Artikelen bij COM(2021)142 - EU-strategie voor de rechten van het kind

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2021)142 - EU-strategie voor de rechten van het kind.
document COM(2021)142 NLEN
datum 24 maart 2021
EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 24.3.2021

COM(2021) 142 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EMPTY

EU-strategie voor de rechten van het kind


Er is behoefte aan een strategie die alle kinderen omvat en die kinderen in kwetsbare situaties ondersteunt, en er is behoefte aan een strategie die ons recht om deel te nemen aan besluiten die ons aangaan, bevordert en ondersteunt. Omdat over niets wat vóór kinderen wordt beslist, mag worden beslist zónder kinderen. Het is tijd dat de participatie van kinderen normaal wordt. 

(Conclusies inzake het kind, 13e Europees Forum voor de rechten van het kind, 2020).


Inleiding

Kinderrechten zijn mensenrechten. Elk kind in Europa en in de rest van de wereld moet dezelfde rechten genieten en moet zonder discriminatie, represailles of intimidatie van welke aard dan ook, kunnen leven.

Dit is een sociaal, moreel en menselijk gebod, waarvan kinderen – één op de vijf mensen in de EU 1 en één op de drie mensen wereldwijd is kind 2 – en de rest van de samenleving afhankelijk zijn. Het gaat erom ervoor te zorgen dat alle kinderen hun potentieel kunnen ontplooien en een leidende rol kunnen spelen in de samenleving, ongeacht of het nu de strijd voor rechtvaardigheid en gelijkheid, de versterking van de democratie of het aanjagen van de groene en digitale transities betreft. 

Daarom vormen de bescherming en bevordering van de rechten van het kind een belangrijke doelstelling van de werkzaamheden van de Europese Unie in binnen- en buitenland 3 . Deze doelstelling is verankerd in het Handvest van de grondrechten van de EU 4 , dat de bescherming van de rechten van het kind garandeert bij de tenuitvoerlegging van het recht van de Unie. Zij bestrijkt alle beleidsterreinen en maakt deel uit van de kernprioriteiten van de Europese Commissie, zoals uiteengezet in de politieke beleidslijnen van voorzitter Von der Leyen 5 .

De overkoepelende doelstelling van deze strategie bestaat erin kinderen niet alleen in de Europese Unie, maar wereldwijd het best denkbare leven te bieden. Zij weerspiegelt de rechten en de rol van kinderen in onze samenleving. Kinderen inspireren en vervullen een voortrekkersrol waar het gaat om het meer onder de aandacht brengen van de crises inzake natuur- en klimaatverandering en van discriminatie en onrechtvaardigheid. Zij zijn net zozeer de burgers en leiders van vandaag als de leiders van morgen. Met deze strategie wordt beoogd invulling te geven aan onze gedeelde verantwoordelijkheid de krachten te bundelen opdat de rechten van elk kind geëerbiedigd, beschermd en ten volle verwezenlijkt worden en om samen met kinderen voor iedereen samenlevingen tot stand te brengen die gezonder, veerkrachtig, eerlijker en egalitair zijn.

Het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind 6 (UNCRC), dat door alle EU-lidstaten is geratificeerd, blijft de leidraad voor ons optreden op dit gebied. Meer dan 30 jaar na de inwerkingtreding daarvan is er aanzienlijke vooruitgang geboekt en wordt steeds vaker erkend dat kinderen hun eigen rechten hebben.

Het Verdrag erkent het recht van alle kinderen op een zo goed mogelijke start in het leven en om gelukkig en gezond op te groeien en hun potentieel ten volle te ontwikkelen. Daarbij gaat het onder meer om het recht om op een schone en gezonde planeet te leven, het recht op een beschermende en zorgzame omgeving en het recht om zich te ontspannen, te spelen, deel te nemen aan culturele en artistieke activiteiten en van de natuurlijke omgeving te genieten en deze te eerbiedigen. Gezinnen en gemeenschappen moeten ook de nodige ondersteuning krijgen opdat zij het welzijn en de ontwikkeling van kinderen kunnen waarborgen.

Nooit eerder genoten kinderen in de hele EU de rechten, kansen en veiligheid die zij vandaag genieten. Dit is met name te danken aan de beleidsmaatregelen, wetgeving en financiering waarvoor de EU in de afgelopen tien jaar, in samenwerking met de lidstaten, heeft gezorgd. In de afgelopen decennia heeft de Commissie belangrijke initiatieven genomen voor de aanpak van kinderhandel, seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en de vermissing van kinderen en voor de bevordering van kindvriendelijke justitiële stelsels. We hebben kindvriendelijke bepalingen opgenomen in de beleidsmaatregelen en de wetgeving op het gebied van asiel en migratie. Wij hebben de inspanningen opgevoerd om het internet veiliger te maken voor kinderen en blijven armoede en sociale uitsluiting bestrijden. De vernieuwde EU-richtsnoeren uit 2017 voor de bevordering en bescherming van de rechten van het kind vormden, in samenhang met de vele humanitaire en ontwikkelingsprogramma’s ter bevordering van het recht op gezondheid en onderwijs, een mijlpaal voor de rechten van het kind wereldwijd. Deze initiatieven hebben het leven van kinderen in de EU aanzienlijk verbeterd en ervoor gezorgd dat zij hun rechten veel beter kunnen uitoefenen.

Deze vooruitgang heeft veel inspanningen gevergd en mag nooit als vanzelfsprekend worden beschouwd. Het is nu tijd om op deze inspanningen voort te bouwen, hardnekkige en nieuwe problemen aan te pakken en een alomvattende strategie uit te stippelen om de rechten van het kind in de wereld van vandaag, die aan voortdurende verandering onderhevig is, te beschermen en te bevorderen.

Te veel kinderen worden nog steeds geconfronteerd met ernstige en herhaalde schendingen van hun rechten. Kinderen blijven het slachtoffer van verschillende vormen van geweld en gaan gebukt onder sociaal-economische uitsluiting en discriminatie, met name op grond van hun eigen geslacht, seksuele geaardheid, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging of handicap dan wel dat/die van hun ouders. Er is vaak onvoldoende aandacht voor de zorgen van kinderen en met hun standpunten wordt in kwesties die voor hen van belang zijn, vaak onvoldoende rekening gehouden.

De COVID-19-pandemie heeft de bestaande problemen en ongelijkheden verergerd en nieuwe problemen en ongelijkheden veroorzaakt. Kinderen zijn meer blootgesteld aan huiselijk geweld en onlinemisbruik en -uitbuiting en cyberpesten 7 , en er is online meer materiaal inzake seksueel misbruik van kinderen uitgewisseld 8 . Procedures als die op het gebied van asiel of gezinshereniging hebben vertraging opgelopen. De verschuiving naar afstandsonderwijs heeft onevenredig grote gevolgen gehad voor zeer jonge kinderen, kinderen met speciale behoeften, kinderen die in armoede leven, kinderen in gemarginaliseerde gemeenschappen, zoals Roma-kinderen, en kinderen in afgelegen en plattelandsgebieden die geen toegang hebben tot internetverbindingen en IT-apparatuur. Veel kinderen krijgen hun meest voedzame dagelijkse maaltijd niet meer en hebben geen toegang meer tot de diensten die scholen bieden. De pandemie heeft ook ernstige gevolgen voor de geestelijke gezondheid van kinderen; er is sprake van een toename van angst, stress en eenzaamheid. Veel kinderen konden niet deelnemen aan sport-, vrijetijds-, artistieke en culturele activiteiten, die essentieel zijn voor hun ontwikkeling en welzijn.

De EU heeft behoefte aan een nieuwe, alomvattende aanpak die rekening houdt met de nieuwe realiteit en langdurige uitdagingen. Met de goedkeuring van deze eerste alomvattende strategie inzake de rechten van het kind verbindt de Commissie zich ertoe kinderen en hun belangen binnen het EU-beleid een centrale plaats te geven door middel van haar interne en externe acties en in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. Deze strategie is erop gericht alle nieuwe en bestaande wetgevings-, beleids- en financieringsinstrumenten van de EU in één alomvattend kader samen te brengen.

Zij bevat een reeks gerichte acties op zes thematische gebieden, die elk de prioriteiten voor het optreden van de EU in de komende jaren bepalen. Een en ander zal worden ondersteund door de integratie van de rechten van het kind binnen alle relevante beleidsterreinen van de EU te versterken. Er wordt terdege rekening gehouden met de specifieke behoeften van bepaalde groepen kinderen, waaronder kinderen die te kampen hebben met meerdere kwetsbaarheden en vormen van discriminatie tegelijk.

Deze strategie bouwt voort op eerdere mededelingen van de Commissie over de rechten van het kind 9 en op het bestaande rechts- en beleidskader 10 . Zij draagt ook bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese pijler van sociale rechten 11 . De strategie is verankerd in het UNCRC en de drie facultatieve protocollen daarbij en het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (UNCRPD) 12 en zal bijdragen tot het realiseren van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling (SDG’s) van de Verenigde Naties 13 . Zij is ook gekoppeld aan de normen van de Raad van Europa inzake de rechten van het kind en de strategie voor de rechten van het kind (2016-2021) van die Raad 14 .

De strategie is gebaseerd op substantiële bijdragen van het Europees Parlement 15 , de lidstaten, kinderrechtenorganisaties, andere belanghebbenden en individuen, die de tijdens de voorbereidende fase zijn verzameld via onder meer een openbare raadpleging 16 en het Europees Forum voor de rechten van het kind van 2020 17 .

Zij is ontwikkeld voor kinderen en samen met kinderen. Bij de voorbereiding van deze strategie is rekening gehouden met de standpunten en suggesties van meer dan 10 000 kinderen 18 . Kinderen werden ook betrokken bij het opstellen van de kindvriendelijke versie ervan 19 . Dit markeert een nieuw hoofdstuk en vormt een belangrijke mijlpaal voor de EU op weg naar daadwerkelijke participatie van kinderen bij haar besluitvormingsprocessen.  


1.Deelname aan het politieke en democratische leven: een EU die kinderen in staat stelt actief te zijn als burgers en leden van democratische samenlevingen

“Als wij het niet doen, wie doet het dan?” (jongen, 16 jaar, 13e Europees Forum voor de rechten van het kind, 2020)

De beelden van jongeren die overal ter wereld de straat op gaan en tot klimaatactie of eerbiediging van de mensenrechten oproepen 20 , laten zien dat kinderen actieve burgers zijn en veranderingen aanjagen. Hoewel burgers in de meeste EU-lidstaten pas vanaf de leeftijd van 18 jaar stemrecht hebben, hebben kinderen wel het recht om actief deel te nemen aan democratische samenlevingen en kunnen zij helpen om politieke prioriteiten vorm te geven, uit te voeren en te beoordelen.

Er bestaan goede voorbeelden van de wijze waarop verschillende bestuursniveaus en overheidsdiensten zinvolle participatie van kinderen bevorderen, waardoor kinderen echt invloed kunnen uitoefenen op beslissingen in de publieke sfeer 21 . Op EU-niveau gaat het onder meer om EU-jongerendialogen 22 en de Leerhoek 23 .

Toch hebben te veel kinderen de indruk dat er bij de besluitvorming onvoldoende rekening met hen wordt gehouden 24 . Stereotypering is een van de problemen, net als de perceptie dat participatie van kinderen lastig en kostbaar is en middelen en deskundigheid vergt. Met name genderstereotypen beperken de aspiraties van jongens en meisjes en belemmeren hen bij hun participatie en het maken van cruciale keuzes. Hoewel een meerderheid van de kinderen zich bewust lijkt te zijn van haar rechten, is slechts één op de vier kinderen van mening dat de rechten van kinderen door de gehele samenleving worden geëerbiedigd 25 . Dit heeft negatieve gevolgen voor de deelname van kinderen aan onderwijs, sportieve, culturele en andere vrijetijdsactiviteiten, justitie- en migratiestelsels of de gezondheidszorg, ook in gezinsverband.

Daarom moet de EU de inclusieve en systematische participatie van kinderen op lokaal, nationaal en EU-niveau bevorderen en verbeteren. Daarbij is een voortrekkersrol weggelegd voor een nieuw EU-platform voor de participatie van kinderen, dat in samenwerking met het Europees Parlement en kinderrechtenorganisaties zal worden opgericht om ervoor te zorgen dat kinderen beter bij besluitvorming worden betrokken. De conferentie over de toekomst van Europa biedt ook een uitstekende gelegenheid om kinderen te laten participeren.

