Artikelen bij JOIN(2021)6 - Hongkong: Jaarverslag 2020

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier JOIN(2021)6 - Hongkong: Jaarverslag 2020.
document JOIN(2021)6
datum 12 maart 2021
EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 12.3.2021

JOIN(2021) 6 final

GEZAMENLIJK VERSLAG AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Speciale Administratieve Regio Hongkong:

Jaarverslag 2020


GEZAMENLIJK VERSLAG AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD


SPECIALE ADMINISTRATIEVE REGIO HONGKONG:


JAARVERSLAG 2020


Samenvatting


Sinds de overdracht van Hongkong aan de Volksrepubliek China in 1997 hebben de Europese Unie (EU) en haar lidstaten de politieke en economische ontwikkelingen in de Speciale Administratieve Regio (SAR) Hongkong op de voet gevolgd. De EU heeft het beginsel “één land, twee systemen” en de uitvoering daarvan consequent ondersteund.


Volgens de afspraak van 1997 met het Europees Parlement publiceren de Commissie en de hoge vertegenwoordiger jaarlijks een verslag over de ontwikkelingen in Hongkong. In de loop der jaren is hierin bijzondere aandacht besteed aan de uitvoering van het beginsel “één land, twee systemen” en voor de autonomie van Hongkong overeenkomstig de basiswet.


Dit 23e jaarverslag heeft betrekking op 2020. Dit jaar stond ten eerste in het teken van belangrijke politieke ontwikkelingen, en ten tweede van de gevolgen van de COVID-19-pandemie, die ook de economie van Hongkong hard heeft geraakt.


Overzicht van politieke en maatschappelijke ontwikkelingen


Op politiek gebied is de uitholling van de hoge mate van autonomie van Hongkong en van rechten en vrijheden die minimaal tot en met 2047 zouden worden beschermd, in 2020 aanzienlijk versneld. Dit was het gevolg van interventies door de autoriteiten van het vasteland die twijfels oproepen over de bereidheid van China om zich te houden aan zijn internationale verplichtingen en zijn belofte aan het volk van Hongkong in het kader van het beginsel “één land, twee systemen” en de basiswet van Hongkong.


De oplegging van een nationale veiligheidswet (NSL) op 30 juni via een besluit van het Permanent Comité van het Nationaal Volkscongres (NPCSC) was zeer zorgwekkend in termen van het proces en de inhoud van de wetgeving. Gedurende het jaar is een groot aantal prodemocratische activisten, wetgevers en journalisten gearresteerd, onder meer op grond van de NSL en in verband met de openbare orde.


Het brede spectrum van strafbare feiten op grond van de NSL en de onzekerheden over de wijze waarop deze zullen worden geïnterpreteerd, hebben tot grote zorgen geleid en hebben de uitoefening van beschermde rechten en vrijheden in Hongkong belemmerd. Hoewel er weinig expliciete censuur is geweest naar aanleiding van de NSL en prodemocratische publicaties niet volledig zijn tegengehouden, is de tendens in de richting van zelfcensuur in de media, de academische wereld en de maatschappij wel versneld.


De autoriteiten van het vasteland hebben het toezicht op de aangelegenheden in Hongkong op andere manieren verscherpt. De zorgen over de kwetsbaarheid van “één land, twee systemen” namen in april verder toe, toen het verbindingsbureau in Hongkong (HKLO), dat de autoriteiten van het vasteland vertegenwoordigt in Hongkong, verklaarde dat het zich niet hoefde te houden aan de verplichting uit de basiswet om zich niet te mengen in aangelegenheden in Hongkong.


De rechtsstaat en onafhankelijkheid van de rechterlijke macht vormen nog steeds cruciale waarborgen voor de handhaving van de fundamentele rechten en vrijheden in Hongkong. De rechtbanken zijn gedurende het jaar door politici ongegrond beschuldigd van partijdigheid, wat leidde tot een gedetailleerde verklaring van de opperrechter waarin hij herinnerde aan de bepalingen en beginselen van de basiswet waarop het rechtssysteem is gebaseerd, en waarin hij de rol, de onafhankelijkheid en de integriteit van de rechtbanken verdedigde.


Het vertrouwen in de bekwaamheid en integriteit van rechters en hun bereidheid om de beginselen van de rechtsstaat te handhaven blijft groot, en het is te vroeg om te zeggen hoe de rechtbanken van Hongkong de NSL zullen uitleggen en in hoeverre rechten en vrijheden zullen worden beschermd bij de toepassing van deze wet. In de meeste NSL-zaken heeft de rechter de arrestanten op borgtocht vrijgelaten in afwachting van de rechtszaak, al riep de weigering om prominente personen in andere zaken op borgtocht vrij te laten wel vragen op. In een van die zaken werd op verzoek van de aanklager een NSL-rechter toegewezen aan een niet-NSL-zaak met veiligheidsgerelateerde aspecten. Dat roept vragen op over de reikwijdte en de interpretatie van de aanwijzingsbepalingen uit artikel 44 van de NSL.


De verkiezingen voor de Wetgevende Vergadering, die op 6 september zouden plaatsvinden, zijn een jaar uitgesteld, waarvoor de regering de uitbraak van COVID-19 als reden gaf. Het NPCSC heeft een besluit uitgevaardigd om de termijn van de Wetgevende Vergadering met minimaal een jaar te verlengen in afwachting van de verkiezingen, en de meeste pan-democraten besloten dit extra jaar in de Wetgevende Vergadering te blijven zitten.


Op 11 november stelde het NPCSC een besluit vast inzake de kwalificatie van leden van de Wetgevende Vergadering van de SAR Hongkong waarbij criteria werden opgelegd voor het ontslag van zittende wetgevers en de uitsluiting van potentiële wetgevers. Dit bood de autoriteiten van Hongkong de grondslag om nog diezelfde dag vier prodemocratische wetgevers uit de Wetgevende Vergadering te zetten en zo de hoge mate van autonomie van Hongkong en de bescherming van fundamentele rechten en vrijheden verder te ondermijnen. Het besluit van het NPCSC was voor de resterende prodemocratische wetgevers aanleiding om uit de Wetgevende Vergadering te stappen. De wetgevende macht bleef bestaan, maar met minder democratische checks-and-balances.


De EU moedigt de SAR Hongkong en de centrale overheid aan om de hervorming van het kiesstelsel overeenkomstig de basiswet te hervatten. Het is belangrijk om een democratisch, eerlijk, open en transparant kiesstelsel te creëren dat is gestoeld op algemeen stemrecht, en zo recht te doen aan de belofte van de basiswet. Met de invoering van het algemeen stemrecht zou de regering van Hongkong meer legitimiteit krijgen, wat zou helpen bij het halen van de economische doelstellingen van Hongkong en het aanpakken van zijn sociaal-economische problemen.

Overzicht van de reactie van de EU op de oplegging van de nationale veiligheidswet
De hoge vertegenwoordiger heeft namens de EU de volgende verklaringen afgelegd over Hongkong:
-29 mei – over de goedkeuring van ontwerpversies van nationale veiligheidswetten door het Nationaal Volkscongres;
-1 juli – over de oplegging van de NSL;
-3 augustus – over het uitstellen van de verkiezingen voor de Wetgevende Vergadering;
-12 november – over de uitsluiting van leden van de Wetgevende Vergadering.
Woordvoerders van de EU hebben de volgende verklaringen afgelegd over Hongkong:
-10 augustus – over arrestaties en invallen op grond van de NSL;
-24 september – over de arrestatie van Joshua Wong en andere prodemocratische activisten;
-2 november – over de arrestatie van acht prodemocratische wetgevers en politici;
-29 december – over de rechtszaak van tien personen uit Hongkong in Shenzhen.
De ministers van Buitenlandse Zaken van de G7 hebben op 17 juni een gezamenlijke verklaring afgelegd over Hongkong.
In conclusies van de Raad die in juli zijn vastgesteld 1 , heeft de EU een pakket maatregelen afgesproken als eerste reactie op de NSL. Het gaat daarbij onder meer om: asiel- en visumbeleid; uitvoercontroles; waarneming van processen; steun voor het maatschappelijk middenveld; beurzen en academische uitwisselingen; herziening van uitleveringsovereenkomsten; het afhouden van nieuwe onderhandelingen.
De Raad Buitenlandse Zaken op 7 december besloot dat de EU de in juli afgesproken maatregelen zou blijven uitvoeren en indien gepast aanvullende maatregelen zou overwegen, afhankelijk van hoe de situatie zich ontwikkelt.
De EU heeft haar zorgen over de ontwikkelingen in Hongkong rechtstreeks bij de Chinese leiders geuit tijdens de top EU‑China op 22 juni en de leidersbijeenkomsten op 14 september en 30 december.


Overzicht van de COVID-19-situatie en economische ontwikkelingen


Wat COVID-19 betreft, hebben het uitstekende zorgstelsel van Hongkong en zijn robuuste beleidsreactie, met strenge quarantainemaatregelen en een verantwoordelijke houding van burgers – zo droeg tijdens de uitbraak vrijwel iedereen een mondkapje – bijgedragen aan een effectief beheer van de COVID-19-uitbraak.


2020 was een moeilijk jaar voor de wereldeconomie, en Hongkong was daarop geen uitzondering. De economie is sterk gekrompen en de meeste belangrijke sectoren van de stad zijn hard geraakt, met de financiële sector als opvallende uitzondering. De sterke daling van het aantal toeristen heeft grote gevolgen gehad voor de luxe-industrie, de horeca, de levensmiddelen- en drankensector en de vervoersector. De handels- en logistieke sector ondervonden de gevolgen van zwakke internationale handel. Ondanks verschillende maatregelenrondes van de overheid ter ondersteuning van de economie is de werkloosheid in de loop van het jaar verdubbeld (naar 6,6 % in het laatste kwartaal van 2020). De begrotingssituatie van de SAR begon ook slechter te worden, al heeft Hongkong nog altijd substantiële reserves.


