Artikelen bij COM(2022)184 - Wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:

(a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. De begroting bevat geen negatieve ontvangsten.”;

(b) het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

“1 bis. In afwijking van lid 1 worden de volgende bedragen in mindering gebracht op de ontvangsten van de begroting:

a) negatieve rente op deposito’s in totaal;

b) wanneer de in artikel 108, lid 1, bedoelde bedragen van de geldboeten, andere dwangsommen of sancties uit hoofde van het VWEU of het Euratom-Verdrag door het Hof van Justitie van de Europese Unie worden nietig verklaard of verlaagd, alle rente of ander heffingen die verschuldigd zijn aan de betrokken partijen, met inbegrip van eventuele negatieve rendementen met betrekking tot die bedragen.”.

(2) In artikel 99, lid 4, wordt de eerste alinea vervangen door:

“In het geval van boeten, andere dwangsommen of sancties is de rentevoet voor schuldvorderingen die bij het verstrijken van de termijn die is vastgesteld in het besluit van de instelling van de Unie waarbij een boete, andere dwangsom of sanctie wordt opgelegd, niet zijn betaald of gedekt door een financiële garantie die voor de rekenplichtige van de Commissie aanvaardbaar is, het door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toegepaste percentage, zoals bekendgemaakt in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie, dat geldt op de eerste kalenderdag van de maand waarin het besluit tot het opleggen van een boete, andere dwangsom of sanctie is vastgesteld, vermeerderd met drieënhalf procentpunt.”.

(3) In artikel 107, lid 2, wordt de volgende tweede alinea ingevoegd:

“Voor de toepassing van artikel 48, lid 1 bis, punt b), kunnen de in lid 1 bedoelde noodzakelijke bedragen vóór het einde van het volgende begrotingsjaar in de begroting worden opgenomen.”.

(4) Artikel 108 wordt als volgt gewijzigd:

(a) de leden 1 en 2 worden vervangen door:

“1. Wanneer bij het Hof van Justitie van de Europese Unie beroep is ingesteld tegen een besluit van een instelling van de Unie waarbij krachtens het VWEU of het Euratom-Verdrag een boete, andere dwangsom of sanctie is opgelegd, stort de debiteur, zolang niet alle rechtsmiddelen zijn uitgeput, de betrokken bedragen provisoir op de door de rekenplichtige van de Commissie aangewezen bankrekening of stelt hij een financiële garantie die voor de rekenplichtige van de Commissie aanvaardbaar is. De garantie staat los van de verplichting tot betaling van een boete, andere dwangsom of sanctie en is op verzoek opeisbaar. Zij dekt de vordering voor de hoofdsom en de rente die de debiteur in het in lid 3, punt b), bedoelde geval moet betalen tegen de door de Europese Centrale Bank voor haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet, zoals bekendgemaakt in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie, die geldt op de eerste kalenderdag van de maand waarin het besluit tot oplegging van een boete, andere dwangsom of sanctie is vastgesteld, vermeerderd met anderhalf procentpunt, bij het verstrijken van de termijn die is vastgesteld in het besluit van de instelling van de Unie waarbij een boete, andere dwangsom of sanctie wordt opgelegd.

2. De Commissie kan de provisorisch geïnde bedragen beleggen in financiële activa, waarbij prioriteit wordt gegeven aan het doel van zekerheid en liquiditeit van de gelden overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer.”;

(b) lid 4 wordt als volgt gewijzigd:

i) de eerste alinea wordt vervangen door:

“4. Nadat alle juridische verweermiddelen zijn uitgeput en de boete, andere dwangsom of sanctie nietig is verklaard of het bedrag is verlaagd, wordt één van de volgende maatregelen genomen:

a) de provisorisch geïnde bedragen, of in geval van een verlaging, het desbetreffende deel daarvan, worden terugbetaald aan de betrokken derde;

b) een eventuele financiële garantie wordt naar evenredigheid vrijgegeven.

Het in de eerste alinea, punt a), bedoelde bedrag of deel daarvan wordt verhoogd met de rente tegen de rentevoet die door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, zoals bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie, die geldt op de eerste kalenderdag van de maand waarin het besluit tot oplegging van een boete, andere dwangsom of sanctie is vastgesteld, vermeerderd met anderhalf procentpunt.”

ii) de tweede alinea wordt geschrapt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.