De Commissie zal ook kinderen, professionals die met en voor kinderen werken, de media, het publiek, politici en beleidsmakers helpen om de rechten van het kind meer onder de aandacht te brengen en het recht van het kind om te worden gehoord, te waarborgen. Zij zal ook een zinvolle en inclusieve participatie van kinderen in het beleidsvormingsproces van de Europese instellingen en EU-agentschappen bevorderen, in voorkomend geval met name via kindspecifieke raadplegingen.

Belangrijkste acties van de Europese Commissie:

-samen met het Europees Parlement en kinderrechtenorganisaties een EU-platform voor kinderparticipatie oprichten teneinde bestaande mechanismen voor de participatie van kinderen op lokaal, nationaal en EU-niveau met elkaar te verbinden en kinderen te betrekken bij de besluitvormingsprocessen op EU-niveau;

-ruimte creëren voor kinderen zodat zij actief kunnen deelnemen aan het Europees klimaatpact door het afleggen van beloften of door ambassadeurs van het pact te worden. Door scholen te betrekken bij onderwijs over duurzaamheid op het gebied van klimaat, energie en milieu zal de “Education for Climate Coalition” kinderen helpen actief bij te dragen tot de uitvoering van het klimaatpact en de Europese Green Deal 26

-toegankelijke, digitaal inclusieve en kindvriendelijke versies en formats van het Handvest van de grondrechten en andere belangrijke EU-instrumenten ontwikkelen en bevorderen;

-richtsnoeren ontwikkelen en bevorderen voor het gebruik van kindvriendelijke taal in documenten en tijdens ook door kinderen bezochte evenementen en bijeenkomsten met belanghebbenden;

-kinderen betrekken bij het grondrechtenforum van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) en de conferentie over de toekomst van Europa;

-kindspecifieke raadplegingen houden voor relevante toekomstige initiatieven;

-de deskundigheid en de praktijk op het gebied van kinderparticipatie bij het personeel van de Commissie en van de EU-agentschappen versterken, onder meer op het gebied van het beleid inzake de bescherming van kinderen.


De Europese Commissie verzoekt de lidstaten om:

-passende middelen vast te stellen, te verbeteren en ter beschikking te stellen voor nieuwe en bestaande mechanismen voor de kinderparticipatie op lokaal, regionaal en nationaal niveau, onder meer via het instrument van de Raad van Europa voor zelfbeoordeling inzake kinderparticipatie 27 ;

-het bewustzijn en de kennis van de rechten van het kind te vergroten, onder meer bij professionals die met en voor kinderen werken, door middel van voorlichtingscampagnes en opleidingsactiviteiten;

-onderwijs over burgerschap, gelijkheid en deelname aan democratische processen in onderwijsprogramma’s op lokaal, regionaal, nationaal en EU-niveau te versterken;

-scholen te ondersteunen bij hun inspanningen om leerlingen te betrekken bij het dagelijks leven en de besluitvorming van de school.


2.Sociaal-economische inclusie, gezondheid en onderwijs: een EU die kinderarmoede bestrijdt, bevordert inclusieve en kindvriendelijke samenlevingen en gezondheids- en onderwijsstelsels.

“Ik denk dat ik op een bepaald moment wel een bepaalde angst voel. Ik zou graag met een psycholoog praten om een idee te krijgen hoe je het best met problemen kan omgaan.” (kind, Griekenland).

“School geeft je de mogelijkheid je open te stellen voor de wereld en met mensen te praten. School betekent leven.” (minderjarige asielzoeker, Frankrijk).

Elk kind heeft vanaf de geboorte recht op een adequate levensstandaard en op gelijke kansen. Het versterken van de sociaal-economische inclusie van kinderen is van essentieel belang om te voorkomen dat armoede en achterstand van generatie op generatie worden doorgegeven. Sociale bescherming en ondersteuning van gezinnen zijn in dit verband van essentieel belang.

Elk kind heeft recht op het hoogst haalbare niveau van gezondheidszorg en kwaliteitsonderwijs, ongeacht zijn achtergrond en ongeacht de plek waar het woont. Kinderen voor wie armoede en sociale uitsluiting dreigen, zullen echter vaker moeilijkheden ondervinden om toegang te krijgen tot essentiële diensten, met name op het platteland en in afgelegen en achtergestelde gebieden.

De Europese pijler van sociale rechten 28 en de aanbeveling van de Commissie van 2013 “Investeren in kinderen: de vicieuze cirkel van achterstand doorbreken” 29 blijven belangrijke instrumenten om kinderarmoede terug te dringen en het welzijn van kinderen te verbeteren. De financieringsinstrumenten van de EU zijn net zo belangrijk om deze beleidsdoelstellingen te ondersteunen. Tussen 2021 en 2027 zullen de lidstaten waar het percentage kinderen dat met armoede of sociale uitsluiting wordt bedreigd, hoger is dan het EU-gemiddelde (in 2017-2019), 5 % van het Europees Sociaal Fonds Plus (hierna “ESF +” genoemd) moeten reserveren voor de bestrijding van kinderarmoede, terwijl alle andere lidstaten eveneens passende bedragen moeten toekennen. Het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) zal bijdragen aan investeringen in infrastructuur, uitrusting en toegang tot reguliere en hoogwaardige diensten en dat met name in de armste regio’s van de Unie, waar overheidsdiensten doorgaans minder ontwikkeld zijn. De faciliteit voor herstel en veerkracht zal bijdragen tot een snel en inclusief herstel na de COVID-19-pandemie, onder meer door het bevorderen van beleid voor kinderen en jongeren, en het versterken van de economische, sociale en territoriale cohesie.

2.1Bestrijding van kinderarmoede en bevordering van gelijke kansen

Hoewel het percentage kinderen in de EU dat met armoede of sociale uitsluiting wordt bedreigd, de afgelopen jaren is gedaald, bedroeg dit in 2019 toch nog 22,2 %. Is sommige lidstaten is het armoederisico voor kinderen die door een alleenstaande ouder worden opgevoed, kinderen in gezinnen met drie of meer kinderen, kinderen die op het platteland en in de meest afgelegen gebieden van de EU wonen, en kinderen met een migranten- of Roma-achtergrond, tot drie keer hoger dan dat van andere kinderen 30 . Ongeveer de helft van de kinderen waarvan de ouders een laag opleidingsniveau hebben, werd met armoede of sociale uitsluiting bedreigd; bij kinderen met ouders met een hoog opleidingsniveau was dat minder dan 10 %. Kinderen uit gezinnen met een laag inkomen zullen veel eerder de gevolgen van ernstige woningnood of te kleine behuizing ondervinden en sneller dakloos zijn.

Dit vertaalt zich in een grote kansenongelijkheid, die voor kinderen een probleem blijft, zelfs in landen waar het niveau van armoede en sociale uitsluiting laag is 31 . Kinderen uit kansarme milieus zullen minder snel dan hun meer geprivilegieerde leeftijdsgenoten goed presteren op school, een goede gezondheid genieten en later in hun leven hun volledige potentieel kunnen realiseren.

Alle kinderen, ook kinderen met een handicap en kinderen uit achtergestelde groepen, hebben evenveel recht om bij hun gezin en in een gemeenschap te wonen. Geïntegreerde systemen voor kinderbescherming, die onder meer doeltreffende preventie, vroegtijdige interventie en gezinsondersteuning bieden, moeten voor kinderen die het zonder ouderlijke zorg moeten stellen of het risico lopen die zorg te verliezen, de noodzakelijke voorwaarden scheppen om scheiding van gezinnen te voorkomen. Armoede mag nooit de enige reden zijn om kinderen uit huis te plaatsen. Er moet worden gezorgd voor een verschuiving naar hoogwaardige zorg in gemeenschaps- en gezinsverband en steun voor kinderen die de zorg ontgroeien.

Met het actieplan voor de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten 32 heeft de Commissie de ambitieuze doelstelling geformuleerd ervoor te zorgen dat in de EU tegen 2030 ten minste 15 miljoen mensen – onder wie ten minste 5 miljoen kinderen – niet meer hoeven te vrezen voor armoede of sociale uitsluiting. Een van de belangrijkste resultaten daarvan is het voorstel van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad tot vaststelling van de Europese kindergarantie 33 , die deze strategie aanvult en waarin wordt opgeroepen tot specifieke maatregelen voor kinderen die met armoede of sociale uitsluiting worden bedreigd. In het voorstel wordt de lidstaten aanbevolen voor kinderen in nood de toegang te waarborgen tot hoogwaardige essentiële diensten: onderwijs en opvang van hoge kwaliteit voor jonge kinderen, andere onderwijsniveaus (met inbegrip van schoolactiviteiten), gezondheidszorg, voeding en huisvesting.

De Commissie houdt in het kader van het Europees semestertoezicht op de wijze waarop de lidstaten kinderarmoede of sociale uitsluiting aanpakken en stelt zo nodig landspecifieke aanbevelingen voor. De versterkte jongerengarantie 34 schrijft voor dat alle jongeren van 15 jaar en ouder binnen vier maanden nadat zij werkloos zijn geworden of het formele onderwijs hebben verlaten, een aanbod krijgen voor een baan, onderwijs of een plaats als stagiair of leerling.

Belangrijkste acties van de Europese Commissie:

-de Europese kindergarantie goedkeuren;

-zorgen voor complementariteit met de Europese strategie voor de rechten van personen met een handicap 35 , om tegemoet te komen aan de behoeften van kinderen met een handicap en te zorgen voor een betere toegang tot algemene diensten en zelfstandig wonen.

De Europese Commissie verzoekt de lidstaten om:

- spoedig in de Raad het voorstel van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad tot vaststelling van de Europese kindergarantie goed te keuren en de bepalingen ervan uit te voeren;

-de versterkte jongerengarantie ten uitvoer leggen en de betrokkenheid van jongeren bij de diensten in het kader van de jongerengarantie te bevorderen.


2.2Waarborgen van het recht op gezondheidszorg voor alle kinderen

Vaccinatie is het belangrijkste instrument om ernstige, besmettelijke en soms dodelijke ziekten te voorkomen en is een primair onderdeel van de zorg voor kinderen. Dankzij de wijdverbreide vaccinatie zijn pokken uitgeroeid en is Europa poliovrij. Als gevolg van een ontoereikende vaccinatiegraad breken er echter nog steeds ziekten uit die door vaccinatie kunnen worden voorkomen. De COVID-19-pandemie heeft ook de continuïteit van vaccinatieprogramma’s voor kinderen in Europa in gevaar gebracht. De Europese Commissie en de EU-lidstaten delen de respectieve doelstellingen om desinformatie te bestrijden, het vertrouwen in vaccins te versterken en iedereen gelijke toegang tot vaccins te bieden.

In 2020 werd bij meer dan 15 500 kinderen en adolescenten in de EU kanker vastgesteld. In datzelfde jaar overleden meer dan 2 000 jonge patiënten als gevolg van kanker. Kanker is de belangrijkste doodsoorzaak bij ziekten na het eerste levensjaar. Tot 30 % van de kinderen die aan kanker lijden, ondervindt ernstige gevolgen op lange termijn en het aantal kinderen dat kanker overleeft, blijft toenemen.

Een gezonde en actieve levensstijl op jonge leeftijd helpt om de risico’s op kanker later in het leven te verminderen. In het kader van het Europees kankerbestrijdingsplan 36 wordt meer werk gemaakt van acties voor vroegtijdige preventie en worden nieuwe initiatieven op het gebied van kinderkanker geëntameerd om jonge patiënten te helpen herstellen en om een optimale levenskwaliteit te waarborgen. Voor kinderen met kanker is vaak maar een beperkt aantal erkende behandelingsmethoden beschikbaar. De herziene verordening betreffende geneesmiddelen voor kinderen, een vlaggenschipinitiatief van de farmaceutische strategie voor de EU 37 , is gericht op de bevordering van specifieke kindergeneesmiddelen, onder meer op het gebied van pediatrische oncologie.

De kindertijd is een levensfase die cruciaal is voor de latere lichamelijke en geestelijke gezondheid. Geestelijke gezondheidsproblemen bij kinderen zijn echter wijdverbreid en houden soms verband met isolement, de onderwijsomgeving, sociale uitsluiting en armoede, en langdurig gebruik van digitale apparatuur. Wereldwijd heeft tot 20 % van de kinderen te maken met geestelijke gezondheidsproblemen. Wanneer zij daarbij niet worden geholpen, zal dat hun ontwikkeling, opleidingsprestaties en vermogen om een bevredigend leven te leiden, zeer nadelig beïnvloeden. De school wordt erkend als een van de fundamentele factoren voor de geestelijke gezondheid van kinderen 38 . De Europese onderwijsruimte 39 zal ook aandacht besteden aan geestelijke gezondheid en welzijn in het onderwijs. Culturele participatie, activiteiten in de natuur en fysieke inspanningen kunnen een positief effect hebben op de geestelijke gezondheid van kinderen 40 , omdat daardoor zelfvertrouwen, zelfacceptatie, vertrouwen en eigenwaarde worden bevorderd.