Europese bedrijven in de stad zijn niet gespaard, met name de bedrijven die afhankelijk zijn van toerisme en internationale handel. Reisbeperkingen waren een van de voornaamste uitdagingen, want veel EU-bedrijven zijn in Hongkong om hun regionale activiteiten en hun activiteiten op het vasteland van China te testen. Bedrijven maken zich ook zorgen over de politieke ontwikkelingen in Hongkong, waaronder de uitholling van “één land, twee systemen” en de potentiële gevolgen van de NSL voor het bedrijfsklimaat.


I. Politieke en maatschappelijke ontwikkelingen


De sociale onrust en grootschalige protesten die in 2019 begonnen als reactie op de door de regering voorgestelde wetgeving inzake voortvluchtige delinquenten en wederzijdse rechtshulp, zijn in 2020 gestopt, hoewel er sporadisch nog demonstraties plaatsvonden. De oplegging van de NSL bij besluit van het NPCSC op 30 juni en de maatregelen van de regering van Hongkong naar aanleiding van de uitbraak van COVID-19 waren belangrijke afschrikkende factoren voor openbare demonstraties.


Tot op heden zijn er ongeveer 10 000 mensen gearresteerd voor vermeende overtredingen in verband met de onrust, onder wie veel minderjarigen. Doordat beslissingen over vervolging in veel gevallen lang op zich laten wachten, weten veel van de gearresteerden niet hoe de beschuldigingen tegen hen zullen worden behandeld, wat vragen oproept over de eerlijkheid. Tot dusver is men in ongeveer 20 % van de zaken overgegaan tot vervolging.


De NSL heeft in meerdere opzichten tot zorgen geleid. De manier waarop de wet is vastgesteld, strookte niet met artikel 23 van de basiswet, op grond waarvan de SAR Hongkong dergelijke maatregelen “zelfstandig” kan bekrachtigen. Belanghebbenden uit Hongkong hebben bijna geen mogelijkheid gehad om input te leveren over de ontwerpversie van de wet voordat deze werd opgelegd: de volledige tekst werd pas na de uitvaardiging van de wet beschikbaar gemaakt. Ook heeft er geen democratische controle door de Wetgevende Vergadering plaatsgevonden. In de week voorafgaand aan de oplegging van de NSL heeft de regeringsleider openlijk verklaard dat zij de volledige details van de voorgestelde wetgeving nog niet te zien had gekregen.


De uitsluiting van verschillende pan-democratische wetgevers van de nieuwe verkiezingen voor de Wetgevende Vergadering was deels gebaseerd op hun verzet tegen de NSL. Hierdoor wordt de ruimte voor gekozen vertegenwoordigers om de uitvoering van de NSL-maatregelen te controleren verder beperkt.


Uit de NSL komen vier strafbare feiten voort: afscheiding, ondermijning van het regime, terroristische activiteiten en samenspanning met buitenlandse machten of externe elementen. De grote variëteit aan strafbare feiten en de onzekerheden over de wijze waarop deze zullen worden gehanteerd, hebben tot grote zorgen geleid en hebben de uitoefening van beschermde rechten en vrijheden in Hongkong belemmerd. Het is in dit stadium lastig te bepalen hoe diepgaand dit beperkende effect is.


Het Bureau van de Europese Unie en de missies van de EU-lidstaten in Hongkong hebben op verschillende momenten contact gehad met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, de academische wereld en de media om inzicht te krijgen in de gevolgen van de NSL voor hun werk. De wet heeft zonder twijfel geleid tot meer zelfcensuur, tot een benadering van de opslag van informatie en het gebruik van sociale media waarbij veiligheid voorop staat, en tot zorgen dat legitieme contacten met buitenlandse missies zouden kunnen leiden tot vervolging wegens “samenspanning”.


De NSL is extraterritoriaal onbeperkt van toepassing en maakt het in bepaalde gevallen voor de autoriteiten van het vasteland mogelijk hun rechtsbevoegdheid uit te oefenen. Bovendien kunnen NSL-zaken achter gesloten deuren worden behandeld, waaraan zorgvuldige aandacht moet worden besteed.


Er is veel kritiek geleverd op de bevoegdheid van de regeringsleider om een pool van rechters aan te wijzen voor de behandeling van NSL-zaken. Bij het aanwijzen van die rechters kan de regeringsleider de opperrechter echter om advies vragen. Bovendien wijst de regeringsleider geen specifieke rechter aan een specifieke zaak toe.


Het blijft onduidelijk in hoeverre de eis uit de NSL dat de regering van Hongkong haar toezicht op en regelgeving voor kwesties in verband met nationale veiligheid op scholen, op universiteiten, in maatschappelijke organisaties, in de media en op het internet versterkt, gevolgen zal hebben voor mensenrechten en fundamentele vrijheden.


Buitenlandse bedrijven in Hongkong lopen ook risico door de NSL. Op grond van de artikelen 21 en 23 van de NSL wordt er een stevige gevangenisstraf opgelegd aan iedereen die “aanzet tot, bijdraagt aan, helpt bij of financiële of andersoortige steun of eigendom levert” voor het plegen van strafbare feiten in verband met ondermijning van het regime of met afscheiding. Er is geen bepaling dat deze hulp alleen een strafbaar feit is op grond van de wet als deze bewust is geboden. Daarom hebben banken kritisch gekeken naar de diensten die zij verrichten voor personen en groepen die bij prodemocratische en andere politieke activiteiten betrokken zijn. Op grond van artikel 31 van de NSL kunnen bedrijven en organisaties strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld, kunnen zij boetes opgelegd krijgen en kan hun licentie worden ingetrokken.


Er hebben in 2020 31 arrestaties plaatsgevonden op grond van de NSL en in vier gevallen is er overgegaan tot vervolging. Onder de gearresteerden waren verschillende prominente prodemocratische activisten. De arrestatie van mediamagnaat Jimmy Lai op 10 augustus, op beschuldiging van samenspanning met buitenlandse machten, werd gevolgd door een inval in zijn mediastation, Apple Daily, door ongeveer 200 politieagenten. Deze grootschalige politieactie bij een prominente en mondige mediagroep leidde tot zorgen over mogelijke politieke motieven. Ook Agnes Chow, een medeoprichter van het inmiddels opgeheven prodemocratische platform Demosisto, is op 10 augustus gearresteerd op grond van de NSL.


Er zijn soortgelijke zorgen geuit over beslissingen van het ministerie van Justitie om prodemocratische activisten en wetgevers te vervolgen voor verstoringen van de openbare orde in verband met de demonstraties en onrust en met hun gedrag tijdens procedures in de Wetgevende Vergadering. Tegen personen uit regeringsgezinde partijen die bij dezelfde incidenten in de Wetgevende Vergadering betrokken waren, zijn echter geen aanklachten ingediend. Ook riep het gebrek aan overtuigende actie om de aanvallers te berechten die betrokken waren bij de aanval op een spoorwegstation in Yuen Long in 2019 vragen op over de eerlijkheid van beslissingen in verband met vervolgingen.


Het is te vroeg om te zeggen hoe de rechtbanken van Hongkong de NSL zullen uitleggen en in hoeverre rechten en vrijheden zullen worden beschermd, al staat er in de NSL dat mensenrechten zullen worden geëerbiedigd en beschermd bij de waarborging van de nationale veiligheid. In een eerste “testzaak” voor de NSL benadrukte de rechtbank van eerste aanleg dat de rechtbanken bij het uitleggen van de nieuwe wet kijken naar algemene rechtsbeginselen en rekening houden met waarborgen voor mensenrechten. Het vertrouwen in de bekwaamheid en integriteit van rechters en hun bereidheid om de beginselen van de rechtsstaat te handhaven blijft groot, maar er mag niet worden vergeten dat het recht om “interpretaties” te geven van de wet uiteindelijk is voorbehouden aan het NPCSC. Pas in 2021 begint de eerste rechtszaak in een NSL-zaak.


Uit opiniepeilingen is gebleken dat een meerderheid van de respondenten tegen de NSL is. In een enquête van het Public Opinion Research Institute (PORI) van Hongkong namens Reuters in augustus 2020 gaf bijna 60 % van de ondervraagden aan tegen de wet te zijn. In de peiling werd ook gesignaleerd dat de steun voor de protestbeweging was afgenomen: slechts 44 % van de respondenten gaf aan erachter te staan.


De politie heeft tegen ongeoorloofde samenkomsten stevig opgetreden op grond van een combinatie van de NSL, wetten inzake openbare orde en COVID-gerelateerde beperkingen. Zij heeft een nieuwe paarse vlag gebruikt als waarschuwing voor vermeende inbreuken op de NSL, terwijl de autoriteiten in het kader van demonstraties een brede uitleg hebben gehanteerd van wat een potentiële schending van de nieuwe wet is. Daaronder valt ook het gebruik van de populaire protestslogan “Bevrijd Hongkong, revolutie van onze tijd” en zelfs het omhoog houden van blanco borden door demonstranten. Hoewel het protestlied “Glory to Hong Kong” niet uitdrukkelijk is verboden, mag het op scholen niet worden gezongen. Ook heeft de eenheid voor nationale beveiliging van de politie een hotline opgezet waar mogelijke overtredingen van de NSL kunnen worden gemeld.


Reactie van de EU op de oplegging van de nationale veiligheidswet


In juli hebben de EU-ministers conclusies van de Raad vastgesteld waarin zij benadrukten dat de acties van China in verband met de vaststelling van de NSL niet strookten met zijn internationale verplichtingen op grond van de Chinees-Britse Verklaring van 1984 of met de basiswet. Volgens de conclusies riepen deze acties twijfels op over de bereidheid van China om zijn internationale toezeggingen na te komen, ondermijnden zij het vertrouwen en beïnvloedden zij de betrekkingen tussen de EU en China. Er is een gecoördineerd pakket maatregelen vastgesteld als eerste reactie van de EU op de NSL:


1.de gevolgen van de nationale veiligheidswetgeving voor asiel, migratie, visa en het beleid inzake verblijf in overeenstemming met het toepasselijke recht in de gaten houden, onder meer door relevante aspecten op EU-niveau te bespreken;


2.de uitvoer van specifieke gevoelige apparatuur en technologieën voor eindgebruik in Hongkong verder onderzoeken en beperken, met name wanneer het vermoeden bestaat dat er sprake is van ongewenst gebruik in verband met binnenlandse repressie, het onderscheppen van interne communicatie of cybertoezicht;


3.de mogelijkheden verkennen om beurzen en academische uitwisselingen waarbij Hongkongse studenten en universiteiten betrokken zijn, uit te breiden en te coördineren;


4.intensiever contact onderhouden met en steun verlenen aan het maatschappelijk middenveld in Hongkong;


5.zorgen voor de voortdurende waarneming van de processen tegen voorvechters van democratie in Hongkong;


6.de potentiële risico’s van de nationale veiligheidswetgeving voor EU-burgers bespreken op EU-niveau;


7.de extraterritoriale werking van de nationale veiligheidswetgeving monitoren;


8.de gevolgen van de nationale veiligheidswetgeving in verband met uitlevering door lidstaten en andere relevante overeenkomsten met Hongkong evalueren;


9.vooralsnog geen nieuwe onderhandelingen met Hongkong starten.


