lidstaten.

c) het mechanisme voor snelle kennisgeving aan de ESMA wanneer de bevoegde autoriteit van een derde land van oordeel is dat een CTP waarop zij toezicht uitoefent, de voorwaarden van haar vergunning of andere wetgeving waaraan zij is onderworpen, schendt;

d) de procedures die nodig zijn voor de doeltreffende monitoring van ontwikkelingen op het gebied van regelgeving en toezicht in een derde land;

e) de procedures voor autoriteiten van derde landen om de ESMA, het in artikel 25 quater bedoelde college voor CTP’s uit derde landen en de in lid 3, punt f), bedoelde centrale banken van uitgifte zonder onnodige vertraging in kennis te stellen van eventuele noodsituaties in verband met de erkende CTP, waaronder ontwikkelingen op financiële markten die een negatief effect kunnen hebben op de marktliquiditeit en de stabiliteit van het financiële stelsel in de Unie of in een van haar lidstaten, en de procedures en noodplannen om die situaties op te vangen;

f) de procedures voor autoriteiten van derde landen om ervoor te zorgen dat de besluiten die overeenkomstig de artikelen 25 septies, 25 duodecies, lid 1, punt b), 25 terdecies, 25 quaterdecies en 25 septdecies door de ESMA zijn vastgesteld, doeltreffend worden gehandhaafd;

g) de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteiten van derde landen voor het verder delen van de aan de ESMA verstrekte informatie op grond van de samenwerkingsregelingen met de in lid 3 bedoelde autoriteiten en de leden van het college voor CTP’s uit derde landen, met inachtneming van de in artikel 83 neergelegde vereisten met betrekking tot geheimhouding.

7 ter.    Indien de ESMA heeft bepaald dat ten minste één CTP in een betrokken derde land een tier 2-CTP is, wordt in de in lid 7 bedoelde samenwerkingsregelingen met betrekking tot die tier 2-CTP’s ten minste het volgende gespecificeerd:

a) de in lid 7 bis, punten a), c), d), e) en g), bedoelde elementen, wanneer er nog geen samenwerkingsregelingen met het betrokken derde land zijn getroffen op grond van de tweede alinea;

b) het mechanisme voor de maandelijkse uitwisseling van informatie tussen de ESMA, de in lid 3, punt f), bedoelde centrale banken van uitgifte en de bevoegde autoriteiten van de betrokken derde landen, met inbegrip van de toegang tot alle door de ESMA gevraagde informatie om te kunnen controleren of de CTP’s voldoen aan de vereisten als bedoeld in lid 2 ter;

c) de procedures voor de coördinatie van toezichtsactiviteiten, met inbegrip van de toestemming van autoriteiten van derde landen voor het verrichten van onderzoeken en inspecties ter plaatse overeenkomstig artikel 25 octies respectievelijk artikel 25 nonies;

d) de procedures voor autoriteiten van derde landen om ervoor te zorgen dat de besluiten die overeenkomstig de artikelen 25 ter, 25 septies tot en met 25 quaterdecies, 25 septdecies en 25 octodecies door de ESMA zijn vastgesteld, doeltreffend worden gehandhaafd;

e) de procedures voor autoriteiten van derde landen om de ESMA onverwijld in kennis te stellen van het volgende, met nadruk op aspecten die relevant zijn voor de Unie of een of meer van haar lidstaten:

i) de opstelling van herstelplannen en afwikkelingsplannen en eventuele latere materiële wijzigingen in die plannen;

ii) het voornemen van een tier 2-CTP om haar herstelplan te activeren of de vaststelling door de autoriteiten van het derde land dat er aanwijzingen zijn voor een opkomende crisissituatie die de activiteiten van die CTP kan beïnvloeden, met name haar vermogen om clearingdiensten te verrichten, of overweging van de autoriteiten van het derde land om in de nabije toekomst een afwikkelingsmaatregel te nemen.