Migrantenkinderen kampen vaak met geestelijke gezondheidsproblemen als gevolg van hun ervaringen in het land van herkomst en op de migratieroute en van onzekerheid of vernederende behandeling in het land van aankomst. De lopende werkzaamheden van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) en van het Vulnerables Network (VEN) richten zich onder meer op de geestelijke gezondheid van asielzoekers. Andere groepen kinderen, zoals kinderen met een handicap en LHBTIQ-kinderen, kunnen specifieke behoeften hebben op het gebied van geestelijke en lichamelijke gezondheid, waarin op passende wijze moet worden voorzien.

Een gezond dieet is, samen met regelmatige fysieke inspanningen, van cruciaal belang voor de optimale fysieke en geestelijke ontwikkeling van kinderen. Ook nu nog zijn er in de EU kinderen die honger lijden, met name Romakinderen en kinderen van Travellers 41 , waardoor zij vatbaarder zijn voor ziekten en hun hersenen zich niet goed kunnen ontwikkelen. Dakloze kinderen en migrantenkinderen die in overbevolkte of ondermaatse opvangvoorzieningen verblijven, hebben te maken met soortgelijke problemen. 

Anderzijds heeft de toegenomen beschikbaarheid en betaalbaarheid van zeer sterk bewerkte, ongezonde levensmiddelen in de afgelopen 30 tot 40 jaar geleid tot een toename van overgewicht en obesitas. Een op de drie kinderen in de EU in de leeftijd van 6 tot 9 jaar heeft overgewicht of is obees. Dit kan het risico op diabetes, kanker, hart- en vaatziekten of vroegtijdig overlijden doen toenemen. De acties van de Commissie omvatten de regeling voor groente, fruit en melk 42 en het EU-actieplan inzake obesitas bij kinderen voor de periode 2014-2020 43 , die zullen worden geëvalueerd met het oog op een follow-up.

De “van boer tot bord”-strategie van de Commissie 44 roept de levensmiddelenindustrie en de detailhandel op om gezonde en duurzame levensmiddelen steeds beter beschikbaar en betaalbaar te maken. In dit verband zal de Commissie een voorstel doen voor geharmoniseerde verplichte voedingswaarde-etikettering op de voorzijde van de verpakking om het maken van geïnformeerde en gezonde voedingskeuzes te vergemakkelijken, en zal zij voedingsprofielen vaststellen om de promotie (via voedings- of gezondheidsclaims) van levensmiddelen met een hoog vet-, suiker- en zoutgehalte te beperken. De campagne HealthyLifestyle4All zal gezonde levensstijlen bevorderen voor alle leeftijden en sociale groepen, en met name voor kinderen.

Belangrijkste acties van de Europese Commissie:

-de uitvoering van de aanbeveling van de Raad om de EU-samenwerking te verbeteren op het gebied van ziekten die door vaccinatie kunnen worden voorkomen, intensiveren 45 ;

-informatie verstrekken en beste praktijken uitwisselen om de geestelijke gezondheid van kinderen te bevorderen, via het portaal voor beste praktijken 46 en het platform voor gezondheidsbeleid;

-het rechtskader van de EU-schoolregeling herzien om het accent te leggen op gezond en duurzaam voedsel;

-beste praktijken en een vrijwillige gedragscode ontwikkelen in het kader van het gemeenschappelijk optreden inzake de toepassing van gevalideerde beste praktijken op het gebied van voeding, teneinde op kinderen gerichte onlinemarketing van producten met een hoog gehalte aan suiker, vet en zout terug te dringen.


De Europese Commissie verzoekt de lidstaten om:

-kinderen in het kader van hun nationale strategieën voor geestelijke gezondheid als prioritaire doelgroep aan te wijzen;

-netwerken op te bouwen met gezinnen, scholen, jongeren en andere belanghebbenden en instellingen die betrokken zijn bij de geestelijke gezondheid van kinderen.


2.3Bouwen aan inclusief, hoogwaardig onderwijs

Alle kinderen hebben het recht om hun kerncompetenties en talenten te ontwikkelen, vanaf hun vroege kinderjaren en gedurende hun hele school- en beroepsopleiding, ook in niet-formele leeromgevingen. Toegang tot inclusief, niet-gesegregeerd kwaliteitsonderwijs moet onder meer worden gewaarborgd door een niet-discriminerende behandeling, waarbij geen acht wordt geslagen op ras en etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, nationaliteit, verblijfsstatus, geslacht en seksuele geaardheid.

Onderwijs en opvang van jonge kinderen (OOJK) is bijzonder gunstig voor de cognitieve en taal- en sociale ontwikkeling van kinderen. Zowel de ET 2020-benchmark 47 als de Barcelona-doelstellingen 48 inzake deelname van kinderen aan OOJK zijn op EU-niveau gehaald, zij het met grote verschillen tussen de lidstaten.

Het percentage inschrijvingen in het kader van OOJK voor kinderen met een handicap en kinderen uit kansarme groepen, kinderen met een migrantenachtergrond en Roma-kinderen is veel lager, ook al behoren zij tot de groep kinderen die het meest baat zou hebben bij deelname. Hoewel landen gerichte maatregelen hebben genomen om de toegang tot OOJK voor kinderen die in armoede leven te vergemakkelijken, richten maar weinig landen steunmaatregelen op kinderen met een migrantenachtergrond of kinderen uit regionale of etnische minderheden 49 . Dit is met name problematisch voor kinderen met een migratieachtergrond, voor wie de toegang tot OOJK bijzonder bevorderlijk is voor de taalontwikkeling. De Commissie zal een herziening van de Barcelona-doelstellingen voorstellen ter ondersteuning van verdere opwaartse convergentie van de deelname in de lidstaten aan voor- en vroegschoolse educatie en opvang 50 .

Bij het ontwerpen van inclusief schoolonderwijs moeten in verschillende omgevingen zinvolle leerervaringen mogelijk worden gemaakt. Daartoe zal de Commissie voorstellen indienen ter ondersteuning van online- en afstandsonderwijs in het basis- en middelbaar onderwijs, die de ontwikkeling zullen bevorderen van flexibeler en inclusiever onderwijs via een combinatie van verschillende leeromgevingen (op school en op afstand) en verschillende instrumenten (digitale instrumenten, inclusief online-instrumenten, en niet-digitale instrumenten). Daarbij zal rekening worden gehouden met de specifieke problemen van kansarme groepen en gemeenschappen.

Ondanks de recente vooruitgang op dit gebied verlaat nog steeds ongeveer 10 % van de jongeren in de EU (en meer dan 60 % van de Roma-jongeren) voortijdig onderwijs en opleiding en voltooit slechts 83 % het hoger secundair onderwijs (bij Roma-jongeren gaat het om slechts 28 %). Van de Romakinderen op basisscholen zit 44 % op een gesegregeerde basisschool, wat hun kansen om in latere onderwijsfasen te slagen, ondermijnt 51 . Weinig kinderen met een handicap maken hun school af en nog minder leerlingen met een handicap behalen een universitair diploma (verschil van 14,4 procentpunten). Er is een hardnekkige genderkloof: meer jongens dan meisjes verlaten de school voortijdig. Bovendien blijkt uit de resultaten over 2018 van het Programme for International Student Assessment (PISA) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) 52 dat een op de vijf jonge Europeanen nog steeds onvoldoende competenties heeft op het gebied van lezen, wiskunde of wetenschappen. Om deze trend te helpen keren en alle leerlingen te helpen hun hoger secundair onderwijs af te ronden, zal de Commissie een aanbeveling doen die wegen effent naar succes op school, met bijzondere aandacht voor kansarme leerlingen.

Beroepsonderwijs en -opleiding kunnen ertoe bijdragen studenten met een evenwichtige combinatie van beroepsvaardigheden en sleutelcompetenties uit te rusten, zodat zij de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in de samenleving met succes kunnen bijbenen en inclusiviteit en gelijke kansen worden bevorderd.

Belangrijkste acties door de Europese Commissie:

-in 2022 voorstellen om de Barcelona-doelstellingen te herzien ter ondersteuning van verdere opwaartse convergentie van de deelname in de lidstaten aan voor- en vroegschoolse educatie en opvang;

-een aanbeveling van de Raad voorstellen inzake online- en afstandsonderwijs in het basis- en middelbaar onderwijs;

-een nieuw initiatief “Pathways to School Success” voorstellen, dat er ook toe zal bijdragen dat onderwijsniveau en -prestaties minder afhankelijk worden van de sociale, economische en culturele status;

-een deskundigengroep oprichten voor het creëren van ondersteunende leeromgevingen voor groepen die het risico lopen om slecht te presteren en voor het bevorderen van het welzijn op school;

-de lidstaten ondersteunen bij de uitvoering van de aanbeveling van de Raad van 2020 over beroepsonderwijs en -opleiding met het oog op duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht;

-de toolkit voor inclusie in voor- en vroegschoolse educatie en opvang promoten 53 .


De Europese Commissie verzoekt de lidstaten om:

-te werken aan de verwezenlijking van de doelstellingen die in het kader van de Europese onderwijsruimte zijn voorgesteld;

-in samenwerking met de Europese Commissie alle relevante maatregelen op het gebied van onderwijs en opleiding die in het actieplan inzake integratie en inclusie 2021-2024 54 worden aanbevolen, volledig uit te blijven voeren.


3.Bestrijden van geweld tegen kinderen en waarborgen van kinderbescherming: een EU die kinderen helpt om gevrijwaard van geweld op te groeien

“Het feit dat we in een instelling leven, zegt helemaal niets over ons, behalve dat we in ons leven al het een en ander hebben meegemaakt.” (kind, Slovenië).

“Ik zou willen dat er in mijn gezin minder ruzie en spanning was.” (kind, Griekenland).

Geweld tegen kinderen, in alle mogelijke vormen, is wijdverbreid. Kinderen kunnen slachtoffer of getuige zijn van geweld, maar ook zelf in de fout gaan, zowel thuis als op school, tijdens vrijetijds- en recreatieactiviteiten, binnen justitiële instellingen en zowel offline als online.

Geschat wordt dat mondiaal gezien de helft van alle kinderen jaarlijks te maken krijgt met enige vorm van geweld. Bijna driekwart van de kinderen wereldwijd in de leeftijd van 2 tot 4 jaar ondergaat regelmatig een fysieke bestraffing en/of psychologisch geweld van de zijde van hun ouders of verzorgers 55 . In Europa zal 1 op de 5 kinderen het slachtoffer worden van enige vorm van seksueel geweld 56 . Bovendien maken kinderen bijna een kwart van de slachtoffers van mensenhandel in de EU uit. In de meeste gevallen gaat het om meisjes die voor seksuele uitbuiting worden verhandeld 57 . Wereldwijd hebben meer dan 200 miljoen vrouwen en meisjes genitale verminking overleefd 58 , waaronder meer dan 600 000 vrouwen en meisjes in de EU 59 . 62% van de intersekse personen 60 die een operatie hadden ondergaan, verklaarde dat zijzelf, noch hun ouders voorafgaand aan de medische behandeling of ingreep om hun geslachtskenmerken te wijzigen, volledig geïnformeerde toestemming hadden gegeven 61 .

De COVID-19-pandemie heeft geleid tot een toename van bepaalde vormen van geweld, waaronder huiselijk geweld, en noopt tot aanpassing van de mechanismen voor klachten en aangifte. De capaciteit van en toegang tot de kinderhulplijnen (116 111) en de meldpunten voor vermiste kinderen (116 000) moeten worden verbeterd.

Blootstelling aan geweld heeft ernstige gevolgen voor de lichamelijke, psychologische en emotionele ontwikkeling van een kind. Dit kan fnuikend zijn voor de schoolgang, de sociale contacten en het welzijn. Het kan leiden tot psychische problemen, chronische aandoeningen, de neiging tot automutilatie en zelfs zelfdoding. Kinderen in kwetsbare situaties lopen extra risico.

Geweld op scholen en onder leeftijdsgenoten komt vaak voor. Volgens het PISA-onderzoek van 2018 verklaarde 23% van de leerlingen ten minste een paar keer per maand op school te worden gepest (fysiek, verbaal of sociaal). Een recente LGBTI-enquête van het Bureau voor de grondrechten wees uit dat 51% van de leerlingen van 15-17 jaar op school wordt getreiterd.