Belangrijke acties in het kader van de conclusies van de Raad zijn: de opschorting door zes EU-lidstaten 2 van hun uitleveringsovereenkomsten of de onderhandelingen daarover met Hongkong na de vaststelling van de conclusies van de Raad; verscherpt onderzoek door autoriteiten van de lidstaten naar relevante uitvoer voor eindgebruik in Hongkong; gecoördineerde aanwezigheid van diplomatiek vertegenwoordigers van de EU en haar lidstaten in Hongkong bij rechtszaken tegen prodemocratische activisten; intensievere contacten met maatschappelijke organisaties. Studenten, academici en universiteitsmedewerkers uit Hongkong zijn blijven deelnemen aan een breed scala aan uitwisselingen binnen het hoger onderwijs in het kader van Erasmus+ en bilaterale uitwisselingsprogramma’s van de lidstaten. Er zijn geen nieuwe onderhandelingen met Hongkong gestart.


De uitvoering van de maatregelen uit de conclusies van de Raad is op de voet gevolgd binnen de relevante Raadsorganen. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 7 december heeft de hoge vertegenwoordiger de uitvoering van de NSL, de gevolgen daarvan voor rechten en vrijheden en het bedrijfsklimaat in Hongkong, en de invloed van het reactiepakket van de EU geëvalueerd. Op basis daarvan hebben de ministers afgesproken dat de EU de in juli afgesproken maatregelen zou blijven uitvoeren en indien gepast aanvullende maatregelen zou overwegen, afhankelijk van hoe de situatie zich ontwikkelt.


Er is bezorgdheid uitgesproken over de NSL tijdens de top EU‑China op 22 juni en Hongkong is ook ter sprake gebracht tijdens de leidersbijeenkomsten van de EU en China op 14 september en 30 december. De EU heeft grote zorgen geuit over de uitholling van fundamentele rechten en vrijheden na de oplegging van de NSL. Ook heeft de EU nogmaals haar bezorgdheid uitgesproken dat de verkiezingen voor de Wetgevende Vergadering met een vol jaar zijn uitgesteld en dat verschillende prodemocratische kandidaten zijn uitgesloten. De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, heeft mensenrechtenschendingen in Hongkong genoemd in haar toespraak over de Staat van de Unie aan het Europees Parlement op 16 september.


Op 19 juni heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen over de “wet inzake de nationale veiligheid die de Volksrepubliek China heeft uitgevaardigd voor Hongkong en het feit dat de EU de hoge mate van autonomie van Hongkong moet verdedigen”. Volgens de resolutie betreurt men de vaststelling van de NSL, aangezien deze een aanval vormt op de autonomie van Hongkong en een schending van de internationale toezeggingen van China, waaronder de Chinees-Britse Verklaring van 1984. Er worden verschillende aanbevelingen gedaan voor actie van de EU en andere instanties.


Internationale reactie op de oplegging van de nationale veiligheidswet


Internationale actoren, waaronder de G7, de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten en speciale rapporteurs van de VN, hebben eveneens hun zorgen geuit over de NSL.


Op 27 mei heeft de regering van de VS verklaard dat China de autonomie van Hongkong fundamenteel had ondermijnd en dat er geen reden meer was om Hongkong anders te behandelen dan het vasteland van China. Naast deze verklaring is op 14 juli de Hong Kong Autonomy Act van de VS ondertekend en in de wet opgenomen. Op 7 augustus hebben de VS aan elf personen uit de regeringen van Hongkong en het vasteland sancties opgelegd vanwege betrokkenheid bij het ondermijnen van de autonomie van de SAR en het beperken van de vrijheid van meningsuiting of vergadering. Onder deze personen waren de regeringsleider, de staatssecretaris van Justitie, de staatssecretaris van Veiligheid, de staatssecretaris van Grondrechtelijke en Vastelandszaken, de politiecommissaris, de directeur van het HKLO (Luo Huining) en andere hoge functionarissen van het vasteland die betrokken waren bij aangelegenheden in Hongkong. Door de sancties kunnen eigendommen in de VS in beslag genomen worden en activa in de VS worden bevroren, als reactie op de “ongebruikelijke en buitengewone bedreiging” die uitgaat van de ondermijning van de autonomie van Hongkong door China. Op 9 november en 7 december hebben de VS aan nog eens 18 personen sancties opgelegd in verband met de uitvoering van de NSL.


Het VK heeft de immigratierechten uitgebreid om Hongkongers met de status “British National Overseas” (BNO) een route naar staatsburgerschap te geven. Naar schatting hebben ongeveer drie miljoen inwoners van Hongkong een BNO-status. Op grond van de nieuwe regelingen krijgen personen met een BNO-status een machtiging om vijf jaar in het VK te verblijven, inclusief het recht om daar te werken of studeren. Na vijf jaar kunnen zij “settled status” aanvragen, en na nog eens twaalf maanden met settled status kunnen zij staatsburgerschap aanvragen. De visumbepalingen bij de nieuwe regelingen zijn in oktober bekendgemaakt.


Als reactie op de NSL hebben het VK, Australië en Nieuw-Zeeland ook hun uitleveringsovereenkomsten met Hongkong opgeschort. 


Hard optreden tegen kritiek


Al vóór de vaststelling van de NSL hadden er in 2020 arrestaties van prodemocratische activisten plaatsgevonden, op verschillende gronden, en gedurende het jaar zijn daar meer arrestaties bijgekomen. In april zijn er 15 prominente personen gearresteerd, onder wie: Martin Lee, oprichter van de democratische partij en een prominente advocaat; Albert Ho, een ervaren jurist en voormalig voorzitter van de democratische partij; Jimmy Lai, de oprichter van Apple Daily. De arrestaties hielden verband met vermeende “illegale samenscholing” bij manifestaties en protesten in augustus en oktober 2019, een overtreding waarop een gevangenisstraf van maximaal vijf jaar staat. In afwachting van de processen, die gepland staan voor 2021, zijn zij op borgtocht vrijgelaten. Jimmy Lai is op 10 augustus opnieuw gearresteerd op grond van de NSL, maar later beschuldigd van fraude. Op 3 december is vrijlating op borgtocht geweigerd.


Op 23 augustus zijn twaalf Hongkongers die de regio per boot probeerden te ontvluchten, tegengehouden door de Chinese kustwacht en in hechtenis genomen op het vasteland van China. De zaken zijn op 27 november formeel overgedragen aan de gerechtelijke autoriteiten, op beschuldiging van poging om de grens over te steken.


Op 24 september is de prodemocratische activist Joshua Wong gearresteerd als onderdeel van een reeks arrestaties in de zomer waarvan ook zijn medeactivisten Ivan Lam en Agnes Chow doelwitten waren. Op 2 december zijn de drie activisten veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend van zeven tot 13,5 maanden wegens overtredingen in verband met de openbare orde tijdens protesten in 2019.


Op 7 december heeft de politie acht mensen gearresteerd wegens protesten die de maand ervoor hadden plaatsgevonden op de Chinese Universiteit van Hongkong. Drie van hen werden ervan verdacht de NSL te hebben overtreden door “aansporing tot afscheiding”. Op 8 december werden nog eens acht prodemocratische activisten gearresteerd vanwege hun vermeende betrokkenheid bij een illegale samenscholing in juli.


Op 15 mei heeft de onafhankelijke raad voor klachten over de politie (IPCC) zijn verslag over de protesten naar aanleiding van de voorgestelde uitleveringswet gepubliceerd. Dit verslag gaat over gebeurtenissen van juni tot en met oktober 2019, en de conclusie luidt dat er geen systemisch probleem was met de politie. De IPCC heeft geen fouten ontdekt in de acties van de politie tijdens de aanval in Yuen Long in juli 2019, waarbij een groep in het wit geklede mannen, van wie men dacht dat zij bij triades betrokken waren, passagiers van een metro aanvielen. De IPCC waarschuwde voor de gevaren van opkomend terrorisme in Hongkong en wees erop dat de politie te maken had met “schaamteloze propaganda”, bedoeld om de politie zwart te maken. In de 52 aanbevelingen uit het verslag lag de nadruk op de noodzaak van aanvullende opleiding op het gebied van tactieken, gebruik van traangas, verbetering van de communicatie en het ontkrachten van geruchten. De IPCC heeft slechts beperkte bevoegdheden, en het verslag heeft tot veel kritiek geleid, omdat hierin niet overtuigend werd ingegaan op zorgen in verband met verantwoording.


Voor het eerst in dertig jaar hebben de autoriteiten van Hongkong geweigerd toestemming te geven voor evenementen ter herdenking van het hardhandige optreden op het Tiananmenplein in China in 1989, waarbij zij zorgen over de volksgezondheid in verband met COVID-19 als reden gaven. De organisatoren van de jaarlijkse wake, de Hongkongse Alliantie ter ondersteuning van patriottische democratische bewegingen in China, voerde aan dat er een politiek motief was voor het verbod. Er zijn verschillende mensen gearresteerd en beschuldigd van deelname aan een illegale samenscholing nadat er ondanks het verbod toch een wake was gehouden. Activiteiten in verband met het hardhandige optreden op het Tiananmenplein zijn normaal gesproken toegestaan en het door de Alliantie ter ondersteuning van patriottische democratische bewegingen in China geëxploiteerde museum heeft in mei zijn deuren opnieuw geopend.