7 quater.    Indien de ESMA van oordeel is dat een bevoegde autoriteit van een derde land de bepalingen die zijn neergelegd in een op grond van de leden 7, 7 bis en 7 ter gesloten samenwerkingsregeling, niet toepast, stelt zij de Commissie daarvan onverwijld vertrouwelijk in kennis. In dat geval kan de Commissie besluiten de overeenkomstig lid 6 vastgestelde uitvoeringshandeling te herzien.”.;

(22) In artikel 25 ter, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

“De ESMA verlangt van elke tier 2-CTP al het volgende:

(i)minstens eenmaal per jaar een bevestiging dat de in artikel 25, lid 2 ter, punten a), c) en d), bedoelde vereisten nog altijd vervuld zijn;

(ii)op regelmatige basis informatie en gegevens zodat de ESMA in staat is toezicht te houden op de naleving door die CTP’s van de in artikel 25, lid 2 ter, punt a), bedoelde vereisten.”.

(23) In artikel 25 septdecies, lid 1, wordt punt c) vervangen door:

“c)    de betrokken CTP de in deze verordening neergelegde toepasselijke vereisten ernstig en stelselmatig heeft geschonden of niet langer voldoet aan de in artikel 25 neergelegde voorwaarden voor erkenning, en niet de door de ESMA vereiste corrigerende maatregelen heeft genomen binnen een op passende wijze vastgestelde termijn van maximaal één jaar;”.

(24) Het volgende artikel 25 novodecies wordt ingevoegd:

“Artikel 25 novodecies

Openbare kennisgeving

Onverminderd de artikelen 25 septdecies en 25 octodecies, kan de ESMA een openbare kennisgeving doen wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:

(a)een CTP uit een derde land heeft de op grond van artikel 25 quinquies verschuldigde vergoedingen niet betaald of de op grond van artikel 25 undecies verschuldigde boetes of dwangsommen niet betaald;

(b)de CTP heeft in een in artikel 25 septdecies, lid 1, punt c), bedoelde situatie de door de ESMA gevraagde corrigerende maatregelen niet binnen een passend vastgestelde termijn van maximaal zes maanden genomen.”.

(25) In artikel 26, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:

“1.    Een CTP beschikt over solide governancesystemen, waaronder een duidelijke organisatiestructuur met duidelijk omschreven, transparante en samenhangende verantwoordelijkheden, effectieve procedures voor het vaststellen, beheren, bewaken en rapporteren van de risico’s waaraan zij blootstaat of bloot kan komen te staan, en adequate interne controlemechanismen, zoals goede administratieve en boekhoudkundige procedures. Een CTP is of wordt geen clearinglid of cliënt en treft geen indirecte clearingregelingen met een clearinglid met als doel clearingactiviteiten bij een CTP uit te voeren.”.

(26) Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 2 worden de derde en de vierde alinea vervangen door:

“De bevoegde autoriteit zendt de kandidaat-verwerver of -verkoper onverwijld en in elk geval binnen twee werkdagen na ontvangst van de in dit lid bedoelde kennisgeving, en van de in lid 3 bedoelde informatie, een schriftelijke ontvangstbevestiging, en deelt de informatie met de ESMA en het college.

Binnen zestig werkdagen vanaf de datum van de schriftelijke bevestiging van de ontvangst van de kennisgeving en alle documenten die bij de kennisgeving moet worden gevoegd op basis van de in artikel 32, lid 4, bedoelde lijst en tenzij deze periode wordt verlengd overeenkomstig dit artikel (“de beoordelingsperiode”), voert de bevoegde autoriteit de in artikel 32, lid 1, bedoelde beoordeling (“beoordeling”) uit. Tijdens de beoordelingsperiode en in overeenstemming met de procedure van artikel 17 ter brengt het college een advies uit overeenkomstig artikel 19 en brengt de ESMA een advies uit overeenkomstig artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b quater).”;

b) de eerste alinea van lid 3 wordt vervangen door:

“De bevoegde autoriteit, de ESMA en het college mogen, indien nodig, tijdens de beoordelingsperiode, doch niet na de vijftigste werkdag daarvan, aanvullende informatie opvragen die noodzakelijk is om de beoordeling te voltooien. In dit verzoek, dat schriftelijk moet worden gedaan, is vermeld welke aanvullende informatie nodig is.”.