In 2019 waren er 33 miljoen migrerende kinderen; wat neerkomt op 12% van het totale aantal internationale migranten in de wereld. Migrerende kinderen, onder wie kindvluchtelingen, worden zeer vaak blootgesteld aan risico’s van misbruik en hebben dikwijls extreme vormen van geweld meegemaakt – oorlog, gewelddadige conflicten, uitbuiting, mensenhandel en lichamelijk, psychisch en seksueel misbruik – voor en/of na hun aankomst op het grondgebied van de EU 62 . Kinderen kunnen vermist raken of van hun ouders worden gescheiden. De risico’s zijn des te groter wanneer kinderen zonder begeleiding reizen of overbevolkte faciliteiten moeten delen met onbekende volwassenen. Dat kinderen in de migratiecontext of vanwege hun migratieachtergrond bijzonder kwetsbaar zijn, betekent dat zij aanvullende, gerichte bescherming en ondersteuning moeten krijgen. Dit geldt ook voor kinderen buiten de EU, zoals de naar schatting bijna 30 000 kinderen, onder wie kinderen van buitenlandse strijders, die in het Al Hol-kamp in Syrië wonen en lijden onder oorlogstrauma’s en extreem zware levensomstandigheden 63 .

De Commissie zal geweld, waaronder gendergerelateerd geweld, tegen kinderen aanpakken en de lidstaten ondersteunen bij de bestrijding ervan. Daarbij zal de Commissie de lidstaten blijven ondersteunen en blijven toezien op de tenuitvoerlegging van de maatregelen die zijn vastgesteld in de mededeling uit 2017 over de bescherming van migrerende kinderen 64 .

De Commissie zal ook in samenwerking met alle belanghebbenden aandacht vragen voor alle vormen van geweld, om te zorgen voor kindvriendelijke preventie en voor bescherming en ondersteuning van kinderen die als slachtoffer of getuige met geweld te maken hebben gekregen. Het programma Burgers, gelijkheid, rechten en waarden (CERV) 65 zal kinderbeschermingsprojecten blijven financieren.

De Commissie zal oplossingen zoeken voor het gebrek aan vergelijkbare, naar leeftijd en geslacht uitgesplitste gegevens over geweld tegen kinderen op nationaal en EU-niveau en zo nodig gebruikmaken van de deskundigheid van het Bureau voor de grondrechten.

Deze strategie zal de acties die zijn gepland in het kader van de nieuwe EU-strategie voor de bestrijding van mensenhandel alsook de nieuwe EU-strategie voor een doeltreffendere bestrijding van seksueel misbruik van kinderen aanvullen en zo nodig versterken 66 . In dat kader onderzoekt de Commissie ook de mogelijkheid om een Europees centrum voor de preventie en bestrijding van seksueel kindermisbruik op te richten, dat met bedrijven en rechtshandhavingsinstanties zal samenwerken om slachtoffers te identificeren en daders voor de rechter te brengen.

De bevordering van geïntegreerde kinderbeschermingssystemen houdt intrinsiek verband met de preventie van en bescherming tegen geweld. Alle relevante instanties en diensten dienen het kind centraal te stellen en samen te werken om het te beschermen en ondersteunen, met inachtneming van de belangen van het kind. De Commissie zal de oprichting van kinderhuizen (Barnahus 67 ) in de EU verder ondersteunen. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan preventiemaatregelen, zoals gezinsondersteuning.


Belangrijkste acties door de Europese Commissie:

-een wetgevingsvoorstel indienen om gendergerelateerd geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld te bestrijden en de voltooiing ondersteunen van de toetreding van de EU tot het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld; 

-een aanbeveling opstellen over de preventie van schadelijke praktijken tegen vrouwen en meisjes, waaronder vrouwelijke genitale verminking;

-een initiatief voor het ondersteunen van de ontwikkeling en verbetering van geïntegreerde kinderbeschermingssystemen presenteren, dat alle relevante instanties en diensten ertoe aanzet om beter te samen te werken en de belangen van het kind voorop te stellen;

-de uitwisseling ondersteunen van goede praktijken om een einde te maken aan niet-vitale chirurgische ingrepen en medische behandelingen die ten doel hebben intersekse kinderen en adolescenten te laten voldoen aan de typische definitie van mannelijk of vrouwelijk, zonder dat zijzelf of hun ouders daar volledig geïnformeerde toestemming voor geven (genitale verminking van intersekse personen).

De Commissie verzoekt de lidstaten om:

-voorlichting te bieden over en te investeren in capaciteitsopbouw en maatregelen voor i) een doeltreffender preventie van geweld, ii) bescherming van slachtoffers en getuigen, met inbegrip van de nodige waarborgen voor minderjarige verdachten of beklaagden;

-te zorgen voor passende ondersteuning van kinderen met specifieke kwetsbaarheden die slachtoffer zijn van geweld, waaronder geweld op school;

-lijfstraffen in alle omstandigheden te verbieden, voor zover zulks nog niet bij wet geregeld is, en daaraan ook in de praktijk een einde te maken;

-de werking van kinderbeschermingsstelsels op nationaal niveau te verbeteren en met name:

üde kinderhulplijn (116 111) en het meldpunt voor vermiste kinderen (116 000) op te zetten (voor zover deze nog niet bestaan) en te verbeteren 68 , onder meer door te zorgen voor financiering en capaciteitsopbouw, en

ünationale strategieën en programma’s te bevorderen om vaart te zetten achter vermaatschappelijking en transitie naar hoogwaardige gezins- en gemeenschapsgerichte zorgdiensten, waarbij de kinderen, met inbegrip van niet-begeleide minderjarige migranten, goed worden voorbereid op hun leven na de zorg.

4.Kindvriendelijke justitie: een EU waarin het justitiële stelsel borgstaat voor de rechten van kinderen en rekening houdt met hun behoeften

“[Kindvriendelijke justitie is…] Een systeem waarbinnen een kind wordt beschermd, wordt gehoord en veilig is”. (meisje, 17 jaar, Roemenië).

Een kind kan slachtoffer, getuige, verdachte of beklaagde zijn, of figureren als partij in een civiel-, straf- of bestuursrechtelijke procedure. In elk van die gevallen moeten kinderen zich op hun gemak en veilig voelen en moeten zij gehoord worden. Gerechtelijke procedures moeten worden aangepast aan hun leeftijd en behoeften 69 , al hun rechten eerbiedigen en de belangen van het kind vooropstellen. Hoewel de EU beslist reeds het nodige heeft gedaan op dit gebied, en er in het kader van de Raad van Europa normen zijn vastgesteld 70 , moeten nationale justitiële stelsels beter worden afgestemd op de behoeften en rechten van kinderen. Professionals zijn soms onvoldoende opgeleid om kinderen met kinderen om te gaan op een manier die bij hun leeftijd past, bv. wanneer zij de uitkomst van een procedure meedelen, en om de belangen van het kind voorop te stellen. Het recht van het kind om te worden gehoord, wordt niet altijd in acht genomen en soms ontbreken er regelingen om te voorkomen dat een kind meerdere keren te maken krijgt met een verhoor of bewijsgaring 71 .

Wanneer hun rechten worden geschonden, is het lastig voor kinderen om toegang tot de rechter en doeltreffende voorzieningen in rechte te verkrijgen, ook op Europees en internationaal niveau. Kwetsbare kinderen worden vaak blootgesteld aan meervoudige vormen van discriminatie. Kinderen met een handicap ondervinden moeilijkheden door de beperkte toegankelijkheid van de justitiële stelsels en procedures en beschikken niet over toegankelijke informatie over rechten en rechtsmiddelen. De manier waarop gegevens worden vergaard over kinderen die betrokken zijn bij gerechtelijke procedures, dient te worden verbeterd, ook waar het om gespecialiseerde rechtbanken gaat.

Door de COVID-19-pandemie zijn de uitdagingen in verband met kinderen en justitie nog groter geworden. Sommige gerechtelijke procedures zijn gestopt of vertraagd en het recht om gedetineerde familieleden te bezoeken is aangetast.

Kinderen komen in contact met de burgerlijke rechtspleging bij scheiding van tafel en bed of echtscheiding van hun ouders, of bij adoptie of uithuisplaatsing. Het materiële familierecht behoort tot de nationale bevoegdheden. In grensoverschrijdende zaken zijn verordening Brussel IIbis (zoals herschikt in 2019) of de alimentatieverordening, en nauwere justitiële samenwerking van essentieel belang om de rechten van kinderen te beschermen en hun toegang tot de rechter te verzekeren. Hoewel moet worden voorkomen dat gezinnen onnodig worden gescheiden, dienen bij een beslissing inzake uithuisplaatsing van een kind, de rechten van dat kind altijd te worden geëerbiedigd 72 . Wanneer het rechters of nationale instanties bekend is dat het kind een nauwe band heeft met een andere lidstaat, moeten er in een zo vroeg mogelijk stadium passende maatregelen worden overwogen om die rechten te waarborgen.

In 2022 zal de Commissie de Gids inzake goede praktijken bij de toepassing van de verordening Brussel IIbis (herschikking) actualiseren. Specifieke uitdagingen doen zich voor in grensoverschrijdende situaties, onder meer voor gezinnen waarvan de ouders gescheiden zijn of gescheiden wonen en voor regenbooggezinnen.

In 2020 werd een derde van alle asielaanvragen ingediend door kinderen 73 . Bij alle maatregelen en besluiten die betrekking hebben op migrerende kinderen moet het belang van het kind vooropstaan. Hoewel er vooruitgang is geboekt, zoals met de uitvoering van de mededeling uit 2017 over de bescherming van migrerende kinderen, krijgen kinderen nog steeds niet altijd op hun leeftijd afgestemde informatie over procedures, en evenmin doeltreffende begeleiding en ondersteuning gedurende de gehele asiel- of terugkeerprocedure. Het migratie- en asielpact benadrukte dat de in het EU-recht vervatte waarborgen en beschermingsnormen voor minderjarige migranten moeten worden toegepast en versterkt. Wanneer de nieuwe regels eenmaal zijn aangenomen, zullen er sneller vertegenwoordigers voor niet-begeleide kinderen worden aangewezen en zal er worden voorzien in de middelen om in hun bijzondere behoeften te voorzien, onder meer bij de overgang naar volwassenheid en zelfstandig wonen. Kinderen zullen gedurende de volledige procedures altijd kunnen rekenen op passende huisvesting en bijstand, met inbegrip van rechtsbijstand. De nieuwe regels zullen ook de solidariteit tussen de lidstaten versterken door te voorzien in volledige bescherming van niet-begeleide kinderen.

Ook vandaag de dag zijn er kinderen in Europa die, sinds hun geboorte of – vaker nog – als gevolg van migratie, staatloos zijn. Zonder nationaliteit is het moeilijk om toegang te krijgen tot bepaalde basisdiensten zoals gezondheidszorg en onderwijs en kan men te maken krijgen met geweld en uitbuiting.

Voor minderjarige slachtoffers van criminaliteit is er dikwijls sprake van ernstige onderrapportage als gevolg van hun leeftijd, onbekendheid met hun rechten en een gebrek aan toegankelijke, op hun leeftijd en gender afgestemde diensten voor aangifte en slachtofferhulp. Specifieke problemen doen zich voor bij het identificeren van slachtoffers van bepaalde misdrijven, waaronder mensenhandel of seksueel misbruik, zoals is benadrukt in de EU-strategie voor de rechten van slachtoffers 74 .

De “Global Study on children deprived of liberty” van de VN uit 2019 75 maakte duidelijk dat nog steeds te veel kinderen van hun vrijheid worden beroofd doordat zij met het recht in aanraking zijn gekomen of in verband met migratie- en asielprocedures. Nationale autoriteiten, onder meer in de EU-lidstaten, moeten voorzien in, en de toepassing verbreden van, niet tot vrijheidsbeneming strekkende maatregelen die uitvoerbaar en doeltreffend zijn, overeenkomstig het EU-acquis, en waarborgen dat detentie alleen als laatste redmiddel en zo kort mogelijk wordt gebruikt. Ook moet bijzondere aandacht worden besteed aan beleidsmaatregelen en praktijken om de rechten te eerbiedigen van kinderen wier ouders gedetineerd zijn. De volledige en correcte uitvoering en praktische toepassing van de richtlijn procedurele waarborgen 76 zal zorgen voor betere bescherming van kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure.