Op 4 juni heeft de Wetgevende Vergadering de controversiële volksliedwet aangenomen, op grond waarvan belediging van de “Mars van de vrijwilligers” strafbaar is, met een maximale boete van 50 000 HKD (5 530 EUR) en een gevangenisstraf van drie jaar. Het NPCSC in Peking heeft de volksliedwet in eerste instantie in september 2017 vastgesteld en besloot deze twee maanden later aan bijlage III bij de basiswet toe te voegen. Via stemming in de Wetgevende Vergadering is dit besluit lokaal van kracht geworden.


Het HKLO heeft steeds meer invloed uitgeoefend op de beleidsvorming en politiek in Hongkong, wat twijfels oproept over de instandhouding van de hoge mate van autonomie van Hongkong. Middels de NSL is ook een nieuwe vastelandsinstelling in Hongkong opgericht: het Bureau voor de bescherming van de nationale veiligheid, dat rechtsbevoegdheid heeft voor ernstige zaken in verband met de nationale veiligheid, met inbegrip van zaken met “complexe” elementen in verband met de betrokkenheid van een ander land of “externe elementen” die geen verantwoording hoeven af te leggen aan instellingen uit Hongkong. Op deze bepalingen is tot op heden geen beroep gedaan.


De verkiezingen voor de Wetgevende Vergadering stonden gepland voor 6 september en op 30 juli zijn er twaalf prodemocratische kandidaten uitgesloten van deelname aan deze verkiezingen. De verkiezingsambtenaren gaven aan niet te geloven dat de kandidaten zich aan de basiswet zouden houden, zoals formeel vereist is op grond van getekende verklaringen. Onder de uitgesloten kandidaten waren vier zittende wetgevers. Drie zittende leden van de districtsraden, die waren verkozen via algemeen stemrecht, zijn ook uitgesloten, samen met voormalig leider van Demosisto Joshua Wong.


De regering van Hongkong heeft een verklaring uitgevaardigd waarin het de uitsluitingen steunt, waarbij zij daadwerkelijk of vermeend gedrag van de uitgesloten personen aanhaalt als rechtvaardiging voor de stap, waaronder: steun voor de onafhankelijkheid van Hongkong (waarvoor geen van de betrokkenen rechtstreeks pleiten); bezwaren tegen de NSL; het voornemen om tegen alle voorgestelde wetten van de regering te stemmen; vragen om ingrijpen door buitenlandse regeringen. De regering hield vol dat er geen sprake was van politieke censuur of beperking van vrijheden, en waarschuwde dat beledigingen en bedreigingen van verkiezingsambtenaren zouden worden onderzocht door de politie. Ook het HKLO heeft het besluit van de verkiezingsambtenaren verwelkomd.


De massale uitsluitingen hebben tot veel internationale kritiek geleid. Volgens een EU-verklaring van HV/VV Borrell “verzwakt [de uitsluiting] ook de internationale reputatie van Hongkong als vrije en open samenleving”.


De pan-democraten hebben op 11 en 12 juli voorverkiezingen gehouden om kandidaten voor de Wetgevende Vergadering vast te stellen, waarbij ongeveer 600 000 mensen hebben gestemd. Een jonge generatie activisten – die in het algemeen voor meer zelfbeschikking pleiten – deed het goed in de peilingen.


Op 31 juli zijn de verkiezingen voor de Wetgevende Vergadering één jaar uitgesteld op grond van de noodwet “Emergency Regulations Ordinance”. De regeringsleider heeft de maatregel gerechtvaardigd door te wijzen op de gezondheidsrisico’s van verkiezingen midden in de “derde golf” van de COVID-19-uitbraak. Zij benoemde specifiek het gevaar voor oudere kiezers, het feit dat ongeveer 100 000 stemgerechtigden hun stemrecht niet zouden kunnen uitoefenen omdat ze op het vasteland van China waren, en de belemmeringen voor de campagnes door maatregelen ter beperking van sociale contacten. Ze verwees naar de uitstelling van verkiezingen in andere rechtsgebieden.


In de basiswet staat niets over een situatie waarin verkiezingen zo lang worden uitgesteld. Volgens artikel 69 is de termijn van de Wetgevende Vergadering vier jaar. Het NPCSC heeft vervolgens een kort besluit uitgevaardigd dat de zesde Wetgevende Vergadering haar taken nog minimaal een jaar zou blijven uitvoeren nadat haar termijn op 30 september afliep. De volgende Wetgevende Vergadering zal voor de gebruikelijke vier jaar worden verkozen.


Zittende wetgevers die waren uitgesloten van deelname aan de verkiezing, waren in eerste instantie niet uitgesloten van hun zetel gedurende de met een jaar verlengde termijn. Er is echter binnen het pan-democratische kamp een verhit debat geweest over de vraag of de prodemocratische wetgevers wel in de Wetgevende Vergadering moesten blijven. Vanwege de verdeeldheid binnen de beweging is er een opiniepeiling gehouden om de mening van het publiek te vragen over deze kwestie. De resultaten van die peiling gaven geen uitsluitsel. Daarom hebben op twee na alle wetgevers besloten hun zetel in de Wetgevende Vergadering te behouden. Een derde wetgever heeft zich om gezondheidsredenen teruggetrokken.


Op 11 november heeft het NPCSC een besluit uitgevaardigd dat de basis bood voor de onmiddellijke verwijdering van vier prodemocratische wetgevers uit de Wetgevende Vergadering door de regering van Hongkong. In dit besluit werden ook brede criteria uiteengezet om te bepalen wanneer een individuele wetgever of potentiële wetgever niet in staat wordt geacht de eed tot handhaving van de basiswet na te komen en daarom uit zijn functie moet worden ontheven. Criteria zijn bijvoorbeeld steun voor de onafhankelijkheid van Hongkong, weigering om de soevereiniteit van China over Hongkong te erkennen, aanmoediging van andere landen of “externe elementen” om zich te mengen in de aangelegenheden van Hongkong, of het verrichten van handelingen die de nationale veiligheid in het geding brengen. Het besluit van het NPCSC is sterk bekritiseerd in Hongkong en door de internationale gemeenschap, onder meer omdat het de hoge mate van autonomie van Hongkong en de bescherming van fundamentele rechten en vrijheden sterk ondermijnt.


De uitsluiting van de vier wetgevers was voor de 15 resterende prodemocratische wetgevers aanleiding om uit de Wetgevende Vergadering te stappen. De wetgevende macht bleef bestaan, maar met aanzienlijk minder democratische checks-and-balances.


Verschillende ervaren prodemocraten hebben hun taak binnen de partij neergelegd naar aanleiding van deze ontwikkelingen. Ted Hui van de democratische partij, tegen wie verschillende aanklachten lopen met bijbehorende borgtochtvoorwaarden, is uit eigen beweging in ballingschap gegaan naar het VK, wat een stevige reactie ontlokte van de autoriteiten van het vasteland en Hongkong.


De rechtbanken zijn gedurende het jaar bestookt met beschuldigingen van partijdigheid, met name in verband met de behandeling van protestgerelateerde zaken. Op 23 september heeft de opperrechter een zeldzame verklaring uitgevaardigd, waarin hij de rechterlijke macht verdedigde en waarschuwde dat aanvallen op rechters het publieke vertrouwen in de rechtsstaat zouden uithollen. In september is de Australische rechter James Spigelman afgetreden als een van de 14 buitenlandse niet-permanente rechters van het Hof van Beroep (CFA) van Hongkong. De regering van Hongkong heeft benadrukt vast te houden aan het systeem waarbij buitenlandse rechters worden aangesteld, en benoemde daarbij het belang van de onafhankelijkheid van het rechtssysteem. In oktober heeft de regering rechter Patrick Hodge, vicevoorzitter van het Hooggerechtshof van het VK, benoemd tot rechter van het CFA.


Op 21 december heeft het CFA – met inbegrip van opperrechter Geoffrey Ma en Lord Hoffman van het VK, die deelnam als niet-permanent lid – het juridische bezwaar tegen het verbod van de regering op het dragen van gezichtsbedekking door prodemocratische activisten unaniem afgewezen en de grondwettelijkheid van de noodwet “Emergency Regulations Ordinance” (ERO), op grond waarvan het verbod was opgelegd, gesteund. Het CFA rechtvaardigde met zijn besluit het beroep van de regering op de ERO tijdens de onrust en benadrukte daarbij dat de uitoefening van noodbevoegdheden, hoewel deze breed en flexibel zijn, is onderworpen aan “betekenisvolle controle” in de vorm van gerechtelijke toetsing, onderzoek door de Wetgevende Vergadering en de voorschriften uit de basiswet dat dergelijke verordeningen wettelijk voorgeschreven en evenredig moeten zijn.


Het 30-jarig bestaan van de basiswet ging gepaard met controverse over de kwestie van machtenscheiding. In het kader van de herziening van schoolboeken heeft de regering van Hongkong verklaard dat dit beginsel niet van toepassing was in Hongkong. Dit leidde tot veel discussie, waarbij vooraanstaande advocaten betoogden dat er, hoewel machtenscheiding niet uitdrukkelijk in de basiswet wordt genoemd, een duidelijke afbakening van verantwoordelijkheden tussen de verschillende afdelingen van de overheid is, waarbij gerechtelijke onafhankelijkheid wordt gewaarborgd door artikel 85.


De Wetgevende Vergadering is gedurende het jaar het toneel geweest van gewelddadige ordeverstoringen, waarvan er één werd veroorzaakt door de controverse over het voorzitterschap van het House Committee. Dit comité kon enkele maanden lang niet functioneren als gevolg van filibusteren door de pan-democraten en onenigheid over de overdracht van het voorzitterschap aan de vicevoorzitter totdat de uitslag van de verkiezing voor de nieuwe voorzitter in mei bekend was. Acht pan-democratische politici, onder wie vijf zittende en twee voormalige wetgevers, zijn later gearresteerd wegens incidenten in de Wetgevende Vergadering. De arrestaties leidden tot ernstige zorgen over het gebruik van strafrechtelijke bepalingen tegen wetgevers en voormalige wetgevers en over de selectieve gerichtheid daarbij op prodemocratische politici.