(27) In artikel 32, lid 1, wordt de vierde alinea vervangen door:

“De beoordeling van de bevoegde autoriteit met betrekking tot de in artikel 31, lid 2, bedoelde kennisgeving en de in artikel 31, lid 3, bedoelde informatie, wordt onderworpen aan een advies van het college overeenkomstig artikel 19 en een advies van de ESMA overeenkomstig artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b quater), welke adviezen worden uitgebracht volgens de procedure van artikel 17 ter.”.

(28) Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 1 wordt de tweede alinea vervangen door:

“Een CTP besteedt belangrijke activiteiten in verband met risicobeheer niet uit, tenzij de bevoegde autoriteit haar goedkeuring aan een dergelijke uitbesteding heeft verleend. Het besluit van de bevoegde autoriteit wordt onderworpen aan een advies van het college overeenkomstig artikel 19 en een advies van de ESMA overeenkomstig artikel 24 bis, lid 7, punt b quater), welke adviezen worden uitgebracht volgens de procedure van artikel 17 ter.”;

b) lid 3 wordt vervangen door:

“3.    Een CTP moet op verzoek alle informatie beschikbaar stellen die nodig is om de bevoegde autoriteit, de ESMA en het college in staat te stellen na te gaan of de uitvoering van de uitbestede activiteiten voldoet aan deze verordening.”.

(29) Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1.    Op basis van het overeenkomstig artikel 28, lid 3, uitgebrachte advies van het risicocomité stelt een CTP, waar relevant per soort gecleard product, de categorieën van toegelaten clearingleden en de toelatingscriteria vast. Dergelijke criteria moeten niet-discriminerend, transparant en objectief zijn, zodat ze eerlijke en open toegang tot de CTP garanderen en ervoor zorgen dat clearingleden over voldoende financiële middelen en operationele capaciteit beschikken om te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de deelname aan de CTP. Criteria die de toegang beperken, zijn alleen toegestaan als ze tot doel hebben het risico voor de CTP te beheersen. De criteria waarborgen dat CTP’s of clearinginstellingen geen directe of indirecte clearingleden van de CTP kunnen zijn.”;

b) het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

“1 bis.    Een CTP aanvaardt niet-financiële tegenpartijen alleen als clearinglid indien zij kunnen aantonen dat zij in staat zijn aan de marginvereisten en de bijdragen aan het wanbetalingsfonds te voldoen, ook in moeilijke marktomstandigheden.

De voor de CTP bevoegde autoriteit die niet-financiële tegenpartijen accepteert, toetst regelmatig de betrokken regelingen en brengt aan de ESMA en het college verslag uit over de geschiktheid ervan.

Een niet-financiële tegenpartij die als clearinglid optreedt, mag geen clearingdiensten voor cliënten aanbieden en mag bij de CTP alleen rekeningen aanhouden voor activa en posities die zij voor eigen rekening aanhoudt.

De ESMA kan na een ad-hoc collegiale toetsing een advies of een aanbeveling uitbrengen over de wenselijkheid van dergelijke regelingen.”;

c) het volgende lid 7 wordt toegevoegd:

“7.    De ESMA stelt, na raadpleging van de EBA, ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter nadere specificatie van de elementen die in aanmerking moeten worden genomen bij de vaststelling van de in lid 1 bedoelde toelatingscriteria.

De ESMA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op … [PB: in te voegen datum = 12 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] bij de Commissie in.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.”.