Belangrijkste acties door de Europese Commissie:

-in 2022 een horizontaal wetgevend initiatief voorstellen ter ondersteuning van de wederzijdse erkenning van ouderschap tussen lidstaten;

-bijdragen tot de opleiding van rechtsbeoefenaars op het gebied van de rechten van het kind en kindvriendelijke justitie, overeenkomstig de strategie voor de Europese justitiële opleiding 2021-2024 77 en door middel van het Europees netwerk voor justitiële opleiding (ENJO) 78 , het programma Justitie en het CERV-programma, alsook het Europese opleidingsplatform van het Europees e-justitieportaal 79 ;

-de uitvoering van de richtsnoeren van de Raad van Europa over kindvriendelijke justitie van 2010 versterken;

-in het kader van het nieuwe Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF) gerichte financiële steun verlenen voor transnationale en innovatieve projecten ter bescherming van migrerende kinderen 80 ;

-de lidstaten ondersteunen bij de ontwikkeling van doeltreffende en uitvoerbare alternatieven voor de detentie van kinderen tijdens migratieprocedures.


De Commissie verzoekt de lidstaten om:

-aanbieders van justitiële opleidingen en alle relevante beroepsorganisaties te stimuleren om bij hun activiteiten aandacht te besteden aan de rechten van het kind en kindvriendelijke en toegankelijke justitie. Daartoe dienen de nodige middelen te worden toegewezen voor de reeds genoemde capaciteitsopbouw en moet gebruik worden gemaakt van de ondersteuning door het FRA bij het versterken van de capaciteit ten aanzien van bv. kindvriendelijke justitie en migrerende kinderen;

-robuuste alternatieven voor gerechtelijke actie te ontwikkelen, of het nu gaat om alternatieven voor detentie, om herstelrecht of om bemiddeling in het kader van civiel recht;

-uitvoering te geven aan de aanbeveling van de Raad van Europa aangaande kinderen van gedetineerde ouders 81 ;

-voogdijstelsels voor alle niet-begeleide kinderen te versterken, onder meer door deel te nemen aan de activiteiten van het Europees netwerk van voogdijinstellingen 82 ;

-universele, vrije en onmiddellijke toegang tot geboorteregistratie en -certificering voor alle kinderen te bevorderen en te waarborgen, en ervoor te zorgen dat eerstelijnsfunctionarissen meer capaciteit hebben om problemen op te lossen in verband met staatloosheid en nationaliteit in het kader van migratie;

-met het oog op de volledige eerbiediging van de rechten van het kind te zorgen voor nauwere samenwerking in zaken met grensoverschrijdende gevolgen.


5.De digitale en de informatiemaatschappij: een EU waarin kinderen zich veilig in de digitale omgeving kunnen begeven en de kansen ervan kunnen benutten

“Ik had geen computer, er was geen internet in mijn dorp en daardoor kreeg ik geen informatie. (…) Ik had de laatste drie maanden geen toegang tot internet en ben daardoor blijven zitten.” (meisje, 15 jaar, Spanje).

De ontwikkeling van de digitale omgeving en het gebruik van nieuwe technologieën bieden tal van kansen. Kinderen maken vanaf heel jonge leeftijd gebruik van de online en geconnecteerde omgeving om te spelen, te creëren, te leren, contact te hebben en zich uit te drukken. Digitale technologieën stellen kinderen in staat om deel uit te maken van mondiale bewegingen en zich als actieve burgers te gedragen. De digitale generatie kan beter dan wie ook uit de voeten met onderwijsvormen en arbeidsmarktsystemen die steeds digitaler en geconnecteerder worden. Het gebruik van digitale instrumenten, mits beschikbaar, kan kinderen met een handicap helpen om online te leren, contact te maken, te communiceren en deel te nemen aan recreatieve activiteiten.

Door het gebrek aan doeltreffend ouderlijk toezicht en/of systemen voor leeftijdscontrole komen kinderen online echter ook eerder in aanraking met schadelijke of illegale inhoud, zoals afbeeldingen van seksueel misbruik of seksuele uitbuiting van kinderen, pornografie en inhoud voor volwassenen, sexting, haatzaaiiende uitingen of desinformatie. Ook is er online het risico van schadelijk en illegaal contact, waardoor kinderen bijvoorbeeld het slachtoffer kunnen worden van grooming en toenadering voor seksuele doeleinden, pesterij, misbruik en intimidatie.
Bijna een derde van de meisjes en 20% van de jongens heeft het afgelopen jaar minstens een keer per maand te maken gekregen met verontrustende inhoud en kinderen die tot een minderheid behoren, hebben vaker vervelende online ervaringen 83 . Van de LGBTI-respondenten van 15-17 jaar heeft 15% te maken gekregen met cyberpesten vanwege hun seksuele oriëntatie 84 . Mensenhandelaars maken steeds vaker gebruik van internetplatforms om slachtoffers te werven en uit te buiten; kinderen zijn daarbij een bijzonder kwetsbaar doelwit 85

In het kader van de EU-strategie voor een doeltreffendere bestrijding van seksueel misbruik van kinderen 86 heeft de Commissie een voorlopig voorstel ingediend op grond waarvan informatie- en communicatiebedrijven dergelijk misbruik op vrijwillige basis aan de autoriteiten kunnen blijven melden, voor zover die handelwijze rechtmatig is, en zij roept de medewetgevers op om snel overeenstemming te bereiken over de vaststelling ervan. Op de langere termijn zal de Commissie een wetgevingsvoorstel indienen om seksueel misbruik van kinderen op internet doeltreffend aan te pakken.

Dat kinderen te veel tijd doorbrengen voor beeldschermen en besteden aan onlineactiviteiten, is zorgwekkend uit het oogpunt van hun lichamelijke en geestelijke gezondheid. Het kan leiden tot stress, aandachtsstoornissen, zichtproblemen en te weinig lichaamsbeweging en sportieve activiteit.

Door de COVID-19-pandemie brengen kinderen veel meer tijd online door, als gevolg van de digitalisering van de lessen, het cultuuraanbod en het sociale leven. Zowel de online risico’s als de digitale ongelijkheid zijn hierdoor toegenomen. Een op de tien kinderen verklaarde geen onlineactiviteiten te hebben uitgevoerd en onregelmatig contact met de docent te hebben gehad tijdens de lockdown in het voorjaar 87 . Toegang tot internet is voor veel kinderen in de EU nog geen vanzelfsprekendheid: in huishoudens met een hoog inkomen ligt het percentage 20% hoger en in plattelandsgebieden een stuk lager 88 . In haar recente mededeling over het Europees digitaal decennium kondigde de Commissie ambitieuze connectiviteitsdoelstellingen aan voor alle huishoudens in Europa 89 .

De EU heeft rechtsinstrumenten en beleidsinitiatieven ontwikkeld ter bevordering van de rechten van het kind in de digitale omgeving 90 . Deze instrumenten en initiatieven moeten worden aangepast en bijgewerkt als nieuwe dreigingen, ontwikkelingen of technologieën daar aanleiding toe geven. De herziene richtlijn audiovisuele mediadiensten heeft de bescherming van kinderen tegen schadelijke inhoud en ongepaste commerciële communicatie versterkt. De recente wet inzake digitale diensten 91 stelt zorgvuldigheidsverplichtingen voor dienstverleners voor om de veiligheid van online gebruikers, waaronder kinderen, te waarborgen. Bij de praktijkcode betreffende desinformatie 92 zal een coreguleringsstelsel worden vastgesteld voor het tegengaan van risico’s in verband met de verspreiding van desinformatie. Het nieuwe actieplan voor digitaal onderwijs (2021-2027) 93  bevordert digitale geletterdheid met het oog op de bestrijding van desinformatie en stelt onderwijs en opleiding daarbij centraal. Op internationaal niveau zijn onlangs richtsnoeren gepresenteerd inzake de uitlegging van de rechten van het kind in de digitale omgeving 94 .

Wat regels inzake gegevensbescherming en privacy betreft, pleiten kinderen ervoor dat bedrijven begrijpelijk privacybeleid voor digitale diensten en toepassingen ontwikkelen. Ook willen zij graag worden betrokken bij het ontwerp en de ontwikkeling van nieuwe digitale producten die voor hen zijn bestemd. De Commissie is bereid om daarbij een ondersteunende rol te spelen, met name door middel van de Youth Pledge for a Better Internet 95 en de Youth Call for Action 96 .

De Commissie zal via het programma Digitaal Europa steun blijven verlenen aan centra voor veiliger internet en het Better Internet for Kids-platform 97 , met het oog op betere voorlichting en capaciteitsopbouw in verband met cyberpesten, opsporing van desinformatie en bevordering van verstandig en verantwoord online gedrag. Het nieuwe initiatief “Pathways to School Success” 98 zal de preventie van cyberpesten bevorderen. Het Erasmus+-programma 99 zal initiatieven financieren die ertoe bijdragen dat alle kinderen digitale vaardigheden verwerven.

Artificiële intelligentie (AI) heeft nu en in de toekomst grote gevolgen voor kinderen en hun rechten 100 , bv. op het gebied van onderwijs, ontspanning en gezondheidszorg. AI kan echter ook risico’s inhouden inzake privacy, veiligheid en beveiliging. Het toekomstige Commissievoorstel inzake een horizontaal rechtskader voor AI zal ingaan op het gebruik van risicovolle AI-systemen die aanzienlijke risico’s meebrengen voor de grondrechten, waaronder die van kinderen. 

Belangrijkste acties door de Europese Commissie:

-in 2022 een geactualiseerde Better Internet for Kids-strategie vaststellen;

-een proces initiëren en faciliteren dat door kinderen wordt aangestuurd en ten doel heeft een aantal beginselen te ontwikkelen dat door de sector moet worden uitgedragen en in acht moet worden genomen 101 ;

-de ontwikkeling en het gebruik van toegankelijke ICT en hulptechnologieën voor kinderen met een handicap bevorderen, zoals spraakherkenning en gesloten ondertiteling 102 , ook bij conferenties en evenementen van de Commissie;

-zorgen voor de volledige tenuitvoerlegging van de Europese toegankelijkheidswet 103 ,

-de strijd tegen alle vormen van online seksueel misbruik van kinderen opvoeren, onder meer door de nodige wetgeving voor te stellen om bv. relevante aanbieders van onlinediensten ertoe te verplichten online materiaal inzake seksueel misbruik van kinderen, op te sporen en te melden.


De Europese Commissie verzoekt de lidstaten om:

-te waarborgen dat alle kinderen effectieve gelijke toegang hebben tot onder meer digitale instrumenten en een snelle internetverbinding, digitale vaardigheden en online onderwijsmateriaal en pedagogische tools;

-de ontwikkeling van de digitale basiscompetenties van kinderen te ondersteunen door middel van het digitalecompetentiekader voor burgers 104 ;

-initiatieven ter bevordering van mediageletterdheid te ondersteunen als onderdeel van het onderwijs, zodat kinderen het vermogen ontwikkelen om online-inhoud kritisch te beoordelen en desinformatie en misbruikgerelateerd materiaal te herkennen;

-het werk van de door de EU gecofinancierde centra voor veiliger internet te ondersteunen en te bevorderen en kinderhulplijnen en meldpunten te ondersteunen bij het ontwikkelen van online communicatiemogelijkheden.

-kinderen en met name meisjes aan te moedigen natuurwetenschap, technologie, toegepaste technologie en wiskunde te studeren, en om een einde te maken aan de genderstereotypen op dit gebied en te zorgen voor gelijke kansen op de digitale arbeidsmarkt.


De Europese Commissie verzoekt ICT-bedrijven om:

-te waarborgen dat digitale producten en diensten door ontwerp en door standaardinstellingen rekening houden met de rechten van het kind, waaronder het recht op privacy, gegevensbescherming en toegang tot op de leeftijd afgestemde inhoud, ook waar het gaat om kinderen met een handicap;

-kinderen en ouders passende instrumenten voor het controleren van hun schermtijd en -gedrag aan te reiken en hen te beschermen tegen de gevolgen van overmatig gebruik van en verslaving aan onlineproducten;

-de maatregelen te versterken die bijdragen tot de aanpak van schadelijke inhoud en ongepaste commerciële communicatie, bijvoorbeeld door middel van gebruiksvriendelijke meldings- en blokkeringsmogelijkheden of doeltreffende instrumenten voor leeftijdsverificatie;

-zich te blijven inspannen om illegale online-inhoud, waaronder inhoud betreffende seksueel misbruik van kinderen, op te sporen, te melden en van hun platforms en diensten te verwijderen, voor zover die handelwijze rechtmatig is.