De regeringsleider heeft haar jaarlijkse beleidsverklaring, die op 14 oktober zou plaatsvinden, een maand uitgesteld. Ze gaf aan dat het uitstel te maken had met de noodzaak om de autoriteiten van de centrale overheid te raadplegen over maatregelen ter ondersteuning van het herstel van Hongkong, in verband waarmee ze begin november een bezoek bracht aan Peking.


Ze heeft haar vierde beleidsverklaring op 25 november gehouden voor een Wetgevende Vergadering zonder oppositie. De regeringsleider verwees naar de “meerdere klappen” die Hongkong had gekregen, waaronder de gevolgen van COVID-19 voor mens en economie en de sociale onrust. Ze verdedigde de NSL en andere recente politieke ontwikkelingen, waaronder de uitsluiting van prodemocratische wetgevers, en nam een gedeelte op over de “volledige steun van de centrale overheid”. Ze haalde de artikelen 9 en 10 van de NSL aan als basis voor de plannen van de regering om de regelgeving voor maatschappelijke organisaties, de media en het internet aan te scherpen en onderwijs over nationale veiligheid te bevorderen op scholen en universiteiten. Ook bevestigde ze dat de regering een wet zou invoeren om bepalingen over eedaflegging te wijzigen.


Gevolgen van de COVID-19-pandemie


Wat de COVID-19-pandemie betreft, heeft Hongkong meer dan 8 847 gevallen en 148 doden gemeld. Het uitstekende zorgstelsel van Hongkong, zijn robuuste beleidsreactie, met strenge quarantainemaatregelen, en de verantwoordelijke houding van burgers – zo droeg tijdens de uitbraak vrijwel iedereen een mondkapje – hebben bijgedragen aan een effectief beheer van de uitbraak. Ook had Hongkong waardevolle ervaring door de SARS-epidemie van 2003.


Hongkong heeft zijn eerste geval eind januari gemeld. Kort daarna heeft de SAR alle grenspunten gesloten, met uitzondering van de internationale luchthaven, Shenzhen Bay en de Hongkong-Zhuhai-Macau-brug, zodat inwoners van Hongkong naar de stad konden terugkeren. Er was enige kritiek op de eerste reactie van de regering op de uitbraak, onder meer ten aanzien van de inkoop van mondkapjes. Met steun van de centrale overheid heeft Hongkong in september in de hele stad een vrijwillig testprogramma uitgevoerd, waaraan ongeveer 1,78 miljoen mensen hebben deelgenomen. De regering heeft een reeks steunmaatregelen genomen om de economische en maatschappelijke gevolgen van de uitbraak te beperken.


In de loop van de uitbraak, met drie “besmettingsgolven” verspreid over het jaar, heeft de regering de maatregelen ter beperking van sociale contacten herhaaldelijk aangescherpt en versoepeld. Het ging daarbij onder meer om sluiting van bepaalde commerciële bedrijven met hoog risico, regels voor afstanden en aantallen in restaurants en beperkingen van het aantal mensen dat in één groep mag samenkomen.


In de tweede helft van het jaar is Hongkong besprekingen gestart over mogelijke “reisbubbels” om reizen van en naar elf landen mogelijk te maken. In oktober is er een principeakkoord bereikt over de creatie van een “bubbel” met Singapore, al werd de totstandbrenging daarvan vertraagd door een nieuwe COVID-19-golf. De EU heeft in oktober besloten de SAR’s Hongkong en Macau toe te voegen aan de lijst van regio’s waarvan en waarnaar, indien dit wederzijds is en de omstandigheden het toelaten, weer niet-essentiële reizen kunnen worden toegestaan.


Rechten, vrijheden en gelijke kansen


De NSL heeft zonder twijfel gevolgen gehad voor de uitoefening van vrijheden, en de leiders van Demosisto hebben de prodemocratische partij opgeheven toen de wet van kracht werd. De partij pleitte voor zelfbeschikking voor Hongkong, maar liet dat doel in januari 2020 varen.


De zelfcensuur in het openbare leven is toegenomen, al is de mate van zelfcensuur lastig te bepalen. Directe censuur is nog geen wijdverbreid kenmerk van het medialandschap, hoewel sommige journalisten wel spreken van twijfelachtige redactionele beslissingen en toegenomen controle door redacteurs bij gevoelige kwesties. Dit houdt niet rechtstreeks verband met de NSL, maar de publieke omroep RTHK is steeds sterker onder druk gezet om activiteiten en verslaglegging te vermijden die de regering “provocerend” acht.

De arrestatie van een freelancejournalist op 3 november vanwege haar werk aan een onderzoeksdocumentaire voor RTHK over de aanvallen op een spoorwegstation in Yuen Long in juli 2019 heeft tot veel kritiek geleid, omdat hiermee werd geprobeerd legitiem journalistiek werk strafbaar te stellen.


Academici hebben te maken met onzekerheid over wat zij studenten wel en niet mogen leren in verband met de NSL, met name degenen die “gevoelige” vakken geven of lesgeven aan studenten van het vasteland. Sommige academici vragen geen onderzoeksfinanciering aan bij buitenlandse bronnen, met name de VS, om gevoeligheden te voorkomen.


Ngo’s proberen te voorkomen dat zij de NSL overtreden, wat complicaties oplevert voor hun werk. De Friedrich Naumann Stiftung is de eerste grote internationale organisatie die haar activiteiten in Hongkong heeft stopgezet vanwege de NSL.


De druk op scholen wordt steeds groter sinds de autoriteiten van Peking en Hongkong hebben aangegeven dat er een heroriëntatie van het onderwijs nodig is om patriottisme en begrip van de NSL te stimuleren. Het Onderwijsbureau heeft een leerkracht voor het leven “uitgeschreven” omdat hij vóór de NSL pro-onafhankelijkheidsideeën had besproken tijdens de les. Ook zijn er schoolboeken herzien en hebben leerkrachten het advies gekregen de wet niet te overtreden. De onderwijssector is steeds politieker geworden: voorstanders van Peking hebben verklaard dat veel leerkrachten voor democratie of zelfs onafhankelijkheid zijn en dat studenten tijdens de les worden geïndoctrineerd met westerse ideologieën en worden aangemoedigd deel te nemen aan maatschappelijke bewegingen. De regeringsleider heeft hervormingen van de opleiding voor leerkrachten aangekondigd om te zorgen dat de overheidsrichtlijnen beter worden nageleefd.


De vrijheid van vergadering is aan banden gelegd in het kader van de COVID-19-uitbraak en de NSL. In de eerste helft van 2020 zijn er 107 aanvragen voor openbare samenkomsten ingediend, waarvan er 87 zijn afgewezen. Vanaf juli 2020 zijn alle aanvragen afgewezen. De COVID-19-uitbraak is in veel gevallen aangevoerd als voornaamste reden voor de afwijzing, waarbij vanaf maart openbare samenkomsten met meer dan vier, en later acht, mensen werden verboden. De politie heeft bij illegale samenkomsten een paarse vlag gehesen om te waarschuwen voor mogelijke schendingen van de NSL, al is niet duidelijk wat er wel en niet aanvaardbaar is als het gaat om politieke uitingen.


Er is in de rechtbanken van Hongkong enige vooruitgang geboekt wat betreft erkenning van de rechten van LGBTI-personen. In maart is beleid van de Huisvestingsautoriteit, op grond waarvan stellen van hetzelfde geslacht die in het buitenland waren getrouwd, niet in aanmerking kwamen voor sociale woningen,  ongrondwettelijk en onwettig verklaard door het Hof van Beroep . In juni heeft de belastingdienst de belastingwet aangepast, zodat getrouwde personen, ongeacht of het een huwelijk tussen personen van verschillend of hetzelfde geslacht betreft, kunnen kiezen voor gezamenlijke beoordeling of voor persoonlijke beoordeling samen met de echtgeno(o)t(e). Op 18 september heeft het hooggerechtshof van Hongkong besloten dat stellen van hetzelfde geslacht die zijn getrouwd volgens het recht van een ander rechtsgebied, in Hongkong gelijke rechten moeten hebben op grond van erfrechtwetgeving. Op diezelfde datum heeft de rechtbank echter bredere erkenning van huwelijken tussen personen van hetzelfde geslacht geweigerd, waarbij zij opmerkte dat specifieke gevallen van discriminatie kunnen worden aangepakt via specifieke rechtszaken. Er kwamen in 2020 zorgen aan het licht toen een arbiter werd beschuldigd van homofobe opmerkingen over de seksuele geaardheid van een asielaanvrager.


Hongkong heeft een aantal stappen genomen om mensenhandel aan te pakken, maar de VS hebben Hongkong desondanks op hun Tier 2-watchlist geplaatst. In het jaarverslag van de VS over mensenhandel werden onder meer de volgende punten van zorg genoemd: een ineffectief identificatiemechanisme, het lage aantal vervolgingen en de bestraffing van slachtoffers voor illegale handelingen waartoe zij waren gedwongen. Op 17 en 18 december vond er een vijfde seminar van de EU en Hongkong over mensenhandel plaats, waar werd ingegaan op gedeelde punten van zorg. Daarbij ging het onder meer over internationale samenwerking om mensenhandel aan te pakken, bijstand voor slachtoffers en samenwerking met maatschappelijke organisaties.


De COVID-19-uitbraak heeft vermoedelijk negatieve gevolgen gehad voor de arbeidsomstandigheden van buitenlands huispersoneel. Zo is er gemeld dat sommige werkgevers werknemers niet de kans hebben gegeven het huis te verlaten tijdens hun wekelijkse vrije dag. De Hongkongse federatie van vakbonden voor Aziatisch huispersoneel heeft melding gemaakt van toegenomen discriminatie van werknemers als gevolg van de pandemie. Voorbeelden zijn onwettige beëindiging van contracten wanneer men dacht dat werknemers het coronavirus hadden opgelopen, en weigering om aangekomen buitenlands huispersoneel te betalen tijdens hun verplichte quarantaine. Een groot aantal huismedewerkers die hun baan waren kwijtgeraakt, zat vast in Hongkong en was, bij gebrek aan andere bijstand, sterk afhankelijk van liefdadigheid. De regering van Hongkong heeft gratis COVID-19-tests en mondkapjes beschikbaar gesteld voor buitenlands huispersoneel dat in pensions wachtte tot zij naar het huishouden van hun nieuwe werkgever konden.