(30) Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:

a) aan lid 7 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Clearingleden die clearingdiensten aanbieden en cliënten die clearingdiensten aanbieden, informeren hun cliënten op een duidelijke en transparante wijze over de manier waarop de marginmodellen van de CTP werken, waaronder in stresssituaties, en verschaffen hen een simulatie van de marginvereisten waaraan zij in verschillende scenario’s kunnen worden onderworpen. Dit omvat zowel de door de CTP vereiste margins als eventuele aanvullende margins die vereist worden door de clearingleden en de cliënten die zelf clearingdiensten verlenen.”;

b) lid 8 wordt vervangen door:

“8.    De clearingleden van de CTP en cliënten die clearingdiensten aanbieden informeren hun bestaande en potentiële cliënten duidelijk over de mogelijke verliezen of andere kosten die zij zouden kunnen dragen ten gevolge van de toepassing van de procedures voor wanbetalingsbeheer en de regelingen voor verlies- en positietoewijzing op grond van de werkingsregels van de CTP, waaronder het type vergoeding dat zij kunnen ontvangen, rekening houdend met artikel 48, lid 7. Cliënten krijgen voldoende gedetailleerde informatie zodat zij begrijpen met welke maximale verliezen of andere kosten zij kunnen worden geconfronteerd indien de CTP herstelmaatregelen neemt.”.

(31) Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

a) de leden 1, 2 en 3 worden vervangen door:

“1.    Een CTP kan margins opleggen, verzoeken margins bij te storten of margins innen om haar kredietposities op haar clearingleden en, voor zover relevant, op CTP’s waarmee zij een interoperabiliteitsregeling heeft gesloten, te beperken. Dergelijke margins moeten volstaan om potentiële risicoposities te dekken die zich volgens de ramingen van de CTP tot aan de liquidatie van de relevante posities kunnen voordoen. Zij moeten ook volstaan om de verliezen te dekken die voortvloeien uit minstens 99 % van alle risicobewegingen over een passende tijdshorizon en moeten zeker stellen dat een CTP haar risicoposities op al haar clearingleden, en daar waar relevant, op alle CTP’s waarmee zij een interoperabiliteitsregeling heeft gesloten, ten minste op dagelijkse basis volledig zeker kan stellen. Een CTP controleert voortdurend het peil van haar margins en herziet haar marginniveau om de actuele marktomstandigheden te weerspiegelen, daarbij rekening houdend met elke mogelijke procyclische effecten van dergelijke herzieningen.

2. Bij het bepalen van haar marginvereisten stelt een CTP modellen en parameters vast die de risicokenmerken van de geclearde producten weergeven en rekening houden met het interval tussen inningen van margins, de marktliquiditeit en de mogelijkheid van veranderingen tijdens de duur van de transactie. De modellen worden gevalideerd door de bevoegde autoriteit en worden onderworpen aan een advies van deze autoriteit overeenkomstig artikel 19 en een advies van de ESMA overeenkomstig artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b quater), welke adviezen worden uitgebracht volgens de procedure van artikel 17 ter.

3. Een CTP verzoekt margins bij te storten en int margins op dagelijkse basis, tenminste wanneer vooraf vastgestelde drempels worden overschreden. Hierbij houdt een CTP rekening met het mogelijke effect van haar inningen en betalingen van intradaymargins op de liquiditeitspositie van haar deelnemers. Een CTP tracht naar haar beste vermogen geen intradayvariatiemargeopvragingen te doen nadat alle verschuldigde betalingen zijn ontvangen.”.

(32) In artikel 44, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

“Een CTP meet op dagelijkse basis haar potentiële liquiditeitsbehoefte. Zij houdt rekening met het liquiditeitsrisico ten gevolge van wanbetaling van ten minste de twee entiteiten, waaronder clearingleden of liquiditeitsverschaffers, ten overstaan waarvan haar positierisico het grootst is.”.