6.De mondiale dimensie: een EU die kinderen wereldwijd ondersteunt, beschermt en sterker doet staan, ook tijdens crises en conflicten.

“De EU is een sterk samenwerkingsverband van landen die zich inzetten voor vrede, ontwikkeling en gelijkheid van mensen. Ook financieren ze projecten van organisaties die de rechten van kinderen beschermen.” (kind, Albanië).

“Je moet diep in de mijngroeve afdalen aan een touw, pakken wat ze je opdragen en dan weer naar boven komen. Ik ben bijna gestikt in de groeve omdat er onvoldoende zuurstof was” (jongen, 11 jaar, Tanzania).

De EU wil ervoor zorgen dat de rechten van het kind wereldwijd worden bevorderd, beschermd, verwezenlijkt en geëerbiedigd. Deze strategie is mede bedoeld om haar mondiale sleutelpositie op dit gebied te versterken. De EU speelt wereldwijd al een leidende rol bij het beschermen en ondersteunen van kinderen door hun toegang tot onderwijs, diensten en gezondheidszorg te verbeteren en hen te behoeden voor alle vormen van geweld, misbruik en verwaarlozing, ook in een humanitaire context.

Hoewel er de laatste decennia belangrijke vooruitgang is geboekt, vormen mensenrechtenschendingen, humanitaire crises, milieu- en klimaatcrises, gebrek aan toegang tot onderwijs, ondervoeding, armoede, ongelijkheid en uitsluiting voor te veel kinderen in de wereld een realiteit dan wel een reëel risico. Vooral meisjes hebben het zwaar: zij worden nog steeds het slachtoffer van discriminatie en gendergerelateerd geweld, waaronder kindhuwelijken, vroege huwelijken en gedwongen huwelijken, en van vrouwelijke genitale verminking – soms al in hun vierde levensjaar.

Bijna twee derde van de kinderen in de wereld woont in een land waar een conflict heerst. Een op zes van hen woont op minder dan 50 km afstand van een conflictgebied 105 . Dit vormt niet alleen een bedreiging voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van kinderen, maar leidt er in veel gevallen toe dat zij geen onderwijs kunnen volgen 106 en dat hun toekomstige levenskansen en die van de gemeenschappen waartoe zij behoren, worden geschaad. 

Kinderen worden ook het slachtoffer van rekrutering en inzet in gewapende conflicten. Hun deelname aan conflicten heeft ernstige gevolgen voor hun lichamelijke, geestelijke en emotionele welzijn. Kindsoldaten, zowel meisjes als jongens, worden vaak het slachtoffer van seksueel geweld, dat maar al te vaak wordt toegepast als oorlogswapen.

Naar schatting sterven jaarlijks 5,2 miljoen kinderen 107 van minder dan vijf jaar, voornamelijk door oorzaken die hadden kunnen worden voorkomen of aandoeningen die hadden kunnen worden behandeld. Vaak spelen armoede, sociale uitsluiting, discriminatie, gendernormen en verwaarlozing van fundamentele mensenrechten daarbij een rol. Door de COVID-19-pandemie en de klimaatverandering is de discriminatie van kinderen verergerd en worden kinderen en gezinnen in verhevigde mate aan kwetsbare situaties blootgesteld. Op het hoogtepunt van de pandemie konden wereldwijd ongeveer 1,6 miljard kinderen niet naar school 108 .

Het externe optreden van de EU zal in overeenstemming zijn met de verbintenissen die zijn gedaan in het kader van het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie 2020-2024 109   en zal worden ondersteund door gerichte acties die zijn opgenomen in andere relevante initiatieven, zoals de EU-richtsnoeren ter bevordering en bescherming van de rechten van het kind 110 , de richtsnoeren van de EU over kinderen en gewapende conflicten 111 , het EU-Genderactieplan voor het externe optreden (2021-2025) 112 en de toolkit voor kinderrechten 113 .

De EU zal in elke context blijven bijdragen aan het waarborgen van hoogwaardig, veilig en inclusief onderwijs, sociale bescherming, gezondheidsdiensten, voeding, schoon drinkwater, huisvesting, schone binnenlucht en adequate sanitaire voorzieningen. Met name zal hetontwikkelingsbeleid van de EU i) universele gezondheidszorg bevorderen om in essentiële diensten te voorzien voor moeders, pasgeborenen, kinderen en adolescenten, ook op het gebied van geestelijke gezondheidszorg en psychosociale ondersteuning, ii) erop aandringen dat de voedselsystemen voorzien in voedzame, veilige, betaalbare en duurzame maaltijden die in overeenstemming zijn met de behoeften en rechten van kinderen en iii) blijven investeren in de ontwikkeling van hoogwaardige toegankelijke onderwijsstelsels (met inbegrip van kleuter-, basis- en hoger en lager secundair onderwijs). Bovendien zal er geld ter beschikking worden gesteld om betaalbare en duurzame connectiviteit voor scholen te ondersteunen en digitale vaardigheden op te nemen in het curriculum van scholen en de lerarenopleiding.

Bij humanitaire crises zal de EU kinderen blijven steunen op basis van een op behoeften gebaseerde aanpak, overeenkomstig de humanitaire beginselen, en waarborgen dat haar hulp op gender en leeftijd is afgestemd. De EU zal nadruk blijven leggen op de bescherming van kinderen en daartoe alle vormen van geweld tegen kinderen aanpakken en voor geestelijke gezondheidszorg en psychosociale ondersteuning zorgen. Daarnaast blijft toegang tot veilig, hoogwaardig en inclusief onderwijs van groot belang: kinderen en jongeren verwerven er essentiële vaardigheden en het biedt hen zowel bescherming als een gevoel van normaliteit. Onderwijs draagt ook bij tot vrede, re-integratie en veerkracht.

In totaal zijn 152 miljoen kinderen (9,6% van alle kinderen in de wereld) het slachtoffer van kinderarbeid en 73 miljoen van hen verrichten gevaarlijk werk dat hun gezondheid, veiligheid en ontwikkeling kan schaden 114 . In de politieke beleidslijnen van de Commissie is een nultolerantiebeleid ten aanzien van kinderarbeid aangekondigd; dit moet bijdragen aan de mondiale inspanningen in het kader van het Internationaal Jaar voor de uitbanning van kinderarbeid (2021) van de VN 115 . Het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie 116 bevat ook een actie om kinderarbeid wereldwijd sterk terug te dringen, overeenkomstig het streven van de Verenigde Naties om kinderarbeid tegen 2025 volledig de wereld uit te helpen. In het kader van deze actie wordt steun verleend om ervoor te zorgen dat kinderen gratis en gemakkelijk toegang hebben tot verplicht onderwijs, totdat zij de minimumleeftijd voor werk bereiken, en worden gezinnen door middel van uitgebreidere bijstandsprogramma’s geholpen de armoede achter zich te laten.

De handels- en investeringsovereenkomsten van de EU, en ook het stelsel van algemene preferenties (SAP), hebben een belangrijke rol gespeeld bij het bevorderen van de eerbiediging van fundamentele mensenrechten en rechten van werknemers zoals uitgedrukt in de fundamentele VN-verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Aan de uitvoering van deze verbintenissen, met inbegrip van actie tegen kinderarbeid, zal bijzondere prioriteit worden gegeven. De EU zal er bij derde landen op aandringen geregeld de nationale lijsten bij te werken van gevaarlijke beroepsactiviteiten die men nooit door een kind mag laten verrichten. De EU zal ook de inspanningen opvoeren om ervoor te zorgen dat de toeleveringsketens van EU-bedrijven vrij zijn van kinderarbeid. Daartoe zal met name worden ingezet op duurzame corporate governance.

Overeenkomstig het actieplan inzake mensenrechten en democratie zal de EU zich nog krachtiger gaan inzetten om te zorgen voor zinvolle participatie van kinderen, alle vormen van geweld tegen kinderen, waaronder gendergerelateerd geweld, te voorkomen en te bestrijden dan wel daarop te reageren en kindhuwelijken, vroege huwelijken en gedwongen huwelijken, vrouwelijke genitale verminking, kinderhandel, bedelarij, (seksuele) uitbuiting en verwaarlozing uit te bannen. Ook zal er nog krachtiger worden ingezet op het voorkomen en beëindigen van ernstige schendingen ten aanzien van kinderen die lijden onder een gewapend conflict; daartoe zal onder meer worden gepleit voor de naleving van het internationaal humanitair recht. Voorts ondersteunt het actieplan partnerlanden bij het opbouwen en versterken van stelsels voor kindvriendelijke justitie en de bescherming van kinderen, onder meer voor migrerende, gevluchte en gedwongen ontheemde kinderen en kinderen die behoren tot een minderheid, zoals de Roma. De EU blijft ondersteuning verlenen aan de hervestiging in de EU van kinderen en andere kwetsbare mensen die internationale bescherming nodig hebben. De EU zal acties ondersteunen om het probleem van straatkinderen aan te pakken en investeren in de ontwikkeling van hoogwaardige alternatieve zorg en de overgang van institutionele naar hoogwaardige zorg in gezins- en gemeenschapsverband voor kinderen zonder ouderlijke zorg en kinderen met een handicap.

De EU blijft de rechten van het kind in de politieke dialoog met partnerlanden aan de orde stellen, met name in het kader van toetredingsonderhandelingen en het stabilisatie- en associatieproces. Ook zal zij maatregelen bevorderen om geweld en discriminatie, met name jegens kwetsbare kinderen, tegen te gaan; daartoe zal zij onder meer maatschappelijke organisaties ondersteunen. De EU zal ondersteuning verlenen voor het monitoren van de situatie van kinderen in de regio en voor het verzamelen van uitgesplitste gegevens dienaangaande. Ook zal zij in de landverslagen van het jaarlijkse uitbreidingspakket verslag blijven uitbrengen over hun situatie.

Om deze doelstellingen te bereiken zal de Commissie het gebruik van al haar beschikbare uitgavenprogramma’s coördineren in het kader van het meerjarig financieel kader 2021-2027. Daarbij gaat het met name om het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI), het instrument voor pretoetredingssteun III (IPA III) en het instrument voor humanitaire hulp.

Ook zal zij acties bevorderen in het kader van multilaterale en regionale mensenrechtenfora, belangenbehartiging en voorlichtingscampagnes, en samenwerken met het maatschappelijk middenveld, kinderen en adolescenten, nationale mensenrechteninstellingen, de academische wereld, het bedrijfsleven en andere relevante belanghebbenden.

Belangrijkste acties door de Europese Commissie:

-10% van alle financiering in het kader van het NDICI in Afrika ten zuiden van de Sahara, Azië en het Stille-Oceaangebied, en in Amerika en het Caribisch Gebied uittrekken voor onderwijs;

-10% van de middelen voor humanitaire hulp aan onderwijs in noodsituaties en langdurige crises blijven toewijzen en aansturen op onderschrijving van de Verklaring inzake veilige scholen;

-zich inspannen om de toeleveringsketens van EU-bedrijven vrij te maken van kinderarbeid, met name door een wetgevingsinitiatief inzake duurzame corporate governance;

-technische bijstand bevorderen en verstrekken ter versterking van de arbeidsinspectiesystemen voor het toezicht op en de handhaving van de wetgeving inzake kinderarbeid;

-als Team Europa technische bijstand verstrekken aan de overheden van de partnerlanden, via haar programma’s en faciliteiten, zoals SOCIEUX +, het instrument voor technische bijstand en informatie-uitwisseling (TAIEX) en jumelageprogramma’s;

-uiterlijk in 2022 een jongerenactieplan voorbereiden om de empowerment en participatie van jongeren en kinderen wereldwijd te bevorderen,

-jeugdcontactpunten aanwijzen en de kinderbeschermingscapaciteit versterken binnen de EU-delegaties.


7.Bij alle EU-beleid rekening houden met de belangen van het kind

Om de doelstellingen van deze strategie te verwezenlijken, zal de Commissie ervoor zorgen dat bij alle relevante beleidsmaatregelen, wetgeving en financieringsprogramma’s rekening wordt gehouden met de kinderrechten 117 . Dit maakt deel uit van inspanningen om op het gebied van de EU-beleidsvorming een kindvriendelijke cultuur tot stand te brengen en zal worden ondersteund door opleiding en capaciteitsopbouw voor het EU-personeel en versterkte interne regie door het team van de kinderrechtencoördinator van de Commissie. Er zal een mainstream-checklist voor kinderrechten worden ontwikkeld.