Het anticorruptiesysteem is robuust en weerbaar gebleven. Hongkong kan zich beroemen op zeer strenge normen op het gebied van transparantie en anticorruptiemaatregelen. Autoriteiten, politici en zakenmensen erkennen allemaal dat transparantie van cruciaal belang is als Hongkong zijn status als internationaal zakencentrum wil behouden.


De economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak hebben ook gevolgen gehad voor de armoede: de werkloosheid bereikte aan het eind van 2020 met 6,6 % het hoogste niveau in 16 jaar 3 , en onder jongeren van 20 tot en met 29 jaar was dit zelfs 11 %. De armoede was in 2019 al gestegen naar 20,4 %. In januari 2020 heeft de regeringsleider tien nieuwe initiatieven aangekondigd ter ondersteuning van minder bedeelden en achtergestelden, waaronder het verhogen van de doelstelling voor tijdelijke woningen voor 2023 van 10 000 naar 15 000 en het verstrekken van toelagen aan aanvragers van sociale huurwoningen die al meer dan drie jaar op een woning wachten.


II. Economische ontwikkelingen


De economie van Hongkong is in 2020 sterk gekrompen en bevond zich voor het tweede jaar op rij in een recessie, nadat het bbp in 2019 al met 1,2 % was gedaald. Ondanks enige verbetering later in het jaar, na het herstel van China, is de economie in het eerste kwartaal van 2020 met 9,1 %, in het tweede kwartaal met 9,0 % en in het derde kwartaal met 3,5 % gekrompen ten opzichte van 2019. COVID-19 heeft een grote rol gespeeld in deze krimp, al waren er ook andere tegenslagen, zoals de onrust in 2019 en de handelsoorlog tussen de VS en China.


De SAR heeft een zeer open economie en fungeert van oudsher als drievoudig knooppunt: voor China voor het aantrekken van offshore-kapitaal, voor wereldwijde handel en handel met China, en voor toerisme (voornamelijk Chinese toeristen). Van de vier belangrijkste sectoren van de stad – financiële dienstverlening, toerisme, handel en logistiek, en professionele en productiediensten – was de financiële dienstverlening de enige die het in 2020 goed deed.


Sectoren die veel inkomsten uit toerisme halen, behoorden tot de sectoren die het hardst werden geraakt gedurende het jaar. Het gaat daarbij om detailhandel, levensmiddelen, horeca, vervoer en luchtvaart. Ten opzichte van dezelfde periode in het voorgaande jaar is in de detailhandel de verkoop met 25,3 % gedaald in de eerste elf maanden van 2020, de inkomsten van restaurants met 30,8 % in de eerste drie kwartalen van het jaar en de passagiersaantallen op de luchthaven met 87,5 % over het hele jaar. Dit is grotendeels te wijten aan een enorme daling van het aantal aangekomen toeristen, dat ten opzichte van het voorgaande jaar met 93,6 % daalde naar slechts 3,6 miljoen toeristen, vanwege reisbeperkingen en angst om te reizen. Gewoonlijk is ongeveer 80 % van de toeristen afkomstig van het Chinese vasteland en zijn zij naar schatting goed voor 40 % van de verkoop van de detailhandel in de stad, met name in de luxesector. De binnenlandse uitgaven werden ook geraakt door de zwakke economie en de lokale regels ter beperking van sociale contacten in restaurants en andere bedrijven.


Dankzij enige verbetering in het laatste deel van het jaar en de verbeterende economische situatie in China en sommige andere delen van de wereld bleven de gevolgen van de pandemie voor de buitenlandse handel van Hongkong beperkt: in de eerste elf maanden van 2020 daalde de uitvoer van goederen (vrijwel uitsluitend wederuitvoer) met 2,8 % ten opzichte van dezelfde periode in het voorgaande jaar, en de invoer met 5,0 %. Dit had weer gevolgen voor de handel en logistiek, die goed zijn voor ongeveer 20 % van het bbp van Hongkong.


De arbeidsmarkt is gedurende het jaar aanzienlijk verslechterd. Aan het eind van het jaar was de werkloosheid 6,6 %, ten opzichte van 3,3 % aan het eind van 2019. Ook waren er grote verschillen tussen sectoren: in de financiële sector was de werkloosheid slechts 3,2 %.


De woningprijzen zijn gedurende het jaar met 0,3 % gestegen (ten opzichte van een stijging van 5,5 % in 2019). Hongkong blijft een van de minst betaalbare stedelijke gebieden ter wereld voor kopers van woningen. De woningschaarste is een langetermijnprobleem dat veel huishoudens raakt.


De financiële sector bleek veel weerbaarder dan de rest van de economie en is gedurende het jaar blijven groeien. Deze sector werd ondersteund door een sterk scala aan activiteiten in verband met beursintroducties. Gedurende het jaar waren er 154 beursintroducties, die in totaal 397,5 miljard HKD (42,4 miljard EUR) opleverden. Dat is een toename van 26,5 % ten opzichte van het voorgaande jaar, zelfs nadat de tweevoudige beursintroductie van Ant Group in Hongkong en Shanghai – die de grootste ooit zou worden – op het laatste moment werd geannuleerd vanwege bezwaren van regelgevers van het Chinese vasteland.


Beursintroducties zijn voor veel actoren uit de financiële sector een bron van inkomsten en trekken investeerders en kapitaal aan. De nieuwe, strengere regels voor in de VS geregistreerde Chinese bedrijven en de bredere spanningen tussen de VS en China worden gezien als stimulans voor beursintroducties van Chinese bedrijven in Hongkong. Een andere reden voor de weerbaarheid van de financiële sector is dat deze relatief weinig te maken heeft met de lokale economie. Ongeveer 80 % van de beurskapitalisatie van Hongkong bestaat uit bedrijven van het Chinese vasteland, wat betekent dat de sector sterk samenhangt met de Chinese economie (die het gedurende het jaar beter deed dan die van Hongkong). In de loop van het jaar is de gemiddelde dagelijkse omzet op de beurs van Hongkong met 49 % gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar en bereikte de beurskapitalisatie een recordhoogte van 47,5 biljoen HKD (5,1 biljoen EUR). De Hang Seng Index van Hongkong daalde met ongeveer 3,4 %. De bankensector behield een goede kapitaalbasis en sterke buffers. Ondanks een onzekere economische situatie en destabiliserende lokale politieke ontwikkelingen was er in de SAR geen significante uitstroom van kapitaal. De Hongkongse dollar was sterk en de monetaire autoriteit van Hongkong moest zelfs enkele keren ingrijpen om ervoor te zorgen dat deze niet te veel in waarde zou stijgen, maar binnen de handelsbandbreedte met de Amerikaanse dollar zou blijven. De kracht van de munteenheid werd ondersteund door de toestroom van geld door beursintroducties en sterke deviezenreserves.


De gemiddelde inflatie in de eerste elf maanden van 2020 bedroeg 0,4 %.


Overheidssteun en begrotingssituatie


Als reactie op de economische recessie en ter ondersteuning van de bevolking heeft de regering in de loop van het jaar verschillende ronden steunmaatregelen doorgevoerd. In totaal waren deze maatregelen volgens cijfers van de overheid goed voor een bedrag van 311,5 miljard HKD (33,2 miljard EUR), of ongeveer 10-11 % van het bbp van de stad. Er waren onder meer een eenmalige uitkering van 10 000 HKD (1 066 EUR) voor de inwoners, een loonsubsidieregeling en verschillende belastingverlagingen, vrijstellingen van vergoedingen en taksen, en subsidieregelingen voor verschillende sectoren.


Hoewel zij cruciale ondersteuning boden voor de economie, is er ook veel kritiek geweest op de maatregelen. Deze zouden niet doelgericht genoeg zijn, wat hun efficiëntie beperkte en de kosten voor de begroting verhoogde. Dit gold voor de twee duurste maatregelen – de uitkering en de loonsubsidie – aangezien deze beschikbaar waren voor de meeste inwoners en bedrijven, ongeacht hun financiële situatie. De meeste maatregelen werden in de eerste helft van het jaar aangekondigd. Daarna heeft de regering de steun teruggeschroefd.


Deze acties werden aangevuld met een reeks maatregelen van de monetaire autoriteit van Hongkong, waaronder vergroting van de liquiditeit in de bankensector, halvering van de verplichte reserves om capaciteit vrij te maken voor leningen, en invoering van periodes waarin klanten van banken niet hoefden af te lossen op de hoofdsom van hun leningen.


In de zomer heeft de regering de nationale luchtvaartmaatschappij Cathay Pacific gered met een grote liquiditeitsinjectie, om zo banen te behouden en de status van Hongkong als luchtvaartknooppunt in stand te houden. Ondanks deze steun heeft het bedrijf enkele maanden later een enorme reorganisatie aangekondigd.


Wat de begroting betreft, is de situatie, nadat er in 2019 voor het eerst in 15 jaar een begrotingstekort was geweest, in 2020 nog een stuk slechter geworden door lage inkomsten en de kosten van de economische steunmaatregelen. Als gevolg hiervan bereikte het overheidstekort in de periode van april tot en met november een recordhoogte van 318 miljard HKD (34 miljard EUR) en daalden de begrotingsreserves van 1,16 biljoen HKD naar 842 miljard HKD (90 miljard EUR).


Ondernemingsklimaat


De economische recessie en de gevolgen van COVID-19 voor de activiteiten en inkomsten van bedrijven waren voor Europese bedrijven de belangrijkste zorgen gedurende het jaar. Tegelijkertijd hielden veel bedrijven ook rekening met het veranderende politieke klimaat in de stad, onder meer door de invoering van de NSL en de toenemende invloed van Peking.