(33) Artikel 46 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1.    Een CTP aanvaardt zeer liquide zekerheden met minimale krediet- en marktrisico’s om haar initiële en latere risicopositie op haar clearingleden te dekken. Een CTP mag overheidsgaranties of garanties van openbare banken of handelsbanken aanvaarden, op voorwaarde dat zij op verzoek onvoorwaardelijk beschikbaar zijn binnen de in artikel 41 bedoelde liquidatieperiode. Indien aan een CTP bankgaranties worden verstrekt, houdt die CTP daarmee rekening bij het berekenen van haar blootstellingen aan de bank die tevens clearinglid is. De CTP past passende haircuts toe op de waarde van activa en garanties om het mogelijke waardeverlies in de periode tussen hun laatste herwaardering en het ogenblik waarop redelijkerwijs kan worden aangenomen dat ze worden vereffend, tot uitdrukking te brengen. Bij het vaststellen van een aanvaardbare zekerheid en passende haircuts houdt een CTP rekening met het liquiditeitsrisico ten gevolge van de wanbetaling van een marktdeelnemer en het concentratierisico op bepaalde activa. Bij de herziening van het niveau van de haircuts die zij toepast op activa die zij als zekerheid aanvaardt, houdt de CTP rekening met mogelijke procyclische effecten van dergelijke herzieningen.”;

b) in lid 3, eerste alinea, wordt punt b) vervangen door:

“b)    de in lid 1 bedoelde haircuts, rekening houdend met de doelstelling van beperking van hun procycliciteit; en”.

(34) Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:

a) De leden 1 tot en met 1 sexies worden vervangen door:

“1. Een CTP toetst regelmatig de modellen en parameters die zij heeft vastgesteld om haar marginvereisten, bijdragen in het wanbetalingsfonds en zekerheidsvereisten te berekenen, alsook haar andere mechanismen voor risicobeheersing. Zij onderwerpt haar modellen aan strenge stresstests om hun veerkracht te testen in extreme maar plausibele marktomstandigheden, en voert backtests uit om de betrouwbaarheid van de vastgestelde methode te beoordelen. De CTP verkrijgt onafhankelijke validatie, brengt haar bevoegde autoriteit en de ESMA op de hoogte van de resultaten van de uitgevoerde tests en verkrijgt de validatie daarvan overeenkomstig de leden 1 bis tot en met 1 sexies alvorens aanzienlijke wijzigingen in de modellen aan te brengen.

De vastgestelde modellen, met inbegrip van alle aanzienlijke wijzigingen daarvan, vormen het voorwerp van een advies van het college overeenkomstig dit artikel.

De ESMA zorgt ervoor dat de informatie betreffende de resultaten van de stresstests aan de ETA’s, het ESCB en de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad wordt doorgegeven om hen in staat te stellen de blootstelling van financiële instellingen aan de wanbetaling van CTP’s te beoordelen.

1 bis.    Wanneer een CTP voornemens is een aanzienlijke wijziging in de in lid 1 bedoelde modellen door te voeren, dient zij een aanvraag in een elektronisch format voor een vergunning voor die wijziging in te dienen via de in artikel 17, lid 7, bedoelde centrale database, waar deze onmiddellijk wordt gedeeld met de voor de CTP bevoegde autoriteit, de ESMA en het college. De CTP voegt bij haar aanvraag een onafhankelijke validatie van de voorgenomen wijziging.

Indien een CTP van oordeel is dat de wijziging van de in lid 1 bedoelde modellen die zij voornemens is door te voeren, niet aanzienlijk is als bedoeld in lid 1 octies, verzoekt zij dat de aanvraag wordt onderworpen aan een geen-bezwaarprocedure overeenkomstig lid 1 ter. In dat geval mag de CTP die wijziging alvast beginnen toe te passen voordat de voor de CTP bevoegde autoriteit en de ESMA een besluit overeenkomstig lid 1 ter hebben genomen.

De voor de CTP bevoegde autoriteit bevestigt, in samenwerking met de ESMA, binnen twee werkdagen na ontvangst van die aanvraag de ontvangst ervan en bevestigt aan de CTP of deze de vereiste documenten bevat. Wanneer een van hen concludeert dat de aanvraag niet de vereiste documenten bevat, wordt de aanvraag afgewezen.