Voor het ontwikkelen van empirisch onderbouwd beleid zijn betrouwbare en vergelijkbare gegevens nodig. De Commissie zal het FRA verzoeken de lidstaten technische bijstand en methodologische ondersteuning te blijven bieden, o.a. bij het ontwerpen en uitvoeren van projecten op het gebied van gegevensverzameling. De gegevens van Eurostat en andere EU-agentschappen zullen vaker worden uitgesplitst naar leeftijd en geslacht en er zal meer onderzoek worden verricht naar de onderwerpen die onder deze strategie vallen. Dit zal zijn beslag krijgen in het kader van Horizon Europa (2021-2027), het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie 118 .

De strategie zal ook helpen bij het mainstreamen en coördineren van initiatieven op nationaal niveau en onder de voornaamste belanghebbenden, om ervoor te zorgen dat de bestaande EU- en internationale wettelijke verplichtingen beter worden uitgevoerd. Daartoe zal de Commissie eind 2021 ook het EU-netwerk voor kinderrechten oprichten. Voortbouwend op het werk van de reeds bestaande informele deskundigengroep inzake de rechten van het kind 119 , zal het netwerk de dialoog en het wederzijds leren tussen de EU en de lidstaten inzake kinderrechten verbeteren en de uitvoering, monitoring en evaluatie van de strategie ondersteunen. Het zal bestaan uit nationale vertegenwoordigers en bij een aantal van zijn activiteiten zal het onder meer internationale en niet-gouvernementele organisaties, vertegenwoordigers van lokale en regionale overheden en kinderen betrekken. De Commissie zal ook nauwer samenwerken met regionale en lokale autoriteiten en met andere relevante instellingen, regionale en internationale organisaties, het maatschappelijk middenveld en ombudspersonen voor kinderen.

Deze strategie moet worden bezien in samenhang met de Strategie voor een striktere toepassing van het Handvest van de grondrechten in de EU en het actieplan voor Europese democratie. Zij biedt een aanvulling op gerichte inspanningen om de rechten en waarden van de EU tastbaarder te maken op gebieden als 120 de bescherming van migrerende kinderen, gelijkheid en inclusie, gendergelijkheid, antiracisme en pluralisme, EU-burgerschapsrechten, slachtofferrechten, de bestrijding van seksueel misbruik van kinderen, sociale rechten en inclusiviteit in onderwijs en opleiding 121 . De strategie strookt met de prioriteiten van het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie 122 .

7.1 Bijdrage van de EU-fondsen aan de uitvoering van de strategie

EU-financiering is cruciaal om de uitvoering van EU-beleid in de lidstaten te ondersteunen. Met deze strategie helpt de Commissie de lidstaten optimaal gebruik te maken van EU-fondsen bij hun initiatieven ter bescherming en verwezenlijking van de rechten van het kind. Ook moet de strategie aanzetten tot budgettering inzake kinderrechten en onderzoek van de wijze waarop de uitgaven uit de EU-begroting op dit gebied zouden kunnen worden gevolgd, zodat middelen worden ingezet waar de nood het hoogst is. De lidstaten moeten in het kader van de EU-financieringsprogramma’s financiering van kinderrechten prioriteit geven, overeenkomstig de vastgestelde behoeften op nationaal en regionaal niveau. In het kader van het meerjarig financieel kader 2021-2027

ondersteunen het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF +) en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) investeringen in de ontwikkeling van menselijke capaciteit en van infrastructuur, uitrusting en toegang tot diensten op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting, sociale zorg, gezondheidszorg en kinderopvang, alsook de overgang van institutionele naar gezins- en gemeenschapsgerichte diensten.

De lidstaten waar het percentage kinderen voor wie armoede of sociale uitsluiting dreigt, hoger is dan het EU-gemiddelde (in 2017-2019) zullen 5% van het ESF+ moeten reserveren voor de bestrijding van kinderarmoede, terwijl de overige lidstaten een passend bedrag zullen moeten reserveren. In de programmeringsperiode 2021-2027 moeten de lidstaten aan verschillende randvoorwaarden voldoen die nauw verband kunnen houden met maatregelen betreffende kinderrechten. Het gaat onder meer om beleidskaders op het gebied van armoedebestrijding, inclusie van Roma en naleving van het Gehandicaptenverdrag en het Handvest. Het nieuwe AMIF zal de bescherming van niet-begeleide minderjarige migranten versterken door hun specifieke behoeften wat betreft onder meer opvang en huisvesting te onderkennen en daarvoor financiële steun en stimulansen te bieden, met een cofinancieringspercentage van maximaal 75%, dat kan worden opgetrokken tot 90% voor projecten die in het kader van specifieke acties worden uitgevoerd.

Andere EU-fondsen en -programma’s die kunnen worden gebruikt voor de verwezenlijking van de rechten van het kind, zijn onder meer het programma Justitie, het CERV-programma, Erasmus+, Horizon 2020, het programma Digitaal Europa, de herstel- en veerkrachtfaciliteit, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), React-EU en InvestEU. Daarnaast kan het instrument voor technische ondersteuning lidstaten op verzoek voorzien van technische ondersteuning bij de ontwikkeling van acties voor capaciteitsopbouw.

De lidstaten wordt verzocht om bij de programmering en uitvoering van de EU-fondsen te zorgen voor een gecoördineerde aanpak op nationaal, macroregionaal 123 , regionaal en lokaal niveau, en om lokale en regionale autoriteiten, maatschappelijke organisaties (waaronder organisaties die met en voor kinderen werken) en sociale en economische partners te betrekken bij de voorbereiding, herziening, uitvoering en monitoring van programma’s voor de EU-fondsen 2021-2027.

De strategie pakt ook de ongelijkheden aan die zijn verscherpt door de COVID-19-crisis, die kwetsbare kinderen onevenredig zwaar heeft getroffen. In het kader van dit werk zal de Commissie de lidstaten aanmoedigen ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die NextGenerationEU biedt om de buitensporige gevolgen van de crisis te verzachten. Ook zal zij de lidstaten door middel van het instrument voor technische ondersteuning helpen om kinderrechten te mainstreamen bij het opzetten en uitvoeren van hervormingen.

Wil deze strategie daadwerkelijk vrucht afwerpen, dan moet zij vergezeld gaan van toezeggingen en investeringen op nationaal niveau. Voor zover de EU-lidstaten dit nog niet hebben gedaan, roept de Commissie hen op om robuuste en empirisch onderbouwde nationale strategieën inzake kinderrechten te ontwikkelen, in samenwerking met alle relevante belanghebbenden, waaronder kinderen, en in synergie met andere relevante nationale strategieën en plannen. Verder roept de Commissie de lidstaten op om alle facultatieve protocollen van het Verdrag inzake de rechten van het kind en van het Gehandicaptenverdrag te ratificeren en om terdege rekening te houden met de slotopmerkingen van het VN-Comité voor de rechten van het kind 124 en het VN-Comité voor de rechten van personen met een handicap 125 . De Commissie verzoekt de lidstaten ook om alle in deze strategie aanbevolen acties te ondersteunen met passende financiële middelen, waaronder EU-middelen.


Conclusie

De Europese Commissie is vastbesloten om kinderen te helpen bij het ontwikkelen van hun potentieel als betrokken, verantwoordelijke burgers. Dat kan alleen als zij al in hun jeugd deelnemen aan het democratische leven. Alle kinderen hebben het recht om hun mening te geven over zaken die hun aangaan en er dient rekening met die mening te worden gehouden. Willen zij actief kunnen participeren, dan moeten wij ook armoede, ongelijkheid en discriminatie aanpakken om de intergenerationele achterstandscyclus te doorbreken.

Deze strategie heeft een inclusieve opzet en ook de uitvoering ervan zal inclusief zijn. De Commissie zal toezicht houden op de uitvoering van de strategie op het niveau van de EU en dat van de lidstaten. Op het jaarlijkse Europees Forum voor de rechten van het kind zal zij verslag uitbrengen over de geboekte vooruitgang. Ook bij de monitoring en evaluatie zullen kinderen betrokken zijn, met name via het toekomstige kinderparticipatieplatform. De maatregelen in het kader van de strategie zullen zo nodig worden aangepast.

De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de raad om de strategie goed te keuren en bij de uitvoering ervan samen te werken. De Commissie verzoekt het Comité van de Regio’s en het Europees Economisch en Sociaal Comité om hierover de dialoog met lokale en regionale overheden en het maatschappelijk middenveld te bevorderen.

Het is nu onze gedeelde verantwoordelijkheid om naar kinderen te luisteren en te handelen. In de woorden van een van de leden van de Eurochild-kinderraad: “Geen woorden, maar daden”.

(1)

Een kind is iemand die jonger is dan 18 jaar. Bevolkingsgegevens. [ yth_demo_010 ], [ yth_demo_020 ], Eurostat, 2020.

(2)

Demografie. State of the World’s Children 2019 Statistical Tables , Unicef .

(3)

In artikel 3, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) is bepaald dat de EU tot doel heeft de bescherming van de rechten van het kind te bevorderen. Artikel 3, lid 5, VEU bepaalt dat de Unie in de betrekkingen met de rest van de wereld bijdraagt tot (...) de bescherming van de mensenrechten, in het bijzonder de rechten van het kind.

(4)

  Handvest van de grondrechten van de EU , 2012/C 326/02.

(5)

  Een Unie die de lat hoger legt. Mijn agenda voor Europa . Door Ursula von der Leyen, kandidaat-voorzitter van de Europese Commissie. Politieke beleidslijnen voor de volgende Europese Commissie 2019–2024 .

(6)

  Verdrag inzake de rechten van het kind , Verenigde Naties, 1989.

(7)

  How children (10-18) experienced online risks during the COVID-19 lockdown in spring 2020 , JRC, Europese Commissie, 2020.

(8)

  Exploiting isolation: Offenders and victims of online child sexual abuse during the COVID-19 pandemic , Europol, 2020. 

(9)

  Naar een EU-strategie voor de rechten van het kind , COM(2006) 367, en Een EU-agenda voor de rechten van het kind , COM(2011) 60. 

(10)

Zie bijlage 2 – Rechten van het kind – EU- acquis en beleid.

(11)

  De 20 beginselen van de Europese pijler van sociale rechten .

(12)

  Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap , Verenigde Naties, 2006.

(13)

  UN Sustainable Development Goals: a 2030 Agenda . Zie bijlage 1: vergelijkende tabel met de relevante rechten uit het Handvest van de grondrechten van de EU, het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind en de VN-doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling, zoals die worden beschermd en bevorderd door de verschillende onderdelen van deze strategie.

(14)

  Strategie van de Raad van Europa voor de rechten van het kind (2016-2021). De Raad van Europa bereidt ook het toekomstige strategische kader voor de periode 2022-2027 voor.

(15)

Europees Parlement, Resolutie van 26 november 2019 over kinderrechten naar aanleiding van het dertigjarig bestaan van het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind (2019/2876(RSP)) – Resolutie van het Europees Parlement van 11 maart 2021 over de rechten van het kind in het licht van de EU-strategie voor de rechten van het kind (2021/2523(RSP)).

(16)

  Samenvattend verslag van de openbare raadpleging over de EU-strategie voor de rechten van het kind , 2021.

(17)

  13e Europees Forum voor de rechten van het kind , 2020.

(18)

 Unicef, Eurochild, Save the Children, Child Fund Alliance, World Vision: Our Europe, Our Rights, Our Future . - Raadpleging SOS Kinderdorpen onder kinderen in tehuizen en kinderen die gezinsondersteunende diensten ontvangen en het samenvattend verslag , Defence for Children International, Terre des Hommes en de partners daarvan.

(19)

  EU-strategie voor de rechten van het kind: kindvriendelijke versies .

(20)

  Report of the 2018 Day of General Discussion on Protecting and Empowering Children as Human Rights Defenders , VN-Comité voor de Rechten van het Kind, 2018; Implementation Guide on the Rights of Child Human Rights Defenders , Child Rights Connect, 2020.

(21)

  Study on child participation in EU political and democratic life , Europese Commissie, 2021, en de publieksversie daarvan .

(22)

  EU-jongerendialogen (16-30 jaar).

(23)

  Leerhoek

(24)

  Europe Kids Want survey, Sharing the view of children and young people across Europe , Unicef en Eurochild, 2019.

(25)

  Our Europe. Our Rights. Our Future , reeds aangehaald.

(26)

  Europese Green Deal

(27)

  Child Participation Assessment Tool , Raad van Europa. 

(28)

  De 20 beginselen van de Europese pijler van sociale rechten

(29)

  Aanbeveling van de Commissie “Investeren in kinderen: de vicieuze cirkel van achterstand doorbreken” (2013/112/EU).

