Artikelen bij COM(2021)825 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit i.v.m. het verlenen van tijdelijke ondersteuning aan Hongarije om de werkloosheidsrisico's als gevolg van de COVID-19 uitbraak te verzachten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Inhoudsopgave

Artikel 1 

Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1561 wordt als volgt gewijzigd:


1) Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. De Unie stelt Hongarije een lening van maximaal 651 470 000 EUR beschikbaar. De lening heeft een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.”;

b) lid 4 wordt vervangen door:

“4. De vrijgave van de eerste tranche hangt af van de inwerkingtreding van de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst. Eventuele verdere tranches worden vrijgegeven overeenkomstig de voorwaarden van die leningsovereenkomst of zijn, in voorkomend geval, onderworpen aan de inwerkingtreding van een addendum bij die overeenkomst of van een gewijzigde leningsovereenkomst.”.


2) Artikel 3 wordt vervangen door:

“Artikel 3

Hongarije mag de volgende maatregelen financieren:

a) de tijdelijke steun voor de modernisering van accommodatie in toeristische bestemmingen teneinde het bestaande personeelsbestand te behouden, zoals bepaald in Regeringsresolutie (Kormányhatározat) 2080/2020 betreffende de nationale ontwikkeling van accommodatie, voor het deel van de uitgaven met betrekking tot steun aan zelfstandigen en eenmansbedrijven;

b) de tijdelijke steun voor voedselverwerkende bedrijven, zoals bepaald in besluit nr. 25/2020 van de minister van Landbouw, voor het deel van de uitgaven met betrekking tot steun aan zelfstandigen en eenmansbedrijven;

c) de tijdelijke steun voor tuinbouwbedrijven in de sectoren van de teelt van eenjarige gewassen en van plantenvermeerdering, zoals bepaald in besluit nr. 26/2020 van de minister van Landbouw, voor het deel van de uitgaven met betrekking tot steun aan zelfstandigen en eenmansbedrijven;

d) de tijdelijke steun voor viskwekerijen, zoals bepaald in besluit nr. 30/2020 van de minister van Landbouw, voor het deel van de uitgaven met betrekking tot steun aan zelfstandigen en eenmansbedrijven;

e) de verlenging, tot en met 30 juni 2020, van de kinderopvangtoeslagen die tijdens de periode van de gevarentoestand zouden aflopen, zoals bepaald in Regeringsbesluit nr. 59/2020. (III. 23.) en artikel 71 van wet LVIII van 2020;

f) de opschorting van de socialebijdragebelasting voor werkgevers in bepaalde sectoren, zoals bepaald in artikel 4, punt a), van “Regeringsdecreet nr. 47/2020. (III. 18)” (zoals gewijzigd), voor het deel van de uitgaven met betrekking tot ondernemingen die de werktijd verminderen of opschorten of wanneer de werknemers ononderbroken in dienst waren, zoals verlengd en gewijzigd;

g) vrijstellingen van de opleidingsheffing voor werkgevers in bepaalde sectoren, zoals bepaald in artikel 4, punt a, van “Regeringsdecreet nr. 47/2020. (III. 18.)” (zoals gewijzigd) voor het deel van de uitgaven met betrekking tot ondernemingen die de werktijd verkorten of opschorten of wanneer werknemers tot de datum van de meest recente beschikbare gegevens ononderbroken in dienst waren, zoals verlengd en gewijzigd;

h) de verlaging van de re-integratiebijdrage voor werkgevers in bepaalde sectoren, zoals bepaald in artikel 4, punt a) van “Regeringsdecreet nr. 47/2020. (III. 18.)” (zoals gewijzigd) voor het deel van de uitgaven met betrekking tot ondernemingen die de werktijd verkorten of opschorten of wanneer werknemers tot de datum van de meest recente beschikbare gegevens ononderbroken in dienst waren, zoals verlengd en gewijzigd;

i) een belastingvrijstelling voor van de forfaitaire belasting voor ondernemingen die weinig belasting betalen (“KATA”) in bepaalde sectoren, zoals bepaald in artikel 5 van “Regeringsdecreet nr. 47/2020. (III. 18)” (zoals gewijzigd), voor het deel van de uitgaven met betrekking tot steun aan zelfstandigen en eenmansbedrijven, zoals verlengd en gewijzigd;

j) de uitsluiting van personeelskosten van de belastinggrondslag van de belasting voor kleine ondernemingen (“KIVA”) in bepaalde sectoren, zoals bepaald in “Regeringsdecreet nr. 47/2020. (III. 18)” (zoals gewijzigd), voor het deel van de uitgaven met betrekking tot ondernemingen die de werktijd verminderen of opschorten of wanneer de werknemers ononderbroken in dienst waren, zoals verlengd en gewijzigd;

k) een eenmalige forfaitaire uitkering voor gezondheidswerkers als erkenning voor hun extra werk tijdens de pandemie, zoals bepaald in Regeringsdecreet nr. 275/2020. (VI. 12);

l) de kosten met betrekking tot bijzondere maatregelen ter bestrijding van de pandemie die in staatsbedrijven zijn ingevoerd;

m) de kosten met betrekking tot bijzondere maatregelen ter bestrijding van de pandemie en ter bescherming van de persoonlijke gezondheid van staatsambtenaren, op basis van Regeringsbesluit nr. 250/2014 (X. 2.) betreffende het directoraat-generaal voor Overheidsopdrachten en Leveringen (KEF);

n) de kosten met betrekking tot infrastructuur en investeringen in ziekenhuizen voor een hoog niveau van bescherming van gezondheidswerkers en patiënten, op basis van Regeringsresolutie 1012/2020 (I. 31) betreffende de oprichting van de operatieve staf;

o) de directe kosten van persoonlijke beschermingsmiddelen en -uitrusting in ziekenhuizen en andere gezondheidszorginstellingen met het oog op een hoog niveau van bescherming van gezondheidswerkers, op basis van Regeringsresolutie 1012/2020 (I. 31) betreffende de oprichting van de operatieve staf.

p) eenmalige inkomenssteun voor zelfstandigen in sectoren die getroffen zijn door beschermingsmaatregelen, op voorwaarde dat zij hun activiteiten gedurende ten minste twee maanden na het geplande einde van de noodtoestand voortzetten, zoals bepaald in Regeringsbesluit nr. 310/2021.


3) Artikel 4 wordt vervangen door:

“Artikel 4

1. Hongarije stelt de Commissie uiterlijk op 28 april 2021, en nadien om de zes maanden, in kennis van de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven totdat die geplande overheidsuitgaven volledig ten uitvoer zijn gelegd.

2. Voor zover de in artikel 3 bedoelde maatregelen zijn gebaseerd op geplande overheidsuitgaven en onderworpen zijn aan een uitvoeringsbesluit tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1561, stelt Hongarije de Commissie zes maanden na de vaststelling van dat besluit, en nadien om de zes maanden, in kennis van de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven totdat die geplande overheidsuitgaven volledig ten uitvoer zijn gelegd.” .

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot Hongarije.