Net als tijdens de onrust in 2019 namen de meeste Europese bedrijven in 2020 een afwachtende houding aan. Wel leeft binnen de bedrijvengemeenschap het beeld dat de NSL de internationale reputatie van Hongkong heeft beschadigd. Ook zijn er zorgen over de potentiële gevolgen van de wet voor bedrijven en, breder, voor het ondernemingsklimaat in de SAR. Deze gevolgen verschillen per sector, maar over het algemeen zijn er zorgen over de waarborging van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de vrijheid van meningsuiting en van ondernemen, de toegang tot gegevens en de gevolgen voor werving en behoud van talent 4 . Als gevolg daarvan beoordelen sommige bedrijven opnieuw of zij hun aanwezigheid in de stad moeten voortzetten en werken andere bedrijven aan noodplannen. Hoewel er ook enkele bedrijven zijn die de NSL als een positieve ontwikkeling zien, onder meer vanuit het oogpunt van maatschappelijke stabiliteit, duiden enquêtes onder bedrijven erop dat de meerderheid er anders over denkt.


Vanwege de economische neergang hebben sommige Europese bedrijven hun activiteiten in de SAR afgeschaald. De bedrijven in sectoren die sterker afhankelijk zijn van uitgaven van toeristen, behoorden tot de hardst geraakte bedrijven en zagen hun inkomsten sterk dalen. Bedrijven in de handel en logistiek werden geraakt door de zwakke mondiale handel en de wereldwijde economische neergang.


Beperkingen van reizen van en naar Hongkong hebben ook grote gevolgen voor Europese bedrijven, met name omdat veel van die bedrijven zaken doen met China en de regio Azië.


De operationele efficiëntie van Hongkong, zijn hoge mate van autonomie, de rechtsstaat en zijn onafhankelijke rechterlijke macht zijn lange tijd gezien als belangrijke concurrentievoordelen. Uitholling hiervan zou dan ook nadelig zijn voor de aantrekkingskracht van Hongkong. De spanningen tussen China en de VS, onder meer over Hongkong, zijn ook een punt van zorg voor bedrijven.


Handelsbeleid en overig beleid


In januari is een vrijhandelsovereenkomst met Australië van kracht geworden die in maart 2019 was getekend en waarin ook een gewijzigde investeringsovereenkomst is opgenomen. In maart is een investeringsovereenkomst met de Verenigde Arabische Emiraten van kracht geworden. In de loop van het jaar is ook een vrijhandelsovereenkomst met de ASEAN-economieën, die in 2017 was getekend, geleidelijk verder van kracht geworden.

De regering heeft maatregelen aangekondigd ter ondersteuning van de rol van Hongkong als financieel knooppunt en als belangrijkste groene markt in de regio. Onderdeel daarvan zijn een vrijstelling van zegelrecht voor op de beurs verhandelde fondsen en maatregelen om beleggingsfondsen aan te trekken. Ook is er een nieuwe technologie-index opgericht: de Hang Seng TECH Index. Deze vertegenwoordigt de dertig grootste in Hongkong geregistreerde bedrijven die veel met technologie te maken hebben en voldoen aan de screeningcriteria van de index. Wat groene financiering betreft, hebben de regering en financiële regelgevers in de stad de Interagentschappelijke stuurgroep voor groene en duurzame financiering opgericht, en de regering heeft aangegeven dat zij in de komende paar jaar nieuwe groene staatsobligaties zou uitgeven (nadat deze in 2019 voor het eerst waren uitgegeven).


Om innovatie en technologie te stimuleren – een van haar belangrijkste prioriteiten – heeft de regering 3 miljard HKD (320 miljoen EUR) uitgetrokken voor de uitbreiding van het Science Park van Hongkong en het technologievoucherprogramma versterkt. In december heeft de regering daarnaast de Smart City Blueprint 2.0 voor Hongkong bekendgemaakt. Wat huisvesting betreft, heeft de regering zich tot doel gesteld tussen nu en 2024 100 400 sociale woningen te realiseren (en vanaf 2024 jaarlijks 19 600 particuliere woningen). Op milieugebied was een van de prioriteiten de verdere bevordering van het gebruik van elektrische voertuigen en de uitfasering van vervuilendere voertuigen. De regering heeft een subsidieregeling ter waarde van 2 miljard HKD (212 miljoen EUR) opgezet om de oplaadvoorzieningen voor elektrische voertuigen bij particuliere woongebouwen te verbeteren.


Op het gebied van energie wil de regering het percentage aardgas in de energiemix verhogen, zodat het percentage steenkool kan worden verlaagd. Afvalbeheer blijft een groot probleem in de stad: slechts een klein deel van het afval van de stad wordt lokaal gerecycled. In juni was er een tegenslag, toen wetgevers een lang uitgestelde wet over een verplichte afvalverwijderingsbijdrage introkken die in 2018 was geïntroduceerd.


In haar beleidsverklaring 2020, die ze op 25 november heeft afgelegd, stelde de regeringsleider voor het herstel van Hongkong te versterken. Op de korte termijn lag de nadruk op inperking van de pandemie, terwijl de economische plannen voor de langere termijn de bestaande prioriteiten bevestigden: versterking van de integratie binnen het Greater Bay Area en met het Chinese vasteland; ondersteuning van de rol van Hongkong als knooppunt voor handel, financiën en zakelijke dienstverlening; bevordering van innovatie en technologie en de ontwikkeling van een slimme stad. Hoewel er in de beleidsverklaring enkele maatregelen voor bedrijven voorkwamen, evenals de belofte om de uitgaven aan infrastructuur te verhogen, werd de 10-11 % van het bbp die in de loop van het jaar al in de economie was gestoken, er niet significant mee verhoogd.


In de beleidsverklaring lag de nadruk wederom op het oplossen van de aanhoudende schaarste aan en onbetaalbaarheid van woningen. Met betrekking daartoe betuigde de regeringsleider opnieuw haar steun aan Lantau Tomorrow Vision, een enorm en omstreden landwinningsproject. Gezien de uitdagingen voor de reputatie van Hongkong is in de beleidsverklaring ook een grootschalige publiciteitscampagne aangekondigd om de stad als zakelijk knooppunt te promoten. 


Een belangrijke aankondiging was het besluit dat Hongkong in 2050 koolstofneutraal wil zijn. Als onderdeel daarvan wordt het klimaatactieplan van Hongkong halverwege 2021 bijgewerkt. In de verklaring werden ook andere “groene” zaken aangekondigd, onder meer op het gebied van vervoer, bouw, groene financiering en energie uit afval.


Het bezoek van de regeringsleider aan Peking leidde tot de verwachting dat China zijn grens met Hongkong binnenkort weer open zou stellen. Veel bedrijven hebben activiteiten, klanten en/of leveranciers op het vasteland, en Chinese toeristen in Hongkong zijn goed voor een aanzienlijk deel van de uitgaven in de detailhandel-, levensmiddelen-, horeca- en vervoerssector. Aan het eind van het jaar bleven de reisbeperkingen, zoals verplichte quarantaine, echter van kracht.


III. Betrekkingen tussen Hongkong en het Chinese vasteland


Het HKLO heeft steeds meer invloed uitgeoefend op de beleidsvorming en politiek in Hongkong, wat twijfels oproept over de instandhouding van de hoge mate van autonomie van Hongkong. De bewering, in april, dat het HKLO niet was gebonden door de bescherming van de autonomie van Hongkong tegen ingrijpen van de centrale overheid uit de basiswet (artikel 22), vormt een verontrustend signaal met betrekking tot de toewijding van China aan de instandhouding van “één land, twee systemen”. Het HKLO gaf, in de verklaring waarin het deze interpretatie bevestigde, aan dat het brede bevoegdheden heeft in Hongkong, waaronder controlebevoegdheden. De aanstelling van Luo Huining als directeur van het HKLO in januari 2020 was een voorbode van een proactievere houding van het HKLO, die tot uiting kwam in de regelmatige uitgifte van persberichten over ontwikkelingen die verband hielden met Hongkong. Hierin werd onder meer scherpe kritiek geuit op pan-democratische wetgevers.


Het Chinese vasteland bleef de grootste handelspartner van Hongkong in goederen: het was goed voor 59 % van de totale uitvoer en 43 % van de invoer van Hongkong in de eerste elf maanden van 2020. Andersom is de SAR ook een belangrijk handelsknooppunt voor het vasteland: de regio was in 2020 de op vier na grootste handelspartner van China. Voor de uitvoer blijft de Chinese provincie Guangdong een belangrijk doel voor Hongkong.


Hongkong is voor China ook een belangrijk financieel offshore-centrum en investeringsknooppunt gebleven. Net als aan het eind van 2019 was het Chinese vasteland voor Hongkong de grootste bron van inkomende directe buitenlandse investeringen (DBI), de offshore-centra buiten beschouwing gelaten, en de belangrijkste bestemming van uitgaande DBI, goed voor respectievelijk 28 % en 45 % van het totaal. Andersom is ongeveer 65 % van de DBI naar het vasteland afkomstig uit Hongkong en gaat 61 % van de uitgaande DBI van China naar Hongkong. Er zijn 1 319 bedrijven van het Chinese vasteland in Hongkong geregistreerd, ofwel 80 % van de totale beurswaarde in de stad. De kapitaalmarkten van Hongkong en het Chinese vasteland zijn met elkaar verbonden via het Stock Connect-programma, dat de effectenbeurs van Hongkong koppelt aan haar tegenhangers in Shanghai en Shenzhen, en het Bond Connect-programma voor wederzijdse markttoegang voor obligatiemarkten.


In de loop van het jaar hebben Hongkong en het vasteland hun betrekkingen verder ontwikkeld in het kader van de nauwere partnerschapsovereenkomst tussen China en Hongkong (CEPA), die in 2003 voor het eerst is getekend. Maatregelen voor verdere liberalisering van de handel in diensten, die in november 2019 waren getekend, zijn in juni 2020 van kracht geworden.