(30)

  Voorstel voor een gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van de Commissie , 2021.

(31)

  Combating child poverty: an issue of fundamental rights , FRA, 2018 .

(32)

  Het actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten , COM(2021) 102 final. 

(33)

Voorstel voor een aanbeveling van de Raad tot invoering van een jongerengarantie, COM(2021) 137. 

(34)

  Aanbeveling van de Raad inzake Een brug naar banen – Versterking van de jongerengarantie , (2020/C 372/01) .

(35)

Strategie voor de rechten van personen met een handicap 2021-2030, COM(2021) 101 final.

(36)

  Mededeling “Het Europees kankerbestrijdingsplan” , COM(2021) 44 final.

(37)

  Mededeling “Farmaceutische strategie voor Europa” , COM(2020) 761 final.

(38)

  European Framework for Action on Mental Health and Wellbeing , Joint Action on Mental Health and Well-being 2013-2016. 

(39)

  Resolutie van de Raad betreffende een strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding met het oog op de Europese Onderwijsruimte en verder (2021-2030) (2021/C 66/01).

(40)

  What is the evidence on the role of the arts in improving health and well-being? , WHO, 2019.

(41)

  Roma and Travellers in six countries , FRA, 2020. 

(42)

  Regeling voor groente, fruit en melk , Europese Commissie. 

(43)

  EU-actieplan inzake obesitas bij kinderen (2014-2020) , Europese Commissie. 

(44)

  Van boer tot bord-strategie , COM(2020) 381 final .

(45)

  Aanbeveling 2018/C 466/01 van de Raad over betere samenwerking bij de bestrijding van ziektes die door vaccinatie kunnen worden voorkomen .

(46)

  Portaal voor beste praktijken, Volksgezondheid , Europese Commissie.

(47)

  Europese beleidssamenwerking (ET 2020-kader) , Onderwijs en opleiding, Europese Commissie.

(48)

  Barcelona-doelstellingen inzake de ontwikkeling van kinderopvangfaciliteiten voor jonge kinderen met het oog op een grotere arbeidsparticipatie van vrouwen, een evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en het bewerkstelligen van duurzame en inclusieve groei in Europa (de “Barcelona-doelstellingen”) , Europese Commissie, 2018.

(49)

  Key data on early childhood education and care in Europe - 2019 Edition , Eurydice, 2019.

(50)

  Mededeling “Een Unie van gelijkheid: strategie voor gendergelijkheid 2020-2025 ” , COM(2020) 152 final.

(51)

  Analytical document accompanying the EU Roma Strategic framework SWD (2020) 530 final, Annex 2 – Baselines for EU headline indicators , Europese Commissie.

(52)

PISA 2018 Results What School Life Means for Students’ Lives , OESO. Gemiddelde voor alle OESO-landen.

(53)

  Toolkit for inclusion in early childhood education and care , Europese Commissie, 2020.

(54)

  Actieplan voor integratie en inclusie 2021-2027 , COM(2020) 758 final.

(55)

  Global status report on preventing violence against children , UNICEF/WHO, 2020.

(56)

  One in Five campaign , Raad van Europa.

(57)

  Third report on the progress made in the fight against trafficking in human beings (2020) as required under Article 20 of Directive 2011/36/EU on preventing and combating trafficking in human beings and protecting its victims , COM(2020) 661 final, SWD(2020) 226 final.

(58)

  Female Genital mutilation/cutting: a global concern , UNICEF, 2016.

(59)

  FGM in Europe , End FGM.

(60)

Intersekse personen zijn geboren met geslachtskenmerken die niet onder de typische definitie van mannelijk of vrouwelijk vallen,  Strategie voor gelijkheid van lhbtiq'ers 2020-2025 .

(61)

  A long way to go for LGBTI equality , FRA, 2020.

(62)

  Mededeling “Bescherming van migrerende kinderen” , COM(2017) 211 final.

(63)

  Protect the rights of children of foreign fighters stranded in Syria and Iraq , Unicef, 2019.

(64)

  Mededeling “Bescherming van migrerende kinderen” , COM(2017) 211 final.

(65)

Programma Burgers, gelijkheid, rechten en waarden (2021-2027), Europese Unie.

(66)

  EU-strategie voor doeltreffender bestrijding van seksueel misbruik van kinderen  , COM(2020) 607.

(67)

  Barnahus

(68)

  Beschikking 2007/116/EG van de Commissie inzake het reserveren van de nationale nummerreeks die begint met “116” voor geharmoniseerde nummers voor geharmoniseerde diensten met een maatschappelijke waarde , als gewijzigd, en Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie , artikel 96 (Meldpunten voor vermiste kinderen en kinderhulplijnen).

(69)

  Verslagen over kinderen en justitie (EN) , FRA. 

(70)

  Child-friendly justice Guidelines , Raad van Europa. 

(71)

  EU-scorebord voor justitie , kindvriendelijke justitie. 

(72)

 Onder meer met het oog op de eerbiediging van het recht van kinderen om, indien passend, contact met hun ouders of andere verwanten te onderhouden, overeenkomstig artikel 9 van het Verdrag inzake de rechten van het kind.

(73)

Asiel en indieners van een eerste asielverzoek naar nationaliteit (EN), [ migr_asyappctza ], Eurostat, 2020. 

(74)

  EU-strategie inzake de rechten van slachtoffers (2020–2025) , COM(2020) 258 final.

(75)

  UN Global Study on Children Deprived of Liberty , Manfred Nowak, 2019.

(76)

  Richtlijn 2016/800/EU betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure .

(77)

  Zorgen voor gerechtigheid in de EU – een strategie voor de Europese justitiële opleiding 2021-2024 , COM(2020) 713 final.

(78)

  Europees netwerk voor justitiële opleiding

(79)

  E-justitieportaal , Europees opleidingsplatform. 

(80)

Vast te stellen tegen eind juni/begin juli 2021.

(81)

  Recommendation concerning children with imprisoned parents , Raad van Europa, CM/Rec(2018)5.

(82)

  Europees netwerk van voogdijinstellingen

(83)

Our Europe. Our Rights. Our Future.” , reeds aangehaald.

(84)

  A long way to go for LGBTI equality, FRA, 2020.

(85)

  Derde verslag over de vorderingen die zijn gemaakt op het gebied van de bestrijding van mensenhandel , COM(2020) 661 final en SWD(2020) 226 final; The challenges of countering human trafficking in the digital era , Europol, 2020.

(86)

  EU-strategie voor doeltreffender bestrijding van seksueel misbruik van kinderen , reeds aangehaald.

(87)

  How families handled emergency remote schooling during the COVID-19 lockdown in spring 2020 , 2020, Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

(88)

Eurostat, Survey on ICT usage in households and by individuals [ isoc_i, ci_in_h ], 2019. 

(89)

Mededeling van de Commissie “2030 Digital Compass: the European way for the Digital Decade” , COM(2021) 118 final.

(90)

  Richtlijn 2011/93/EU ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografieKaderbesluit 2008/913/JBZ van de Raad betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door middel van het strafrechtRichtlijn 2018/1808/EU tot wijziging van Richtlijn 2010/13/EU betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten) in het licht van een veranderende marktsituatie;  Verordening (EU) 2016/679 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens ; Richtlijn 2005/29/EG betreffende oneerlijke handelspraktijken ; Mededeling “Bestrijding van online-desinformatie: een Europese benadering” , COM(2018) 236; Europese Strategie voor een beter internet voor kinderen , COM(2012) 196.

(91)

  Commissievoorstel voor een verordening betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten (wet inzake digitale diensten) , COM(2020) 825 final.

(92)

De praktijkcode betreffende desinformatie omvat een aantal verbintenissen; door deze te onderschrijven, beloven grote onlineplatforms en handelsorganisaties die de advertentiesector en adverteerders vertegenwoordigen, om de gevolgen van online desinformatie te beperken. De ondertekenaars van de code zal worden gevraagd om de code te versterken; de Commissie zal hiervoor in het voorjaar van 2021 richtsnoeren presenteren.

(93)

  Actieplan voor digitaal onderwijs (2021-2027) , COM(2020) 624. 

(94)

  General Comment No. 25 (2021) on Rights of children in relation to the digital environment , VN-Comité voor de Rechten van het Kind.

(95)

  Youth Pledge for a Better Internet .

(96)

Youth Call for Action .

(97)

  Better internet for kids .

(98)

Aangekondigd in de mededeling “De Europese onderwijsruimte tegen 2025 tot stand brengen” , COM(2020) 625 final.

(99)

  Erasmus+-programma .

(100)

  Draft Policy Guidance on AI for Children , Unicef, 2020.

(101)

Voortbouwend op het toekomstige voorstel voor een aantal digitale beginselen, dat is aangekondigd in de mededeling over het digitale decennium.

(102)

Harmonised European Standard. Accessibility requirement for ICT products and services , ETSI, 2018.

(103)

  Richtlijn (EU) 2019/882 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten .

(104)

  Digitalecompetentiekader 2.0 , EU Science Hub, Europese Commissie.

(105)

  Children affected by armed conflict, 1990-2019 , Instituut voor Vredesonderzoek Oslo, Conflict trends, 2020.

(106)

  Inter-agency Network for Education in Emergencies , 2020.

(107)

  Children: improving survival and well-being , Wereldgezondheidsorganisatie, 2019.

(108)

  Policy Brief: Education during COVID-19 and beyond , Verenigde Naties, augustus 2020.

(109)

 Gezamenlijke mededeling “Het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie 2020-2024” (JOIN/2020/5 final).

(110)

  EU-richtsnoeren ter bevordering en bescherming van de rechten van het kind , 2017.

(111)

  Richtsnoeren van de EU over kinderen en gewapende conflicten , 2008 .

(112)

  EU-Genderactieplan (GAP) III – Een ambitieuze agenda inzake gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen in het externe optreden van de EU (2021-2025). 

(113)

  Child Rights Toolkit. Integrating Child Rights in Development Cooperation .

(114)

  Global estimates of child labour , Internationale Arbeidsorganisatie, 2017. 

(115)

  Internationale Arbeidsorganisatie .  

(116)

  EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie 2020-2024 , reeds aangehaald.

(117)

Zie bijlage 2.

(118)

  Horizon Europa .

(119)

  Informele deskundigengroep kinderrechten , Europese Commissie.

(120)

  Mededeling “Bescherming van migrerende kinderen” , COM(2017) 211 final; mededeling “Een Unie van gelijkheid: strategie voor gendergelijkheid 2020-2025” , COM(2020) 152 final; mededeling “Een Unie van gelijkheid: strategisch EU-kader voor gelijkheid, integratie en participatie van de Roma” , COM(2020) 620 final en de aanbeveling van de Raad inzake gelijkheid, inclusie en participatie van de Roma (2021/C 93/01); mededeling “Een Unie van gelijkheid: strategie voor gelijkheid van lhbtiq'ers 2020-2025” , COM(2020) 698 final , mededeling “Actieplan voor integratie en inclusie 2021-2027” , COM(2020) 758 final, en de strategie inzake de rechten van personen met een handicap; mededeling “Een Unie van gelijkheid: EU-actieplan tegen racisme 2020-2025”, COM(2020) 565 final,   en de toekomstige strategie voor de bestrijding van antisemitisme, gepland voor 2021; verslag over het EU-burgerschap 2020 “Burgers meer zeggenschap geven en hun rechten beschermen” , COM(2020) 730 final, EU-strategie inzake de rechten van slachtoffers (2020-2025) , COM(2020) 258, EU-strategie voor een doeltreffendere bestrijding van seksueel misbruik van kinderen , COM(2020) 607.

(121)

  Aanbeveling van de Commissie “Investeren in kinderen: de vicieuze cirkel van achterstand doorbreken” (2013/112/EU); Europese pijler van sociale rechten ; mededeling “Het actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten” , COM(2021) 102 final; voorstel voor een aanbeveling van de Raad tot invoering van een Europese kindergarantie, COM(2021)137; mededeling “De Europese onderwijsruimte tegen 2025 tot stand brengen” , COM(2020) 625 final; en  actieplan voor digitaal onderwijs (2021-2027) , COM(2020) 624. 

(122)

  EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie 2020-2024 , JOIN(2020) 5 final.

(123)

  Macroregionale strategie , Europese Commissie

(124)

  VN-Comité voor de rechten van het kind , slotopmerkingen.

(125)

  VN-Comité voor de rechten van personen met een handicap , slotopmerkingen.