1 ter.    Binnen tien werkdagen na de in de derde alinea van lid 1 bis bedoelde datum, beoordelen de bevoegde autoriteit en de ESMA of de voorgestelde wijziging een aanzienlijke wijziging als bedoeld in lid 1 octies is. Als een van hen concludeert dat de wijziging voldoet aan een van de voorwaarden van lid 1 octies, wordt de aanvraag beoordeeld overeenkomstig de leden 1 quater, 1 quinquies en 1 sexies en stelt de voor de CTP bevoegde autoriteit, in samenwerking met de ESMA, de aanvragende CTP daarvan schriftelijk in kennis.

Indien de aanvragende CTP niet binnen tien werkdagen na de in lid 1 bis, derde alinea, bedoelde datum schriftelijk ervan in kennis is gesteld dat haar verzoek om toepassing van de geen-bezwaarprocedure is afgewezen, wordt die wijziging geacht te zijn gevalideerd.

Indien een verzoek om toepassing van de geen-bezwaarprocedures is afgewezen, maakt de CTP binnen vijf werkdagen na de in de eerste alinea bedoelde kennisgeving geen gebruik meer van die modelwijziging. Binnen tien werkdagen na die kennisgeving trekt de CTP de aanvraag in of vult zij de aanvraag aan met de onafhankelijke validatie van de wijziging.

1 quater.    Binnen dertig werkdagen na de in lid 1 bis, derde alinea, bedoelde datum:

(a)verricht de bevoegde autoriteit een risicobeoordeling met betrekking tot de aanzienlijke wijziging en dient zij haar verslag in bij de ESMA en het college;

(b)De ESMA verricht een risicobeoordeling van de aanzienlijke wijziging en dient haar verslag in bij de voor de CTP bevoegde autoriteit en het college.

1 quinquies.    Binnen tien werkdagen na ontvangst van de in lid 1 quater bedoelde verslagen nemen de voor de CTP bevoegde autoriteit en de ESMA elk een besluit, rekening houdend met die verslagen, en stellen zij elkaar in kennis van het genomen besluit. Indien een van hen de wijziging niet heeft gevalideerd, wordt de validatie geweigerd.

1 sexies.    Binnen vijf werkdagen nadat de besluiten op grond van lid 1 quinquies zijn vastgesteld, delen de bevoegde autoriteit en de ESMA de CTP schriftelijk, onder opgaaf van alle redenen, mee of de validatie is verleend dan wel geweigerd.”;

(b)de volgende leden 1 septies en 1 octies worden ingevoegd:

“1 septies.    De CTP mag geen aanzienlijke wijziging in de modellen als bedoeld in lid 1 aanbrengen voordat zij de validaties van haar bevoegde autoriteit en de ESMA heeft verkregen. De bevoegde autoriteit kan, in overleg met de ESMA, een voorlopige doorvoering van een aanzienlijke wijziging van deze modellen toestaan voordat zij is gevalideerd, indien dit naar behoren gerechtvaardigd is wegens een noodsituatie als bedoeld in artikel 24 van deze verordening. Een dergelijke tijdelijke wijziging van de modellen wordt slechts toegestaan voor een bepaalde, door de voor de CTP bevoegde autoriteit en de ESMA gezamenlijk vastgestelde periode. Na het verstrijken van deze periode mag de CTP die modelwijziging niet gebruiken, tenzij deze is goedgekeurd overeenkomstig de leden 1 bis, 1 quater, 1 quinquies en 1 sexies.

1 octies.    Een wijziging wordt als aanzienlijk aangemerkt wanneer aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

a) de wijziging leidt tot een verlaging of verhoging van de totale voorgefinancierde financiële middelen, met inbegrip van marginvereisten, wanbetalingsfonds en “skin-in-the-game” van meer dan 15 %;

b) de structuur, structurele elementen of de marginparameters van het marginmodel worden gewijzigd of er wordt een marginmodule ingevoerd, verwijderd of gewijzigd op een wijze die leidt tot een verlaging of verhoging van deze marginmodule van meer dan 15 % op het niveau van de CTP;