De regionale integratie in het kader van het Guangdong-Hongkong-Macao Greater Bay Area (GBA) is gedurende het jaar voortgezet. Het doel van de in 2019 uitgegeven blauwdruk is onbelemmerd verkeer van goederen, diensten en kapitaal binnen het GBA in 2035. Gedurende het jaar heeft de regering maatregelen aangekondigd om de integratie te bevorderen en handelsverkeer te vergemakkelijken in verschillende sectoren. Wat financiën betreft, hebben de People’s Bank of China, de monetaire autoriteit van Hongkong en de monetaire autoriteit van Macau in juni gezamenlijk een plan aangekondigd voor invoering van een proefregeling voor wederzijdse grensoverschrijdende verbinding van vermogensbeheer (“Wealth Management Connect”). Hiermee zouden inwoners van Hongkong, Macau en negen steden in de provincie Guangdong grensoverschrijdende investeringen kunnen doen in producten voor vermogensbeheer die door banken in de regio worden verspreid. Ook staat er een “Insurance Connect” gepland binnen het GBA.


Bedrijven zijn overwegend positief over de mogelijkheden die het GBA biedt, al zijn er ook uitdagingen in verband met belastingbeleid, regelgevings- en wettelijke aspecten, onzekerheid over beleid, transparantie en zichtbaarheid, en bescherming van intellectuele-eigendomsrechten. Breder gezien zijn er nog steeds vragen over het samenvoegen van drie verschillende economische, juridische, belasting- en douanesystemen en over mogelijke rivaliteit tussen de deelnemende steden. Het concurrentievoordeel van Hongkong als unieke verbinding met China zou kunnen worden uitgehold naarmate steden in Guangdong hun economie liberaliseren, hun concurrentievermogen vergroten en verbindingen leggen met de wereld via financiën en handel.


IV. Bilaterale betrekkingen en samenwerking tussen de EU en Hongkong in 2020


In 2020 heeft de gestructureerde dialoog tussen de EU en Hongkong, voor het eerst sinds deze bijeenkomsten in 2006 in het leven werden geroepen, niet plaatsgevonden. In het verleden bood de gestructureerde dialoog de mogelijkheid de samenwerking te evalueren en een nieuwe impuls te geven op terreinen als financiële diensten, handel, investeringen, aanbestedingen, douane, innovatie en technologie, bestrijding van mensenhandel en milieukwesties. De EU is ervan overtuigd dat het voor beide partijen belangrijk is een regelmatige institutionele dialoog te voeren waarbij de betrekkingen uitgebreid kunnen worden geëvalueerd en eventuele zorgen of wederzijdse belangen kunnen worden aangekaart die onder de bevoegdheid of binnen het rechtsgebied van de andere partij vallen. De EU hoopt dat de omstandigheden toelaten dat de gestructureerde dialoog in 2021 weer wordt hervat.


In 2020 waren 1 560 EU-ondernemingen actief in Hongkong en veel van deze bedrijven gebruiken Hongkong als regionaal kantoor of hoofdkantoor. EU-ondernemingen zijn in een breed spectrum van sectoren vertegenwoordigd, met name op het gebied van financiële en zakelijke diensten, handel, logistiek, detailhandel, levensmiddelen en dranken, en bouw.


In 2020 was Hongkong de op 24 na grootste handelspartner 5 van de EU voor goederen en de op 11 na grootste handelspartner van de EU in Azië. De totale bilaterale handel bedroeg in deze periode 27,4 miljard EUR, een daling van 10,8 % ten opzichte van dezelfde periode in 2019. De EU-uitvoer van goederen naar Hongkong in die periode bedroeg 23,0 miljard EUR, terwijl de invoer uit Hongkong 7,1 miljard EUR bedroeg, wat resulteerde in een overschot van 15,8 miljard EUR voor de EU. De EU was in 2020 de op twee na grootste handelspartner van Hongkong voor goederen, na het Chinese vasteland en Taiwan. De EU was de op een na grootste uitvoerbestemming en de op vier na grootste invoerleverancier van Hongkong. Hongkong bleef een belangrijk entrepot voor de handel tussen het Chinese vasteland en de EU.


In 2019 was Hongkong de op drie na belangrijkste handelspartner van de EU in Azië wat de handel in diensten betreft. In 2019 (het meest recente jaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn) bedroeg de bilaterale (EU-27) handel in diensten 26,8 miljard EUR (+ +9 % ten opzichte van een jaar eerder). De EU-invoer van diensten uit Hongkong bedroeg 11,0 miljard EUR, terwijl de uitvoer naar Hongkong goed was voor 15,8 miljard EUR, wat resulteerde in een overschot van 4,7 miljard EUR voor de EU 6 .


De wederzijdse investeringen tussen de EU en Hongkong bleven aanzienlijk. Uit de statistieken van Hongkong blijkt dat de EU, de offshore-centra buiten beschouwing gelaten, de op zes na grootste buitenlandse investeerder in Hongkong en de op een na belangrijkste bestemming van uitgaande DBI van Hongkong was aan het eind van 2019 (nieuwste beschikbare cijfers). Eind 2019 bedroeg het totale volume van de DBI van Hongkong in de EU-27 volgens cijfers van Eurostat 185,8 miljard EUR, waarmee Hongkong een belangrijke bron van DBI in de EU was. De investeringen van de EU-27 in Hongkong bedroegen 163 miljard EUR. Wat investeringsstromen betreft, blijkt uit de meest recente gegevens voor de eerste drie kwartalen van 2020 een netto-instroom van DBI in de EU vanuit Hongkong van 7,6 miljard EUR (ten opzichte van de netto-uitstroom van 49,8 miljard EUR in de eerste drie kwartalen van 2019).


Gedurende het jaar zijn de EU en Hongkong blijven samenwerken op douanegebied, via een actieplan ter verbetering van de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten (IER), in het kader van de overeenkomst tussen de EU en Hongkong inzake douanesamenwerking en wederzijdse administratieve bijstand, en het actieplan voor de handhaving van IER door de douane. In 2020 is de wederzijdse uitwisseling van risico-informatie soepel verlopen, al ondervonden enkele geplande operationele activiteiten wel gevolgen van de coronacrisis. Ondanks de uitstekende samenwerking blijft Hongkong voor de EU qua waarde de op een na grootste plaats van herkomst van goederen die inbreuk maken op IER, ook al worden deze goederen niet in Hongkong geproduceerd.


Wat onderzoek, wetenschap en innovatie betreft, hebben de autoriteiten van Hongkong in 2020 twee verzoeken om bijdragen gepubliceerd ter ondersteuning van Horizon 2020-deelnemers uit de SAR; de uiterste datum voor het indienen van voorstellen voor het laatste verzoek is halverwege januari 2021. Aangezien de huidige samenwerkingsregeling in het kader van Horizon 2020, net als het Europese kaderprogramma, aan het eind van 2020 afloopt, moeten er nieuwe besprekingen met Hongkong worden gestart om de regeling uit te breiden in het kader van Horizon Europa, met inbegrip van een mechanisme voor medefinanciering dat openstaat voor de particuliere sector. Bij toekomstige besprekingen over Horizon Europa zal prioriteit worden gegeven aan wederkerigheid, een gelijk speelveld, openheid, inclusiviteit en eerbiediging van hoge ethische en integriteitsnormen. In dit verband zal de EU de effecten van de NSL op onderzoekers en onderzoeksmobiliteit, academische vrijheid en onderzoeksinstellingen in de toekomst nauwlettend in de gaten houden.


Wat betreft de aanpak van witwassen en financiering van terrorisme, heeft de Financiële Actiegroep (FATF) afgelopen jaar een wederzijds beoordelingsrapport over Hongkong 7 uitgebracht, waarna er een reguliere follow-upprocedure voor het gebied is gestart. Aangezien Hongkong een bloeiend financieel en handelsknooppunt is, bestaan er grote risico’s dat zijn systeem wordt misbruikt als doorvoerpunt voor de opbrengsten van misdrijven vanuit het buitenland. In dit opzicht moet Hongkong stappen blijven ondernemen om ervoor te zorgen dat informatie over de uiteindelijke begunstigden in relatie tot alle relevante wettelijke regelingen beschikbaar en nauwkeurig is.


Op 17 en 18 december heeft de vijfde jaarlijkse workshop van de EU en Hongkong over mensenhandel plaatsgevonden. De workshop bestond uit twee onlinesessies van een halve dag, waarin werd ingegaan op internationale normen, partnerschappen ter bestrijding van mensenhandel, steun voor slachtoffers en de stand van zaken bij de bestrijding van mensenhandel in de EU en Hongkong. De opkomst van de kant van Hongkong was uitstekend: ongeveer tachtig deelnemers van een breed scala aan overheidsinstanties. Met het TAIEX-instrument is geregeld dat zeven deskundige sprekers uit Europa tijdens de workshop aan het woord kwamen.


Vanwege de COVID-19-pandemie moesten de meeste interactieve activiteiten worden geschrapt, waaronder culturele evenementen, onderzoek, academische samenwerking, mobiliteit van studenten en activiteiten met de creatieve sectoren. Daarom heeft het Bureau van de Europese Unie alternatieve manieren gezocht om openbare diplomatieke evenementen te organiseren. In februari heeft het Bureau van de Europese Unie, met ondersteuning van de EU-lidstaten, het EU-filmfestival 2020 georganiseerd, ondanks aangescherpte gezondheidsmaatregelen. Samen met de EU-lidstaten heeft het Bureau van de Europese Unie de derde editie van “Make Music, Hong Kong” in onlinevorm georganiseerd. Ook heeft het Bureau van de Europese Unie een ontwerpwedstrijd georganiseerd, in samenwerking met de Raad voor beroepsopleiding.


Het Bureau van de Europese Unie heeft regelmatig ontmoetingen gehad met regeringsfunctionarissen, wetgevers, de academische wereld en maatschappelijke organisaties.

(1)

  https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2020/07/28/hong-kong-council-expresses-grave-concern-over-national-security-law/  

(2)

Duitsland, Frankrijk, Ierland, Nederland, Finland en Italië.

(3)

Deze en de hierop volgende statistieken zijn de meest recente die op het moment van schrijven beschikbaar zijn.

(4)

Deze zorgen kwamen naar voren in verschillende enquêtes onder bedrijven die gedurende het jaar zijn gehouden.

(5)

Op basis van cijfers van de EU-27.

(6)

Voorlopige statistieken van Eurostat.

(7)

http://www.fatf-gafi.org/media/fatf/documents/reports/mer4/MER-Hong-Kong-China-2019.pdf