c) de methodiek voor het berekenen van portefeuillecompensaties wordt gewijzigd en leidt tot een verlaging of verhoging van de totale marginvereisten voor deze financiële instrumenten van meer dan 10 %;

d) de methodiek voor het definiëren en ijken van stresstestscenario’s voor het bepalen van de blootstellingen van het wanbetalingsfonds wordt gewijzigd en leidt tot een verlaging of verhoging van meer dan 20 % van een wanbetalingsfonds, of van meer dan 50 % van een individuele bijdrage van het wanbetalingsfonds;

e) de methodiek voor het beoordelen van het liquiditeitsrisico en het bewaken van het concentratierisico wordt gewijzigd en leidt tot een verlaging of verhoging van de geraamde liquiditeitsbehoeften in een valuta van meer dan 20 % of de totale liquiditeitsbehoeften van meer dan 10 %;

f) de methodiek voor het waarderen van zekerheden, het ijken van het surpluspercentage voor zekerheden of het vaststellen van concentratiegrenzen wordt zodanig gewijzigd dat de totale waarde van andere zekerheden dan contanten met meer dan 10 % wordt verlaagd of verhoogd; op voorwaarde dat de door de CTP voorgestelde wijziging niet voldoet aan de in artikel 2, lid 1, vermelde criteria voor uitbreiding van de vergunning van de CTP;

g) elke andere wijziging in de modellen die een wezenlijk effect op het algemene risico van de CTP zou kunnen hebben.”;

c) lid 5 wordt vervangen door:

“5.    De ESMA stelt, in nauwe samenwerking met het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter specificatie van de lijst van vereiste documenten die een aanvraag voor een validatie op grond van lid 1 bis moeten vergezellen, en specificeert de informatie die deze documenten moeten bevatten om aan te tonen dat de CTP aan alle relevante vereisten van deze verordening voldoet.

De ESMA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op … [PB: in te voegen datum = 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] bij de Commissie in.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;

d) het volgende lid 6 wordt toegevoegd:

“6.    De ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op ter specificatie van het elektronische format van de aanvraag voor validatie als bedoeld in lid 1 bis die bij de centrale database moet worden ingediend.

De ESMA dient die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op … [PB: in te voegen datum = 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] bij de Commissie in.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

(1) In artikel 54 wordt lid 1 vervangen door:

“1.    Een interoperabiliteitsregeling moet vooraf worden goedgekeurd door de voor de betrokken CTP’s bevoegde autoriteiten. De voor de CTP’s bevoegde autoriteiten vragen het advies van de ESMA overeenkomstig artikel 24 bis, lid 7, eerste alinea, punt b quater), en van het college overeenkomstig artikel 19, welke adviezen worden uitgebracht volgens de procedure van artikel 17 ter.”.

(2) In artikel 82 worden de leden 2 en 3 vervangen door:

“2. De in artikel 1, lid 6, artikel 3, lid 5, artikel 4, lid 3 bis, artikel 7 bis, lid 6, artikel 17 bis, lid 6, artikel 25, lid 2 bis, artikel 25, lid 6 bis, artikel 25 bis, lid 3, artikel 25 quinquies, lid 3, artikel 25 decies, lid 7, artikel 25 sexdecies, artikel 64, lid 7, artikel 70, artikel 72, lid 3, en artikel 85, lid 2, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt voor onbepaalde tijd aan de Commissie toegekend.

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 1, lid 6, artikel 3, lid 5, artikel 4, lid 3 bis, artikel 7 bis, lid 6, artikel 17 bis, lid 6, artikel 25, lid 2 bis, artikel 25, lid 6 bis, artikel 25 bis, lid 3, artikel 25 quinquies, lid 3, artikel 25 decies, lid 7, artikel 25 sexdecies, artikel 64, lid 7, artikel 70, artikel 72, lid 3, en artikel 85, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het besluit wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.”.

(3) Artikel 85 wordt als volgt gewijzigd;

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1.    Uiterlijk op [PB: in te voegen datum = 5 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] beoordeelt de Commissie de toepassing van deze verordening en stelt zij er een algemeen verslag over op. De Commissie legt dat verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad, samen met eventuele passende voorstellen.”;

b) het volgende lid 1 ter wordt ingevoegd:

“1 ter.    Uiterlijk op [PB: in te voegen datum = 1 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] dient de ESMA bij de Commissie een verslag in over de mogelijkheid en haalbaarheid om de scheiding van rekeningen in de clearingketen van niet-financiële en financiële tegenpartijen verplicht te stellen. Bij het verslag wordt een kosten-batenanalyse gevoegd.”;

c) lid 7 wordt geschrapt.

(4) Artikel 90 wordt als volgt gewijzigd:

“Uiterlijk op [PB: in te voegen datum = 3 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] maakt de ESMA een raming op van de behoeften op het gebied van personeel en middelen die voortvloeien uit de uitvoering van haar bevoegdheden en taken uit hoofde van deze verordening, en brengt zij daarover verslag uit aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.”.

Artikel 2

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 575/2013 

Artikel 382 van Verordening (EU) nr. 575/2013 wordt als volgt gewijzigd:

(1) In lid 4 wordt punt b) vervangen door:

“b) intragroeptransacties die worden gesloten met financiële tegenpartijen als gedefinieerd in artikel 2, punt 8, van Verordening (EU) nr. 648/2012, financiële instellingen of nevendiensten verrichtende ondernemingen die gevestigd zijn in de Unie of die gevestigd zijn in een derde land dat prudentiële vereisten en toezichtsvereisten toepast op die financiële tegenpartijen, financiële instellingen of nevendiensten verrichtende ondernemingen, die ten minste gelijkwaardig zijn aan die welke in de Unie worden toegepast, tenzij de lidstaten nationale wetgeving vaststellen die de structurele scheiding binnen een bankgroep voorschrijft, in welk geval de bevoegde autoriteiten kunnen verlangen dat die intragroeptransacties tussen de structureel gescheiden entiteiten in de eigenvermogensvereisten worden opgenomen;”.

(2) Het volgende lid [4 quater] wordt ingevoegd:

“[4 quater].    Voor de toepassing van lid 4, punt b), kan de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen en volgens de in artikel 464, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure besluiten of een derde land toezicht- en reguleringsvereisten toepast die ten minste gelijkwaardig zijn aan die welke in de Unie worden toegepast.

Wanneer een dergelijk besluit ontbreekt, kunnen instellingen tot 31 december 2027 de betrokken intragroeptransacties blijven uitsluiten van de eigenvermogensvereisten voor het risico van aanpassing van de kredietwaardering, op voorwaarde dat de betrokken bevoegde autoriteiten vóór 31 december 2026 hebben erkend dat het derde land in aanmerking komt voor die behandeling. De bevoegde autoriteiten stellen de EBA uiterlijk op 31 maart 2027 in kennis van dergelijke gevallen.”

Artikel 3

Wijzigingen in Verordening (EU) 2017/1131

Verordening (EU) 2017/1131 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Aan artikel 2 wordt het volgende punt 24) toegevoegd

“24)    “CTP”: een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012.”.

(2) Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 4 wordt vervangen door:

“4.    “De geaggregeerde risicoblootstelling aan dezelfde tegenpartij van een MMF ten gevolge van derivatentransacties die voldoen aan de voorwaarden als bepaald in artikel 13 en die niet centraal zijn gecleard via een CTP waaraan overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) nr. 648/2012 een vergunning is verleend of die overeenkomstig artikel 25 van die verordening is erkend, bedraagt niet meer dan 5 % van de activa van de MMF.”;

b) in lid 6, eerste alinea, wordt punt c) vervangen door:

“c)    financiële derivaten die niet centraal zijn gecleard via een CTP waaraan overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) nr. 648/2012 een vergunning is verleend of die overeenkomstig artikel 25 van die verordening is erkend, die voor deze instantie tegenpartijrisico opleveren.”.

Artikel 4

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.